Verordening tot wijziging van de Verordening op de praktijkopleidingen

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants;

Gelet op de artikelen 19, tweede lid, onderdeel j van de Wet op het accountantsberoep;

Overwegend dat de Commissie eindtermen accountantsopleiding eindtermen heeft vastgesteld voor het theoretische- en het praktijkgedeelte van de opleiding tot accountant;

Overwegend dat kandidaten die het examen ter afronding van de praktijkopleiding afleggen, in staat moeten zijn om vanuit een theoretisch kader op hun praktijkwerkzaamheden te reflecteren en de theorie in de praktijk moeten kunnen toepassen;

Overwegend dat de eindtermen het mogelijk maken om bij het examen ter afronding van de praktijkopleiding theoretische eindtermen en eindtermen voor de praktijkopleiding in samenhang te examineren;

Overwegend dat dit bij het afnemen van het examen een grotere betrokkenheid vraagt van de instellingen die het theoretische deel van de accountantsopleiding aanbieden;

Stelt de volgende verordening vast:

ARTIKEL I

De Verordening op de praktijkopleidingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Er wordt een hoofdstuk ingevoegd luidende:

Hoofdstuk 2A de examencommissie

Artikel 4a

• 1. Er is een examencommissie.

• 2. De examencommissie heeft tot taak:

  • a. de kwaliteit van het examen mede te waarborgen; en

  • b. de kwaliteit van de organisatie en de procedures met betrekking tot het examen te waarborgen.

Artikel 4b

• 1. De examencommissie bestaat uit zes leden, waaronder een voorzitter.

• 2. Het bestuur benoemt de voorzitter uit de leden van de examencommissie welke op grond van een voordracht als bedoeld in het vierde lid zijn benoemd.

• 3. Het bestuur benoemt de leden van de examencommissie op basis van de voordrachten, bedoeld in het vierde tot en met het zevende lid, voor een periode van vier jaren tenzij er, gelet op de antecedenten van het voorgedragen lid, gegronde vrees bestaat dat deze zal handelen of nalaten in strijd met wettelijke voorschriften, de accountant betreffende, of dat zijn benoeming op andere wijze de eer van de stand van accountants zal schaden. Een lid kan eenmaal worden herbenoemd.

• 4. De Raad voor de Praktijkopleidingen draagt uit zijn midden twee leden van de examencommissie ter benoeming voor aan het bestuur.

• 5. De universiteiten welke beschikken over een aanwijzing als bedoeld in artikel 49, tweede lid, onderdeel b van de wet kunnen gezamenlijk twee leden van de examencommissie ter benoeming voordragen aan het bestuur.

• 6. De Vereniging van Aangewezen Accountancyscholen kan een lid van de examencommissie ter benoeming voordragen aan het bestuur.

• 7. Het samenwerkingsverband Hbo-AC-Scholenoverleg kan een lid van de examencommissie ter benoeming voordragen aan het bestuur.

ARTIKEL II

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020.