Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 18 december 2019 (kenmerk: 2764617/19/DP&O), houdende wijziging van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Mandaatbesluit beheer en bevoegdheden directeur bedrijfsvoering Hoge Raad 2015 in verband met de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid;

Gelet op de artikelen 10:3, 10:9, eerste lid, 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht en de Organisatieregeling beheer Hoge Raad 2015;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 4 komt te luiden:

  • 4. De secretaris-generaal wordt aangewezen als de vertegenwoordiger van de werkgever in de zin van paragraaf 1.2 van de CAO Rijk en als de hoogste ambtelijk leidinggevende in de zin van paragraaf 27.2 van de CAO Rijk ten aanzien van ambtenaren werkzaam bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

ARTIKEL II

Het Mandaatbesluit beheer en bevoegdheden directeur bedrijfsvoering Hoge Raad 2015 wordt gewijzigd als volgt:

A

In het opschrift komt te vervallen ‘, artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement’.

B

In artikel 1, onderdeel e, wordt ‘burgerlijke rijksambtenaar op basis van een aanstelling’ vervangen door ‘ambtenaar op basis van een arbeidsovereenkomst’.

C

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

De directeur bedrijfsvoering van de Hoge Raad wordt aangewezen als de vertegenwoordiger van de werkgever in de zin van paragraaf 1.2 van de CAO Rijk en als de hoogste ambtelijk leidinggevende in de zin van paragraaf 27.2 van de CAO Rijk ten aanzien van de bij de beheerorganisatie werkzame gerechtsambtenaren.

D

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Aan de directeur bedrijfsvoering van de Hoge Raad wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend ten aanzien van de beheeraangelegenheden van de Hoge Raad, met uitzondering van de bevoegdheid beslissingen te nemen ten aanzien van financiële vergoedingen voor zover deze betrekking hebben op immateriële schade, dan wel financiële vergoedingen voor materiële schade die gecumuleerd € 10.000 overstijgen.

2. In het tweede lid wordt ‘de aanstelling’ vervangen door ‘het aangaan van een arbeidsovereenkomst’ en wordt ‘Veiligheid en Justitie’ vervangen door ‘Justitie en Veiligheid’.

E

In artikel 5 wordt ‘Veiligheid en Justitie’ vervangen door ‘Justitie en Veiligheid’.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

Dit besluit tot wijziging van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Mandaatbesluit beheer en bevoegdheden directeur bedrijfsvoering Hoge Raad 2015 bevat wijzigingen in verband met de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (hierna: Wnra).

Als gevolg van de invoering van de Wnra wijzigen de publiekrechtelijk rechtspositie van ambtenaren naar een privaatrechtelijke rechtspositie, en wordt het Algemeen Rijksambtenarenreglement vervangen door de CAO Rijk. Als gevolg daarvan moeten de verleende bevoegdheden en gemaakte voorbehouden worden aangepast. Met dit besluit wordt daar aan invulling gegeven.

Het besluit treedt in werking gelijktijdig met het moment van de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren en de van toepassing zijnde CAO Rijk.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven