Verkeersbesluit Inhaalverbod Heesakkerweg

Logo Asten

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten;

 

 

Gelet op:

  • De bepalingen in artikel 15, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 waarin is bepaald dat de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

  • De bepalingen in artikel 18, lid 1 onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 waarin is bepaald dat verkeersbesluiten worden genomen voor zover zij betreffen het verkeer op andere wegen door burgemeester en wethouders, of krachtens besluit van hen, door een door hen ingestelde bestuurscommissie;

  • De Bevoegdhedenregeling gemeente Asten d.d. 10 januari 2012, waarin aan de beleidsmedewerker Verkeer mandaat verstrekt is om namens het college van burgemeester en wethouders verkeersbesluiten te nemen;

 

Overwegende dat:

  • Er conform Duurzaam Veilig en het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan Asten 2016 (GVVP 2016) eisen worden gesteld aan de inrichting van wegen;

  • Conform de wegencategorisering uit het GVVP 2016 en conform de huidige weginrichting de Heesakkerweg is ingericht als gebiedsontsluitingsweg met een snelheidsregime van 80 km/h. Dergelijke wegen behoren tot het hoofdwegennet van de gemeente en hebben voornamelijk een functie voor het doorgaand verkeer;

  • Er een inhaalverbod op de Heesakkerweg ingesteld wordt om gevaarlijke situatie te voorkomen;

  • Gezien de grote snelheidsverschillen tussen landbouwvoertuigen en overige motorvoertuigen het inhalen van deze categorie voertuigen wenselijk is;

  • De betrokken weggedeelten in beheer en eigendom zijn van de gemeente Asten;

  • Gezien het voorgaande en het gestelde in artikel 21 van het BABW en artikel 2 Wvw 1994 kan worden opgemerkt dat het nemen van de onderhavige verkeersmaatregel strekt tot;

  • Het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • Het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • Het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

  • Overeenkomstig artikel 24 van het BABW er overleg is geweest met de korpschef van de betrokken regio eenheid van de Politie Oost-Brabant;

  • Overeenkomstig artikel 26 van de BABW, dit verkeersbesluit bekendgemaakt wordt in de Staatscourant.

 

Besluit:

  • Door het plaatsen van de borden model F01 (inhaalverbod) en onderbord OB101 (inhalen van landbouwvoertuigen toegestaan), zoals bedoeld in Bijlage 1 van het RVV 1990, in combinatie met asmarkering op de rijbaan, een verbod aan te brengen op de Heesakkerweg tussen de rotonde Wilhelminastraat tot de rotonde N279 voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen met uitzondering van landbouwvoertuigen;

  • Een en ander overeenkomstig met de bij dit verkeersbesluit behorende situatietekening OT-TV-RK DO.34 Verkeersbesluit Heesakkerweg

  • Te bepalen dat met het van kracht worden van dit besluit eerdere verkeersmaatregelen in het onderhavige verkeersgebied komen te vervallen indien die met dit besluit in strijd zijn dan wel hiermede niet in overeenstemming zijn.

 

 

Bijlage(n):

Tekening Inhaalverbod uitgezonderd landbouwvoertuigen, OT-TV-RK DO.34 Verkeersbesluit Heesakkerweg

 

Inzage

Het verkeersbesluit met bijbehorende stukken ligt met ingang van de dag van bekendmaking, gedurende zes weken ter inzage in het gemeentehuis, Koningsplein 3 te Asten.

 

Asten, d.d. 23-12-2019

College van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten

Namens deze, R.W.J. van der Kuijlen

Team Ruimte, verkeerskundig medewerker

 

Bezwaar- of beroepsclausule

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na dag van bekendmaking bezwaar worden gemaakt. Het bezwaarschrift moet gericht worden aan: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten, Postbus 290, 5720 AG, Asten.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

  • a.

    naam en adres van de indiener;

  • b.

    de dagtekening;

  • c.

    een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • d.

    de gronden van het bezwaar.

Daarnaast kan een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de Voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank binnen het rechtsgebied waarin de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Naar boven