Ondermandaat- en subvolmachtbesluit Staatsbosbeheer 2020

De directeur Staatsbosbeheer

Gelet op:

  • het Mandaat- en volmachtbesluit Gemeenschappelijke regeling voor het natuur- en recreatieschap IJsselmonde 2017;

  • het Mandaat- en volmachtbesluit Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Voorne-Putten-Rozenburg 2017;

  • het Mandaat- en volmachtbesluit Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Rottemeren 2017;

  • het Mandaat- en volmachtbesluit Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken 2017;

  • het Mandaat- en volmachtbesluit provincie Zuid-Holland voor Staatsbosbeheer 2018;

  • het Mandaatbesluit verordening natuur- en recreatiegebied de Grevelingen Schouwen-Duiveland;

  • het Mandaatbesluit verordening natuur- en recreatiegebied de Grevelingen Goeree-Overflakkee;

  • het Mandaatbesluit Pijnacker-Nootdorp Staatsbosbeheer 2020-2025

Besluit:

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1.1

Waar in dit besluit en de bij dit besluit behorende ondermandaat- en subvolmachtlijst wordt gesproken over "Accountmanagers bij het team Bestuursondersteuning" worden hiermee bedoeld zowel de functie Strategisch beleidsmedewerker als de functie Senior beleidsmedewerker, beide bij het team Bestuursondersteuning van de afdeling Bedrijfseconomische Zaken.

Paragraaf 2 Natuur- en recreatieschappen

Artikel 2.1

De directeur Staatsbosbeheer verleent ondermandaat en subvolmacht aan medewerkers van Staatsbosbeheer overeenkomstig de bij dit besluit behorende ondermandaat- en subvolmachtlijst, opgenomen als bijlage 1, ten aanzien van de bevoegdheden van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de voorzitter van de navolgende gemeenschappelijke regelingen:

  • Gemeenschappelijke regeling Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde;

  • Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Voorne-Putten (v.h. Voorne-Putten-Rozenburg);

  • Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Rottemeren;

  • Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken;

Artikel 2.2

De bevoegdheden worden uitgeoefend met inachtneming van en overeenkomstig de voorwaarden zoals vermeld in de ondermandaat- en subvolmachtlijst die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd en daarvan deel uitmaakt alsmede de bepalingen van de navolgende mandaat- en volmachtsbesluiten:

  • Mandaat- en volmachtbesluit Gemeenschappelijke regeling voor het natuur- en recreatieschap IJsselmonde 2017;

  • Mandaat- en volmachtbesluit Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Voorne-Putten-Rozenburg 2017;

  • Mandaat- en volmachtbesluit Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Rottemeren 2017;

  • Mandaat- en volmachtbesluit Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken 2017;

Artikel 2.3

Het verleende ondermandaat en subvolmacht mag ook worden uitgeoefend door medewerkers van Staatsbosbeheer die hiërarchisch bovengeschikt zijn aan degene aan wie ondermandaat en subvolmacht is verleend.

Artikel 2.4

Degene aan wie op grond van de bepalingen in deze paragraaf ondermandaat en subvolmacht is verleend, is gemachtigd om alle feitelijke handelingen te verrichten, waaronder voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, die samenhangen met de toegekende bevoegdheid.

Artikel 2.5

Onverminderd het bepaalde in artikel 10:3, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht worden de ondermandaat- en subvolmachtbevoegdheden niet uitgeoefend indien:

  • a. er sprake is van aanvulling of afwijking van vastgesteld beleid of vaststelling van nieuw beleid;

  • b. financiële of andere belangrijke consequenties zijn te verwachten die de begroting overschrijden dan wel daarmee in strijd zijn of anderszins een aanmerkelijk beslag op financiële middelen is te verwachten, tenzij het mandaat of volmacht binnen de voorwaarden waaronder deze zijn verleend wordt uitgeoefend;

  • c. er rekening mee moet worden gehouden dat het bestuursorgaan op zijn verantwoordelijkheid voor de uitgeoefende bevoegdheid zal worden aangesproken;

  • d. er sprake is van een onderwerp dat sterk in de publieke aandacht staat of politiek gevoelig ligt;

  • e. er twijfel bestaat of de aard van de bevoegdheid zich tegen de uitoefening van het mandaat of volmacht verzet.

Artikel 2.6

De in deze paragraaf verleende bevoegdheden omvatten waar nodig tevens de bevoegdheid tot ondertekening van akten, besluiten en overige ter zake doende stukken. In de daarvoor in aanmerking komende stukken dient tot uitdrukking te worden gebracht dat wordt gehandeld namens het bevoegde bestuursorgaan. Als voorbeeld kan de volgende ondertekening dienen:

Namens het Dagelijks Bestuur van het Natuur- en Recreatieschap X,

<handtekening ondergemandateerde>

<naam ondergemandateerde>,

<functie ondergemandateerde>

Paragraaf 3 Provincie Zuid-Holland

Artikel 3.1

De in deze paragraaf verleende bevoegdheden hebben betrekking op het beheer en onderhoud door Staatsbosbeheer van de provinciale recreatiegebieden zoals overeengekomen in de Samenwerkingsovereenkomst Staatsbosbeheer en Provincie Zuid-Holland betreffende het beheer door Staatsbosbeheer van recreatiegebieden in eigendom van de provincie en zoals aangeduid op de bijlage 2 behorende bij die samenwerkingsovereenkomst.

Artikel 3.2

De directeur Staatsbosbeheer verleent ondermandaat aan medewerkers van Staatsbosbeheer overeenkomstig de bij dit besluit behorende ondermandaatlijst, opgenomen als bijlage 2, ten aanzien van de bevoegdheden van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en de commissaris van de Koning van Zuid-Holland. Het mandaat houdt zowel een beslissings- als een ondertekeningsmandaat in.

Artikel 3.3

Degene die op grond van het bepaalde in artikel 3.2 bevoegd is, is tevens bevoegd tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen voor zover ter uitvoering van hetgeen waartoe hij in mandaat bevoegd is en om namens Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland aan de gemandateerde bevoegdheden gelieerde feitelijke handelingen te verrichten, zijnde handelingen die geen rechtsgevolg hebben, waaronder mede worden verstaan voorbereidings- en uitvoeringshandelingen.

Artikel 3.4

Bij de uitoefening van de in de artikelen 3.2 en 3.3 bedoelde bevoegdheden worden de relevante door Provinciale Staten van Zuid-Holland vastgestelde kaders betrokken, alsmede het door Gedeputeerde Staten gehanteerde beleid en de door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gehanteerde bestendige gedragslijn(en). Indien het noodzakelijk wordt geacht af te wijken van de bedoelde kaders of beleid wordt hierover in overleg getreden met het hoofd van de afdeling Mobiliteit en Milieu van de provinciale organisatie van Zuid-Holland dan wel (bij groen/natuur) het hoofd van de afdeling Water en Groen van de provinciale organisatie Zuid-Holland.

Artikel 3.5

De op grond van de artikelen 3.2 en 3.3 bevoegde medewerker informeert het hoofd van de afdeling Mobiliteit en Milieu van de provinciale organisatie van Zuid-Holland dan wel (bij groen/natuur) het hoofd van de afdeling Water en Groen van de provinciale organisatie Zuid-Holland en het lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland dat zich bezig houdt met het betreffende beleidsterrein, indien de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen kan hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de provincie of Gedeputeerde Staten aansprakelijk worden gesteld of anderszins aangesproken worden. Alsdan verschaft degene die op grond van de artikelen 3.2 en 3.3 bevoegd is tijdig vooraf alle benodigde informatie en voert hij overleg met de genoemde functionarissen van de provincie Zuid-Holland alvorens de bewuste bevoegdheid uit te oefenen.

Artikel 3.6

Voor de ondertekening wordt het volgende model gebruikt:

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

namens dezen,

gevolgd door de ondertekening, naam van de functionaris, functienaam en organisatie-eenheid binnen Staatsbosbeheer.

Paragraaf 4 Gemeenten Schouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee

Artikel 4.1

  • 1. Divisiedirecteuren en provinciehoofden zijn bevoegd om in naam van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland respectievelijk van de gemeente Goeree-Overflakkee en onder hun verantwoordelijkheid besluiten te nemen op grond van de Verordening natuur- en recreatiegebied de Grevelingen Schouwen-Duiveland, respectievelijk op grond van de Verordening natuur- en recreatiegebied de Grevelingen Goeree-Overflakkee:

    • a. op aanvragen om vergunning of ontheffing op grond van de genoemde verordeningen;

    • b. tot het opleggen van herstelsancties ten aanzien van de in de aanhef genoemde verordeningen gestelde regels en verboden.

  • 2. De in lid 1 genoemde functionarissen zijn gemachtigd om alle feitelijke handelingen te verrichten, waaronder voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, die samenhangen met de in lid 1 toegekende bevoegdheden.

Artikel 4.2

  • 1. In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht dat het besluit is genomen krachtens ondermandaat. Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden:

    burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland, respectievelijk Goeree-Overflakkee,

    namens dezen,

    vervolgens de functie en de handtekening met daaronder de naam van de ondermandataris.

  • 2. Indien een besluit wordt genomen door de plaatsvervanger of waarnemer van de ondermandataris, wordt bij de ondertekening de volgende formulering aangehouden: burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland, respectievelijk Goeree-Overflakkee, namens dezen, met daaronder de functie, vervolgens de woorden ‘bij afwezigheid’ of de letters ‘b.a.’ en de handtekening.

Artikel 4.3

Onverminderd het bepaalde in artikel 10:3, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden de in artikel 4.1 genoemde bevoegdheden niet uitgeoefend indien:

  • a. er sprake is van aanvulling of afwijking van vastgesteld beleid of vaststelling van nieuw beleid;

  • b. er rekening mee moet worden gehouden dat het bestuursorgaan op zijn verantwoordelijkheid voor de uitgeoefende bevoegdheid zal worden aangesproken;

  • c. er sprake is van een onderwerp dat sterk in de publieke aandacht staat of politiek gevoelig ligt;

  • d. er twijfel bestaat of de aard van de bevoegdheid zich tegen de uitoefening van het mandaat of volmacht verzet.

Paragraaf 5 Gemeente Pijnacker-Nootdorp

Artikel 5.1

  • 1. De in deze paragraaf genoemde bevoegdheden zijn alleen van toepassing binnen het gebied dat in bijlage 2 van de ‘Samenwerkingsovereenkomst Gemeente Pijnacker-Nootdorp en Staatsbosbeheer 2020-2025’ is aangeduid als ‘de Terreinen’.

  • 2. De directeur Staatsbosbeheer verleent ondermandaat respectievelijk subvolmacht aan medewerkers van Staatsbosbeheer ten aanzien van de bevoegdheden van het college en de burgemeester van de gemeente Pijnacker-Nootdorp zoals onderstaand. Bij het uitoefenen van deze bevoegdheden dient het bepaalde in de artikelen 5.2 - 5.4 in acht te worden genomen.

    • a. Divisiedirecteuren en provinciehoofden zijn bevoegd tot het verzorgen van het dagelijks beheer van de gronden en opstallen, inclusief alle handelingen die noodzakelijk of gewenst zijn in het belang van de voortgaande exploitatie daarvan (waaronder tevens onderhoud, het afhandelen van meldingen over het onderhoud, schadeherstel en -verhaal, aangaan en doorbelasting van verzekeringen, premies en belastingen.

    • b. De ondergenoemde functionarissen zijn bevoegd tot inkoop van diensten, leveringen en werken:

      • Divisiedirecteuren tot een maximale contractwaarde van € 500.000,–;

      • Provinciehoofden en afdelingshoofden tot een maximale contractwaarde van € 100.000,–;

      • Gebiedsmanagers, teamleiders en projectleiders tot een maximale contractwaarde van € 25.000,–;

    • c. Divisiedirecteuren en provinciehoofden zijn bevoegd tot het aanvragen van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen of andere toestemmingen hoegenaamd ook bij andere overheden;

    • d. De ondergenoemde functionarissen zijn bevoegd tot doelmatig financieel/economisch beheer van bestaande zakelijke rechten en overeenkomsten en contracten (zoals erfpacht- en opstalovereenkomsten, erfdienstbaarheden, huur/verhuur/bruikleen/ingebruikgeving- en pachtovereenkomsten en jacht- en visrechten) inclusief het verrichten van alle hiervoor noodzakelijke en samenhangende werkzaamheden en met gebruikmaking van de bevoegdheden die op grond van de wet en de overeenkomst of zakelijke en eigendomsrechten aan de gemeente toekomen, inclusief het innen van de inkomsten uit deze overeenkomsten en tot het vestigen van zakelijke rechten; aangaan van nieuwe overeenkomsten en contracten, zoals voor erfpacht en opstalovereenkomsten, erfdienstbaarheden en huur-, verhuur-, bruikleen-, ingebruikgeving-, en pachtovereenkomsten.

      Divisiedirecteuren zijn bevoegd:

      • ter zake van beperkte zakelijke rechten op onroerende zaken wijziging door te voeren met een waarde van maximaal € 500.000,– en voorts om contractueel vereiste toestemmingen e.d. te verlenen aan zakelijk gerechtigden;

      • tot het wijzigen van persoonlijke gebruiksrechten op grond en/of gebouwen, niet zijnde rechten inzake welke provinciehoofden bevoegd zijn (zie hieronder), voor zover met deze wijziging een waarde van maximaal € 500.000,– is gemoeid;

      Het afdelingshoofd Grondzaken bij de divisie Grond & Gebouwen is bevoegd:

      • ter zake van beperkte zakelijke rechten op onroerende zaken wijzigingen door te voeren met een waarde van maximaal € 100.000,– aan te gaan en voorts om contractueel vereiste toestemmingen e.d. te verlenen aan zakelijk gerechtigden;

      • tot het wijzigen van persoonlijke gebruiksrechten op grond en/of gebouwen, niet zijnde rechten inzake welke provinciehoofden bevoegd zijn (zie hieronder), voor zover met deze wijziging een waarde van maximaal € 100.000,– is gemoeid.

      Provinciehoofden en gebiedsmanagers zijn bevoegd tot het wijzigen van persoonlijke gebruiksrechten op grond met een niet verlengbare looptijd van zes jaar of korter, voor zover met deze wijziging een waarde van maximaal € 100.000,– is gemoeid.

Artikel 5.2

  • 1. Het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in artikel 5.1 ter uitvoering van het beheer zal plaatsvinden op basis van de ‘Samenwerkingsovereenkomst Gemeente Pijnacker-Nootdorp en Staatsbosbeheer 2020-2025’.

  • 2. Bij het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in artikel 5.1 worden de algemene instructies en de instructies per geval van het college in acht genomen, als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. Alle inkoop en aanbestedingsbesluiten worden genomen op basis van het inkoopbeleid van Staatsbosbeheer.

  • 4. Het aangaan van nieuwe overeenkomst en contracten die verder strekken dan de datum van 31 december 2025 mag alleen na toestemming van het afdelingshoofd Wijkbeheer van de gemeente Pijnacker-Nootdorp.

Artikel 5.3

  • 1. De functionaris aan wie in artikel 5.1 een bevoegdheid is verleend informeert het college bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de betreffende bevoegdheid.

  • 2. Onverminderd lid 1, heeft de in dat lid bedoelde functionaris een aan de uitoefening van de bevoegdheid voorafgaande informatieplicht en een signaleringsplicht jegens het college indien de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor het college naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen kan hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de gemeente aansprakelijk zal worden gesteld of anderszins aangesproken zal worden. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de bedoelde functionaris alle benodigde informatie en voert hij overleg met het college alvorens de bevoegdheden bedoeld in lid 2 uit te oefenen.

Artikel 5.4

Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 5.1 luidt de ondertekening:

Het college van Pijnacker-Nootdorp

namens deze,

functie van de functionaris (naam afdeling) van Staatsbosbeheer

Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 6.1

De in dit besluit verleende bevoegdheden zijn, onverminderd de overige van toepassing zijnde bepalingen inzake het werkingsgebied, beperkt tot de terreinen die zijn gelegen in-, en zaken en aangelegenheden die betrekking hebben op de organisatorische eenheid waaraan de betreffende functionaris leiding geeft of waarvoor de betreffende functionaris werkzaam is, zulks behoudens vervanging bij tijdelijke afwezigheid bijvoorbeeld wegens ziekte of vakantie.

Artikel 6.2

  • 1. Dit besluit kan worden aangehaald als: Ondermandaat- en subvolmachtbesluit Staatsbosbeheer 2020.

  • 2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020.

  • 3. Het Ondermandaat- en subvolmachtbesluit Staatsbosbeheer 2019, Stcrt. 31 december 2019, nr. 74018 wordt per gelijke datum ingetrokken.

  • 4. Het Ondermandaat- en subvolmachtbesluit Staatsbosbeheer inzake diverse natuur- en recreatieschappen 2017 en het Ondermandaat- en subvolmachtbesluit Staatsbosbeheer inzake diverse natuur- en recreatieschappen 2018 zijn ingetrokken per 1 januari 2018 respectievelijk 1 januari 2019.

  • 5. Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Amersfoort, 16 december 2019

S. Thijsen directeur Staatsbosbeheer

BIJLAGE 1.

a. Ondermandaatlijst behorende bij paragraaf 2 (Natuur- en recreatieschappen)

Mandaatnummer

Bevoegdheid/mandaat directeur Staatsbosbeheer;

voorwaarden / toelichting

Ondermandaat;

voorwaarden / toelichting

De voorwaarden die gelden voor de verlening van bevoegdheid/mandaat aan de directeur Staatsbosbeheer zijn overeenkomstig van toepassing

1.

Openbare kennisgeving met agenda en bijbehorende stukken van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur.

Voorwaarden:

Deze bevoegdheid/mandaat van de directeur Staatsbosbeheer bestaat uitsluitend voor zover het niet betreft de Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken. In het hier genoemde geval is de betreffende bevoegdheid/mandaat namelijk uitsluitend belegd bij de secretaris.

– Accountmanagers bij het team Bestuursondersteuning

2.

Verzoek om informatie niet zijnde een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.

– Provinciehoofden

– Accountmanagers bij het team Bestuursondersteuning

3.

Het afdoen van klachten.

Voorwaarde:

Het mandaat omvat mede het afdoen van klachten in de zin van artikel 9:1 Awb.

– Divisiedirecteuren

4.

Correspondentie aan het Dagelijks Bestuur, Algemeen Bestuur en de Voorzitter, inclusief briefwisseling aan bestuursorganen/ bestuurders van onder andere de deelnemers.

– Accountmanagers bij het team Bestuursondersteuning

5.

Overleg in de ruimste zin van het woord met gemeenten, provincies en andere relevante partijen over diverse zaken zoals:

A. de uitvoering van het door het bestuur vastgesteld beleid;

B. de voorbereiding van de besluitvorming door het Dagelijks Bestuur, Algemeen Bestuur en de Voorzitter.

– Divisiedirecteuren

– Provinciehoofden

– Afdelingshoofden

– Teamleiders

– Projectleiders

– Boswachters

– Accountmanagers bij het team Bestuursondersteuning

6.

Het vaststellen van een formulier in de zin van artikel 4:4 Awb.

– Divisiedirecteuren

7.

Besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.

– Divisiedirecteuren

8.

Besluiten op grond van de Wet hergebruik overheidsinformatie.

– Divisiedirecteuren

9.

Besluiten inhoudende aanvragen om vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen of andere toestemmingen hoegenaamd ook op grond van verordeningen of andere regelingen van de gemeenschappelijke regeling.

– Divisiedirecteuren

– Provinciehoofden

10.

Besluiten op grond van Titel 5.3 en Titel 5.4 (bestuurlijke sancties) alsmede de daarmee samenhangende besluiten op grond van Titel 4.4 Awb.

Voorwaarden:

Het mandaat betreft onder andere het opleggen van een last onder (spoedeisende) bestuursdwang of een last onder dwangsom inclusief de daarmee samenhangende besluiten ten aanzien van bestuursrechtelijke geldschulden zoals beschikkingen tot betaling van dwangsommen en verschuldigde rente, het stuiten van verjaring, schriftelijke aanmaningen en in de invordering van dwangsommen en kosten bij dwangbevel.

Het mandaat geldt niet voor bestuurlijke sancties die aan een deelnemer van de gemeenschappelijke regeling worden opgelegd.

– Divisiedirecteuren

11.

Besluiten op grond van:

a. titel 4.1 Awb (beschikkingen);

b. titel 4.4 Awb (bestuursrechtelijke geldschulden);

c. artikel 8:51a, 8:51b, 8:51c, 8:80a, 8:80b en artikel 8:90 lid 2 Awb (bestuurlijke lus, tussenuitspraak en schadevergoeding).

– Divisiedirecteuren

12.

Oninbaar verklaren van openstaande vorderingen inzake bestuursrechtelijke geldschulden in de zin van titel 4.4, 5.3 en 5.4 Awb.

Voorwaarde:

Het mandaat geldt niet voor vorderingen op deelnemers van de gemeenschappelijke regeling.

– Divisiedirecteuren

13.

Besluit op bezwaar op grond van de Algemene wet bestuursrecht.

Voorwaarden:

Het mandaat omvat alle bevoegdheden en besluiten op grond van hoofdstuk 6 en afdeling 7.1 Awb.

Het mandaat mag worden uitgeoefend:

a. voor zover het bestreden besluit in mandaat is genomen;

b. indien een bezwarencommissie in de zin van artikel 7:13 Awb is ingesteld; overeenkomstig het advies van laatstgenoemde commissie.

Het mandaat kan op grond van artikel 10:3 Awb niet worden uitgeoefend door degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.

Geen

14.

Invordering in de ruimste zin van het woord van de aan de gemeenschappelijke regeling verschuldigde gelden als kosten voor verleende diensten (met uitzondering van leges) aan derden.

– Divisiedirecteuren

– Provinciehoofden

15.

Oninbaar verklaren van de onder 14. genoemde gelden.

Voorwaarde

Het mandaat geldt niet voor vorderingen op deelnemers van de gemeenschappelijke regeling.

– Divisiedirecteuren

16.

Heffen van leges en precario op grond van het gestelde in de leges- en precarioverordeningen van de gemeenschappelijke regeling.

Voorwaarde:

Indien binnen de gemeenschappelijke regeling een leges- en precarioverordening geldt.

– Divisiedirecteuren

– Provinciehoofden

17.

Oninbaar verklaren van de onder 16. genoemde gelden.

Voorwaarde:

Het mandaat geldt niet voor vorderingen op deelnemers van de gemeenschappelijke regeling.

– Divisiedirecteuren

18.

Vertegenwoordiging in bestuursrechtelijke bezwaar- en beroepsprocedures waaronder:

– het voeren van schriftelijk en mondeling verweer voor zover handhaving van het bestreden besluit wordt bepleit;

– besluiten inzake de toepassing van rechtstreeks beroep op grond van artikel 7:1a Awb1;

– verzoeken om uitstel van de behandeling van het bezwaar en beroep;

– het instellen van (hoger) beroep en het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening.

Voorwaarden:

Het mandaat heeft betrekking op bestuursrechtelijke besluiten die door het Algemeen Bestuur of het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling zijn genomen (hieronder vallen ook besluiten die in mandaat zijn genomen).

Het mandaat omvat het eenmalig dan wel doorlopend machtigen van medewerker(s) voor het voeren van schriftelijk en mondeling verweer en de vertegenwoordiging in hoorzittingen.

Het mandaat omvat tevens het inschakelen van de advocatuur voor de behandeling van daarvoor in aanmerking komende juridische geschillen.

– Divisiedirecteuren

– Juristen bij de afdeling Juridische Zaken

Voorwaarde:

Het ondermandaat voor besluiten inzake de toepassing van rechtstreeks beroep op grond van artikel 7:1a Awb en voor het instellen van (hoger) beroep en het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening berust (uitsluitend) bij de divisiedirecteuren.

19.

Vertegenwoordiging in bestuursrechtelijke bezwaar- en beroepsprocedures alsmede administratief beroep, bestuursrechtelijke voorbereidingsprocedures, belastingprocedures waaronder:

– het voeren van schriftelijke en mondeling verweer;

– verzoek om toepassing van rechtstreeks beroep op grond van artikel 7:1a Awb;

– het indienen van zienswijzen;

– het instellen van bezwaar en (hoger) beroep en het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening.

Voorwaarden:

Het mandaat heeft betrekking op besluiten van andere organisaties.

Het mandaat omvat tevens het inschakelen van de advocatuur voor de behandeling van daarvoor in aanmerking komende juridische geschillen.

– Divisiedirecteuren

– Juristen bij de afdeling Juridische Zaken

Voorwaarde:

De bevoegdheid van de juristen bij de afdeling Juridische Zaken betreft slechts het voeren van schriftelijke en mondeling verweer.

20.

Starten van en vertegenwoordiging in civielrechtelijke procedures.

Voorwaarden:

Het mandaat geldt niet voor het starten van procedures tegen deelnemers in de gemeenschappelijke regeling.

Het mandaat omvat het eenmalig dan wel doorlopend machtigen van medewerker(s) voor het voeren van schriftelijk en mondeling verweer en de vertegenwoordiging in hoorzittingen.

Het mandaat omvat tevens het inschakelen van de advocatuur voor de behandeling van daarvoor in aanmerking komende juridische geschillen. Voorts omvat het mandaat het aantekenen van hoger beroep of cassatie.

– Divisiedirecteuren

– Juristen bij de afdeling Juridische Zaken

Voorwaarde:

De bevoegdheid van de juristen bij de afdeling Juridische Zaken betreft slechts de vertegenwoordiging in civielrechtelijke procedures.

21.

Vertegenwoordiging in strafrechtelijke procedures.

Voorwaarden:

Het mandaat omvat het eenmalig dan wel doorlopend machtigen van medewerker(s) voor het voeren van schriftelijk en mondeling verweer en de vertegenwoordiging in hoorzittingen.

Het mandaat omvat tevens het voegen in strafrechtelijke procedures.

Onder dit mandaat mag ook worden gerekend het aangifte doen van strafbare feiten.

– Divisiedirecteuren

22.

Het aanvragen en verantwoorden van subsidies op basis van regelingen van andere overheidsorganen als de provincie en het rijk, alsmede het aangaan van uitvoeringsovereenkomsten met overheidslichamen ter verkrijging van subsidies.

Voorwaarde:

De aanvraag geschiedt binnen de kaders van het vastgestelde beleid. Het mandaat omvat mede het aangaan van uitvoeringsovereenkomsten in de zin van artikel 4:36 Awb.

– Divisiedirecteuren

– Provinciehoofden

Voorwaarden:

De bevoegdheid is beperkt tot de aanvraag van subsidies van maximaal € 500.000,– voor divisiedirecteuren en de aanvraag van subsidies van maximaal € 100.000,– voor provinciehoofden

23.

Het aanvragen en verantwoorden van subsidies op basis van regeling van de Europese Unie.

Voorwaarden:

De aanvraag geschiedt binnen de kaders van het vastgestelde beleid. Het mandaat omvat mede het aangaan van uitvoeringsovereenkomsten in de zin van artikel 4:36 Awb.

– Divisiedirecteuren

– Provinciehoofden

Voorwaarden:

De bevoegdheid is beperkt tot de aanvraag van subsidies van maximaal € 500.000,– voor divisiedirecteuren en de aanvraag van subsidies van maximaal € 100.000,– voor provinciehoofden.

24.

Voorzover voortvloeiende uit de vastgestelde begroting en in overeenstemming met het aanbestedingsbeleid:

A. Besluiten in het kader van de inkoop van diensten en leveringen;

B. Besluiten in het kader van de inkoop van werken.

Voorwaarden:

Divisiedirecteur tot een bedrag van

€ 500.000,00 (exclusief b.t.w.);

Provinciehoofd en Afdelingshoofd tot een bedrag van € 100.000,00 (exclusief b.t.w.);

Gebiedsmanager, Teamleider, Hoofd Productgroep, Projectleider tot een bedrag van € 25.000,00 (exclusief b.t.w.);

Manager buitencentra tot een bedrag van € 10.000,00 (exclusief b.t.w.).

Het mandaat omvat besluiten tot het starten van de aanbestedingsprocedure alsmede besluiten inzake de gunning.

In relatie tot het Mandaat- en volmachtbesluit Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken 2017 geldt de volgende aanvullende voorwaarde:

Het mandaat wordt uitgeoefend, voor zover van toepassing, binnen de vastgestelde beheer- en ontwikkelingsplannen en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsbesluiten van de Adviescommissie Krimpenerwaard en de Adviescommissie Reeuwijkse Plassen, ieder voor zover het betreft hun eigen bevoegdheid.

– Divisiedirecteuren

– Provinciehoofden

– Afdelingshoofden

– Teamleiders

– Projectleiders

Voorwaarden:

De bevoegdheden zijn als volgt beperkt:

– Voor divisiedirecteuren bedraagt de maximale contractwaarde € 500.000,–.

– Voor provinciehoofden en afdelingshoofden bedraagt de maximale contractwaarde € 100.000,–.

– Voor teamleiders en projectleiders bedraagt de maximale contractwaarde € 25.000,–.

Het mandaat omvat besluiten tot het starten van de aanbestedingsprocedure alsmede besluiten inzake de gunning.

In relatie tot het Mandaat- en volmachtbesluit Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken 2017 geldt de volgende aanvullende voorwaarde:

De bevoegdheid wordt uitgeoefend, voor zover van toepassing, binnen de vastgestelde beheer- en ontwikkelingsplannen en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsbesluiten van de Adviescommissie Krimpenerwaard en de Adviescommissie Reeuwijkse Plassen, ieder voor zover het betreft hun eigen bevoegdheid.

25. /

26.2

Aanvragen van vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen of andere toestemmingen hoegenaamd ook bij andere overheden.

– Divisiedirecteuren

– Provinciehoofden

26. /

27.2

Nieuwe contracten/initiatieven:

huur/verhuur, bruikleen, ingebruikgeving en pacht van grond en opstallen;

jacht- en visrechten;

vestiging van andere beperkte rechten anders dan erfpacht zoals het recht van opstal en erfdienstbaarheden.

Voorwaarden:

Het mandaat omvat tevens het oninbaar verklaren van vorderingen, tenzij het een vordering betreft op een deelnemer van de gemeenschappelijke regeling.

Het mandaat omvat het ontbinden en opzeggen van overeenkomsten en zakelijke rechten.

– Divisiedirecteuren

– Provinciehoofden

– Afdelingshoofd Grondzaken

Voorwaarden:

Divisiedirecteuren zijn bevoegd:

– ter zake van beperkte zakelijke rechten op onroerende zaken overeenkomsten met een contractwaarde van maximaal € 500.000,– aan te gaan tot vestiging en/of beëindiging, en in dat verband goederenrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

– tot het verlenen, verkrijgen, verlengen of beëindigen van persoonlijke gebruiksrechten op grond en/of gebouwen, niet zijnde rechten inzake welke provinciehoofden bevoegd zijn (zie hieronder) met contractwaarde van maximaal € 500.000,–;

Het afdelingshoofd Grondzaken bij de divisie Grond & Gebouwen is bevoegd:

– ter zake van beperkte zakelijke rechten op onroerende zaken, gebouwen daaronder begrepen overeenkomsten met contractwaarde van maximaal € 100.000,– aan te gaan tot vestiging en/of beëindiging, en in dat verband goederenrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

– tot het verlenen, verkrijgen, verlengen of beëindigen van persoonlijke gebruiksrechten op grond en/of gebouwen, niet zijnde rechten inzake welke provinciehoofden bevoegd zijn (zie hieronder), met contractwaarde van maximaal € 100.000,–.

Provinciehoofden zijn bevoegd tot het verlenen, verlengen of beëindigen van persoonlijke gebruiksrechten op grond met een niet verlengbare looptijd van zes jaar of korter, met contractwaarde van maximaal € 100.000,–;

27. /

28.2

Het doelmatig beheer van bestaande overeenkomsten/contracten (zoals erfpacht, opstalrechten, erfdienstbaarheden, huur/verhuur, bruikleen, ingebruikgeving, pacht, jacht- en visrechten) en het verrichten van alle hierbij noodzakelijke en samenhangende werkzaamheden met gebruikmaking van de bevoegdheden die op grond van de wet en overeenkomst of zakelijke en eigendomsrechten aan de gemeenschappelijke regeling toekomen.

Het beheer van bestaande overeenkomsten/ contracten bestaat onder andere, doch niet limitatief in ieder geval uit:

toestemming voor wijziging van functie en toegestaan gebruik, inclusief vaststelling van aangepaste canon;

afkoop van canonverplichtingen voor de resterende contractduur;

periodieke canon- en huurherzieningen inclusief de eventuele aanwijzingen van deskundigen;

indexering, facturering, inning en incasso van canon en huur en andere financiële verplichtingen ten aanzien van grond en opstallen, inclusief doorbelasting van belastingen en premies en betalingsregelingen;

toestemming voor het aanbrengen van reclame, wijzigingen in terreininrichting, plaatsing en sloop van opstallen en overige fysieke wijzigingen binnen de kavel;

toestemming tot gehele of gedeeltelijke vervreemding, bezwaring of verhuring van een recht van erfpacht of een recht van opstal;

toepassen van boete- en handhavingsclausules.

Voorwaarde:

Het mandaat omvat het ontbinden en opzeggen van overeenkomsten.

– Divisiedirecteuren

– Afdelingshoofd Grondzaken

– Provinciehoofden en gebiedsmanagers

Voorwaarden:

Divisiedirecteuren zijn bevoegd:

– ter zake van beperkte zakelijke rechten op onroerende zaken wijziging door te voeren met een waarde van maximaal € 500.000,– en voorts om contractueel vereiste toestemmingen e.d. te verlenen aan zakelijk gerechtigden;

– tot het wijzigen van persoonlijke gebruiksrechten op grond en/of gebouwen, niet zijnde rechten inzake welke provinciehoofden bevoegd zijn (zie hieronder), voor zover met deze wijziging een waarde van maximaal € 500.000,– is gemoeid;

Het afdelingshoofd Grondzaken bij de divisie Grond & Gebouwen is bevoegd:

– ter zake van beperkte zakelijke rechten op onroerende zaken wijzigingen door te voeren met een waarde van maximaal € 100.000,– aan te gaan en voorts om contractueel vereiste toestemmingen e.d. te verlenen aan zakelijk gerechtigden;

– tot het wijzigen van persoonlijke gebruiksrechten op grond en/of gebouwen, niet zijnde rechten inzake welke provinciehoofden bevoegd zijn (zie hieronder), voor zover met deze wijziging een waarde van maximaal € 100.000,– is gemoeid.

Provinciehoofden en gebiedsmanagers zijn bevoegd tot het wijzigen van persoonlijke gebruiksrechten op grond met een niet verlengbare looptijd van zes jaar of korter, voor zover met deze wijziging een waarde van maximaal € 100.000,– is gemoeid.

28. /

29.2

Het dagelijks beheer van gronden en opstallen inclusief alle handelingen die noodzakelijk of gewenst zijn in het belang van de voortgaande exploitatie daarvan (waaronder tevens onderhoud, schadeherstel en -verhaal, aangaan en doorbelasting van verzekeringen, premies en belastingen).

Voorwaarde:

Het mandaat omvat tevens het oninbaar verklaren van vorderingen, tenzij het een vordering betreft op een deelnemer van de gemeenschappelijke regeling.

Voorwaarde:

Het mandaat omvat tevens het oninbaar verklaren van vorderingen, tenzij het een vordering betreft op een deelnemer van de gemeenschappelijke regeling.

Het mandaat omvat het ontbinden en opzeggen van overeenkomsten

– Divisiedirecteuren

– Provinciehoofden

X Noot
1

het mandaat kan op grond van artikel 10:3 Awb niet worden uitgeoefend door degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.

X Noot
2

Dit (andere) mandaatnummer is alleen van toepassing waar het betreft het Mandaat- en volmachtbesluit Gemeenschappelijke Groenalliantie Midden-Holland en omstreken 2017.

b. Subvolmachtlijst behorende bij paragraaf 2 (Natuur- en recreatieschappen)

Volmacht directeur Staatsbosbeheer

Subvolmacht

Het (doen) verrichten van:

– Privaatrechtelijke rechtshandelingen;

– andere handelingen die noch een besluit zijn noch een privaatrechtelijke rechtshandeling,

Voor zover ter uitvoering van hetgeen in mandaat is besloten.

Voorwaarde:

De volmacht omvat tevens de notariële afdoening.

Overeenkomstig hetgeen is vastgelegd in de ondermandaatlijst.

BIJLAGE 2. ONDERMANDAATLIJST BEHORENDE BIJ PARAGRAAF 3 (PROVINCIE ZUID-HOLLAND)

1

Divisiedirecteuren zijn bevoegd tot het afdoen van klachten, al dan niet op basis van een advies van de klachtenfunctionaris, voor zover het een gedraging betreft van een functionaris die ressorteert onder verantwoordelijkheid van de directeur van een directie of dienst van de provincie Zuid-Holland.

2

Ondergenoemde functionarissen zijn bevoegd tot het nemen van besluiten, niet zijnde de afdoening van een klacht in een aanbestedingsprocedure, in het kader van de inkoop van werken met een geraamde waarde tot € 500.000,– (excl. BTW) en leveringen en diensten met een geraamde waarde tot € 209.000,– (excl. BTW):

– tot het uitvragen en de opdrachtverlening (inclusief bekrachtiging) op basis van een raamovereenkomst of een dynamisch aankoopsysteem, ongeacht de geraamde waarde;

– tot het bekrachtigen van reeds gegeven spoedopdrachten;

– tot (het bekrachtigen van) aanvullende opdrachten, voor zover het werken betreft tot een waarde van maximaal € 1.ooo.000,– (excl. BTW) per aanvullende opdracht.

Divisiedirecteuren tot een maximale contractwaarde van € 500.000,– (werken) en € 209.000,– (leveringen en diensten);

Provinciehoofden en afdelingshoofden tot een maximale contractwaarde van € 100.000,–;

Teamleiders en projectleiders tot een maximale contractwaarde van € 25.000,–;

3

Divisiedirecteuren en provinciehoofden zijn bevoegd zijn bevoegd tot het nemen van besluiten in het kader van de uitvoering van een aanbestedingsprocedure, die is gestart met een in bestuurlijk mandaat binnen de provincie Zuid-Holland genomen besluit tot:

– aanbesteding van nieuwe opdrachten voor levering en diensten met een geraamde waarde van € 221.000,– of meer;

– aanbesteding van nieuwe opdrachten voor werken met een geraamde waarde van € 3.000.000,– of meer;

– de bekrachtiging van voornoemde opdrachten, of

– de gunning van aanvullende opdrachten voor werken van € 1.000.000,– of meer,

voor zover niet uitdrukkelijk uitgezonderd.

4

Divisiedirecteuren zijn bevoegd tot het bekrachtigen van reeds informeel gegeven opdrachten van werken met een geraamde waarde tot € 500.000,– (excl. BTW), en leveringen en diensten met een geraamde waarde tot € 209.000,– (excl. BTW), met uitzondering van spoedopdrachten, aanvullende opdrachten, meerwerkopdrachten en opdrachten op basis van een raamovereenkomst ongeacht de waarde;

5

Divisiedirecteuren en provinciehoofden zijn bevoegd tot het treffen of bekrachtigen van een minnelijke regeling ter voorkoming of beëindiging van een aanbestedingsgeschil met een financieel belang tot € 50.000,– (excl. BTW).

6

Divisiedirecteuren en provinciehoofden zijn bevoegd tot het nemen van besluiten inzake het verrichten van rechtshandelingen in verband met of voortvloeiend uit een privaatrechtelijke overeenkomst waartoe door of namens GS is besloten. Tevens omvat de bevoegdheid het aanwijzen van derden ten behoeve van directievoering. Indien de overeenkomst is aangegaan door GS, blijven daaruit voortvloeiende wezenlijke rechtshandelingen voorbehouden aan GS. Onder wezenlijke rechtshandelingen dienen rechtshandelingen te worden verstaan die de verplichtingen van de provincie in niet geringe mate verzwaren of de risicoverdeling in niet geringe mate in het nadeel van de provincie wijzigen.

Het betreft rechtshandelingen zoals het wijzigen, beëindigen of verlengen van een overeenkomst, het beroep doen op bepalingen in een overeenkomst zoals een boetebeding, het verlenen en bekrachtigen van een meerwerkopdracht en het goedkeuren van een herziene planning voor zover binnen de voorwaarden/grenzen van de overeenkomst. Het betreft niet het verrichten van rechtshandelingen in verband met buitengerechtelijke geschillen of procedures.

7

Divisiedirecteuren en provinciehoofden zijn bevoegd tot het aanvragen van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen bij andere overheden.

8

Divisiedirecteuren en provinciehoofden zijn bevoegd tot het verlenen van toestemming tot gebruik van een provinciaal eigendom (grond), anders dan op basis van huur of pacht.

9

Divisiedirecteuren en provinciehoofden zijn bevoegd tot het nemen van besluiten inzake het vastleggen en wijzigen van financiële verplichtingen en vorderingen en het versturen van facturen in verband met of voortvloeiend uit een overeenkomst of uit de wet. Het mandaat betreft financiële verplichtingen uit zowel bestuursrechtelijke als privaatrechtelijke overeenkomsten of uit de wet, en andere financiële verplichtingen zoals boeten, leges en belastingen. Het mandaat betreft niet de aanslagoplegging.

Deze bevoegdheid is gelimiteerd tot een geldelijk belang van maximaal € 500.000,– waar het gaat om divisiedirecteuren en maximaal € 100.000,– waar het gaat om provinciehoofden.

10

Divisiedirecteuren en provinciehoofden zijn bevoegd tot nemen van besluiten inzake ontheffingen en vrijstellingen op basis van:

a. de Wegenverordening Zuid-Holland 2010 en de Vaarwegenverordening Zuid-Holland, behoudens waar het betreft een wijziging en intrekking (geheel en gedeeltelijk) van een verleende ontheffing ten nadele van de betrokkene ingeval van niet of niet behoorlijke naleving van de aan de ontheffing verbonden voorschriften;

b. het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (art. 87 van het RVV);

c. de Regeling voertuigen, art. 9.1 (art. 5.1.1, eerste lid, aanhef en onderdeel c, en tweede lid, 5.1.2 en 5.1.3 van de Regeling voertuigen);

d. de Scheepvaartverkeerswet (art. 7, eerste lid);

e. de Wegenverkeerswet 1994 (verbod om op een weg een wedstrijd met voertuigen te houden of daaraan deel te nemen (art. 10, eerste lid, en 148, eerste lid, onder b)) of

f. het mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 4 maart 2003 tot mandatering van hun bevoegdheden aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland betreffende beheer en onderhoud van het Utrechtse deel van het Merwedekanaal.

11

Divisiedirecteuren en provinciehoofden zijn bevoegd tot het intrekken en wijzigen van besluiten met betrekking tot kabels en leidingen ten nadele van ontheffing-, c.q. toestemminghouders.

12

Divisiedirecteuren en provinciehoofden zijn bevoegd tot het nemen van besluiten omtrent overeenkomsten met agrariërs voor de openstelling van hun grond ten behoeve van wandelroutes.

Naar boven