Besluit van het dagelijks bestuur van de Sociaal-economische Raad van 18 januari 2019 tot instelling van de Bedrijfscommissie Markt II

Het dagelijks bestuur van de Sociaal-economische Raad;

Gelet op de artikelen 37 en 38 van de Wet op de ondernemingsraden;

Gelet op artikel 2 van de Verordening bestuurlijke taken SER;

Gehoord de naar het oordeel van het dagelijks bestuur voor het desbetreffende deel van het bedrijfsleven representatieve organisaties van ondernemers en van werknemers;

Besluit:

Artikel 1

Er is een Bedrijfscommissie Markt II. Deze is ingesteld voor de ondernemingen in de marktsector waarin in hoofdzaak activiteiten worden uitgevoerd op het gebied van zorg, welzijn, cultuur, onderwijs, sport dan wel in het kader van overige sociale, culturele en maatschappelijke voorzieningen en belangen.

Artikel 2

  • 1. De bedrijfscommissie bestaat uit 12 leden en 12 plaatsvervangende leden.

  • 2. Van deze leden en plaatsvervangende leden worden de volgende aantallen benoemd door de daarbij vermelde organisaties:

    • a. organisaties van ondernemers

      • 3 leden en 3 plaatsvervangende leden door: ActiZ organisatie van zorgondernemers, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), Geestelijke Gezondheidszorg Nederland (GGZ Nederland) en Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) gezamenlijk;

      • 1 lid en 1 plaatsvervangend lid door: Sociaal Werk Nederland en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gezamenlijk;

      • 1 lid en 1 plaatsvervangend lid door: Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB), Cultuurconnectie en Algemene Werkgeversvereniging Nederland (AWVN) gezamenlijk;

      • 1 lid en 1 plaatsvervangend lid door: MBO-Raad, Vereniging Hogescholen, Vereniging van Universiteiten (VSNU) en Werkgeversorganisatie in de Sport (WOS) gezamenlijk.

    • b. organisaties van werknemers

      • 2 leden en 2 plaatsvervangende leden door: Vereniging FNV;

      • 1 lid en 1 plaatsvervangend lid door: Algemene Onderwijsbond (Aob) en de rechtsopvolgers van FNV KIEM (zijnde FNV Media & Cultuur en Kunstenbond) gezamenlijk;

      • 1 lid en 1 plaatsvervangend lid door: CNV Connectief en CNV Vakmensen gezamenlijk;

      • 1 lid en 1 plaatsvervangend lid door: Federatie van Onderwijsvakorganisaties (FvOv);

      • 1 lid en 1 plaatsvervangend lid door: Federatie van beroepsorganisaties in de zorg (FBZ), Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) en Nieuwe Unie ’91 (NU ’91) gezamenlijk.

Artikel 3

Het Besluit instelling bedrijfscommissie Markt II van 27 mei 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dag van bekendmaking in de Staatscourant.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als Besluit instelling Bedrijfscommissie Markt II.

Den Haag, 18 januari 2019

M.I. Hamer voorzitter

V.C.M. Timmerhuis algemeen secretaris

TOELICHTING

Algemeen

De Wet op de ondernemingsraden (WOR) voorziet in de instelling van bedrijfscommissies. Deze zijn paritair samengesteld. Het zijn publiekrechtelijke organen die een bemiddelende en adviserende taak hebben in het kader van de WOR. Daarnaast spelen veel bedrijfscommissies een stimulerende rol ten aanzien van het in het leven roepen van ondernemingsraden en vervullen zij een vraagbaakfunctie op het gebied van de medezeggenschap voor de sectoren waarvoor zij zijn ingesteld.

Het dagelijks bestuur van de Sociaal-economische Raad (SER) stelt de bedrijfscommissies in. In 2010 zijn twee bedrijfscommissies ingesteld voor de marktsectoren: Bedrijfscommissie Markt I en Bedrijfscommissie Markt II. Een onderneming in de marktsector valt binnen de werkingssfeer van één van deze twee bedrijfscommissies. Naast deze twee bedrijfscommissies voor de marktsector bestaat ook de bedrijfscommissie voor de overheid; deze valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van BZK.

In het Besluit instelling Bedrijfscommissie Markt II van 27 mei 2010, werd naast de instelling en de werkingssfeer van de Bedrijfscommissie Markt II ook de samenstelling van deze bedrijfscommissie geregeld. Daarbij zijn benoemingsrechten verleend aan diverse organisaties van werkgevers en werknemers, verdeeld over de sectoren die onder de werkingssfeer van de bedrijfscommissies vallen. Naar is gebleken hebben ten aanzien van deze organisaties diverse veranderingen plaatsgevonden, waaronder naamswijzigingen en fusies. Deze wijzigingen vormen de aanleiding tot de vaststelling van het onderhavige besluit, dat een actualisatie bevat van de benoemingsgerechtigde organisaties van werkgevers en werknemers.

Binnen de werkingssfeer van de Bedrijfscommissie Markt II vallen de sectoren van het bedrijfsleven die primair gericht zijn op het voortbrengen van collectieve goederen en diensten in het kader van een maatschappelijke functie waarbij het winstoogmerk niet voorop staat. Meer concreet zijn dit de sectoren die evident noch tot de overheid noch tot de commerciële marktsector behoren. Het betreft in algemene termen:

  • de sector zorg;

  • de sector welzijn;

  • de (overige) sectoren die primair gericht zijn op het realiseren of behartigen van sociale, culturele en maatschappelijke voorzieningen en belangen.

Binnen de werkingssfeer van de Bedrijfscommissie Markt I vallen de overige sectoren van het bedrijfsleven. Dit zijn de sectoren die over het algemeen primair zijn gericht op het produceren en leveren van commerciële goederen en diensten.

De bedrijfscommissie regelt zelf haar werkwijze met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving, waaronder de SER-Verordening op de Bedrijfscommissies. Daarbij bestaat de mogelijkheid ex artikel 39, tweede lid, WOR om een voorzitter buiten de leden van de bedrijfscommissie te kiezen, al dan niet met stemrecht, en de mogelijkheid om een of meer kamers en/of (sub)commissies voor bepaalde sectoren in te stellen.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit artikel regelt de werkingssfeer van de Bedrijfscommissie Markt II. De genoemde activiteiten dienen in brede zin opgevat te worden. Gedacht moet worden aan onder meer:

  • zorg: gezondheidszorg, ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen, bejaardenzorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, thuiszorg, huisartsenzorg, apothekers, privé-klinieken, paramedische zorg, dierenklinieken;

  • welzijn: welzijn en maatschappelijke dienstverlening, jeugdzorg, jeugdhulpverlening, kinderopvang, gezondheidscentra, arbeid op grond van de Wet sociale werkvoorziening en de Wet inschakeling werkzoekenden, reclassering;

  • cultuur: openbare bibliotheken, musea, orkesten, podiumkunsten, kunsteducatie;

  • onderwijs: beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, hogescholen, onderzoeksinstituten, universiteiten, internaten voor kinderen van binnenschippers en/of kermisexploitanten;

  • sport: lichamelijke opvoeding, sportbeoefening;

  • overig: organisaties en instellingen van ideële aard, van religieuze aard, op het terrein van werk en inkomen, brancheverenigingen, belangenorganisaties, publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, zelfstandige bestuursorganen.

Den Haag, 18 januari 2019

M.I. Hamer voorzitter

V.C.M. Timmerhuis algemeen secretaris

Naar boven