Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 11 februari 2020, nr. PO/FenV/17849761 tot aanpassing van de verdeling van middelen, op grond van de Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging voor het primair onderwijs 2019 (Regeling omtrent verdeling bijzondere en aanvullende bekostiging PO)

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 116, eerste lid, en 123, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, en de artikelen 113, eerste lid, en 120, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

minister:

Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media;

school voor speciaal onderwijs:

school voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs of voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

speciale school voor basisonderwijs:

speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs.

Artikel 2. Bijzondere en aanvullende bekostiging

  • 1. De minister verstrekt voor het kalenderjaar 2020:

    • a. bijzondere en aanvullende bekostiging aan de bevoegde gezagsorganen van speciale scholen voor basisonderwijs; en

    • b. bijzondere en aanvullende bekostiging aan de bevoegde gezagsorganen van scholen voor speciaal onderwijs.

  • 2. De bekostiging kan worden besteed aan activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

Artikel 3. Hoogte bekostigingsbedrag

  • 1. De bekostiging, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedraagt € 92,30 per leerling.

  • 2. De bekostiging, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, bedraagt € 235,90 per leerling.

  • 3. De bekostiging wordt bepaald door het leerlingenaantal op 1 oktober 2018 van de school te vermenigvuldigen met het bekostigingsbedrag per leerling als bedoeld in het eerste onderscheidenlijk tweede lid.

Artikel 4. Vaststelling en betaling

  • 1. De minister stelt de bekostiging, bedoeld in artikel 2, uiterlijk op 31 maart 2020 ambtshalve vast.

  • 2. De minister betaalt het bedrag van bekostiging, als bedoeld in het eerste lid, ineens in maart 2020.

Artikel 5. Verantwoording

De verantwoording van de besteding van de bekostiging, bedoeld in artikel 2, geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 7. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling omtrent verdeling bijzondere en aanvullende bekostiging PO.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

I. Algemeen

In het Convenant ‘extra geld voor werkdrukverlichting en tekorten onderwijspersoneel in het funderend onderwijs 2020–2021’1 van oktober 2019 is onder andere afgesproken dat voor investeringen in het primair onderwijs (hierna: PO) € 150 mln. extra beschikbaar wordt gesteld in 2019. Dit is binnen de bekostiging van het onderwijs ingevuld middels de Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging PO en VO 2019, zoals gepubliceerd op 28 november 2019 in de Staatscourant. De besteding van het geld in het primair onderwijs is onderdeel van de gesprekken tussen de sociale partners over de arbeidsvoorwaarden. Om nog in 2019 tot uitbetaling over te gaan werd er voor heel PO gerekend met één bedrag per leerling, namelijk € 99,25 per leerling. Echter, in het speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs zijn de klassen kleiner en is het aantal leerlingen per docent lager. Door uit te gaan van één bedrag per leerling in het PO ontvangen speciale scholen voor basisonderwijs en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs minder budget per fte dan basisscholen. Op verzoek van de PO-Raad vindt in maart 2020 een correctie plaats, zodat de verdeling van deze middelen voor verschillende onderwijssoorten in balans wordt gebracht. Met deze regeling wordt deze correctie ten behoeve van speciale scholen voor basisonderwijs en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs ingevuld en deze scholen krijgen respectievelijk € 92,30 en € 235,90 per leerling erbij. Dit wordt gedekt door het bedrag per leerling van basisscholen voor personeels- en arbeidsmarktbeleid voor schooljaar 2020–2021 éénmalig te verlagen. Het totale bedrag dat hiermee wordt herverdeeld voor het primair onderwijs, bedraagt circa € 19,4 miljoen.

Regeldruk

Omdat de bekostiging ambtshalve wordt bepaald op basis van al beschikbare gegevens en er ook geen extra verantwoordingsvoorschriften zijn, leidt deze regeling niet tot extra administratieve lasten.

II. Artikelsgewijs

Artikel 2

De regeling gaat uit van bestedingsvrijheid voor het bevoegd gezag. De aanvullende of bijzondere bekostiging kan door de bevoegde gezagsorganen worden besteed aan activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

Artikel 3

De minister stelt per leerling een bedrag vast waar het bevoegd gezag aanspraak op maakt. Voor het bepalen van de bijzondere en aanvullende bekostiging wordt uitgegaan van de leerlingaantallen op 1 oktober 2018.

Artikel 5

Het bevoegd gezag verantwoordt de besteding van de middelen in de reguliere jaarverslaggeving van de school.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Kamerstukken II 2019/20, 31 293, nr. 488

Naar boven