Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Staatscourant 2019, 71835 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Staatscourant 2019, 71835 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, ’s-Hertogenbosch, Landerd, Meierijstad, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Uden en Vught;
Overwegende dat de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) op 1 april 2013 in werking is getreden;
Overwegende dat de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regeling zoals van kracht per 1 januari 2015 noodzaakt tot aanpassing van deze gemeenschappelijke regeling;
Overwegende dat voorts de taken op het gebied van afvalinzameling die door de gemeenten Land van Cuijk en de gemeente Boekel zijn belegd in de huidige regeling elders worden ondergebracht zodat een wijziging van de regeling op dit punt noodzakelijk is;
Overwegende dat in de huidige gemeenschappelijke regeling de gewenste bestuurlijke en financiële afbakening van de verschillende taken onvoldoende is verankerd zodat op dit punt een wijziging van de gemeenschappelijke regeling wenselijk is;
Overwegende dat in de huidige gemeenschappelijke regeling niet omschreven is welke collectieve taken door het algemeen bestuur kunnen worden verricht en dat behoefte bestaat aan een omschrijving van het begrip ‘collectieve taken’;
Gelet op de ingevolge artikel 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen benodigde en verkregen toestemming van de Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant en van de raden van de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, ’s-Hertogenbosch, Landerd, Meierijstad, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Uden en Vught;
de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Brabant Noord als volgt gewijzigd vast te stellen:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 3 Doel van de regeling
De regeling wordt getroffen om taken op het gebied van de fysieke leefomgeving op een efficiënte en doelmatige wijze uit te voeren en een bijdrage te leveren aan een leefbare en veilige werk- en leefomgeving in de provincie Noord-Brabant en in de regio Brabant Noordoost in het bijzonder.
Hoofdstuk 2 Taken en bevoegdheden
Tot de basistaken als bedoeld in het eerste lid wordt ook gerekend het in dit kader vervullen van adviserende taken op het terrein van de vergunningverlening, toezicht en handhaving ten behoeve van de deelnemers, alsmede coördinerende en afstemmende taken die voor de deelnemers tezamen worden verricht.
In aanvulling op de basistaken kan de omgevingsdienst, voor zover dit geen verstoring veroorzaakt in de uitvoering van de basistaken, op verzoek van een of meer deelnemers ook andere adviserende, ondersteunende en uitvoerende werkzaamheden inzake VTH op het gebied van de fysieke leefomgeving verrichten.
Artikel 7 Algemene leveringsvoorwaarden
Jaarlijks wordt in samenspraak tussen de omgevingsdienst en de deelnemer een werkprogramma vastgesteld waarin afspraken worden gemaakt over de omvang van de te leveren producten en diensten. Het werkprogramma is uiterlijk 1 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop het programma betrekking heeft, gereed.
Artikel 8 Werkzaamheden voor andere publiekrechtelijke rechtspersonen
Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit de in artikel 4, 5 en 5a bedoelde taken, kan de omgevingsdienst op verzoek van andere publiekrechtelijke rechtspersonen, indien dit geen verstoring veroorzaakt in de uitvoering van de in beide artikelen aangeduide taken, adviserende, ondersteunende en uitvoerende werkzaamheden op het gebied van de fysieke leefomgeving voor hen verrichten.
Deze taken mogen niet meer dan 10% van de totale begroting bedragen.
Hoofdstuk 2A Taken voormalig Regionaal Milieubedrijf Brabant Noordoost
Artikel 9 Eerbiediging bestaande afspraken
In aanvulling op de taken als genoemd in artikel 4 en 5 verricht de omgevingsdienst taken op het gebied van afvalverwerking, en sanering verkeerslawaai voor de gemeenten: Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, s’-Hertogenbosch (in verband met het grondgebied van voormalige gemeente Maasdonk (Nuland en Vinkel)), Landerd, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Uden en Meierijstad.
Artikel 11 Het algemeen bestuur
Het algemeen bestuur bestaat uit één lid per deelnemende gemeente die door het college uit zijn midden wordt aangewezen, alsmede uit één lid van gedeputeerde staten dat door hen uit hun midden wordt aangewezen. Ook wijzen de colleges en gedeputeerde staten uit hun midden tenminste één plaatsvervangend lid aan.
De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen voor een zittingsduur van 4 jaar en treden af op de dag waarop in het kader van een nieuwe zittingsperiode van de gemeenteraad respectievelijk provinciale staten een nieuw geïnstalleerd college een besluit neemt tot aanwijzing van een lid en plaatsvervangend(e) lid/leden van het algemeen bestuur. Aftredende leden kunnen opnieuw als lid worden aangewezen.
Besluiten betreffende vaststelling van de begroting, begrotingswijzigingen en jaarrekening worden genomen met een meerderheid van stemmen, met dien verstande dat de meerderheid van stemmen eveneens ten minste de helft bijdraagt aan de begroting van de omgevingsdienst voor het betreffende kalenderjaar.
Indien de stemmen met betrekking tot een bepaald voorstel staken, wordt het betrokken onderwerp aangehouden tot de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur. Indien de stemmen wederom staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Ingeval de stemmen bij herstemming over besluiten met betrekking tot benoeming, voordracht of aanbeveling van personen staken, beslist de voorzitter.
Het algemeen bestuur kan in een besloten vergadering, op grond van de belangen, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken welke aan het algemeen bestuur worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Deze wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen, totdat het algemeen bestuur haar opheft.
De leden en plaatsvervangende leden worden uit en door het algemeen bestuur gekozen in de eerste vergadering, waarin het algemeen bestuur in een nieuwe samenstelling bijeenkomt, dan wel in de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur, volgend op de beëindiging van het lidmaatschap van één of meer van de leden van het dagelijks bestuur.
Het dagelijks bestuur is in het bijzonder belast met:
het besluiten om namens de omgevingsdienst, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;
De leden van het algemeen of dagelijks bestuur kunnen een door het algemeen bestuur vast te stellen tegemoetkoming in de kosten, en voor zover zij niet de functie van wethouder, secretaris of burgemeester vervullen, een vergoeding voor hun werkzaamheden ontvangen. Bij de vaststelling van deze tegemoetkoming en vergoeding wordt het gestelde in artikel 21 van de Wet in acht genomen.
Het algemeen bestuur kan conform artikel 25 van de Wet, commissies instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen. Het algemeen bestuur stelt vooraf de raden van de deelnemende gemeenten en provinciale staten van dit voornemen op de hoogte en stelt hen in de gelegenheid hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.
Hoofdstuk 5 Organisatiebepalingen
Artikel 23 Bestuurlijk Platform Omgevingsrecht (BPO)
De voorzitter van het algemeen bestuur van deze regeling neemt deel aan het Bestuurlijk Platform Omgevingsrecht, dan wel wijst een ander lid uit het algemeen bestuur hiervoor aan.
Artikel 26 Rechtspositie personeel
Het dagelijks bestuur stelt voor het personeel van de omgevingsdienst de arbeidsvoorwaardenverordening vast conform de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor het gemeentepersoneel (CAR/UWO), dan wel de (gewijzigde) collectieve arbeidsvoorwaardenregeling die daarvoor ingevolge de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren in de plaats komt.
Artikel 27 Financiële informatieplicht
Het dagelijks bestuur van de omgevingsdienst zendt vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan provinciale staten.
Het dagelijks bestuur zendt de conceptbegroting met bijbehorende toelichting, na de voorlopige vaststelling door het algemeen bestuur, minimaal 10 weken voordat zij ter definitieve vaststelling aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, toe naar de raden van de deelnemende gemeenten en aan provinciale staten.
De raden en provinciale staten kunnen binnen 10 weken na toezending van de ontwerpbegroting hun zienswijzen daarover naar voren brengen. Het dagelijks bestuur stelt aan de hand van de ontwerpbegroting en de ontvangen zienswijzen de definitieve begroting op en verzendt deze, inclusief de commentaren, waarin de zienswijzen zijn vervat, ter vaststelling aan het algemeen bestuur.
Het algemeen bestuur stelt de begroting indien mogelijk vóór 15 juli voorafgaande aan het jaar waar deze voor dient, vast. Terstond na de vaststelling zendt het dagelijks bestuur de begroting naar de deelnemers, en in ieder geval vóór 1 augustus naar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Artikel 30 Vergoeding voor geleverde diensten
Uit de vastgestelde begroting blijkt welke bijdragen iedere deelnemer verschuldigd is voor het jaar waarop de begroting betrekking heeft. Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van individuele deelnemers (in de rol van opdrachtgever) en de ODBN (in de rol van opdrachtnemer) om te zorgen dat de werkprogramma’s zoveel als mogelijk aansluiten op de begrotingsbijdragen.
Artikel 31 Verrekening exploitatiesaldo
Artikel 33 Verplichtingen deelnemers
Indien aan het algemeen bestuur van de omgevingsdienst blijkt dat een deelnemer weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het algemeen bestuur onverwijld aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 Gemeentewet respectievelijk 198 en 199 Provinciewet.
Artikel 34 Financiële voorschriften
Het algemeen bestuur stelt bij verordening de uitgangspunten vast voor het financieel beleid alsmede het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan. De artikelen 216 en 217 van de Provinciewet zijn van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 9 Toetreding, uittreding, wijziging, opheffing
Een gemeente en de provincie kunnen bij besluit van het college van burgemeester en wethouders, respectievelijk Gedeputeerde Staten, na verkregen toestemming van de gemeenteraad, respectievelijk Provinciale Staten besluiten uit de regeling te treden, tenzij landelijk wetgeving de mogelijkheid tot uittreding beperkt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-71835.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.