Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2020, 10064 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2020, 10064 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
Gelet op de artikelen 116, eerste lid, en 123, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, en de artikelen 113, eerste lid, en 120, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media;
school voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs of voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;
speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs.
1. De minister verstrekt voor het kalenderjaar 2020:
a. bijzondere en aanvullende bekostiging aan de bevoegde gezagsorganen van speciale scholen voor basisonderwijs; en
b. bijzondere en aanvullende bekostiging aan de bevoegde gezagsorganen van scholen voor speciaal onderwijs.
2. De bekostiging kan worden besteed aan activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.
1. De bekostiging, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedraagt € 92,30 per leerling.
2. De bekostiging, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, bedraagt € 235,90 per leerling.
3. De bekostiging wordt bepaald door het leerlingenaantal op 1 oktober 2018 van de school te vermenigvuldigen met het bekostigingsbedrag per leerling als bedoeld in het eerste onderscheidenlijk tweede lid.
1. De minister stelt de bekostiging, bedoeld in artikel 2, uiterlijk op 31 maart 2020 ambtshalve vast.
2. De minister betaalt het bedrag van bekostiging, als bedoeld in het eerste lid, ineens in maart 2020.
De verantwoording van de besteding van de bekostiging, bedoeld in artikel 2, geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
In het Convenant ‘extra geld voor werkdrukverlichting en tekorten onderwijspersoneel in het funderend onderwijs 2020–2021’1 van oktober 2019 is onder andere afgesproken dat voor investeringen in het primair onderwijs (hierna: PO) € 150 mln. extra beschikbaar wordt gesteld in 2019. Dit is binnen de bekostiging van het onderwijs ingevuld middels de Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging PO en VO 2019, zoals gepubliceerd op 28 november 2019 in de Staatscourant. De besteding van het geld in het primair onderwijs is onderdeel van de gesprekken tussen de sociale partners over de arbeidsvoorwaarden. Om nog in 2019 tot uitbetaling over te gaan werd er voor heel PO gerekend met één bedrag per leerling, namelijk € 99,25 per leerling. Echter, in het speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs zijn de klassen kleiner en is het aantal leerlingen per docent lager. Door uit te gaan van één bedrag per leerling in het PO ontvangen speciale scholen voor basisonderwijs en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs minder budget per fte dan basisscholen. Op verzoek van de PO-Raad vindt in maart 2020 een correctie plaats, zodat de verdeling van deze middelen voor verschillende onderwijssoorten in balans wordt gebracht. Met deze regeling wordt deze correctie ten behoeve van speciale scholen voor basisonderwijs en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs ingevuld en deze scholen krijgen respectievelijk € 92,30 en € 235,90 per leerling erbij. Dit wordt gedekt door het bedrag per leerling van basisscholen voor personeels- en arbeidsmarktbeleid voor schooljaar 2020–2021 éénmalig te verlagen. Het totale bedrag dat hiermee wordt herverdeeld voor het primair onderwijs, bedraagt circa € 19,4 miljoen.
Omdat de bekostiging ambtshalve wordt bepaald op basis van al beschikbare gegevens en er ook geen extra verantwoordingsvoorschriften zijn, leidt deze regeling niet tot extra administratieve lasten.
De regeling gaat uit van bestedingsvrijheid voor het bevoegd gezag. De aanvullende of bijzondere bekostiging kan door de bevoegde gezagsorganen worden besteed aan activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.
De minister stelt per leerling een bedrag vast waar het bevoegd gezag aanspraak op maakt. Voor het bepalen van de bijzondere en aanvullende bekostiging wordt uitgegaan van de leerlingaantallen op 1 oktober 2018.
Het bevoegd gezag verantwoordt de besteding van de middelen in de reguliere jaarverslaggeving van de school.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-10064.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.