Wijziging Beleidsregels Ontheffingen

Zoetermeer, 10 december 2019

JBZ 19-5839

De directie van de Dienst Wegverkeer,

Gelet op artikel 48, derde lid en artikel 149a, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht, het Besluit Voertuigen, artikel 4, vierde lid van het Kentekenreglement, het Besluit ontheffing verlening exceptioneel vervoer en de Regeling voertuigen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregel ontheffing gerelateerde voertuigdocumenten 2016 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onder d komt te luiden:

dieplader:

een open voertuig van de categorie O3 of O4, waarvan het grotendeels verlaagde laadvlak aansluitend en over de gehele breedte moet zijn uitgevoerd, en zich op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte dan wel lager dan de assen boven het wegdek bevindt, maar niet hoger dan 0,70 m, gemeten van wegdek tot bovenkant laadvlak, uitsluitend of hoofdzakelijk ontworpen, gebouwd of gebruikt voor het vervoer van ondeelbare lading;

B

Aan artikel 13 wordt een lid toegevoegd, luidende:

ARTIKEL II

De Beleidsregel keuring en ontheffingverlening LZV wordt als volgt gewijzigd:

C

Artikel 1, onder d komt te luiden:

dieplader:

een open voertuig van de categorie O3 of O4, waarvan het grotendeels verlaagde laadvlak aansluitend en over de gehele breedte moet zijn uitgevoerd, en zich op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte dan wel lager dan de assen boven het wegdek bevindt, maar niet hoger dan 0,70 m, gemeten van wegdek tot bovenkant laadvlak, uitsluitend of hoofdzakelijk ontworpen, gebouwd of gebruikt voor het vervoer van ondeelbare lading;

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De directie van de RDW, A. van Ravestein Algemeen Directeur

TOELICHTING

In onderdeel A en C wordt voor beide beleidsregels de definitie van dieplader aangepast om beter tot uitdrukking te brengen dat het laadvlak zodanig uitgevoerd moet zijn dat het geschikt en bruikbaar is voor het vervoer van – ondeelbare – lading.

Onderdeel B betreft een herstel omissie aangezien deze eis al bij de kermisvoertuigen geldt: in de praktijk kan op andere wijze voorzien in laadmogelijkheden, waardoor de aanhangwagen binnen de wettelijke breedte kan en in dit geval ook moet blijven.

De directie van de RDW, A. van Ravestein Algemeen Directeur

Naar boven