Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 6 februari 2019, nr. MinBuza-2019.2272-11, tot wijziging van de Sanctieregeling Syrië 2012 en tot intrekking van de Sanctieregeling Eritrea 2011

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Financiën;

Gelet op Verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van de Europese Unie van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 442/2011 (PbEU L 16);

Gelet op Verordening (EU) nr. 2018/1932 van de Raad van de Europese Unie van 10 december 2018 tot intrekking van Verordening (EU) nr. 667/2010 inzake bepaalde beperkende maatregelen ten aanzien van Eritrea (PbEU L 314);

Gelet op Besluit (GBVB) 2018/1944 van de Raad van de Europese Unie van 10 december 2018 tot intrekking van Besluit 2010/127/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Eritrea (PbEG L 314);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

De Sanctieregeling Syrië 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt ‘artikel 11 bis,’ vervangen door ‘artikel 11 bis, eerste lid,’.

B

Artikel 1, tweede lid, komt als volgt te luiden:

  • 2. Een verbod als bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in gevallen waarin artikel 2bis, tweede lid en derde lid, artikel 3, derde lid en vijfde lid, artikel 3ter, artikel 4, eerste lid, in geval van voorafgaandelijke toestemming, bedoeld in artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, in geval van voorafgaandelijke toestemming, bedoeld in artikel 5, eerste lid, artikel 6bis, eerste en tweede lid, artikel 6ter, artikel 7, artikel 7 bis, derde en vijfde lid, artikel 9bis, eerste lid, artikel 10, eerste lid, artikel 11ter, tweede lid, artikel 11quater, tweede lid, artikel 12, tweede lid, artikel 13, vierde lid, artikel 13bis, eerste lid, artikelen 16 tot en met 21ter, artikel 21quater, eerste lid, artikel 25bis, eerste lid, artikel 26, tweede en derde lid, of artikel 26bis, eerste lid, onder a en b, of tweede lid, van Verordening 36/2012 van toepassing is.

C

Artikel 2 komt als volgt te luiden:

Artikel 2

De bevoegde autoriteit in de artikelen 2bis, tweede lid en derde lid, 2 ter, tweede lid, 2quater, tweede lid, 3, derde tot en met vijfde lid, 4, eerste lid en tweede lid, 5, eerste lid, artikel 6bis, tweede lid, 7, 7 bis, derde lid, 9bis, eerste en tweede lid, 10, eerste lid, 12, tweede lid, 13bis, eerste en tweede lid, 16, 16bis, tweede en derde lid, 17, 18, eerste lid, 19, tweede lid, 20, 20bis, 21, 21bis, 21quater, eerste lid, 25bis, eerste en tweede lid, en 29, eerste lid, van Verordening 36/2012 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking dan wel, indien de uitoefening van de bevoegdheid betrekking heeft op financiële en bancaire aangelegenheden, zoals het verlenen van financiering en financiële bijstand, de verstrekking van leningen en kredieten, het openen van bankrekeningen, de vestiging van financiële instellingen en de overdracht, de vrijgave of beschikbaarstelling van tegoeden, de Minister van Financiën.

ARTIKEL II

De Sanctieregeling Eritrea 2011 wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

TOELICHTING

Deze regeling strekt tot wijziging van de Sanctieregeling Syrië 2012 (artikel I) en tot intrekking van de Sanctieregeling Eritrea 2011 (artikel II).

Artikel I

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele omissies in de Sanctieregeling Syrië 2012 te herstellen. Voor de duidelijkheid zijn artikel 1, tweede lid, en artikel 2 van deze regeling opnieuw uitgeschreven.

Artikel II

In Resolutie 2444 (2018) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) worden alle beperkende maatregelen van de VN tegen Eritrea opgeheven. De Raad van de Europese Unie heeft in navolging van voornoemde resolutie, Besluit 2010/127/GBVB en Verordening (EU) nr. 667/2010 ingetrokken zijnde het besluit en de verordening die die ten grondslag lagen aan Sanctieregeling Eritrea 2011. Laatstgenoemde sanctieregeling kan derhalve eveneens worden ingetrokken.

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen zij verwezen naar de website

www.rijksoverheid.nl/sancties.

Ten slotte kan worden gemeld dat de onderhavige regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting en dat uit dien hoofde inwerkingtreding niet plaatsvindt conform de Vaste Verander Momenten-systematiek.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven