Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatscourant 2019, 7004 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatscourant 2019, 7004 | Besluiten van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Financiën,
Handelende in overenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;
Gelet op artikel 3 van de Wet houdbare overheidsfinancien;
Besluit:
De definities van artikel 1 van de Wet houdbare overheidsfinancien zijn van overeenkomstige toepassing op deze regeling.
Het collectieve aandeel van de decentrale overheden gezamenlijk in het EMU-saldo, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, wordt als volgt vastgesteld:
a. voor 2019 –0 4 procent van het bruto binnenlands product;
b. voor 2020 –0 4 procent van het bruto binnenlands product;
c. voor 2021 –0,4 procent van het bruto binnenlands product;
d. voor 2022 –0,4 procent van het bruto binnenlands product.
Het collectieve aandeel van de decentrale overheden in het EMU-saldo, bedoeld in artikel 2, wordt uitgesplitst naar:
a. een aandeel voor de provincies gezamenlijk dat als volgt wordt vastgesteld:
1°. voor 2019 –0,08 procent van het bruto binnenlands product;
2°. voor 2020 –0,08 procent van het bruto binnenlands product;
3°. voor 2021 –0,08 procent van het bruto binnenlands product;
4°. voor 2022 –0,08 procent van het bruto binnenlands product;
b. een aandeel voor de gemeenten gezamenlijk dat als volgt wordt vastgesteld:
1°. voor 2019 –0,27 procent van het bruto binnenlands product;
2°. voor 2020 –0,27 procent van het bruto binnenlands product;
3°. voor 2021 –0,27 procent van het bruto binnenlands product;
4°. voor 2022 –0,27 procent van het bruto binnenlands product;
c. een aandeel voor de waterschappen gezamenlijk dat als volgt wordt vastgesteld:
1°. voor 2019 –0,05 procent van het bruto binnenlands product;
2°. voor 2020 –0,05 procent van het bruto binnenlands product;
3°. voor 2021 –0,05 procent van het bruto binnenlands product;
4°. voor 2022 –0,05 procent van het bruto binnenlands product.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel
Deze regeling bepaalt op basis van de Wet houdbare overheidsfinanciën welke gelijkwaardige inspanning de decentrale overheden leveren ten aanzien van het huidige EMU-tekort. De inspanning wordt per bestuurslaag uitgesplitst.
In het bestuurlijk overleg van 23 mei 2018 is overeenstemming bereikt tussen het Rijk en de koepelorganisaties van de decentrale overheden VNG, IPO en UvW over het gezamenlijke aandeel van de decentrale overheden in het EMU-tekort. Daarbij hebben de decentrale overheden onderling een verdeling voorgesteld van hun afzonderlijke aandelen in het EMU-tekort.
Gelet op artikel 3, vijfde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën is een concept van de onderhavige regeling voorgelegd aan de Staten-Generaal.
De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-7004.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.