ARTIKEL I
De Regeling energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma Groningenveld
wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 komt de begripsbepaling van ‘minister’ te luiden:
- minister:
-
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;.
B
Artikel 2 komt te luiden:
Artikel 2. Verstrekken van de subsidie
-
1. De minister verstrekt op aanvraag subsidie voor een energiebesparingsmaatregel of
een maatwerkadviesrapport aan een eigenaar van een woning die binnen het bouwkundig
versterkingsprogramma valt in verband met maatregelen die nodig zijn als gevolg van
de gaswinning in het Groningenveld en blijkens:
-
a. een besluit niet aan de veiligheidsnorm bedoeld in artikel 52d, tweede lid, onderdeel
a, van de Mijnbouwwet voldoet; of
-
b. een overeenkomst voor het versterken van de woning binnen dat bouwkundig versterkingsprogramma
valt.
-
2. Aanvragen om subsidie kunnen worden ingediend van 1 januari 2020 tot en met 31 december
2023.
C
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onder b, onder 10 tot en met 13, wordt ‘Regeling nationale EZ-subsidies’
vervangen door ‘Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies’.
2. Het tweede lid komt te luiden:
-
2. Gelet op artikel 6, vijfde lid, onder b, van het Kaderbesluit BZK-subsidies, komen
de kosten, bedoeld in het eerste lid, voor subsidie in aanmerking indien deze zijn
gemaakt ter voldoening aan een contractuele verplichting die is aangegaan vóór de
indiening van de aanvraag.
D
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de aanhef wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Het eerste lid (nieuw), onderdeel c, komt te luiden:
-
c. de aanvraag niet is ingediend binnen twee jaar nadat is vastgesteld dat er sprake
is van een woning als bedoeld in artikel 2, eerste lid, dan wel, als binnen die twee
jaar wordt begonnen met versterking van de woning, binnen een jaar na afronding van
de versterking.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
E
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
F
In artikel 7, tweede lid, vervalt ‘, bedoeld in artikel 2, eerste lid,’.
G
Artikel 8, eerste lid, onder f, komt te luiden:
H
In artikel 10 wordt ‘28 mei 2023’ vervangen door ‘31 december 2023’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
TOELICHTING
Algemeen
1. Hoofdlijnen van het voorstel
Deze regeling wijzigt de Regeling energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma
Groningenveld. De wijziging houdt verband met de versnellingsmaatregelen die zijn
vastgesteld in overleg met regionale overheden en maatschappelijke organisaties in
het Bestuurlijk Overleg Groningen (Kamerstukken II 2019/20, 33 529, nr. 644 en bijlagen). Onderdeel van de maatregelen is het uitgangspunt dat bewoners zelf
regie kunnen voeren over het versterkingsproces. Onderhavige wijziging verwerkt dat
uitgangspunt in de Regeling energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma
Groningenveld. Daarnaast wordt de regeling opnieuw opengesteld voor aanvragen in 2020
tot en met 2023.
De Regeling energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma Groningenveld
voorziet in verduurzamingssubsidies voor eigenaren van woningen die, als gevolg van
de gaswinning, versterkt moeten worden om aan de veiligheidsnorm te kunnen voldoen.
Door de gaswinning uit het Groningenveld ontstaan aardbevingen met ingrijpende gevolgen
voor de bewoners van Groningen. De verduurzamingssubsidies hebben tot doel om de bewoners
in het aardbevingsgebied te ondersteunen bij het verbeteren van de woonsituatie door
het energiezuiniger maken van woningen. De subsidies passen daarmee in het bredere
pakket aan maatregelen die tot doel hebben om in het aardbevingsgebied de woningen
structureel te verduurzamen, de leefbaarheid te verbeteren en de regionale economie
te stimuleren.
Voor de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling was het aanvragen van subsidie
voor verduurzamingsmogelijkheden pas mogelijk vanaf het moment dat er daadwerkelijk
werd versterkt. Na onderhavige wijziging komen echter ook woningeigenaren in aanmerking
voor subsidie als hun woning weliswaar voor versterking in aanmerking komt, maar ze
nog niet aan het versterken zijn begonnen of afzien van de versterking van hun woning.
Deze wijziging sluit aan bij de nieuwe versterkingsaanpak, waarin de woningeigenaar
zelf regie kan voeren over het proces van versterking. Het verduurzamen van de woning
kan gecombineerd worden met het uitvoeren van versterkingsmaatregelen, maar ook zonder
versterking kan de verduurzaming van de woning bijdragen aan het verbeteren van de
woonsituatie. Deze bewoners kunnen onder dezelfde voorwaarden subsidies aanvragen
als bewoners die reeds begonnen zijn met versterken.
2. Verhouding tot hoger en nationaal recht
Deze regeling heeft een relatie met artikel 52g, derde lid, Mijnbouwwet. Op grond
van deze bepaling zijn de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
en van Economische Zaken en Klimaat verantwoordelijk voor de versterkingsoperatie.
Ter uitvoering van die verantwoordelijkheid is het Besluit versterking gebouwen Groningen
opgesteld, waarin geregeld is hoe beoordeeld wordt of een woning versterkt moet worden
om aan de veiligheidsnorm te voldoen. Daarnaast zijn er woningen waarvoor in het kader
van gemaakte afspraken, de zogenoemde batches, een versterkingsadvies is uitgebracht.
Deze regeling ziet op woningen die op basis van het besluit dan wel onder een van
de batches vallen en ten aanzien waarvan is vastgesteld dat deze niet aan de veiligheidsnorm
voldoen.
De Regeling energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma Groningenveld
heeft verder mogelijk overlap met andere subsidies voor verduurzamingsmaatregelen.
Een verschil met andere subsidieregeling is de doelgroep: de Regeling energiebesparing
woningen bouwkundig versterkingsprogramma Groningenveld is alleen beschikbaar voor
bewoners van het Groningenveld wiens huis valt binnen het versterkingsprogramma. Het
staat deze bewoners echter vrij om gebruik te maken van andere subsidieregelingen.
Hierbij wordt evenwel opgemerkt dat het Kaderbesluit BZK-subsidies geen dubbele subsidiëring
toestaat (artikel 6, vierde lid). Het is daarom niet mogelijk om voor dezelfde activiteit
twee keer subsidie aan te vragen.
3. Administratieve lasten
De regeling heeft naar verwachting geen nadelige effecten op de administratieve lasten
voor burgers en bedrijven. Bewoners kunnen eerder in het versterkingsproces een subsidieaanvraag
indienen, maar zij hoeven geen extra informatie te overleggen bij die aanvraag ten
opzichte van de regeling zoals die gold voorafgaand aan onderhavige wijziging. De
andere elementen van de subsidieregeling die effect kunnen hebben op de administratieve
lasten, zoals de wijze van toekenning van de subsidies, zijn ongewijzigd.
De wijzigingsregeling is voorgelegd aan de Autoriteit Toetsing Regeldruk (ATR). De
ATR geeft een aantal adviezen. Allereerst wordt verzocht om de aanvraagvereisten nogmaals
te toetsen en onnodige aanvraagvereisten te laten vervallen. In overleg met de uitvoerder
van de regeling is geconstateerd dat de aanvraagvereisten zoals nu opgenomen noodzakelijk
zijn om de aanvragen (tijdig) te beoordelen. Dit advies heeft daarom niet geleid tot
wijziging. Ten tweede is gevraagd om de verduurzamingssubsidies zoveel mogelijk te
betrekken in proces van het versterken en bewoners daarover te informeren. Dit punt
wordt onderschreven. In de versterkingsoperatie worden werkzaamheden daarom zo veel
mogelijk integraal opgepakt. Voor deze subsidieregeling leidt het adviespunt echter
(nog) niet tot wijziging. Ten derde adviseert de ATR om inzicht te geven in de verhouding
tussen deze regeling en andere verduurzamingssubsidies. Dit punt heeft geleid tot
wijziging van deze toelichting. Hetzelfde geldt voor het advies om in te gaan op de
afwijking van de minimuminvoeringstermijn. Tot slot adviseert de ATR om inzichtelijk
te maken wat de totale administratieve lasten zullen zijn, onder meer door in te schatten
hoeveel extra aanvragen de wijziging van de regeling tot gevolg zal hebben. Dit laatste
punt heeft niet geleid tot een wijziging, omdat een dergelijke inschatting niet goed
te maken is. Het zal afhangen van het aantal woningen dat een normbesluit krijgt (die
procedures moeten nog worden gestart) en de wensen van de bewoners zelf ten aanzien
van het versterkingsproces van hun woning.
4. Uitvoering
De Regeling energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma Groningenveld
wordt uitgevoerd door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) namens de Ministers
van Economische Zaken en Klimaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
SNN is een samenwerking tussen de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe, die is
vastgelegd in de vorm van een gemeenschappelijke regeling. Deze wijzigingsregeling
brengt geen verandering in de wijze waarop de regeling wordt uitgevoerd door SNN.
De subsidieregeling zal per 1 januari 2020 vallen onder de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit is gevolg van het onderbrengen van de Nationaal
Coördinator Groningen (per 1 januari 2020: de Uitvoeringsorganisatie) bij dat ministerie.
Het mandaat en de bekostiging van SNN zal in afzonderlijke besluiten van de Minister
geregeld worden.
5. Inwerkingtreding en overgangsrecht
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2020, waarmee wordt aangesloten bij de
vaste verandermomenten voor wet- en regelgeving. Er wordt evenwel afgeweken van de
minimuminvoeringstermijn zoals beschreven in de Aanwijzingen voor de Regelgeving (Aanwijzing
4.17). Reden hiervoor is het voorkomen van nadeel voor bewoners die, in geval van
uitstel van inwerkingtreding, niet op 1 januari 2020 een aanvraag voor een subsidie
zouden kunnen indienen.
Er is in de regeling geen noodzaak voor overgangsrecht, omdat deze geen wijzigingen
bevat die raken aan subsidies die reeds zijn verleend.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops