Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 13 december 2019, nr. 19306974, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden bescherming van de onbedekte teelt van bessen tegen gewone dopluis (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de onbedekte teelt van bessen tegen gewone dopluis, 2020)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend het gebruik van Ovitex ter bescherming van de onbedekte teelt van bessen tegen gewone dopluis (Parthenolecanium corni).

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2020 en vervalt op 30 april 2020.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de onbedekte teelt van bessen tegen gewone dopluis, 2020.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze, M.C. Beens Directeur Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via ‘mijn.rvo.nl’. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op de website: mijn.rvo.nl. of bel: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE: WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Ovitex (Paraffine olie 817 g/L)

Het middel is uitsluitend toegelaten als insectenbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik door middel van gewasbehandeling in de volgende toepassingsgebieden (volgens de geldende Definitielijst toepassingsgebieden) onder de hierna vermelde toepassingsvoorwaarden.

Toepassingsvoorwaarden:

Toepassingsgebied

Dosering* middel per toepassing

Maximale dosering middel per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus

Minimum interval tussen toepassingen in dagen

Maximaal aantal middel per teeltcyclus

Bessen (onbedekt)

2.0 L/hL

30 L/ha

1

30 L/ha

* Verlaging van de dosering is toegestaan, maar van het maximaal aantal toepassingen en de andere toepassingsvoorwaarden mag niet worden afgeweken.

Toepassingsvoorwaarden:

In de teelt van bessen dient Ovitex verspoten te worden met een volume van 200-1500 L water per ha.

Om in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/insecten te beschermen is toepassing van het middel in de teelt van bessen uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van:

  • een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 centimeter (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens/ insteek van de sloot), of

  • een techniek uit tenminste de klasse DRT95.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

TOELICHTING

1 Algemeen

Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden tijdelijke vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Tijdelijke vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een noodsituatie die op geen enkele andere redelijke manier te bestrijden is.

2 Adviezen

2.1 Noodsituatie

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van een noodsituatie.

Gevaar

De geïntegreerde teelt van bessen houdt in dat de bestrijding van stekende en zuigende insecten gericht is op het verlagen van de overwintering van larven. Hierbij wordt in het vroege voorjaar paraffine olie toegepast. Door de verlaging van de populatie van schadelijke insecten in het voorjaar is het in principe niet nodig om in de zomer met insecticiden, met schadelijke effecten op natuurlijke vijanden, de zich opbouwende populaties te corrigeren. De ervaring is dat na een noodzakelijke correctie de populatie aan schadelijke insecten verder toeneemt door schade aan de populatie natuurlijke vijanden.

In de teelt van rode en blauwe bessen bedraagt de opbrengst gemiddeld 15.000 kg per hectare. Is er sprake van aantasting door dopluizen dan geeft dit 30% schade door het optreden van roetdauw, doordat deze bessen onverkoopbaar zijn.

Alternatieven

Niet-chemisch

De belangrijkste niet-chemische beheersing van de plaaginsecten in de onbedekte teelt van bessen is door gebruik te maken van reeds aanwezige natuurlijke vijanden in en rondom het gewas. Er zijn ook telers die extra natuurlijke vijanden uitzetten.

Echter met natuurlijke vijanden kan dopluis in de onbedekte teelt van bessen niet afdoende beheerst worden.

Chemisch

Er zijn breedwerkende insecticiden op basis van de werkzame stoffen thiacloprid en deltamethrin toegelaten in bessen. Dopluizen zijn lastig te bestrijden met deze middelen, omdat dopluizen een verborgen leefwijze hebben en ze beschermd worden door hun bolvormige schilden. Een ander probleem is dat deze middelen het natuurlijke evenwicht in het gewas verstoren. De etiketten bevatten een waarschuwing voor schadelijke effecten op natuurlijke vijanden en/of niet doelwit athropoden.

Bijzondere omstandigheden

De vrijstellingsaanvraag betreft een vrijstelling voor een middel in het kader van het bevorderen van geïntegreerde gewasbescherming.

In mei 2018 is de toelating van de toepassing van twee middelen op basis van paraffine olie in de onbedekte teelt van bessen ter bestrijding van eieren van insecten en mijten vervallen met een opgebruiktermijn tot 1 januari 2019.

In juni 2018 is een reguliere toelatingsaanvraag ingediend voor een middel op basis van paraffine olie in o.a. houtig kleinfruit. Deze toelating zal naar verwachting nog niet gerealiseerd zijn voor het teeltseizoen 2020.

Conclusie

De NVWA komt tot volgende conclusies:

  • Een landbouw technisch doelmatige geïntegreerde teelt van bessen in Nederland wordt bedreigd door onvoldoende bestrijding van dopluizen

  • Een landbouwtechnisch doelmatige geïntegreerde teelt van bessen is met het beschikbare pakket aan middelen en maatregelen niet mogelijk.

  • De aanvraag voldoet aan de eis van bijzondere omstandigheden. Het aangevraagde middel draagt bij aan de instandhouding en bevordering van geïntegreerde gewasbescherming. De toelatingshouder levert inspanningen om te komen tot een oplossing. Er is perspectief voor de toelating van een middel op basis van paraffineoliën in de teelt van bessen ter bestrijding van fruitspintmijt met een nevenwerking tegen gewone dopluis, waardoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is. Voor de gevraagde vrijstellingsperiode is het middel niet beschikbaar.

De tijdelijke vrijstelling van Ovitex voor het bestrijden van gewone dopluis in de onbedekte teelt van bessen voldoet aan de criteria voor een noodsituatie.

2.2 Risicobeoordeling

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van aanvaardbare risico’s.

Humane toxiciteit

Voldoet aan de eisen.

Volksgezondheid

Voldoet aan de eisen.

Gedrag in het milieu

Voldoet aan de eisen.

Ecotoxiciteit

Voldoet aan de eisen met inachtneming van de volgende restrictiezinnen:

Om in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/insecten te beschermen is toepassing van het middel in de teelt van bessen uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van:

  • een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 centimeter (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens/ insteek van de sloot), of

  • een techniek uit tenminste de klasse DRT95.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

Conclusie

Het College constateert dat er na het nemen van risicoreducerende maatregelen / het inachtnemen van restrictiezinnen geen risico verbonden is aan de vrijstelling.

Advies

Gezien het risico adviseert het College een vrijstelling ex artikel 38 Wgb van het gewasbeschermingsmiddel Ovitex [paraffine olie] in de teelt van bessen te verlenen onder vermelding van de volgende risico reducerende maatregelen / restrictiezinnen:

Om in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/insecten te beschermen is toepassing van het middel in de teelt van bessen uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van:

  • een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 centimeter (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens/ insteek van de sloot), of

  • een techniek uit tenminste de klasse DRT95.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

3 Overwegingen

Een hernieuwde tijdelijke vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Ovitex is gewenst, omdat zonder deze vrijstelling de instandhouding en bevordering van geïntegreerde gewasbescherming in de onbedekte teelt van bessen wordt bedreigd door de bestrijding van gewone dopluis. Hierdoor wordt de doelmatige teelt van bessen bedreigd. Belanghebbenden spannen zich in om op korte termijn te beschikken over een regulier toegelaten gewasbeschermingsmiddel.

In het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (zie bijlage bij dit besluit) zijn de risico reducerende maatregelen overgenomen die door het Ctgb zijn voorgesteld.

Vrijstelling voor de toepassing van Ovitex in de onbedekte teelt van bessen werd eerder verleend:

4 Besluit

De adviezen van de NVWA en het Ctgb overnemend, heb ik in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Ovitex ter bescherming van de onbedekte teelt van bessen tegen gewone dopluis.

Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2020 en vervalt op 30 april 2020.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze, M.C. Beens Directeur Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit

Naar boven