Verkeersbesluit parallelweg N218

Logo Zuid-Holland

PZH-2017-610079276 / DOS-2017-0000153

Inleiding

In het verleden zijn diverse verkeersmaatregelen uitgevoerd ten behoeve van de parallelweg langs de N218, tussen de Brielseweg en de Noordweg, waarvoor een verkeersbesluit verplicht is. De aanleg van de parallelweg en de reconstructie van het kruispunt N218-Tichelarijweg is destijds al uitgevoerd. Ook de verkeersborden- en tekens zijn al reeds aanwezig langs en op de weg. Gelet op de wet- en regelgeving en de zorgvuldigheid in het kader van de Algemene wet bestuursrecht nemen wij alsnog een verkeersbesluit voor alle uitgevoerde maatregelen op deze locatie. Het feit dat een verkeersbesluit nog niet genomen is, zorgt er niet voor dat de werking van de borden geschorst wordt. Dit zou tot onduidelijkheid en onveilige situaties kunnen leiden. Als wegbeheerder, is de provincie Zuid-Holland verplicht een verkeersbesluit te nemen.

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2019, het ondermandaatbesluit secretaris 2019 en het ondermandaatbesluit directeur Dienst Beheer Infrastructuur 2019, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Advies Beheer Assets.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15, eerste lid, van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd. Daarnaast moet een verkeersbesluit worden genomen krachtens artikel 15, tweede lid, van de WVW voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

Motivering

Uit het oogpunt van:

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van de weggebruikers en passagiers;

  • het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

  • het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade;

is het gewenst om diverse verkeersmaatregelen in te stellen ten behoeve van de parallelweg langs de N218 tussen de Brielseweg en de Noordweg.

Belangenafweging

Door de realisatie van de parallelweg en het instellen van een geslotenverklaring voor langzaam verkeer (waaronder landbouwverkeer), wordt deze voertuigcategorie gedwongen om via de alternatieve route te rijden. Hierdoor wordt de doorstroming en verkeersveiligheid op de N218 verbeterd. De route voor het langzame verkeer kan mogelijk iets langer zijn dan voorheen. Het samenvoegen van de (brom)fietsers en het langzame gemotoriseerde verkeer is een gebruikelijke oplossing in Nederland. In het kader van duurzaam veilig worden deze twee categorieën samen op een parallelvoorziening gezet. Dit is vanwege het geringe snelheidsverschil. Door het opheffen van het kruispunt N218 en de Tichelarijweg wordt de verkeersveiligheid en de doorstroming op de N218 verbeterd. Wel zullen weggebruikers uit Oostvoorne en Kruiningergors moeten omrijden. Gelet op de verbetering van de verkeersveiligheid achten wij dat belang zwaarder dan het omrijden.

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef. Deze heeft ingestemd met de maatregelen.

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande besluiten:

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit.

  • 2.

    Voor het in de gemeente Oostvoorne buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van de provinciale weg N218 tussen de Brielseweg en de Noordweg de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Het opheffen van het (brom)fietspad ten noorden van de N218 tussen de Scheitweekseweg en de Tichelarijweg en tussen de Tichelarijweg en de Noordweg door het verwijderen van het bord G12a (conform bijlage 1 van het RVV 1990) bij de toegangen van de (brom)fietspaden;

    • b.

      Het opheffen van het kruispunt Tichelarijweg-N218 door een fysieke aanpassing van de weg, waardoor er geen uitwisseling van verkeer tussen deze wegen meer plaats kan vinden;

    • c.

      Het instellen van een snelheidslimiet van 60 km/h op de nieuw gerealiseerde parallelweg ten noorden van de N218 tussen de Scheitweekseweg en de Noordweg door het plaatsen van het bord A1 (conform Bijlage 1 van het RVV 1990) op de parallelweg net na alle kruisende wegen;

    • d.

      Het instellen van geslotenverklaring voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen op de hoofdrijbaan van de N218 tussen de rotonde met de Brielseweg en het kruispunt met de Noordweg door het plaatsen van het bord C9 (conform Bijlage 1 van het RVV 1990) bij de kruispunten op de N218 van het betreffende wegvak.

  • 3.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

  • 4.

    Dit besluit te publiceren in de Staatscourant.

Bezwaar en beroep

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

 

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • dagtekening;

  • omschrijving van het besluit waar tegen het bezwaar is gericht;

  • gronden van het bezwaar.

 

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt gemaakt – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Naar boven