Vrijstelling ligplaatsen binnentankschepen buiten petroleumhavens Rotterdam

De Havenmeester van Rotterdam,

gelet op:

  • artikel 5.4 van de Havenverordening Rotterdam 2020;

  • artikel 14.1 van de Havenverordening Rotterdam 2020, waarin de verplichting is opgenomen de regels van de Havenverordening na te leven;

  • artikel 1.9 van de Havenverordening Rotterdam 2020, in samenhang met het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016, op basis waarvan door de havenmeester in mandaat vrijstelling kan worden verleend, namens het college van burgemeester en wethouders;

overwegende dat:

  • het verboden is zich met een tankschip te bevinden op een ligplaats buiten de petroleumhavens;

  • er omstandigheden zijn waaronder een binnentankschip met een gevaarlijke stof als lading of ladingresidu aan boord minder risico met zich meebrengt;

  • het nemen van ligplaats buiten een petroleumhaven met een binnentankschip in bepaalde gebieden kan worden toegestaan zonder dat de veiligheid in en in de omgeving van de haven in het geding komt;

besluit vast te stellen:

Vrijstelling ligplaatsen binnentankschepen buiten petroleumhavens Rotterdam

Artikel 1 Ligplaatsen

Het is toegestaan ligplaats te nemen met een binnentankschip, dat een gevaarlijke stof als lading of als ladingresidu aan boord heeft, in de volgende gebieden:

  • a. de ligplaatsen gelegen aan de palen in het Hartelkanaal, nabij de Hartelkering, ter hoogte van de oeverfrontnummers 5022, 5024 en 5026;

  • b. de ligplaatsen gelegen aan steiger 7 in het Hartelkanaal ter hoogte van oeverfrontnummer 6081;

  • c. de ligplaatsen gelegen aan de palen in de Mississippihaven ter hoogte van oeverfrontnummer 7048;

  • d. de ligplaatsen gelegen aan de kade van Antarcticakade ter hoogte van de oeverfrontnummers 8246 tot en met 8250.

Artikel 2 Intrekken

Het Aanwijzingsbesluit ligplaatsen buiten petroleumhavens Rotterdam wordt ingetrokken.

Artikel 3 Inwerkingtreding

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant en treedt in werking op 6 januari 2020.

Artikel 4 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Vrijstelling ligplaatsen binnentankschepen buiten petroleumhavens Rotterdam.

Aldus vastgesteld op 24 december 2019

Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Namens deze de Havenmeester van Rotterdam, R.J. de Vries

Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende binnen zes weken na bekendmaking bezwaar maken tegen dit besluit door het indienen van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, Postbus 1011, 3000 BA te Rotterdam. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het bezwaar. Indien u er voor kiest om u te laten vertegenwoordigen, verzoeken wij u om een machtiging te (laten) overleggen. Het indienen van een bezwaar heeft geen schorsende werking. Indien onverwijlde spoed dit vereist kan, hangende de bezwaarschriftenprocedure, een schorsing of voorlopige voorziening worden gevraagd van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM te Rotterdam. Hieraan zijn griffiekosten verbonden.

Correspondentieadres:

Havenbedrijf Rotterdam N.V.

Divisie Havenmeester

Haven Coördinatie Centrum

tel: 010-252 1000

fax: 010-252 1600

vhf: Kanaal 14

HCC@portofrotterdam.com

World Port Center

Bezoekadres: Wilhelminakade 909 / Havennummer 1247

Postadres: Postbus 6622, 3002 AP Rotterdam

Naar boven