Besluit directeuren tot verlening ondervolmacht en ondermachtiging personele aangelegenheden Kadaster 2020

De directeur Bestuur & Strategie, de plv. directeuren Landregistratie en Geografie, de directeur Geo- en Vastgoedinformatie en Advies, de directeur Organisatie & Human Resource Management, de directeur Control & Financiën en de directeur Informatie Technologie, zijnde allen functionarissen van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers,

Gelet op artikel 5, eerste en tweede lid, van het Besluit verlening volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2020 en artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Dienst:

de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Organisatiewet Kadaster;

b. bestuur:

het bestuur van de Dienst;

c. BW:

Burgerlijk Wetboek;

d. directeur:

de directeur bedoeld in artikel 1, tweede lid, van het Reglement inrichting organisatie Kadaster alsmede, voor zover van toepassing, het lid van het bestuur, belast met het leiding geven aan een directie, bedoeld in artikel 2, tweede lid en artikel 3, tweede lid, besluit taakverdeling Raad van bestuur Kadaster;

e. cao:

collectieve arbeidsovereenkomst Kadaster en de daarbij behorende bijlage;

f. medewerker:

medewerker van de Dienst als bedoeld in art 1:1 cao;

g. gewezen medewerker:

gewezen medewerker van de Dienst;

h. Regelingen bedrijfsvoering:

regeling waarin onderwerpen zijn opgenomen, die niet onder de cao, maar onder de bedrijfsvoering van het Kadaster vallen.

Artikel 2. Verlening ondervolmacht en ondermachtiging aan functionarissen

  • 1. De directeur verleent aan een afdelingshoofd en/of manager die tevens lid is of zijn van het managementteam van de directeur, uitsluitend voor zover het gaat om personeelsleden van zijn/haar eigen afdeling, een algemeen ondervolmacht en ondermachtiging ten aanzien van de bevoegdheden die aan de directeur zijn verleend op grond van artikel 2, eerste lid van het Besluit verlening volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2020, met dien verstande dat van de ondervolmacht en de ondermachtiging worden uitgezonderd:

    • a. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen inzake ontslagaanvragen, bedoeld in artikel 7:669, lid 3 en artikel 7:678 BW, behoudens het ontslag op verzoek, bedoeld in artikel 7:671c BW;

    • b. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen inzake vergoeding schade, bedoeld in artikel 7:661 BW, voor zover het bedrag van de vergoeding gelijk is aan of hoger is dan € 5.000,00;

    • c. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen inzake schadeloosstelling, bedoeld in artikel 7:658 en 6:162 BW;

    • d. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen over vrijwillige stap terug, bedoeld in artikel 3.11 cao;

    • e. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen over eed en belofte, bedoeld in H2 van de Regelingen bedrijfsvoering;

    • f. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen over de Regeling melden algemene klachten, bedoeld in H2 van de Regelingen bedrijfsvoering.

  • 2. Voor wat betreft personele faciliteiten, waaronder de terbeschikkingstelling van laptops en mobiele telefoons, verleent de directeur aan een afdelingshoofd en/of manager die tevens lid is of zijn van het managementteam van de directeur, uitsluitend voor zover het gaat om personeelsleden van zijn/haar eigen afdeling ondervolmacht en ondermachtiging om daarover privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen dan een privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten.

  • 3. De directeur verleent aan leidinggevende functionarissen van zijn/haar directie die rechtstreeks ressorteren onder een afdelingshoofd of manager die tevens lid is van het managementteam van de directeur, uitsluitend voor zover het gaat om personeelsleden van hun eigen afdelingsonderdeel ondervolmacht en ondermachtiging om beslissingen te nemen inzake:

    • a. het aangaan van een arbeidsovereenkomst en de proeftijd, bedoeld in artikel 1.5 en 1.5.1 cao;

    • b. de afwijzing van een sollicitant, bedoeld in artikel 4.5 van H4 van de Regelingen bedrijfsvoering;

    • c. ontslag arbeidsovereenkomst bepaalde tijd, opgenomen in H7 van de Regelingen bedrijfsvoering;

    • d. het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken overeenkomstig artikel 2.3 en 2.4 cao, het vaststellen van een verslagformulier op grond van de Regeling TAO, bedoeld in artikel 2.2 cao en bijlage A1 van de cao, en het maken van afspraken over Opleiding en Ontwikkeling, bedoeld in bijlage A2 van de cao;

    • e. het maken van afspraken in ontwikkelfase 1 van de Regeling sociaal plan Kadaster, bijlage A3.2 van de cao;

    • f. meningsverschillen, bedoeld in artikel 2.10 cao;

    • g. de aanpassing van de arbeidsduur bedoeld in de artikel 3.1 cao, tot een maximum van 36 uur;

    • h. compensatie uren, werkpatronen, plaats- en tijdonafhankelijk werken en overwerk en vergoeding bedoeld in artikel 3.2 t/m 3.5 cao;

    • i. opnemen van IKB verlof-uren en opnemen vakantie- en verlofuren bij einde dienstverband, bedoeld in artikel 3.7 cao;

    • j. verlenen van verlof, als bedoeld in bijlage B2.1 t/m B2.7 van de cao;

    • k. verlof en ziekte, bedoeld in artikel 3.10 cao;

    • l. generatiepact, bedoeld in artikel 3.12 cao;

    • m. grootverlof, bedoeld in H15 van de Regelingen bedrijfsvoering;

    • n. vaststelling van het salaris en een salarisverhoging, bedoeld in artikel 4.3 en 4.5 cao;

    • o. loopbaan gerelateerde activiteiten op verzoek van de Dienst of op eigen verzoek, bedoeld in artikel 4.13 en 4.14 cao;

    • p. dienstreizen in Nederland, bedoeld in artikel 4.17 cao;

    • q. ziekte, melden herstel en oproep (huis)bezoek bedrijfsarts, bedoeld in artikel 5.2 en 5.3 cao en opgenomen in H1.4 van de Regelingen bedrijfsvoering;

    • r. participatie van mensen met een arbeidsbeperking, bedoeld in artikel 6.2 cao;

    • s. gedragscode, opgenomen in H2 van de Regelingen bedrijfsvoering;

    • t. bescherming, bedoeld in artikel 7.3 cao.

  • 4. De directeur Organisatie en HRM verleent aan de manager Facilitaire Services een algemeen ondervolmacht en ondermachtiging ten aanzien van de bevoegdheden die aan de directeur zijn verleend op grond van artikel 2, derde lid, onderdelen e en f van het Besluit verlening volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2020.

Artikel 3. Uitgesloten bevoegdheden

Aan het bestuur blijft voorbehouden de bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, tweede lid van het Besluit verlening volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2020.

Artikel 4. Overige uitgesloten bevoegdheden en begrenzing volmacht en machtiging

  • 1. Een functionaris aan wie ondervolmacht en ondermachtiging is verleend, is niet bevoegd een privaatrechtelijke rechtshandeling of een andere handeling dan een privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten met betrekking tot zichzelf.

  • 2. Een functionaris aan wie ondervolmacht en ondermachtiging is verleend, is niet bevoegd een privaatrechtelijke rechtshandeling en een andere handeling dan een privaatrechtelijke rechtshandeling met een mogelijke precedentwerking te verrichten. Een functionaris als bedoeld in de eerste zin legt een handeling als bedoeld in die zin steeds aan het bestuur ter beslissing voor.

  • 3. Een functionaris aan wie ondervolmacht en ondermachtiging is verleend oefent zijn ondervolmacht en ondermachtiging uit binnen de grenzen van de voor zijn eenheid vastgestelde taken en zijn functieomschrijving, alsmede met inachtneming van het ter zake geldende recht, de door het bestuur vastgestelde kaders zoals beleids- en uitvoeringsregels, de bestendige uitvoeringspraktijk van de Dienst en de bepalingen vermeld in dit besluit.

  • 4. Het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen met (mogelijke) financiële gevolgen geschiedt met inachtneming van de aan hem toegekende (personeels)budgetten op basis van het geldende jaarplan.

  • 5. Een functionaris aan wie ondervolmacht en ondermachtiging is verleend, is gehouden de algemene en bijzondere aanwijzingen als bedoeld in de artikelen 4, tweede lid, en 5, derde lid, van het Besluit verlening volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2020, op te volgen.

Artikel 5. Intrekking eerdere regeling

Het Besluit directeuren tot verlening ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging personele aangelegenheden 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Artikel 7. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit directeuren tot verlening ondervolmacht en ondermachtiging personele aangelegenheden Kadaster 2020.

Dit besluit zal met de toelichting worden bekendgemaakt in de Staatscourant.

Apeldoorn, 12 december 2019

De voorzitter van het bestuur in de hoedanigheid van directeur Bestuur & Strategie, F.L.V.P.L. Tierolff

De plv. directeuren Landregistratie en Geografie, B. Hoeve

R. Vaandrager

Directeur GEO- en vastgoedinformatie en Advies, R. Heeren a.i.

Directeur Organisatie & HRM, A.B.M. Overmars

Directeur Control en Financiën, A.B.M. Overmars, a.i.

Directeur IT, J. van Goudswaard

TOELICHTING

Algemeen

De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) treedt per 1 januari 2020 in werking en daarmee wordt het Burgerlijk Wetboek (BW) van toepassing. De Wnra trekt de rechtspositie van de meeste ambtenaren zoveel mogelijk gelijk met die van werknemers in de private sector. De belangrijkste veranderingen door de Wnra zijn:

  • de eenzijdige aanstelling wordt een arbeidsovereenkomst;

  • publiekrechtelijke rechtspositieregelingen worden vervangen door collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s);

  • geschillen tussen werkgever en medewerker worden straks niet meer door de bestuursrechter behandeld, maar door de civiele rechter.

Betekenis voor de Dienst

Voor de medewerkers van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers (hierna: de Dienst) betekent de Wnra dat zij de ambtelijke status behouden, maar dat het begrip ‘ambtenaar’ verandert. Daarnaast dat met inwerkingtreding van de Wnra de (ambtelijke) aanstelling van de medewerkers van rechtswege wordt omgezet naar een arbeidsovereenkomst met de Dienst. Per 1 januari 2020 zal voor het beëindigen van een dienstverband de ontslagprocedure van het UWV en de Kantonrechter gelden. De mogelijkheid om bezwaar te maken tegen een (rechtspositioneel) besluit bestaat dan niet meer.

De Arbeidsvoorwaarden en Rechtspositie Kadaster (ARK) wordt en vervangen door een cao. In dit kader heeft de Dienst samen met de vakorganisaties de cao Kadaster opgesteld. Hierin zijn ook de afspraken uit het Akkoord Arbeidsvoorwaarden Kadaster van 2018 verwerkt.

De Wnra brengt geen veranderingen in het salaris, de functie, de inhoud van het werk, vergoedingen en andere voorzieningen die de medewerker van de Dienst heeft.

Wijziging onderhavig besluit

Met ingang van 1 januari 2020 is het publiekrecht niet meer van toepassing op de arbeidsverhouding tussen de Dienst en de medewerker. Zowel het bestuur als de directeuren kunnen dan geen gebruik meer maken van de bevoegdheden die zij op grond van het publiekrecht hadden om beslissingen te nemen ten aanzien van de medewerkers van de Dienst. Onderhavig besluit dient derhalve gewijzigd te worden. Dit betekent dat de bevoegdheid om ‘mandaat’ te verlenen door directeuren aan functionarissen van de Dienst niet meer gebruikt kan worden in de rechtspositionele sfeer. De directeuren kunnen echter wel bevoegdheden aan functionarissen overdragen door hen ‘volmacht’ en ‘machtiging’ te verlenen ten behoeve van alle privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere (feitelijke) handelingen niet zijnde privaatrechtelijke rechtshandelingen, die nodig zijn in de personele sfeer. In onderhavig besluit wordt dit vastgelegd.

Met dit besluit wordt de mogelijkheid van ‘mandaat’, als instrument om bevoegdheden door functionarissen te laten uitvoeren, geschrapt. Naast tekstuele aanpassingen hiervoor, zijn de artikelen waarin verwezen werd naar ARK, aangepast zodat naar de van toepassing zijnde artikelen in de cao Kadaster met bijlagen, de Regelingen bedrijfsvoering of het BW wordt verwezen.

Tevens worden met dit besluit enkele inhoudelijke toevoegingen of wijzigingen in de bevoegdheden zélf aangebracht. Het gaat dan specifiek over de bevoegdheden van leidinggevende functionarissen die rechtstreeks ressorteren onder een afdelingshoofd of manager die tevens lid is van het managementteam van een directeur. In artikel 3 van dit besluit wordt verwezen naar bevoegdheden die exclusief voorbehouden blijven aan het bestuur. In artikel 2, lid 1 van dit besluit zijn bevoegdheden opgenomen die exclusief voorbehouden blijven aan de directeur. In artikel 2, lid 3 van dit besluit zijn bevoegdheden opgenomen toegekend aan functionarissen waarvan sommige nieuw zijn, zoals de bevoegdheden om afspraken te maken met de medewerker over ontwikkelfase 1 van de Regeling sociaal plan Kadaster (bijlage A3.2 van de cao), over het beslechten van meningsverschillen (artikel 2.10 cao) of over het generatiepact (artikel 3.12 cao).

Naar boven