Wijziging Pensioenreglement ABP per 1 januari 2020, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties

Hoofdstuk 3 paragraaf 1: Start van uw pensioenopbouw

De zin ‘U moet ons hierover binnen een jaar een brief sturen nadat u bij uw nieuwe werkgever bent begonnen.’ wordt vervangen door ‘U moet ons hierover binnen 9 maanden een brief sturen nadat u bij uw nieuwe werkgever bent begonnen.’

Hoofdstuk 3 paragraaf 4: U wordt ziek

Aan het einde van de tekst onder ‘1. Uw inkomen’ wordt de volgende zin toegevoegd: ‘In paragraaf 7.3 ziet u hoe wij uw arbeidsongeschiktheidspensioen berekenen.’

Onder ‘2. U blijft pensioen bij ons opbouwen.’ wordt de zin ‘Als u een WIA-uitkering ontvangt geldt vanaf de datum van uw ontslag:’ vervangen door ‘Als u recht heeft op een arbeidsongeschiktheidspensioen geldt vanaf de datum van uw ontslag:’

Achter de zin ‘Let op! U moet uw arbeidsongeschiktheidspensioen zelf aanvragen.’ wordt de zin toegevoegd ‘Let op! Wanneer het arbeidsongeschiktheidspensioen stopt na 10 jaar VVU-uitkering, stopt ook de pensioenopbouw.’

Hoofdstuk 3 paragraaf 8: U krijgt ontslag of u neemt ontslag

De zin ‘Bent u ondernemer en bent u verplicht om inkomstenbelasting te betalen?’ wordt vervangen door ‘Bent u aangemerkt als ondernemer voor de inkomstenbelasting?’

Hoofdstuk 3 paragraaf 10: U stopt met pensioen opbouwen bij ABP. De keuzes die u kunt maken

In de zin ‘Als de hoogte van uw pensioen € 484,09 of meer bruto per jaar is, kunt u uw pensioen van ABP meenemen naar een ander pensioenfonds.’ wordt het bedrag ‘€ 484,09’ vervangen door ‘497,27’.

Hoofdstuk 4 paragraaf 1: Uw deelname stopt

In de zin ‘En is de hoogte van uw pensioen € 484,09 bruto per jaar of meer?’ wordt het bedrag ‘€ 484,09’ vervangen door ‘497,27’.

In de zin ‘Let op! Is de hoogte van uw pensioen minder dan € 484,09, maar meer dan € 2,– bruto per jaar?’ wordt het bedrag € 484,09’ vervangen door ‘497,27’.

De zin ‘Bent u ondernemer en bent u verplicht om inkomstenbelasting te betalen?’ wordt vervangen door ‘Bent u aangemerkt als ondernemer voor de inkomstenbelasting?’

Hoofdstuk 4 paragraaf 6: U overlijdt, uw partner of uw ex-partner overlijdt of uw kind overlijdt

Onder ‘Hoeveel partnerpensioen krijgt uw partner of ex-partner?’ worden onder de huidige tekst de volgende opsommingstekens toegevoegd:

  • ‘Als u overlijdt, krijgt uw ex-partner partnerpensioen. Het gaat om het partnerpensioen dat u had opgebouwd (zie hoofdstuk 7.2 Partnerpensioen) op het moment dat u uit elkaar ging. U en uw ex-partner kunnen samen besluiten dat uw ex-partner geen partnerpensioen krijgt als u overlijdt. U moet dit dan schriftelijk aan ons doorgeven.

  • Heeft u er bij uw scheiding voor gekozen het pensioen te splitsen, zodat uw ex-partner een eigen pensioen krijgt? Dan zit het partnerpensioen in het pensioen van uw ex-partner. Als u overlijdt, gebeurt er dus niets.’

De zin ‘Als u geen pensioen meer bij ons opbouwt, blijft u recht houden op wezenpensioen, zie 3.9 U overlijdt, uw partner of ex-partner overlijdt of uw kind overlijdt.’ wordt vervangen door ‘Als u geen pensioen meer bij ons opbouwt, dan krijgen uw kinderen wezenpensioen als u overlijdt, zie 3.9 U overlijdt, uw partner of ex-partner overlijdt of uw kind overlijdt.’

De zin ‘Als uw partner overlijdt, dan gebeurt er niets.’ wordt vervangen door ‘Als uw partner overlijdt, dan wijzigt er niets in uw ouderdomspensioen.’

Hoofdstuk 5 paragraaf 1: U wilt met pensioen op het moment dat u AOW krijgt

In de zin ‘Dit formulier krijgt u 6 maanden voordat u uw AOW-leeftijd bereikt.’ wordt het cijfer ‘6’ vervangen door ‘9’.

Hoofdstuk 5 paragraaf 2: U wilt eerder of later met pensioen dan op de datum waarop u AOW krijgt. Of u wilt gedeeltelijk met pensioen.

De zin ‘Wij betalen uw pensioen in de 2e helft van de maand.’ wordt geschrapt.

Onder ‘Wat zijn de regels?’ wordt aan het einde van het derde opsommingsteken de zin toegevoegd ‘Dit is voorgeschreven door de belastingdienst.’

De tekst ‘Let op! Heeft u recht op een ontslaguitkering, werkloosheidsuitkering of arbeidsongeschiktheidsuitkering? Dan kunt u niet voor uw AOW-leeftijd met pensioen.’ wordt vervangen door ‘Let op! Heeft u recht op een ontslaguitkering of werkloosheidsuitkering? Dan kunt u niet voor uw

AOW-leeftijd met pensioen. Ditzelfde geldt als u uit dienst bent en recht heeft op een arbeidsongeschiktheidspensioen.’

Onder ‘Let op! Als u met pensioen gaat nadat u AOW krijgt, krijgt u een hoger pensioen dan wanneer u op uw AOW-leeftijd met pensioen gaat. In MijnABP kunt u zelf berekenen hoeveel pensioen u krijgt als u later dan uw AOW-leeftijd met pensioen gaat.’ wordt de volgende tekst toegevoegd:

‘Let op! Als u later met pensioen gaat, krijgt u een hoger pensioen dan wanneer u met pensioen gaat op het moment dat u AOW krijgt. Hierbij speelt het volgende:

  • Als u later met pensioen gaat, ontvangt u over een kortere periode pensioen. Hierdoor wordt het pensioen dat u maandelijks ontvangt, hoger. We berekenen dat met uitstelfactoren.

  • Als u langer blijft doorwerken, dan bouwt u meer pensioen op. Hierdoor zal uw pensioen ook hoger worden.’

Hoofdstuk 5 paragraaf 3: U wilt meer of minder pensioen

De huidige tekst wordt vervangen door:

5.3: U wilt meer of minder pensioen

‘U kunt uw ouderdomspensioen verhogen of verlagen. Dat kan op een aantal manieren. Combinaties zijn ook mogelijk.

  • U wilt meer ouderdomspensioen en geen partnerpensioen

    U ruilt het hele partnerpensioen in voor een hoger ouderdomspensioen.

  • U wilt eerst een hoger pensioen en later een lager pensioen. Of andersom.

    U kiest tijdelijk voor een hoger of lager pensioen, of andersom.

  • U wilt eerder of later met pensioen

    U stelt uw pensioen uit. Uw pensioen wordt hoger, omdat u langer blijft werken. Als u eerder met pensioen gaat, wordt uw pensioen lager.

Hieronder leggen we dit uit.

U wilt meer ouderdomspensioen en geen partnerpensioen

Wanneer kunt u kiezen om het partnerpensioen te ruilen?

U kunt uw ouderdomspensioen verhogen door hiervoor het partnerpensioen te ruilen. Wij kunnen dit pas voor u regelen als uw partner ons hiervoor toestemming heeft gegeven.

U kunt hiervoor kiezen op het moment dat u met pensioen gaat. Als u gedeeltelijk met pensioen gaat, kunt u voor dat gedeelte een keuze maken. Gaat u daarna weer gedeeltelijk of gaat u volledig met pensioen? Dan kunt u voor dat nieuwe gedeelte ook weer een keuze maken.

Let op! Als u ervoor kiest om het partnerpensioen te ruilen, kunt u dat later niet meer veranderen.

Wat als u geen partner heeft?

Ook als u geen partner heeft, kunt u uw eigen pensioen verhogen door het partnerpensioen te ruilen. We regelen dit voor u op het moment dat u met pensioen gaat. Wij vragen u dan dit te bevestigen.

Overgangsbepalingen als u in dienst was voor 1 januari 2018

[57][58][58a][59]

Wat gebeurt er met uw ouderdomspensioen als u ruilt?

Kiest u ervoor om het partnerpensioen te ruilen voor ouderdomspensioen? Dan rekenen we opnieuw uit hoeveel pensioen u krijgt. We gebruiken hiervoor de rekenregels die in bijlage 1 Tabellenboek van dit reglement staan. Daar staat ook een rekenvoorbeeld.

In MijnABP kunt u ook zelf berekenen hoeveel pensioen u krijgt als u het partnerpensioen ruilt.

Wanneer kunt u het partnerpensioen niet ruilen?

  • Bent u gescheiden? En heeft uw partner geen afstand gedaan van het partnerpensioen of heeft u gekozen om het pensioen te splitsen? Dan kunt u dit deel van het partnerpensioen niet ruilen.

  • Uw pensioen is lager dan de afkoopgrens. Dit is een bedrag dat de overheid elk jaar vaststelt. Is uw pensioen lager dan dit bedrag, dan mogen we uw totale pensioen in één keer uitbetalen.

U wilt eerst een hoger pensioen en later een lager pensioen. Of andersom.

Wanneer kunt u kiezen voor tijdelijk een hoger of lager pensioen?

Als u met pensioen gaat, krijgt u iedere maand hetzelfde bedrag aan pensioen. Wilt u de eerste jaren een hoger pensioen en later een lager pensioen? Of andersom? Dan kan dat. Dit zijn de regels:

  • U kunt hiervoor kiezen op het moment dat u met pensioen gaat.

  • We kijken naar het hoogste en het laagste pensioen dat u kiest. Het laagste bedrag moet minimaal 75% zijn van het hoogste bedrag. Gaat u met pensioen voordat u AOW ontvangt? Het pensioen dat we gebruiken om de AOW te overbruggen telt dan niet mee voor deze berekening.

Let op! Als uw ouderdomspensioen is ingegaan, kunt u de verhoging of verlaging niet meer veranderen.

Wat gebeurt er met uw pensioen?

Kiest u ervoor om uw pensioen tijdelijk te verhogen of te verlagen? Dan berekenen we opnieuw hoe hoog uw pensioen wordt. We gebruiken hiervoor de rekenregels die in bijlage 1 Tabellenboek van dit reglement staan. Daar staat ook een rekenvoorbeeld.

Wat gebeurt er met het partnerpensioen en wezenpensioen?

Het partnerpensioen en het wezenpensioen veranderen niet.

U wilt eerder of later met pensioen

Kiest u ervoor om later dan uw AOW-leeftijd met pensioen te gaan en blijft u doorwerken? Dan bouwt u meer pensioen op. Het partnerpensioen is daarom ook hoger dan wanneer u stopt met werken op uw AOW-leeftijd. Kiest u ervoor om eerder dan uw AOW-leeftijd met pensioen te gaan? Dan bouwt u minder pensioen op. Het partnerpensioen is daarom ook lager dan wanneer u stopt met werken op uw AOW-leeftijd. In hoofdstuk 5.2 U wilt eerder of later met pensioen dan de datum waarop u AOW krijgt leest u meer. We gebruiken hiervoor de rekenregels die in bijlage 1 Tabellenboek van dit reglement staan. Daar staat ook een rekenvoorbeeld.’

Hoofdstuk 6 paragraaf 4: U overlijdt of uw partner of uw ex-partner overlijdt

De zin ‘Partnerpensioen dat u heeft geruild voor uw ouderdomspensioen.’ wordt vervangen door ‘Partnerpensioen dat u heeft geruild voor een hoger ouderdomspensioen.’

Hoofdstuk 7 paragraaf 1: Pensioenopbouw ouderdomspensioen

Onder ‘Pensioen dat u in een jaar opbouwt’ wordt het huidige rekenvoorbeeld vervangen door het volgende rekenvoorbeeld:

Rekenvoorbeeld opbouw ouderdomspensioen (bruto bedragen)

Leeftijd: 25 jaar

Dienstverband: fulltime

Pensioengevend inkomen: € 27.000

Franchise (op jaarbasis): € 11.350

Pensioengrondslag: € 27.000 - € 11.350 = € 15.650

Opbouwpercentage: 1,701%

Als alles hetzelfde blijft, wordt de pensioenberekening als volgt:

Pensioenopbouw per jaar: 1,701% van € 15.650 = € 266,21

Bij doorwerken tot 67 jaar: 42 jaar (van 25ste tot 67ste) x € 266,21 = € 11.180,82

Vanaf uw AOW-leeftijd komt daar de AOW-uitkering bij.

Hoofdstuk 7 paragraaf 1.1: Uw pensioengevend inkomen

De zin ‘We gebruiken de franchise van het jaar waarin u met pensioen gaat.’ wordt vervangen door ‘We gebruiken de franchise, het opbouwpercentage en deeltijdpercentage van het jaar waarin u met pensioen gaat.’

Hoofdstuk 7 paragraaf 1.2: De franchise (het bedrag waarover u geen pensioen opbouwt)

In de tabel onder ‘Hoogte franchise (het bedrag waarover u geen pensioen opbouwt omdat u AOW krijgt)’ wordt het bedrag ‘€ 40.683,62’ twee maal vervangen door ‘€ 42.061,21’, het bedrag ‘€ 11.050’ vervangen door ‘€ 11.350’ en het bedrag ‘€ 13.800’ door ‘€ 14.200’.

Hoofdstuk 7 paragraaf 1.3: Het opbouwpercentage (het percentage waarmee u jaarlijks pensioen opbouwt)

In de tabel onder ‘Hoogte van het opbouwpercentage’ wordt het bedrag ‘€ 40.683,62’ twee maal vervangen door ‘€ 42.061,21’.

Hoofdstuk 7 paragraaf 1.5: Uw deeltijdpercentage

De huidige rekenvoorbeelden worden vervangen door de volgende rekenvoorbeelden:

‘Rekenvoorbeeld

  • Een volledige werkweek bij uw ABP-werkgever is 40 uur.

  • Uw deeltijdpercentage is 60, u werkt 24 uur.

  • Uw pensioengevend inkomen is € 30.000.

  • Uw pensioengevend inkomen bij een volledige werkweek is: € 30.000 / 0,6= € 50.000.

  • Uw franchise bij een volledige werkweek is € 14.200.

  • Uw pensioengrondslag bij een volledige werkweek is: € 50.000 - € 14.200 = € 35.800

  • U bouwt pensioen op over € 35.800 x 0,6= € 21.480’

‘Rekenvoorbeeld

  • Een volledige werkweek bij uw ABP-werkgever is 40 uur.

  • Uw deeltijdpercentage is 60, u werkt 24 uur.

  • Uw pensioengevend inkomen is € 80.000.

  • Uw franchise bij een volledige werkweek is € 14.200.

  • Uw pensioengevend inkomen bij een volledige werkweek is: € 80.000 / 0,6= € 133.333,33.

  • Het fiscaal maximum is € 110.111

  • Uw pensioengrondslag is € 110.111 - € 14.200 = € 95.911

  • U bouwt pensioen op over € 95.911 x 0,6 = € 57.546,60’

‘Rekenvoorbeeld

  • Een volledige werkweek bij uw ABP-werkgever is 36 uur.

  • U werkt 40 uur.

  • Uw deeltijdpercentage is 40/36 = 1,11111111.

  • Uw pensioengevend inkomen bij 36-urige werkweek is: € 104.000.

  • Uw franchise bij een volledige werkweek is € 14.200.

  • Uw pensioengevend inkomen bij een 40-urige werkweek is € 115.554,40 (104.000 x 1,1111).

Het pensioengevend inkomen van € 104.000 is lager dan het bedrag dat in de wet staat. Maar het pensioengevend inkomen van € 115.554,40 is hoger dan het bedrag dat in de wet staat. Daarom verlagen we uw deeltijdpercentage als volgt:

Fiscaal maximum/uw pensioengevend inkomen bij een volledige werkweek

€ 110.111 / € 104.000 = 1,0588. Dit is uw nieuwe deeltijdpercentage.

Uw bouwt pensioen op over:

(Fulltime pensioengevend inkomen - franchise) x aangepaste deeltijdpercentage

(€ 104.000 - € 14.200) x 1,0588 = € 95.080,24’

Onder ‘U gaat weer werken en u ontvangt een werkloosheidsuitkering van uw werkgever.’ wordt de zin

‘Dan verlagen we uw uitkering in dezelfde mate als waarin uw werkloosheidsuitkering wordt verlaagd.’ vervangen door ‘Dan verlagen we de opbouw voor uw pensioen in dezelfde mate als waarin uw werkloosheidsuitkering wordt verlaagd. De premie die u moet betalen, wordt in dezelfde mate verlaagd.’

Hoofdstuk 7 paragraaf 2: Partnerpensioen en wezenpensioen

De zin ‘Dan trekken we eerst partnerpensioen van af dat al bestemd is voor één of meerdere ex-partner(s).’ wordt vervangen door: ‘Dan trekken we van het partnerpensioen eerst af hetgeen al bestemd is voor één of meerdere ex-partners(s).’

Hoofdstuk 7 paragraaf 4: Maximale bedragen voor uw pensioen

Onder ‘Is er een maximum pensioengevend inkomen voor de premieberekening en mijn pensioenopbouw?’ wordt de huidige tekst vervangen door de volgende tekst: ‘Voor het pensioengevend inkomen geldt per 1 januari 2020 als fiscaal maximum: € 110.111. Heeft u een pensioengevend inkomen boven € 110.111? Dan kunt in onze regeling netto pensioen (zie hoofdstuk 14 Regelingen waar u voor kunt kiezen) boven het deel van € 110.111 vrijwillig pensioen opbouwen. Het fiscaal maximum wordt ieder jaar door de wetgever vastgesteld.’

In de zin ‘Let op! Werkt u in deeltijd? Dan geldt er een lager fiscaal maximum. Dit is dan het deeltijdpercentage maal € 107.593.’ wordt het bedrag ‘€ 107.593’ vervangen door ‘€ 110.111’.

Hoofdstuk 7 paragraaf 5: Hoogte pensioenpremie

In de tabel onder ‘Waarover berekenen we de premie bij de pensioenen?’ wordt in de tweede rij (Franchise) het bedrag ‘€ 13.800’ vervangen door ‘€ 14.200’. Het bedrag ‘€ 20.900’ wordt vervangen door ‘€ 21.400’.

In de tabel onder ‘Waarover berekenen we de premie bij de pensioenen?’ wordt in de derde rij (Maximum) het bedrag ‘€ 107.593’ vervangen door ‘€ 110.111’.

Onder ‘Wat als u een ontslaguitkering krijgt?’ wordt de zin ‘Dan betaalt u 37,5% van de premie.’ vervangen door ‘Dan is de premie 37,5% van de totale premie. U betaalt hiervan 30% en uw voormalige werkgever 70%.’

Hoofdstuk 8: Wij kunnen uw pensioen in een keer betalen (Afkopen)

De zin ‘Is uw bruto pensioen hoger dan € 2 maar lager dan € 484,09 per jaar (2019)?’ wordt vervangen door ‘Is uw bruto pensioen hoger dan € 2 maar lager dan € 497,27 per jaar (2020).’

Hoofdstuk 9: U verandert van werkgever en u wilt uw opgebouwde pensioen meenemen (Waardeoverdracht)

In de zin ‘Als de hoogte van uw pensioen bij een andere pensioenuitvoerder lager is dan € 484,09 bruto per jaar, draagt die pensioenuitvoerder uw pensioen mogelijk automatisch naar ABP over.’ wordt het bedrag ‘€ 484,09’ vervangen door ‘€ 497,27’.

In de zin ‘Let op! Als de hoogte van uw pensioen minder is dan € 484,09, maar meer dan € 2,– bruto per jaar dan draagt ABP uw pensioen automatisch over naar de pensioenuitvoerder waar u pensioen opbouwt.’ wordt het bedrag ‘€ 484,09’ vervangen door ‘€ 497,27’.

Hoofdstuk 12: Informatie die u aan ons moet doorgeven en informatie die u van ons krijgt

De huidige tekst onder ‘Als u start als deelnemer’ wordt vervangen door ‘Als u begint met pensioen opbouwen bij ABP ontvangt u van ons Pensioen 1-2-3. Hierin staat welke regels er gelden en in welke gevallen u zelf iets moet doen.’

De huidige tekst onder ‘UPO’ wordt vervangen door ‘Dit is het Uniform Pensioen Overzicht. Als deelnemer krijgt u dit ieder jaar van ons. In uw UPO staat hoeveel pensioen u tot nu toe heeft opgebouwd. Er staat ook in hoeveel pensioen u naar verwachting krijgt als u met pensioen gaat op uw AOW-leeftijd. Ook ziet u hier een inschatting van uw pensioen op uw AOW-leeftijd als er in de toekomst mee- of tegenvallers zijn. Er staat ook bij welke verhoging wij bij dit pensioen optellen als we indexeren. Uw UPO staat ook in MijnABP.’

De huidige tekst onder ‘Pensioenoverzicht als u met pensioen bent’ wordt vervangen door ‘Bent u met pensioen? Dan sturen wij u ieder jaar een pensioenoverzicht. Daarin staat hoeveel pensioen u krijgt. En hoeveel het partnerpensioen en het wezenpensioen is. Er staat ook bij welke verhoging wij bij dit pensioen optellen als we indexeren. Uw Pensioenoverzicht staat ook in MijnABP.’

Het kopje ‘Pensioenoverzicht als u nu geen pensioen meer bij ons opbouwt’ en de huidige tekst onder dit kopje worden vervangen door het kopje ‘Pensioenoverzicht als u geen pensioen meer bij ons opbouwt’ en de tekst ‘Heeft u eerder pensioen bij ons opgebouwd, maar doet u dat niet meer? Dan zetten wij elk jaar voor u een pensioenoverzicht klaar in MijnABP. Daarin staat hoeveel pensioen u bij ons heeft opgebouwd. Er staat ook bij welke verhoging wij bij dit pensioen optellen als we indexeren. Ook ziet u hier een inschatting van uw te verwachten pensioen op uw AOW-leeftijd en van uw pensioen als er in de toekomst mee- of tegenvallers zijn. Dit overzicht krijgt u daarnaast ook elke vijf jaar toegestuurd.’

De huidige tekst onder ‘Pensioenoverzicht voor uw ex-partner’ wordt vervangen door ‘Heeft u pensioen bij ons opgebouwd en bent u uit elkaar? En heeft uw ex-partner niet afgezien van partnerpensioen? Dan sturen wij uw ex-partner elke vijf jaar een pensioenoverzicht. Daarin staat hoeveel partnerpensioen uw ex-partner krijgt.’

De huidige tekst onder ‘Beëindigingsbrief’ wordt vervangen door ‘Stopt uw deelname aan onze regeling? Dan stopt u ook met pensioen opbouwen bij ons. Wij sturen u dan een beëindigingsbrief en informeren u over het pensioen dat u bij ons heeft opgebouwd. Dit ziet u op MijnABP. Er staat ook in welke keuzes u voor uw pensioen nog kunt maken.’

Hoofdstuk 14 paragraaf 1: ABP ExtraPensioen

Bij het tweede opsommingsteken onder ‘Als werknemer kunt u met ABP ExtraPensioen bijsparen voor:’ wordt ‘partnerpensioen’ vervangen door ‘nabestaandenpensioen’.

De huidige tekst onder ‘Wat gebeurt er als u met pensioen gaat?’ wordt vervangen door ‘Als u met pensioen gaat zetten wij het totaal van uw inleg en het rendement om in een maandelijkse uitkering volgens de regels van de basisregeling. Het rendement van de laatste twee maanden bepalen we dan

op basis van een fictief rendement. Dit rendement vindt u in bijlage 3 Bedragen en percentages.

Als we de ABP-pensioenen verhogen, dan verhogen we dit aanvullend pensioen met hetzelfde percentage.’

Onder ‘U bouwt geen pensioen meer op bij ABP en u overlijdt:’ wordt de zin ‘Uw saldo was toen u stopte met ABP ExtraPensioen al omgezet in een ouderdoms- en nabestaandenpensioen.’ vervangen door ‘Uw saldo was toen u stopte als deelnemer bij ABP al omgezet in een ouderdoms- en nabestaandenpensioen.’

Onder het derde opsommingsteken bij ‘Wanneer stopt ABP ExtraPensioen vanzelf?’ wordt de volgende tekst toegevoegd: ‘Het rendement van de laatste twee maanden voordat we uw inleg en rendement omzetten in een maandelijkse uitkering, bepalen we op basis van een fictief rendement. Dit rendement vindt u in bijlage 3 Bedragen en percentages.’

Hoofdstuk 14 paragraaf 2.1: Wat is een nettopensioenregeling?

De zin ‘U kunt deelnemen als uw pensioengevend inkomen hoger is dan € 107.593 (2019) en:‘ wordt vervangen door ‘U kunt deelnemen als uw pensioengevend inkomen hoger is dan € 110.111 (2020) en:’.

Hoofdstuk 14 paragraaf 2.2: Deelname en start

Aan het einde van deze paragraaf wordt een nieuw kopje toegevoegd met de volgende tekst:

‘U heeft al het risicopakket en wilt dit uitbreiden met het opbouwpakket.

U was al toegelaten tot de regeling en had zich verzekerd voor het overlijdensrisico (het risicopakket). Wilt u dit risicopakket uitbreiden met het opbouwpakket? Wij vragen dan om een gezondheidsverklaring. Deze verklaring kan voor ons aanleiding geven tot verder medisch onderzoek. De kosten voor dit onderzoek en de kosten van de gezondheidsverklaring betaalt u zelf. Dit onderzoek geeft een van de volgende uitkomsten:

  • u wordt vanaf dat moment toegelaten tot het opbouwpakket;

  • u kunt wel deelnemen voor een hoger ouderdomspensioen en daarmee een hoger nabestaandenpensioen. U kunt zich niet verzekeren voor het arbeidsongeschiktheidsrisico.

De premie voor het risicopakket blijft gelijk. Voor de uitbreiding betaalt u extra premie.’

Hoofdstuk 14 paragraaf 2.3: Einde regeling, eerder stoppen of overlijden

Onder ‘Uw deelname stopt eerder als:’ wordt het bedrag ‘€ 107.593’ vervangen door ‘€ 110.111’.

Hoofdstuk 14 paragraaf 2.4: Premie en kosten

De tabel onder ‘Hoeveel premie leg ik in voor extra pensioenopbouw?’ wordt vervangen door:

Leeftijdsklassen tot 68 jaar

Percentage

15 tot en met 19

4,0

20 tot en met 24

4,6

25 tot en met 29

5,4

30 tot en met 34

6,1

35 tot en met 39

7,0

40 tot en met 44

8,1

45 tot en met 49

9,3

50 tot en met 54

10,8

55 tot en met 59

12,4

60 tot en met 64

14,2

65 tot en met 67

15,8

Onder ’Leeftijdsbepaling voor de risicopremies’ wordt de tekst ‘(zie risicopremiestaffel in de bijlage)’ vervangen door ‘(zie Bijlage Nettopensioen risicopremie nabestaandenpensioen)’.

Hoofdstuk 14 paragraaf 2.7: Fiscale maximering en afkopen

De zin ‘De nettofactor is met ingang van 1 januari 2019 vastgesteld op 48,25%’ wordt vervangen door ‘De nettofactor is met ingang van 1 januari 2020 vastgesteld op 50,5%’.

Hoofdstuk 14 paragraaf 3: Andere situaties waarin u bij ons aanvullend pensioen kunt opbouwen

De huidige tekst onder ‘14.3 Andere situaties waarin u bij ons aanvullend pensioen kunt opbouwen’ wordt vervangen door:

‘U kunt vrijwillig aan onze pensioenregeling blijven deelnemen als één van de volgende situaties op u van toepassing is:

  • U werkt niet meer bij een ABP-werkgever.

  • U komt op of na uw AOW-leeftijd in dienst van een ABP-werkgever.

  • U heeft levensloopverlof en bent in het tweede jaar van dit verlof.

  • U heeft recht op een arbeidsongeschiktheidspensioen van ons, of u heeft recht op een ontslag- of werkloosheidsuitkering vanuit een ontslag bij een ABP-werkgever, waarbij u gedeeltelijk pensioen opbouwt.

U kunt voor het deel dat u geen pensioen opbouwt, vrijwillig blijven deelnemen aan onze regeling. Hiervoor betaalt u zelf de premie. U betaalt dan premie voor ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Maakt u gebruik van levensloopverlof? Dan blijft u daarbij tevens premie voor arbeidsongeschiktheidspensioen en VPL betalen. U kiest zelf voor welk percentage u wilt deelnemen. Het is mogelijk om voor 25%, 50%, 75% of 100% deel te nemen. Eenmaal per kalenderjaar kunt u uw deelnamepercentage wijzigen.

Hoe lang kunt u aanvullend pensioen opbouwen?

  • Werkt u niet meer bij een ABP-werkgever? En bent u aangemerkt als ondernemer voor de inkomstenbelasting (o.a. ZZP’er)? Dan mag u maximaal 5 jaar de pensioenopbouw voortzetten en in alle andere gevallen maximaal 3 jaar nadat u uit dienst bent getreden.

  • Komt u op of na uw AOW-leeftijd bij een ABP-werkgever in dienst? Dan kunt u maximaal tot 5 jaar na uw AOW-leeftijd vrijwillig deelnemen.

  • Heeft u recht op een arbeidsongeschiktheidspensioen van ons, of heeft u recht op een ontslag- of werkloosheidsuitkering waarbij u gedeeltelijk pensioen opbouwt, dan kunt u zolang u recht heeft op deze uitkeringen vrijwillig blijven deelnemen.

Wilt u aanvullend pensioen opbouwen? Vraag dat dan binnen 9 maanden nadat zich een van de hiervoor vermelde situaties voordoet bij ons aan.’

Overgangsbepalingen als u in dienst was voor 1 januari 2007 of invaliditeitspensioen ontvangt

[58][97][98][112][113][141][147][151]

BIJLAGE 1: TABELLENBOEK MET VOORBEELDEN

Bijlage 1: Inleiding

In de zin ‘Let op! De voorbeelden gelden als u na 2018 in dienst bent gekomen.’ wordt ‘2018’ vervangen door ‘2019’.

Bijlage 1 paragraaf 1: Eerder of later met pensioen dan de datum waarop u AOW krijgt

De tabellen onder paragraaf 1 worden vervangen door de volgende tabellen:

Factoren voor eerder of later laten ingaan van opgebouwd pensioen bij een pensioenrekenleeftijd van 65

Leeftijd

60

61

62

63

64

65

66

67

68

69

Factor

0,754

0,795

0,840

0,889

0,942

1,000

1,064

1,134

1,211

1,296

Leeftijd

70

71

72

73

74

75

76

77

   

Factor

1,390

1,494

1,611

1,741

1,889

2,055

2,245

2,462

   

Bij pensioneren op tussenliggende leeftijden bepalen wij uw factor naar verhouding.

Factoren voor eerder of later laten ingaan van opgebouwd pensioen bij een pensioenrekenleeftijd van 67

Leeftijd

60

61

62

63

64

65

66

67

68

69

Factor

0,667

0,703

0,742

0,784

0,831

0,882

0,938

1,000

1,068

1,144

Leeftijd

70

71

72

73

74

75

76

77

   

Factor

1,228

1,321

1,425

1,542

1,673

1,822

1,992

2,187

   

Bij pensioneren op tussenliggende leeftijden bepalen wij uw factor naar verhouding.

Factoren voor eerder of later laten ingaan van opgebouwd pensioen bij een pensioenrekenleeftijd van 68

Leeftijd

60

61

62

63

64

65

66

67

68

69

Factor

0,625

0,659

0,695

0,735

0,778

0,826

0,878

0,936

1,000

1,071

Leeftijd

70

71

72

73

74

75

76

77

   

Factor

1,150

1,237

1,335

1,445

1,569

1,710

1,870

2,054

   

Bij pensioneren op tussenliggende leeftijden bepalen wij uw factor naar verhouding.

In het ‘Voorbeeld van de toepassing van de tabel’ wordt onder ‘U wilt op uw 62e volledig met pensioen.’ de zin ‘Vanaf uw 62e wordt uw ouderdomspensioen 0,694 (2019) van € 1.000 = € 694 per maand.’ vervangen door ‘Vanaf uw 62e wordt uw ouderdomspensioen 0,695 (2020) van € 1.000 = € 695 per maand.’

Onder ‘U wilt op uw 70e met pensioen’ wordt de zin ‘Uw ouderdomspensioen vanaf uw 70e wordt 1,151 (2019) van € 1.000 = € 1.151.’ vervangen door ‘Uw ouderdomspensioen vanaf uw 70e wordt 1,150 (2020) van € 1.000 = € 1.150’

Bijlage 1 paragraaf 2: Gedeeltelijk met pensioen

De tekst ‘De vervroegingsfactor 68 - 60 = 0,624 (2019). U ontvangt € 600 x 0,624 = € 374,40.’ wordt vervangen door ‘De vervroegingsfactor 68 - 60 is 0,625 (2020). U ontvangt € 600 x 0,625 = € 375.’

Bijlage 1 paragraaf 3: Partnerpensioen ruilen voor extra ouderdomspensioen

De huidige tekst onder ‘Voorbeeld:’ wordt vervangen door de volgende tekst:

U wilt op uw 67e met pensioen.

Leeftijd van uw partner is niet van belang.

U heeft op uw 67e € 1.000 ouderdomspensioen per maand opgebouwd als u op uw 68e met pensioen gaat.

U heeft een partnerpensioen ongeacht het moment van overlijden van € 700 per maand.

Het partnerpensioen dat u heeft opgebouwd kan u optellen bij uw ouderdomspensioen. We rekenen met een uitruilfactor van 0,223 (zie tabel onder bijlage 3). Uitruilen van € 700 partnerpensioen levert een extra ouderdomspensioen op van € 700 x 0,223 (2020) = € 156,10

Uw ouderdomspensioen vanaf uw 68e wordt:

€ 1.000 + € 156,10 = € 1.156,10.

Na vervroegen naar 67 jaar wordt uw ouderdomspensioen vanaf 67 jaar 0,936 (2020) x € 1.156,10 = € 1.082,11

Als u overlijdt ontvangt uw partner geen partnerpensioen.’

Bijlage 1 paragraaf 4: Hoogte van het ouderdomspensioen eerste jaren hoger

De tabellen onder paragraaf 4 worden vervangen door de volgende tabellen:

Factoren bij in hoogte variëren van ouderdomspensioen
 

Leeftijd vanaf

59

60

61

62

63

64

65

66

67

68

Leeftijd tot

60

0,054

                 

61

0,112

0,055

               

62

0,174

0,115

0,057

             

63

0,242

0,179

0,118

0,058

           

64

0,316

0,249

0,185

0,122

0,060

         

65

0,396

0,326

0,257

0,190

0,125

0,062

       

66

0,483

0,409

0,336

0,266

0,197

0,129

0,064

     

67

0,578

0,499

0,423

0,348

0,275

0,204

0,134

0,066

   

68

0,682

0,599

0,518

0,438

0,361

0,285

0,211

0,139

0,068

 

69

0,797

0,709

0,622

0,538

0,455

0,375

0,296

0,219

0,144

0,071

70

0,925

0,830

0,738

0,648

0,560

0,474

0,390

0,308

0,228

0,150

71

1,065

0,965

0,866

0,770

0,676

0,584

0,494

0,407

0,321

0,237

72

1,222

1,115

1,009

0,906

0,806

0,707

0,611

0,517

0,425

0,335

73

1,397

1,282

1,169

1,059

0,951

0,845

0,741

0,640

0,542

0,445

74

1,594

1,470

1,349

1,230

1,114

1,000

0,889

0,780

0,673

0,569

75

1,817

1,683

1,552

1,424

1,298

1,176

1,055

0,937

0,822

0,710

76

2,069

1,925

1,783

1,644

1,508

1,375

1,245

1,117

0,992

0,870

77

2,357

2,201

2,047

1,897

1,749

1,604

1,462

1,323

1,187

1,054

78

2,689

2,518

2,351

2,187

2,026

1,868

1,713

1,561

1,412

1,267

 

Leeftijd vanaf

69

70

71

72

73

74

75

76

77

Leeftijd tot

70

0,074

               

71

0,156

0,077

             

72

0,248

0,163

0,080

           

73

0,351

0,260

0,171

0,084

         

74

0,468

0,369

0,273

0,179

0,088

       

75

0,600

0,493

0,389

0,287

0,188

0,093

     

76

0,751

0,634

0,521

0,410

0,303

0,199

0,098

   

77

0,924

0,797

0,673

0,552

0,435

0,321

0,210

0,103

 

78

1,124

0,985

0,849

0,716

0,587

0,462

0,340

0,223

0,109

Onder ‘Voorbeeld van de toepassing van de tabel:’ wordt de zin ‘U wilt in juli 2019 op uw 63e met pensioen en tot uw AOW-datum een hoger pensioen.’ onder het derde opsommingsteken vervangen door ‘U wilt in juli 2020 op uw 63e met pensioen en tot AOW-datum een hoger pensioen.’

De zin ‘Dat is 0,734 (2019) van € 1.000 = € 734 per maand.’ onder het vijfde opsommingsteken wordt vervangen door ‘Dat is 0,735 (2020) van € 1.000 = € 735 per maand.’

De tekst onder het zesde opsommingsteken wordt vervangen door:

‘U wilt uw vervroegde pensioen met € 100 verhogen:

  • de ruilfactor bij hoog-laag tussen uw 63e en 67e is 0,275 (2020). Voor elke euro die u tussen uw 63e en 67e meer wilt ontvangen, ontvangt u 27,5 eurocent minder vanaf uw 67e.

  • de € 100 die u tussen uw 63e en 67e meer wilt ontvangen kost u € 100 x 0,275 = € 27,50. Dit gaat af van uw ouderdomspensioen vanaf uw AOW-leeftijd.

  • Van uw 63e tot uw 67e wordt uw ouderdomspensioen dan € 735 + € 100 = € 835 per maand.

  • Vanaf uw 67e wordt uw ouderdomspensioen dan levenslang € 735 - € 27,50 = € 707,50. Daarnaast ontvangt u dan uw AOW-uitkering.

Het voorbeeld kan ook andersom. Dan kiest u ervoor om na uw AOW een hoger pensioen te ontvangen.’

Bijlage 1 paragraaf 5: Afkopen

De tabellen onder paragraaf 5 worden vervangen door de volgende tabellen:

Afkoopfactoren ouderdomspensioen bij ingang ouderdomspensioen

Leeftijd

OP

OOP

65

16,667

7,061

66

16,153

7,017

67

15,631

6,964

68

15,102

6,903

69

14,567

6,832

70

14,025

6,751

71

13,479

6,659

72

12,929

6,557

73

12,377

6,443

74

11,822

6,317

75

11,267

6,179

Afkoopfactoren nabestaandenpensioen bij ingang ouderdomspensioen

Leeftijd

Volledig kapitaalgedekt PP1

 

PP

65

3,036

66

3,042

67

3,057

68

3,058

69

3,053

70

3,042

71

3,023

72

2,995

73

2,959

74

2,913

75

2,857

X Noot
1

Opgebouwd vanaf 1-1-2018, uitruilbaar, TPP (tijdelijk partnerpensioen ter compensatie loonheffing) n.v.t., PP bevat wezenpensioen

Afkoopfactoren nabestaandenpensioen bij ingang ouderdomspensioen

Leeftijd

Kapitaalgedekt PP65+1

Volledig kapitaalgedekt PP2

 

PP

TPP

PP

TPP

65

3,031

0,107

2,143

0,073

66

3,039

0,067

2,154

0,047

67

3,055

0,040

2,161

0,027

68

3,058

0,013

2,163

0,007

69

3,053

0,000

2,161

0,000

70

3,042

0,000

2,153

0,000

71

3,023

0,000

2,140

0,000

72

2,995

0,000

2,122

0,000

73

2,959

0,000

2,096

0,000

74

2,913

0,000

2,065

0,000

75

2,857

0,000

2,027

0,000

X Noot
1

Opgebouwd tussen 1-7-1999 en 1-1-2018, uitruilbaar, TPP bevat wezenpensioen

X Noot
2

Opgebouwd vóór 1-7-1999, niet uitruilbaar, TPP bevat wezenpensioen

De huidige tekst onder ‘Voorbeeld van de toepassing van de tabel:’ wordt vervangen door de volgende tekst:

‘Stel uw AOW-leeftijd is 67 jaar.

U gaat met pensioen op uw AOW-leeftijd.

U heeft bij ons een jaarlijks ouderdomspensioen vanaf uw 68e van € 300 per jaar. Als u overlijdt is het partnerpensioen 70% x 300 = € 210 per jaar.

We toetsen uw ouderdomspensioen dat u zou krijgen vanaf de AOW-leeftijd. We moeten uw ouderdomspensioen dus vervroegen van 68 naar 67 jaar. Deze bedraagt dan € 300 x 0,936 (2020) = € 280,80.

Zowel het ouderdomspensioen als het partnerpensioen zijn lager dan de afkoopgrens.

In 2020 geldt op 67 jaar voor uw ouderdomspensioen een afkoopfactor van 15,631. De afkoopfactor van het partnerpensioen is dan 3,057.

U ontvangt van ons (€ 280,80 x 15,631) + (€ 210 x 3,057) = € 4.389,18 + € 641,97 = € 5.031,15.

Op dit bruto bedrag wordt o.a. loonheffing nog ingehouden, dus wat u op uw bankrekening ontvangt is lager.

U ontvangt géén maandelijkse pensioenen meer van ons.’

De huidige tabel onder paragraaf 5 wordt vervangen door de volgende tabel:

Afkoopfactoren Partnerpensioen en Partnerpensioen voor ex-partner bij overlijden

Leeftijd

PP

TPP

16

31,498

28,052

17

31,354

27,822

18

31,206

27,587

19

31,053

27,345

20

30,897

27,096

21

30,736

26,841

22

30,570

26,579

23

30,398

26,310

24

30,222

26,033

25

30,040

25,748

26

29,852

25,455

27

29,659

25,154

28

29,459

24,845

29

29,254

24,527

30

29,042

24,200

31

28,824

23,844

32

28,599

23,457

33

28,367

23,080

34

28,129

22,681

35

27,883

22,259

36

27,630

21,813

37

27,369

21,366

38

27,101

20,940

39

26,825

20,463

40

26,541

19,960

41

26,249

19,456

42

25,949

18,922

43

25,641

18,387

44

25,325

17,880

45

25,000

17,313

46

24,666

16,715

47

24,325

16,113

48

23,974

15,477

49

23,615

14,839

50

23,247

14,165

51

22,869

13,489

52

22,483

12,774

53

22,088

12,058

54

21,683

11,378

55

21,270

10,616

56

20,847

9,811

57

20,414

9,002

58

19,972

8,145

59

19,521

7,286

60

19,061

6,373

61

18,592

5,458

62

18,114

4,604

63

17,626

3,615

64

17,130

2,461

65

16,625

1,340

66

16,113

0,411

67

15,592

0,000

68

15,064

0,000

69

14,530

0,000

70

13,990

0,000

71

13,446

0,000

72

12,897

0,000

73

12,346

0,000

74

11,793

0,000

75

11,239

0,000

76

10,687

0,000

77

10,138

0,000

78

9,595

0,000

79

9,059

0,000

80

8,532

0,000

81

8,017

0,000

82

7,517

0,000

83

7,031

0,000

84

6,563

0,000

85

6,113

0,000

86

5,684

0,000

87

5,277

0,000

88

4,895

0,000

89

4,535

0,000

90

4,200

0,000

91

3,890

0,000

92

3,600

0,000

93

3,332

0,000

94

3,085

0,000

95

2,859

0,000

96

2,652

0,000

97

2,464

0,000

98

2,293

0,000

99

2,137

0,000

100

1,997

0,000

101

1,874

0,000

102

1,763

0,000

103

1,666

0,000

104

1,581

0,000

105

1,507

0,000

106

1,446

0,000

107

1,395

0,000

108

1,351

0,000

109

1,313

0,000

110

1,279

0,000

111

1,250

0,000

112

1,224

0,000

113

1,201

0,000

114

1,181

0,000

115

1,162

0,000

116

1,142

0,000

117

1,115

0,000

118

1,066

0,000

119

0,958

0,000

120

0,691

0,000

Onder tabel ‘2. Afkoop klein wezenpensioen’ wordt de tekst

‘Omdat het nabestaandenpensioen onder de afkoopgrens van € 484,09 (2019) ligt, kopen wij het als volgt af:

  • Partnerpensioen: € 280 x 25,605 = € 7.169,40

  • Wezenpensioen: 14% x € 400 x 10,923 = € 611,69’

vervangen door de volgende tekst:

‘Omdat het nabestaandenpensioen onder de afkoopgrens van € 497,27 (2020) ligt, kopen wij het als volgt af:

  • Partnerpensioen: € 280 x 25,641 = € 7.179,48

  • Wezenpensioen: 14% x € 400 x 10,923 = € 611,69’

Paragraaf 6: Berekening ABP ExtraPensioen

Onder ‘Ik ga uit dienst bij mijn werkgever’ wordt in de zin ‘Wij gaan dan de opgebouwde waarde omzetten in ouderdomspensioen op uw 68e en partnerpensioen als u overlijdt.’ het woord ‘partnerpensioen’ vervangen door ‘nabestaandenpensioen’.

Achter de zin ‘Het partnerpensioen is dan 70% van uw ouderdomspensioen.’ wordt de zin toegevoegd ‘Het wezenpensioen is 14% van het ouderdomspensioen.‘

De zin ‘Dan berekenen we de factor als volgt: 9,440 + 9,681 = 19,121.’ wordt vervangen door ‘Dan berekenen we de factor als volgt: 9,660 + 9,909 = 19,569.’

De zin ’De omzettingsfactor wordt dan 9,5606.’ wordt vervangen door ‘De omzettingsfactor wordt dan 9,7845.’

De tekst ‘Als u uit dienst gaat wordt € 100.000 op dat moment omgezet in ouderdoms- en partnerpensioen

  • uw ouderdomspensioen wordt dan € 100.000/10,439 (2019) = € 9.579,46 per jaar.

  • het partnerpensioen wordt dan 70% van € 9.579,46 = € 6.705,62.’

wordt vervangen door de volgende tekst:

‘Als u uit dienst gaat wordt € 100.000 op dat moment omgezet in ouderdoms- en partnerpensioen

  • uw ouderdomspensioen wordt dan € 100.000/10,681 (2020) = € 9.362,42 per jaar.

  • het partnerpensioen wordt dan 70% van € 9.362,42 = € 6.553,69 per jaar.

  • het wezenpensioen wordt dan 14% van € 9.362,42 = € 1.310,74 per jaar (per halve wees).’

De tabel onder paragraaf 6 wordt vervangen door de volgende tabel:

Omrekeningsfactoren (2020) die we gebruiken bij het omzetten van opgebouwde waarde in ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen

Leeftijd

Middelloonregeling burgers (AKP)

Middelloonregeling burgers (overgangsrecht FPU)

15

4,929

5,671

16

5,064

5,827

17

5,197

5,982

18

5,335

6,141

19

5,476

6,305

20

5,621

6,474

21

5,772

6,648

22

5,924

6,824

23

6,081

7,005

24

6,242

7,191

25

6,409

7,383

26

6,576

7,577

27

6,747

7,777

28

6,924

7,981

29

7,103

8,189

30

7,288

8,402

31

7,479

8,625

32

7,676

8,851

33

7,873

9,081

34

8,079

9,321

35

8,289

9,567

36

8,507

9,820

37

8,730

10,079

38

8,952

10,341

39

9,182

10,607

40

9,418

10,882

41

9,660

11,165

42

9,909

11,456

43

10,162

11,755

44

10,416

12,051

45

10,681

12,364

46

10,958

12,689

47

11,234

13,014

48

11,516

13,348

49

11,805

13,688

50

12,103

14,042

51

12,407

14,405

52

12,717

14,778

53

13,038

15,159

54

13,362

15,544

55

13,695

15,943

56

14,032

16,350

57

14,382

16,773

58

14,739

17,207

59

15,111

17,659

60

15,492

18,123

61

15,885

18,604

62

16,289

19,097

63

16,704

19,607

64

17,144

20,147

65

17,596

20,731

66

18,057

20,174

67

18,541

19,619

68

19,045

19,045

69

18,458

18,458

70

17,861

17,861

71

17,253

17,253

72

16,633

16,633

73

16,005

16,005

74

15,367

15,367

75

14,720

14,720

Het getal ’20,189’ onder ‘Omrekeningsfactor (2019) die we gebruiken bij het omzetten van opgebouwde waarde in partnerpensioen’ wordt vervangen door de volgende tabel:

Omrekeningsfactor (2020) die we gebruiken bij het omzetten van opgebouwde waarde in nabestaandenpensioen

Leeftijd

Middelloonregeling burgers (AKP)

Middelloonregeling burgers (overgangsrecht FPU)

n.v.t.

21,453

21,453

De huidige tekst onder ‘U bent in dienst en u spaart bij met het ABP ExtraPensioen en u overlijdt’ wordt vervangen door de volgende tekst:

‘We berekenen de verhoging van het nabestaandenpensioen als volgt:

De som van uw inleg en rendement gedeeld door 21,453. Deze factor is niet afhankelijk van uw leeftijd op het moment dat u overlijdt. Per halve wees bedraagt het wezenpensioen14/70e deel van het partnerpensioen.

Onder ‘Voorbeeld:’ wordt de zin ‘Het partnerpensioen is: € 54.000/20,189 = € 2.674,72 per jaar, zolang uw partner leeft.’ bij het tweede opsommingsteken vervangen door ‘Het partnerpensioen is: € 54.000/21,453 = € 2.517,13 per jaar, zolang uw partner leeft.’

Onder ‘Voorbeeld’ wordt een derde opsommingsteken toegevoegd met de tekst ‘Per halve wees bedraagt het wezenpensioen: 14/70 x € 2.517,13 = € 503,43.’

Bijlage 1 paragraaf 7: Berekening Nettopensioen

De tabel in ‘Bijlage Nettopensioen Lifecycleverloop en beheerkosten’ wordt vervangen door:

Horizon

Aandelen Ontwikkelde Markten

Aandelen Opkomende Markten

Vastgoed

Grondstoffen

Bedrijfsobligaties

Staatsobligaties

Indexleningen

Staatsobligaties Lange Looptijden

Beheertarief bruto (jaarbasis)

Kortingspercentage1

Beheertarief netto (jaarbasis)

0

24,00%

8,00%

6,00%

2,00%

10,00%

50,00%

0,00%

0,00%

0,294%

73,94%

0.073%

1

27,00%

9,00%

6,75%

2,25%

10,00%

40,50%

2,25%

2,25%

0,310%

73,94%

0.077%

2

29,40%

9,80%

7,35%

2,45%

10,00%

32,80%

4,10%

4,10%

0,322%

73,94%

0.080%

3

31,80%

10,60%

7,95%

2,65%

10,00%

25,90%

5,55%

5,55%

0,334%

73,94%

0.083%

4

34,20%

11,40%

8,55%

2,85%

10,00%

19,80%

6,60%

6,60%

0,347%

73,94%

0.086%

5

36,00%

12,00%

9,00%

3,00%

10,00%

15,00%

7,50%

7,50%

0,356%

73,94%

0.088%

6

37,80%

12,60%

9,45%

3,15%

10,00%

10,80%

8,10%

8,10%

0,365%

73,94%

0.091%

7

39,60%

13,20%

9,90%

3,30%

10,00%

7,20%

8,40%

8,40%

0,375%

73,94%

0.093%

8

40,80%

13,60%

10,20%

3,40%

10,00%

4,40%

8,80%

8,80%

0,381%

73,94%

0.094%

9

42,00%

14,00%

10,50%

3,50%

10,00%

2,00%

9,00%

9,00%

0,387%

73,94%

0.096%

10

43,20%

14,40%

10,80%

3,60%

10,00%

0,00%

9,00%

9,00%

0,393%

73,94%

0.097%

11

44,40%

14,80%

11,10%

3,70%

10,00%

0,00%

8,00%

8,00%

0,399%

73,94%

0.099%

12

45,60%

15,20%

11,40%

3,80%

10,00%

0,00%

7,00%

7,00%

0,406%

73,94%

0.101%

13

46,20%

15,40%

11,55%

3,85%

10,00%

0,00%

6,50%

6,50%

0,409%

73,94%

0.101%

14

46,80%

15,60%

11,70%

3,90%

10,00%

0,00%

6,00%

6,00%

0,412%

73,94%

0.102%

15

48,00%

16,00%

12,00%

4,00%

10,00%

0,00%

5,00%

5,00%

0,418%

73,94%

0.104%

16

48,60%

16,20%

12,15%

4,05%

10,00%

0,00%

4,50%

4,50%

0,421%

73,94%

0.104%

17

49,20%

16,40%

12,30%

4,10%

10,00%

0,00%

4,00%

4,00%

0,424%

73,94%

0.105%

18

49,80%

16,60%

12,45%

4,15%

10,00%

0,00%

3,50%

3,50%

0,427%

73,94%

0.106%

19

49,80%

16,60%

12,45%

4,15%

10,00%

0,00%

3,50%

3,50%

0,427%

73,94%

0.106%

20

50,40%

16,80%

12,60%

4,20%

10,00%

0,00%

3,00%

3,00%

0,430%

73,94%

0.107%

21

51,00%

17,00%

12,75%

4,25%

10,00%

0,00%

2,50%

2,50%

0,434%

73,94%

0.107%

22

51,00%

17,00%

12,75%

4,25%

10,00%

0,00%

2,50%

2,50%

0,434%

73,94%

0.107%

23

51,60%

17,20%

12,90%

4,30%

10,00%

0,00%

2,00%

2,00%

0,437%

73,94%

0.108%

24

51,60%

17,20%

12,90%

4,30%

10,00%

0,00%

2,00%

2,00%

0,437%

73,94%

0.108%

25

52,20%

17,40%

13,05%

4,35%

10,00%

0,00%

1,50%

1,50%

0,440%

73,94%

0.109%

26

52,20%

17,40%

13,05%

4,35%

10,00%

0,00%

1,50%

1,50%

0,440%

73,94%

0.109%

27

52,80%

17,60%

13,20%

4,40%

10,00%

0,00%

1,00%

1,00%

0,443%

73,94%

0.110%

28

52,80%

17,60%

13,20%

4,40%

10,00%

0,00%

1,00%

1,00%

0,443%

73,94%

0.110%

29

52,80%

17,60%

13,20%

4,40%

10,00%

0,00%

1,00%

1,00%

0,443%

73,94%

0.110%

30

52,80%

17,60%

13,20%

4,40%

10,00%

0,00%

1,00%

1,00%

0,443%

73,94%

0.110%

31

53,40%

17,80%

13,35%

4,45%

10,00%

0,00%

0,50%

0,50%

0,446%

73,94%

0.110%

32

53,40%

17,80%

13,35%

4,45%

10,00%

0,00%

0,50%

0,50%

0,446%

73,94%

0.110%

33

53,40%

17,80%

13,35%

4,45%

10,00%

0,00%

0,50%

0,50%

0,446%

73,94%

0.110%

34

53,40%

17,80%

13,35%

4,45%

10,00%

0,00%

0,50%

0,50%

0,446%

73,94%

0.110%

35

53,40%

17,80%

13,35%

4,45%

10,00%

0,00%

0,50%

0,50%

0,446%

73,94%

0.110%

>35

54,00%

18,00%

13,50%

4,50%

10,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,449%

73,94%

0.111%

X Noot
1

ABP ontvangt een korting op de beheertarieven afhankelijk van onder meer de ontwikkeling van het belegd vermogen. De korting over een maand wordt na afloop van die maand vastgesteld. Op de beheerkosten voor de belegging van het nettopensioenkapitaal wordt dezelfde korting toegepast (netto beheertarief). In bovenstaand schema is een verwacht kortingspercentage voor 2020 opgenomen, dat berekend is op basis van de beleggingsmix van september 2019 en het daarbij horend belegd vermogen van € 458,4 miljard. Bij de daadwerkelijke aftrek van de netto beheertarieven op het pensioenkapitaal in een maand wordt rekening gehouden met het kortingspercentage over die maand.

De tabellen in ‘Bijlage Nettopensioen factoren voor omzetting en ruilfactoren’ worden vervangen door:

Aanwendfactoren omzetting verworven kapitaal bij einde deelneming en pensionering.

Leeftijd

Factor

Leeftijd

Factor

Leeftijd

Factor

Leeftijd

Factor

21

13,758

36

18,036

51

22,238

66

24,707

22

14,020

37

18,334

52

22,445

67

25,058

23

14,286

38

18,633

53

22,640

68

25,389

24

14,556

39

18,942

54

22,839

69

25,835

25

14,833

40

19,246

55

23,049

70

26,286

26

15,113

41

19,551

56

23,245

71

26,752

27

15,395

42

19,850

57

23,426

72

27,233

28

15,679

43

20,141

58

23,591

   

29

15,965

44

20,444

59

23,745

   

30

16,256

45

20,718

60

23,875

   

31

16,547

46

20,973

61

23,988

   

32

16,842

47

21,257

62

24,120

   

33

17,147

48

21,520

63

24,214

   

34

17,441

49

21,774

64

24,298

   

35

17,738

50

22,012

65

24,402

   

Aanwendfactoren omzetting verworven kapitaal bij overlijden.

Leeftijd

Aanwending

21

61,283

22

60,807

23

60,321

24

59,824

25

59,315

26

58,795

27

58,264

28

57,721

29

57,165

30

56,597

31

56,015

32

55,421

33

54,815

34

54,189

35

53,545

36

52,893

37

52,225

38

51,540

39

50,837

40

50,123

41

49,401

42

48,658

43

47,899

44

47,126

45

46,336

46

45,534

47

44,726

48

43,896

49

43,048

50

42,189

51

41,314

52

40,428

53

39,527

54

38,613

55

37,682

56

36,741

57

35,796

58

34,828

59

33,844

60

32,851

61

31,845

62

30,829

63

29,797

64

28,761

65

27,734

66

26,697

67

25,645

68

24,597

69

23,572

70

22,605

71

21,684

72

20,763

73

19,844

74

18,929

75

18,018

76

17,113

77

16,217

78

15,331

79

14,458

80

13,600

81

12,760

82

11,940

83

11,142

84

10,371

85

9,630

86

8,919

87

8,241

88

7,595

89

6,987

90

6,418

91

5,887

92

5,392

93

4,937

94

4,519

95

4,133

96

3,780

97

3,460

98

3,169

99

2,908

100

2,674

Ruilfactoren ouderdomspensioen naar partnerpensioen en andersom.

Uitruil

Factor

Toelichting

Van PP naar OP68

0,223

Uitruil van 1 euro PP2018 leidt tot een verhoging van het OP op 68 jaar met 0,223 euro

Van OP 68 naar PP

0,305

Uitruil van 1 euro PP2018 leidt tot een verlaging van het OP op 68 jaar met 0,305 euro

De ‘Bijlage Nettopensioen risicopremie partner- en wezenpensioen’ wordt vervangen door:

Bijlage Nettopensioen risicopremie nabestaandenpensioen

De risicopremie voor het risico gedekt nabestaandenpensioen.

Om de premie voor het risico gedekt nabestaandenpensioen vast te stellen gaan we uit van de factor bij de leeftijd van de deelnemer in de kolom sterftekans. Deze vermenigvuldigen we met het risicokapitaal. Het risicokapitaal is het verschil tussen de factor bij leeftijd partner in kolom aanwending maal fiscaal maximaal partnerpensioen en het al gespaarde kapitaal.

Leeftijd

Sterftekans

Aanwending

21

0,0001

61,283

22

0,0001

60,807

23

0,0001

60,321

24

0,0001

59,824

25

0,0001

59,315

26

0,0001

58,795

27

0,0001

58,264

28

0,0002

57,721

29

0,0002

57,165

30

0,0002

56,597

31

0,0002

56,015

32

0,0002

55,421

33

0,0002

54,815

34

0,0002

54,189

35

0,0002

53,545

36

0,0002

52,893

37

0,0002

52,225

38

0,0003

51,540

39

0,0003

50,837

40

0,0003

50,123

41

0,0004

49,401

42

0,0004

48,658

43

0,0004

47,899

44

0,0005

47,126

45

0,0005

46,336

46

0,0006

45,534

47

0,0007

44,726

48

0,0007

43,896

49

0,0008

43,048

50

0,0009

42,189

51

0,0010

41,314

52

0,0011

40,428

53

0,0012

39,527

54

0,0014

38,613

55

0,0015

37,682

56

0,0017

36,741

57

0,0019

35,796

58

0,0021

34,828

59

0,0024

33,844

60

0,0026

32,851

61

0,0030

31,845

62

0,0033

30,829

63

0,0038

29,797

64

0,0042

28,761

65

0,0048

27,734

66

0,0054

26,697

67

0,0061

25,645

68

0,0069

24,597

69

0,0079

23,572

70

0,0090

22,605

71

0,0103

21,684

72

0,0118

20,763

73

n.v.t.

19,844

74

n.v.t.

18,929

75

n.v.t.

18,018

76

n.v.t.

17,113

77

n.v.t.

16,217

78

n.v.t.

15,331

79

n.v.t.

14,458

80

n.v.t.

13,600

81

n.v.t.

12,760

82

n.v.t.

11,940

83

n.v.t.

11,142

84

n.v.t.

10,371

85

n.v.t.

9,630

86

n.v.t.

8,919

87

n.v.t.

8,241

88

n.v.t.

7,595

89

n.v.t.

6,987

90

n.v.t.

6,418

91

n.v.t.

5,887

92

n.v.t.

5,392

93

n.v.t.

4,937

94

n.v.t.

4,519

95

n.v.t.

4,133

96

n.v.t.

3,780

97

n.v.t.

3,460

98

n.v.t.

3,169

99

n.v.t.

2,908

100

n.v.t.

2,674

De ‘Bijlage nettopensioen risicopremie arbeidsongeschiktheid’ wordt vervangen door:

Bijlage nettopensioen risicopremie arbeidsongeschiktheid

De risicopremie voor premievrije voortzetting bij arbeidsongeschiktheid

De risicopremie voor premievrije voortzetting van de deelneming bij arbeidsongeschiktheid in de zin van de WIA. De risicopremie is gelijk aan onderstaand percentage vermenigvuldigd met ofwel de premie volgens de premiestaffel (bij opbouw- of totaalpakket) ofwel de risicopremie voor nabestaandenpensioen (bij alleen risicopakket).

Leeftijdsklasse

Opslag

15 t/m 19

0,0

20 t/m 24

0,1

25 t/m 29

0,3

30 t/m 34

0,6

35 t/m 39

0,8

40 t/m 44

0,7

45 t/m 49

0,6

50 t/m 54

0,6

55 t/m 59

0,5

60 t/m 64

0,4

65 t/m 67

0,1

BIJLAGE 2: BEGRIPPENLIJST

In de begripsbepaling ‘Dagloon’ wordt ‘(2019: € 214,28)’ gewijzigd in: ‘(2020: € 219,28)’.

Aan de begrippenlijst wordt de definitie van ‘Gepensioneerde’ toegevoegd: ‘Degene die een ouderdomspensioen ontvangt van ABP.’

In de begripsbepaling ‘VPL’ wordt ‘42’ vervangen door ‘44’.

BIJLAGE 3: BEDRAGEN EN PERCENTAGES

De huidige tabel in bijlage 3 wordt vervangen door de volgende tabel:

 

Omschrijving

Datum

01-01-2020

7.4

Maxima

Aftoppingsgrens pensioengevend inkomen

€ 110.111

7.1.2

Franchise

Franchise premiegrondslag OP/NP

€ 14.200

7.5

Premie

Premie OP/NP

Premie inkoop voorwaardelijk pensioen

24,9%

2,6%

7.5

Premie

Franchise premiegrondslag AAOP

€ 21.400

7.5

Premie

Premie AAOP voor de sector:

 
   

a. Rijk;

b. Defensie;

c. Politie;

d. Rechterlijke Macht;

e. Gemeenten;

f. Provincies;

g. Waterschappen;

h. Primair Onderwijs;

i. Voortgezet Onderwijs;

j. Middelbaar Beroepsonderwijs;

k. Hoger Beroepsonderwijs;

l. Wetenschappelijk Onderwijs;

m. Academische Ziekenhuizen;

n. Onderzoekinstellingen;

o. Energie- en Nutsbedrijven / Waterbedrijven;

p. Overig.

0,7%

0,9%

1,1%

0,7%

0,9%

0,6%

0,6%

0,9%

0,9%

0,9%

0,5%

0,5%

0,6%

0,5%

1,1%

1,0%

7.1.2

De franchise

Franchise opbouw OP

€ 14.200

(bij opbouwpercentage 1,875%; inkomen hoger dan € 42.061,21)

€ 11.350

(bij opbouwpercentage 1,701%; inkomen tot en met € 42.061,21)

5.3

U wilt meer ouderdomspensioen

Ruilvoet omzetten PP2018 naar OP op 68 jaar

0,223

Uitruil van 1 euro PP2018 leidt tot verhoging van het OP op 68 jaar met 0,223 euro

14.1

ABP ExtraPensioen

Vast rendement

Kosten

0,0% per maand

0,04% per maand (afgerond)

BIJLAGE 4 OVERGANGSBEPALINGEN

De huidige tekst van overgangsbepaling nummer 58 wordt vervangen door de volgende tekst:

Nr. 58 Berekening ouderdomspensioen

5.3

7.1

7.2

Deelnemer of gewezen deelnemer met aanspraak op PartnerPlusPensioen op basis van de overgangsbepaling bij hoofdstuk 14

De deelnemer of gewezen deelnemer kan, met inachtneming ruilmogelijkheden met partnerpensioen en opgebouwd PartnerPlusPensioen, bij ingang van het ouderdomspensioen de aanspraak op partnerpensioen, omzetten in ouderdomspensioen.

De huidige tekst van overgangsbepaling nummer 58a wordt vervangen door de volgende tekst:

Nr. 58 a Berekening ouderdomspensioen

5.3

7.1

7.2

Vermindering ouderdomspensioen door omzetting in partnerpensioen voor diensttijd opgebouwd vanaf 1 juli 1999 en voor 1 januari 2018.

1. De deelnemer of gewezen deelnemer kan bij ingang van het ouderdomspensioen een deel van dat pensioen omzetten in een verhoging van de aanspraak op partnerpensioen. Het verhoogde partnerpensioen bedraagt dan 70% van het pensioengevend inkomen als bedoeld in hoofdstuk 7.1.1.

2. Het ouderdomspensioen in het eerste lid is, indien van toepassing verminderd op grond van hoofdstuk 3.5

3. De omzetting is onherroepelijk.

4. Bij gedeeltelijke ingang van het ouderdomspensioen van de deelnemer vindt omzetting plaats naar rato van de mate van ingang van het ouderdomspensioen.

5. Bij de omzetting naar een partnerpensioen bij overlijden op of na 65 jaar hanteert ABP een uniforme ruilvoet. Deze ruilvoet wordt vastgesteld met inachtneming van collectieve actuariële gelijkwaardigheid en waarbij voor mannen en vrouwen van dezelfde leeftijd bij gelijke rechten op pensioen gelijke bedragen worden uitgekeerd. In bijlage 1 bij dit reglement is de ruilvoet opgenomen.

6. Bij de omzetting van het ouderdomspensioen naar een partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar, stelt ABP een leeftijdsafhankelijke ruilvoet vast. In bijlage 1 bij dit reglement is de ruilvoet per leeftijd opgenomen.

7. Bij de gepensioneerde die in de periode van 1 januari 2015 tot 1 januari 2018 gekozen heeft voor deze omzetting wordt het ouderdomspensioen omgezet in partnerpensioen bij overlijden op of na 65 jaar.

De huidige tekst van overgangsbepaling nummer 62 wordt vervangen door de volgende tekst:

Nr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar

3.10

7.1

7.2

Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen voor diensttijd vanaf 1 juli 1999 en voor 1 januari 2018

1. De gewezen deelnemer kan op moment van beëindiging van het deelnemerschap anders dan door het ingaan van het ouderdomspensioen of overlijden, de vanaf 1 juli 1999 tot 1 januari 2018 opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen omzetten in een aanspraak op partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar. Het partnerpensioen na omzetting bedraagt dan 70% van het pensioengevend inkomen als bedoeld in hoofdstuk 7.1.1.

2. Het ouderdomspensioen in het eerste lid is indien van toepassing verminderd op grond van hoofdstuk 3.5.

3. Voor de omzetting van het ouderdomspensioen als bedoeld in het eerste lid, stelt ABP een leeftijdsafhankelijke ruilvoet vast. In bijlage 4 bij dit reglement is de ruilvoet per leeftijd opgenomen.

4. ABP informeert de gewezen deelnemer binnen vier maanden na het einde van het deelnemerschap over de mogelijkheid als bedoeld in het eerste lid. De gewezen deelnemer dient zijn keuze binnen een beslistermijn van zes weken na ontvangst van deze mededeling schriftelijk aan ABP mee te delen. Tot het moment van het eindigen van de beslistermijn, verkrijgt de gewezen deelnemer een premievrije aanspraak op partnerpensioen overeenkomstig de tijd tot het einde van het deelnemerschap.

5. Als omzetting als bedoeld in het eerste lid gevolgd wordt door waardeoverdracht als bedoeld in hoofdstuk 9, wordt de vermindering van het ouderdomspensioen aangepast. De aanspraak op partnerpensioen, wordt omgezet in een aanspraak op ouderdomspensioen conform de ruilvoet uit bijlage 1 behorende bij de leeftijd van de gewezen deelnemer op het moment van waardeoverdracht.

6. Als een gewezen deelnemer op enig moment opnieuw het deelnemerschap verkrijgt, wordt de vermindering van het ouderdomspensioen als bedoeld in het eerste lid aangepast. De aanspraak op partnerpensioen als bedoeld in het eerste lid, wordt omgezet in een aanspraak op ouderdomspensioen conform de ruilvoet uit bijlage 4 behorende bij de leeftijd van de deelnemer op het moment dat hij opnieuw deelnemer wordt.

7. Deze bepaling is niet van toepassing op degene die de deelneming op grond van hoofdstuk 3.8 vrijwillig voortzet.

8. Het vijfde en zesde lid zijn niet van toepassing bij einde partnerschap na beëindiging van het deelnemerschap en voor waardeoverdracht of voor het opnieuw verkrijgen van het deelnemerschap.

9. Bij de gewezen deelnemer die in de periode 1 januari 2015 tot 1 januari 2018 bij eindigen deelneming gekozen heeft voor deze omzetting wordt het ouderdomspensioen omgezet in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar.

De tabel in de huidige tekst van overgangsbepaling 150 wordt vervangen door de volgende tabel:

De factoren waarop de tarieven voor de regeling Inkoop max politie voor 2020 gebaseerd zijn.

Factoren Inkoop max politie voor inkoop van OP en NP

   

Mannen

Vrouwen

 

Leeftijd

OP, PP65+ en TPP

OP, PP65+ en TPP

 

30

7,620

7,942

 

31

7,816

8,144

 

32

8,017

8,351

 

33

8,218

8,566

 

34

8,431

8,784

 

35

8,649

9,008

 

36

8,873

9,237

 

37

9,105

9,472

 

38

9,337

9,713

 

39

9,572

9,960

 

40

9,815

10,213

 

41

10,066

10,474

 

42

10,325

10,742

 

43

10,593

11,018

 

44

10,857

11,299

 

45

11,139

11,585

 

46

11,436

11,881

 

47

11,729

12,190

 

48

12,029

12,504

 

49

12,340

12,828

 

50

12,665

13,164

 

51

13,001

13,509

 

52

13,350

13,866

 

53

13,706

14,228

 

54

14,070

14,601

 

55

14,446

14,992

 

56

14,836

15,395

 

57

15,242

15,810

 

58

15,667

16,239

 

59

16,111

16,684

 

60

16,573

17,141

 

61

17,057

17,617

 

62

17,555

18,113

 

63

18,079

18,624

 

64

18,639

19,162

 

65

19,267

19,656

 

66

18,706

19,094

 

67

18,142

18,526

 

68

17,566

17,944

 

69

16,980

17,351

 

70

16,387

16,749

Bedragen en percentages overgangsbepalingen

De tabellen met bedragen en percentages behorende bij de overgangsbepalingen worden vervangen door de volgende tabellen:

Hoofdstuk

Omschrijving

Datum

01-01-2020

overgangsbepaling 36 bij hoofdstuk 7.1

overgangsbepaling 37 bij hoofdstuk 5.1

Ruilvoet omzetten aanspraken flexibel pensioen

0,167

Uitruil van 1 euro FP leidt tot een verhoging van het OP vanaf 65 jarige leeftijd met 0,167 euro en een meeverzekerd PP2018 ter grootte van 70% van de verhoging van het OP op 65 jaar

overgangsbepaling 42 bij paragraaf 7.1.3

Franchise opbouw OP

€ 20.350

 

Franchise opbouw OP

 

overgangsbepaling 43 bij paragraaf 7.1.3

a. deelnemer geboren na 31 december 1963

€ 17.150

 

b. deelnemer geboren na 31 december 1953

€ 19.050

 

c. deelnemer geboren vóór 1 januari 1954

€ 20.350

 

Franchise opbouw OP

 

overgangsbepaling 49 bij paragraaf 7.1.3

a. deelnemer geboren na 31 december 1963

€ 17.150

 

b. deelnemer geboren na 31 december 1953

€ 19.050

 

c. deelnemer geboren vóór 1 januari 1954

€ 20.350

overgangsbepaling 53 bij hoofdstuk 7.1

Ruilvoet omzetten FPU-componenten

0,167

Uitruil van 1 euro FP leidt tot een verhoging van het OP vanaf 65 jarige leeftijd met 0,167 euro en een meeverzekerd PP2018 ter grootte van 70% van de verhoging van het OP op 65 jaar

hoofdstuk 5.3

Ruilvoet omzetten PP65+ naar OP op 65 jaar

0,177

Uitruil van 1 euro PP65+ leidt tot een verhoging van het OP op 65 jaar met 0,177 euro

Ruilvoet omzetten PP65+ naar OP op 67 jaar

0,201

Uitruil van 1 euro PP65+ leidt tot een verhoging van het OP op 67 jaar met 0,201 euro

Ruilvoet omzetten PP65+ naar OP op 68 jaar

0,214

Uitruil van 1 euro PP65+ leidt tot een verhoging van het OP op 68 jaar met 0,214 euro

Ruilvoet omzetten PP2018 naar OP op 65 jaar

0,184

Uitruil van 1 euro PP2018 leidt tot verhoging van het OP op 65 jaar met 0,184 euro

Ruilvoet omzetten PP2018 naar OP op 67 jaar

0,209

Uitruil van 1 euro PP2018 leidt tot verhoging van het OP op 67 jaar met 0,209 euro

Ruilvoet omzetten PP2018 naar OP op 68 jaar

0,223

Uitruil van 1 euro PP2018 leidt tot verhoging van het OP op 68 jaar met 0,223 euro

hoofdstuk 5.3

Ruilvoet omzetten OP op 65 jaar naar PP65+

0,245

Uitruil van 1 euro PP65+ leidt tot een verlaging van het OP op 65 jaar met 0,245 euro

Ruilvoet omzetten OP op 65 jaar naar PP2018

0,252

Uitruil van 1 euro PP2018 leidt tot een verlaging van het OP op 65 jaar met 0,252 euro

Ruilvoet omzetten OP op 67 jaar naar PP65+

0,278

Uitruil van 1 euro PP65+ leidt tot een verlaging van het OP op 67 jaar met 0,278 euro

Ruilvoet omzetten OP op 67 jaar naar PP2018

0,286

Uitruil van 1 euro PP2018 leidt tot een verlaging van het OP op 67 jaar met 0,286 euro

Ruilvoet omzetten OP op 68 jaar naar PP65+

0,297

Uitruil van 1 euro PP65+ leidt tot een verlaging van het OP op 68 jaar met 0,297 euro

Ruilvoet omzetten OP op 68 jaar naar PP2018

0,305

Uitruil van 1 euro PP2018 leidt tot een verlaging van het OP op 68 jaar met 0,305 euro

Overgangsbepaling 77 bij hoofdstuk 7.2

Verhoging partnerpensioen bij lage grondslag

 

Overgangsbepaling 97 en overgangsbepaling 112 bij hoofdstuk 7.2 en hoofdstuk 14.3

2015:

 

a. grensbedrag I

b. grensbedrag II

€ 29.418,72

€ 31.560,33

2016:

 

a. grensbedrag I

b. grensbedrag II

€ 29.892,36

€ 32.068,45

2017:

 

a. grensbedrag I

b. grensbedrag II

€ 29.949,16

€ 32.129,38

 

Maximum compensatie premiebetaling AOW/Anw over nabestaandenpensioen

 

Overgangsbepaling 80 bij hoofdstuk 3.9, 4.6, 6.4 en 7.2

 

€ 6.936,35

Overgangsbepaling 106 bij hoofdstuk 4.6 en 7.2

 

€ 6.936,35

Overgangsbepaling 130 bij hoofdstuk 7.2

 

€ 6.936,35

Overgangsbepaling 148 bij hoofdstuk 7.2

In combinatie met hoofdstuk 14.3

Ruilvoet omzetten PPP65+ naar OP op 65 jaar

0,177

Uitruil van 1 euro PPP65+ leidt tot een verhoging van het OP op 65 jaar met 0,177 euro

Ruilvoet omzetten PPP65+ naar OP op 67 jaar

0,201

Uitruil van 1 euro PPP65+ leidt tot een verhoging van het OP op 67 jaar met 0,201 euro

Ruilvoet omzetten PPP65+ naar OP op 68 jaar

0,214

Uitruil van 1 euro PPP65+ leidt tot een verhoging van het OP op 68 jaar met 0,214 euro

Overgangsbepaling 149 bij hoofdstuk 3.10

Ruilvoet omzetten aanspraken flexibel pensioen

0,167

Uitruil van 1 euro FP leidt tot een verhoging van het OP vanaf 65 jarige leeftijd met 0,167 euro en een meeverzekerd PP2018 ter grootte van 70% van de verhoging van het OP op 65 jaar

overgangsbepaling 150 bij hoofdstuk 7.1 en paragraaf 7.1.3 (Politie)

Ruilvoet omzetten PPP65+ naar OP op 65 jaar

0,177

Uitruil van 1 euro PPP65+ leidt tot een verhoging van het OP op 65 jaar met 0,177 euro

Ruilvoet omzetten PPP65+ naar OP op 67 jaar

0,201

Uitruil van 1 euro PPP65+ leidt tot een verhoging van het OP op 67 jaar met 0,201 euro

Ruilvoet omzetten PPP65+ naar OP op 68 jaar

0,214

Uitruil van 1 euro PPP65+ leidt tot een verhoging van het OP op 68 jaar met 0,214 euro

Uitruilfactoren ouderdomspensioen in kapitaalgedekt partnerpensioen PP65- (Overgangsbepaling 62)

Werking tabel: aanspraken OP worden verminderd met in te kopen aanspraken PP65- maal factor genoemd in tabel.

Leeftijd

van OP68

van OP67

van OP65

naar PP65-

naar PP65-

naar PP65-

15

0,0661

0,0625

0,0563

16

0,0672

0,0636

0,0572

17

0,0683

0,0647

0,0581

18

0,0694

0,0657

0,0590

19

0,0702

0,0664

0,0597

20

0,0706

0,0668

0,0600

21

0,0710

0,0671

0,0602

22

0,0713

0,0674

0,0605

23

0,0717

0,0677

0,0608

24

0,0720

0,0680

0,0610

25

0,0723

0,0683

0,0613

26

0,0726

0,0686

0,0615

27

0,0729

0,0689

0,0618

28

0,0733

0,0693

0,0621

29

0,0736

0,0696

0,0623

30

0,0740

0,0699

0,0626

31

0,0742

0,0701

0,0628

32

0,0745

0,0704

0,0630

33

0,0748

0,0706

0,0632

34

0,0750

0,0708

0,0634

35

0,0752

0,0710

0,0635

36

0,0753

0,0710

0,0636

37

0,0754

0,0711

0,0636

38

0,0754

0,0712

0,0636

39

0,0754

0,0711

0,0635

40

0,0753

0,0710

0,0634

41

0,0750

0,0708

0,0632

42

0,0747

0,0704

0,0628

43

0,0742

0,0699

0,0624

44

0,0736

0,0693

0,0619

45

0,0728

0,0686

0,0612

46

0,0718

0,0676

0,0603

47

0,0706

0,0665

0,0593

48

0,0693

0,0652

0,0581

49

0,0676

0,0637

0,0567

50

0,0658

0,0620

0,0551

51

0,0638

0,0600

0,0534

52

0,0614

0,0578

0,0514

53

0,0588

0,0553

0,0491

54

0,0559

0,0526

0,0467

55

0,0527

0,0496

0,0440

56

0,0492

0,0462

0,0410

57

0,0454

0,0426

0,0378

58

0,0411

0,0386

0,0342

59

0,0366

0,0343

0,0304

60

0,0316

0,0296

0,0262

61

0,0262

0,0245

0,0217

62

0,0203

0,0190

0,0168

63

0,0140

0,0131

0,0116

64

0,0072

0,0068

0,0060

Naar boven