Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 14 februari 2019, nr. 2019-0000006011, houdende aanpassing van de subsidiebedragen van de Wet financiering politieke partijen voor het jaar 2018

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 8, vijfde lid, van de Wet financiering politieke partijen;

Besluit:

ARTIKEL I

De bedragen, genoemd in artikel 8, eerste tot en met derde lid, van de Wet financiering politieke partijen, worden als volgt gewijzigd:

1. ‘€ 178.423’ wordt vervangen door ‘€ 181.947’.

2. ‘€ 51.751’ wordt vervangen door ‘€ 52.773’.

3. ‘€ 1.953.634’ wordt vervangen door ‘€ 1.992.218’.

4. ‘€ 125.314’ wordt vervangen door ‘€ 127.789’.

5. ‘€ 12.881’ wordt vervangen door ‘€ 13.135’.

6. € 502.335’ wordt telkens vervangen door ‘€ 512.256’.

7. ‘€ 642.494’ wordt vervangen door ‘€ 655.183’.

8. ‘€ 924.564’ vervangen door ‘€ 942.824’.

ARTIKEL II

De in deze regeling genoemde bedragen zijn van toepassing op het subsidiejaar 2018.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

Op grond van artikel 8, vijfde lid, van de Wet financiering politieke partijen worden de bedragen, genoemd in het eerste, tweede en derde lid van dat artikel, jaarlijks met ingang van 1 januari bij ministeriële regeling gewijzigd, overeenkomstig de voor de rijksbegroting gehanteerde loon- en prijsbijstelling en afgerond op het naastbij gelegen gehele getal. Het betreffen de subsidiebedragen voor een politieke partij (het basisbedrag, het bedrag per kamerzetel en het bedrag per verenigingslid) en, indien van toepassing, voor het politiek-wetenschappelijk instituut, de politieke jongerenorganisatie en de instelling voor buitenlandse activiteiten van die partij.

Met deze regeling zijn de genoemde bedragen aangepast overeenkomstig de voor de rijksbegroting gehanteerde loon- en prijsbijstelling over 2018. Het gewogen percentage loon- en prijsbijstelling over 2018 bedraagt 1,975 procent.

Er is voor gekozen om aan de aanwijzing van de genoemde bedragen terugwerkende kracht te verlenen tot en met 1 januari 2018, aangezien die bedragen jaarlijks per 1 januari worden gewijzigd volgens de voor de rijksbegroting gehanteerd loon- en prijsbijstelling over het voorafgaande jaar. De terugwerkende kracht wordt niet bezwaarlijk geacht, aangezien politieke partijen bij de subsidieverlening hierop zijn gewezen zodat zij daar rekening mee hebben kunnen houden.

Met de regeling zijn geen administratieve lasten geïntroduceerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven