Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 10 december 2019, nr. ILT-2019/60639, tot aanwijzing van Nippon Kaiji Kyokai (Netherlands) BV, locatie Park Barendrecht, Villa 7, 1e Barendrechtseweg 48, 2992 XC, Barendrecht als conformiteit-beoordelingsinstantie op grond van artikel 11, eerste en tweede lid, van de Wet scheepsuitrusting 2016

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 11, eerste lid van de Wet scheepsuitrusting 2016 en de artikelen 12, tot en met 17 van de Regeling scheepsuitrusting 2016;

BESLUIT:

Artikel 1

Op grond van artikel 11, eerste lid, van de Wet scheepsuitrusting 2016, is aangemeld als instantie, bevoegd tot het verrichten van de taken in het kader van de conformiteitsbeoordelingsprocedure als bedoeld in bijlage II bij richtlijn 2014/90/EU en de bijbehorende uitvoeringsverordening;

Nippon Kaiji Kyokai (Netherlands) BV te Barendrecht, voor de modules B, D, F en G met betrekking tot reddingmiddelen MED 1.1–1.42, voor de modules B, D, F en G met betrekking tot voorkoming verontreiniging door schepen MED 2.1–2.7, voor de modules B en G met betrekking tot voorkoming verontreiniging door schepen MED 2.10, voor de modules B, D, F en G met betrekking tot brandbeschermingsmiddelen MED 3.1–3.48, voor de modules B, D, F en G met betrekking tot uitrusting onder COLREG72 MED 6.1

Artikel 2

De conformiteitsbeoordelingsinstantie voldoet, en wordt geacht te blijven voldoen aan, de artikelen 12, tot en met 17, van de Regeling scheepsuitrusting 2016.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 10 december 2019. De looptijd van dit besluit is tot 1 maart 2020.

Artikel 4

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden toegezonden aan de betrokken conformiteitsbeoordelingsinstanties.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT namens deze, DE INSPECTEUR-GENERAAL LEEFOMGEVING EN TRANSPORT, J.A. van den Bos

Bezwaarclausule

Indien u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u hiertegen op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de datum waarop deze beslissing is verzonden schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt; en

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

Tevens ontvangen wij graag uw telefoonnummer dan wel e-mailadres.

U kunt uw bezwaarschrift richten aan de Inspectie Leefomgeving en Transport, afdeling Juridische zaken, Postbus 16191, 2500 BD Den Haag.

Naar boven