Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tiel | Staatscourant 2019, 69910 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tiel | Staatscourant 2019, 69910 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Instellingsbesluit van het dagelijks bestuur van het Waterschap Rivierenland, het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Avri en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Culemborg, IJsselstein, Maasdriel, Montfoort, Tiel, West Betuwe, West Maas en Waal en Wijk bij Duurstede houdende regels omtrent gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Rivierenland 2019 (Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland 2019)
Het dagelijks bestuur van het Waterschap Rivierenland, het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Avri en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Culemborg, IJsselstein, Maasdriel, Montfoort, Tiel, West Betuwe, West Maas en Waal en Wijk bij Duurstede;
dat het gewenst is om hun samenwerking bij de heffing en de invordering van waterschapsbelastingen, afvalstoffenheffing en gemeentelijke belastingen alsmede bij de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ), het beheer en de uitvoering van vastgoedinformatie, de uitvoering van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, alsmede de mogelijke uitvoering van andere basisregistraties te continueren in een gemeenschappelijke regeling;
dat de dagelijkse besturen en de colleges van burgemeester en wethouders van hun algemeen besturen respectievelijk gemeenteraden daartoe de vereiste toestemmingen hebben verkregen;
gelet op de hoofdstukken V en VIII van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
heffingsambtenaar: de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van BSR als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub a, van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5, sub a, van de Waterschapswet, bevoegd tot het heffen van belastingen en tot de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ);
ambtenaar van BSR: de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van BSR als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub c, van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5, sub c, van de Waterschapswet, bevoegd tot de heffing of de invordering van belastingen en tot de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ);
belastingdeurwaarder: de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van BSR als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub d, van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5, sub d, van de Waterschapswet dan wel een als belastingdeurwaarder aangewezen gerechtsdeurwaarder, bedoeld in de Gerechtsdeurwaarderswet;
Hoofdstuk 3: Belangen en bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders onderscheidenlijk het dagelijks bestuur van een deelnemer kan taken als bedoeld in het eerste lid, voor zover die niet reeds zijn overgedragen, aan BSR overdragen. De deelnemers verlenen elkaar automatisch wederzijdse toestemming voor deze overdracht. Het college van burgemeester en wethouders onderscheidenlijk het dagelijks bestuur van een deelnemer dient een verzoek tot overdracht van de betreffende taak in bij het algemeen bestuur. Een overdracht van taken behoeft de instemming bij unaniem besluit van het algemeen bestuur. Na instemming van het algemeen bestuur draagt het college van burgemeester en wethouders onderscheidenlijk het dagelijks bestuur van de betreffende deelnemer door middel van een delegatiebesluit de taak over.
Het algemeen bestuur is bevoegd om op verzoek van een deelnemer de uitvoering van taken terug te leggen bij de deelnemer, met dien verstande dat hierbij een opzegtermijn van één jaar in acht wordt genomen en deze bepaling niet geldt in geval van een wens tot uittreding van een deelnemer conform artikel 37 van de regeling.
Het dagelijks bestuur past bij overdracht of teruglegging de bijlage als bedoeld in het tweede lid aan, zendt deze bijlage aan de deelnemers, en draagt ervoor zorg dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel de bijlage zendt aan gedeputeerde staten van de provincies waarin de deelnemers zijn gelegen, en dat dit college de bijlage bekendmaakt door kennisgeving van de inhoud daarvan in de Staatscourant.
Artikel 12 Bestuur, kaderstelling en controle
Het algemeen bestuur is belast met het algemeen bestuur van BSR, waaronder kaderstelling en controle van het dagelijks bestuur.
Hoofdstuk 5: Dagelijks bestuur
Artikel 17 Specifieke taken van het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur is in ieder geval belast met:
Artikel 18 Bevoegdheden van het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur is in ieder geval bevoegd tot:
uitoefening van de bevoegdheden en de verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Waterwet, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) zijn toegekend aan de Minister van Financiën, het bestuur van ’s-Rijkbelastingdienst en de directeur respectievelijk het dagelijks bestuur of het college van burgemeester en wethouders van de deelnemers;
Hoofdstuk 8: De heffingsambtenaar, de invorderingsambtenaar, de ambtenaar van BSR en de belastingdeurwaarder
BSR heeft een of meer heffingsambtenaren, invorderingsambtenaren, ambtenaren van BSR en belastingdeurwaarders.
Artikel 25 Bevoegdheden heffingsambtenaar
De heffingsambtenaar is bevoegd tot heffing van de belastingen waarvoor door de algemeen besturen en gemeenteraden van de deelnemers van BSR een belastingverordening is vastgesteld en waarvan de heffing en de invordering door de dagelijkse besturen en colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers is opgedragen aan BSR.
De heffingsambtenaar heeft de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Waterwet, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) zijn toegekend aan de inspecteur respectievelijk de ambtenaar belast met de heffing van de deelnemers.
Artikel 26 Bevoegdheden invorderingsambtenaar
De invorderingsambtenaar heeft de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Waterwet en de Wet milieubeheer zijn toegekend aan de ontvanger respectievelijk de ambtenaar belast met de invordering van de deelnemers.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in lid 1 en lid 2 van dit artikel neemt de invorderingsambtenaar de kwijtscheldingsregels van de desbetreffende deelnemer en de nadere regels van het dagelijks bestuur in acht alsmede houdt hij rekening met de beleidsregels van het dagelijks bestuur ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.
Artikel 27 Bevoegdheden ambtenaar BSR
De ambtenaar van BSR oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Waterwet, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) zijn toegekend aan de ambtenaren van de Rijksbelastingdienst respectievelijk de ambtenaar belast met de heffing of invordering van de deelnemers als bedoeld in artikel 231, lid 2, sub d, van de Gemeentewet en artikel 123, lid 3, sub d, van de Waterschapswet.
Artikel 28 Bevoegdheden belastingdeurwaarder
De belastingdeurwaarder oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Waterwet en de Wet milieubeheer zijn toegekend aan de belastingdeurwaarder.
Hoofdstuk 9: Ambtelijk apparaat BSR
Artikel 29 Ambtelijk apparaat BSR
De Sectorale arbeidsvoorwaardenregelingen waterschapspersoneel (SAW), zoals deze gelden voor het personeel van Waterschap Rivierenland, zijn ook van toepassing op het personeel van BSR. De eerste volzin is niet meer van toepassing op het moment dat artikel I van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Stb. 2017, 123) in werking treedt.
Hoofdstuk 10: Begroting, rekening administratie en controle
Artikel 30 Kadernota en begroting
De algemeen besturen en de gemeenteraden van de deelnemers kunnen omtrent de ontwerpbegroting bij het dagelijks bestuur hun zienswijzen naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Artikel 31 Bijdrage deelnemers
De berekeningswijze van de bijdrage van de deelnemers wordt door het algemeen bestuur vastgesteld met een versterkte meerderheid van tenminste tweederde van het aantal stemmen. Zolang naast Waterschap Rivierenland het aantal deelnemers van de regeling minder dan 20 bedraagt, vereist het besluit tot vaststelling van de berekeningswijze van de bijdrage de instemming van de bestuursleden, aangewezen door Waterschap Rivierenland. Bij, naast Waterschap Rivierenland, meer dan 20 deelnemers of toetreding van een of meer gemeenten met meer dan 100.000 inwoners vervalt het in de vorige zin genoemde instemmingsvereiste van de bestuursleden van Waterschap Rivierenland.
De deelnemers zijn gezamenlijk garant voor de juiste betaling van rente, aflossing, boeten en kosten van de door BSR af te sluiten langlopende leningen, kasgeldleningen en in rekening-courant op te nemen gelden, naar verhouding van de in lid 1 van dit artikel bedoelde bijdrage op 1 januari van het jaar waarin de rente en aflossing is verschuldigd.
De algemeen besturen en de gemeenteraden van de deelnemers kunnen omtrent de voorlopige jaarstukken bij het dagelijks bestuur hun zienswijzen naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijze is vervat bij de jaarstukken, zoals deze ter vaststelling aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
De regels, bedoeld in lid 1 van dit artikel, voorzien onder meer in de aanwijzing van een registeraccountant als bedoeld in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek (BW) belast met het onderzoek van de jaarrekening alsmede het ter zake uitbrengen van een verslag, dat behalve de verklaring bij de rekening bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan de eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid.
Hoofdstuk 11: Toetreding en uittreding
Het college van burgemeester en wethouders van een gemeente of het dagelijks bestuur van een gemeenschappelijke regeling treedt toe tot de regeling, indien alle deelnemers aan deze gemeenschappelijke regeling, na verkregen toestemming van hun gemeenteraden dan wel algemeen besturen, hebben ingestemd met de verzochte toetreding.
De toetreding gaat in op de eerste dag van het jaar volgende op het jaar waarin de in lid 3 van dit artikel vermelde instemming tot de toetreding is verleend, met dien verstande dat tussen de toetreding en de in lid 3 van dit artikel bedoelde instemming een periode van tenminste 6 maanden is gelegen. Een kortere termijn is mogelijk indien het dagelijks bestuur van BSR daarmee instemt.
Een deelnemer die uit deze gemeenschappelijke regeling wenst te treden maakt, na verkregen toestemming van het algemeen bestuur dan wel de gemeenteraad, zijn voornemen tot uittreding bij aangetekend schrijven kenbaar aan het algemeen bestuur van BSR en aan de overige deelnemers. De deelnemers besluiten omtrent de uittreding na verkregen toestemming van het algemeen bestuur dan wel de gemeenteraad.
Na ontvangst van het in lid 5 van dit artikel vermelde schrijven wordt een in overleg met de uittredende deelnemer aan te wijzen onafhankelijke registeraccountant opdracht verleend een liquidatieplan op te stellen als ware tot opheffing van deze gemeenschappelijke regeling besloten. Het liquidatieplan wordt vastgesteld door het algemeen bestuur van BSR en de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen zijn bindend.
Hoofdstuk 12: Wijziging en opheffing
Artikel 38 Wijziging van de regeling
De dagelijkse besturen en de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers besluiten omtrent de voorgestelde wijziging nadat zij daartoe toestemming hebben verkregen van hun algemene besturen c.q. de raden. Van hun besluit stellen zij het algemeen bestuur van deze gemeenschappelijke regeling schriftelijk in kennis.
Hoofdstuk 13: Overige bepalingen
Over geschillen tussen de deelnemers onderling of tussen een of meer deelnemers en het bestuur van BSR omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van deze gemeenschappelijke regeling wordt beslist door Gedeputeerde Staten. Voorafgaande aan het nemen van een besluit omtrent het geschil wordt dit ter advisering voorgelegd aan een door het algemeen bestuur samengestelde geschillencommissie. Nadat advies is uitgebracht neemt het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk een besluit.
Het eerste lid is niet van toepassing indien het gevallen betreft behorende tot die vermeld in artikel 112, lid 1, van de Grondwet of tot die waarvan de beslissing krachtens artikel 112, lid 2, van de Grondwet is opgedragen aan het zij de rechterlijke macht, hetzij aan gerechten die niet tot de rechterlijke macht behoren.
De bevoegdheden van het dagelijks bestuur, de heffingsambtenaar, de invorderingsambtenaar, de ambtenaar van BSR en de belastingdeurwaarder hebben betrekking op de bevoegdheden met betrekking tot de belastbare feiten die zich voordoen vanaf het belastingjaar 2008 dan wel op de belastingjaren vanaf de datum van toetreding tot de regeling.
Artikel 43 Aanwijzing bestuursleden
Binnen één maand na toetreding tot deze gemeenschappelijke regeling wijst het dagelijks bestuur dan wel het college van burgemeester en wethouders van de nieuwe deelnemer op grond van artikel 6 van deze gemeenschappelijke regeling het lid en het plaatsvervangend lid voor het algemeen bestuur aan.
Aldus besloten door:
Het dagelijks bestuur van het Waterschap Rivierenland in de vergadering van ………………
de secretaris-directeur, de voorzitter,
Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Avri in de vergadering van ………………
de secretaris, de voorzitter,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg in de vergadering van ………………
de secretaris, de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente IJsselstein in de vergadering van ………………
de secretaris, de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel in de vergadering van ………………
de secretaris, de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montfoort in de vergadering van ………………
de secretaris, de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel in de vergadering van ………………
de secretaris, de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe in de vergadering van ………………
de secretaris, de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Maas en Waal in de vergadering van ………………
de secretaris, de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede in de vergadering van ………………
de secretaris, de burgemeester,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-69910.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.