Besluit verlenen opsporingsvergunning aardwarmte West-Brabant, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Besluit 16 december 2019

DGKE-WO/ 19258525

Procesverloop:

  • – Geothermie Brabant B.V. en Hydreco GeoMEC B.V. (hierna gezamenlijk: de aanvrager) hebben gezamenlijk per bericht van 26 juni 2018 een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). Het aangevraagde gebied genaamd West-Brabant, ligt in de provincie Noord-Brabant en Zeeland, in de gemeenten Bergen op Zoom, Tholen, Steenbergen, Moerdijk, Halderberge, Etten-Leur, Rucphen en Roosendaal. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 404,59 km2. De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is zes jaar;

  • – in de Staatscourant van 3 oktober 2017 (Staatscourant 2017, nr. 55280), is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen. Binnen de termijn van dertien weken is een aantal concurrerende aanvragen ontvangen, die later zijn ingetrokken. Er is daarom geen sprake van concurrentie;

  • – De aanvrager heeft op 2 oktober 2017 en 8 mei 2018 aanvullingen ingediend;

  • – TNO-AGE (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: Minister van EZK) op 25 april 2019 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 19-10.024);

  • – Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft op verzoek van de Minister van EZK op 14 november 2018 advies uitgebracht (kenmerk: 18246152);

  • – het College van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant (hierna: GS) heeft op grond van artikel 16 van de Mbw op 3 juli 2018 advies uitgebracht (kenmerk: C2217592/4342072);

  • – de Mijnraad heeft, op grond van artikel 105, derde lid Mbw, per brief van 28 juni 2019 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/19159624).

Gelet op:

de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, en vierde lid, eerste volzin, 12, eerste lid, 13, 15, 16, 17, eerste lid en 105, derde lid, Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit

Artikel 1

Aan Geothermie Brabant B.V. en Hydreco GeoMEC B.V. (hierna: de vergunninghouder) wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd West-Brabant.

Artikel 2

Hydreco GeoMEC B.V. wordt degene die de werkzaamheden uitvoert of daartoe opdracht verleent, als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, Mbw.

Artikel 3

De vergunning geldt voor het gebied dat ligt in de provincie Noord-Brabant en Zeeland, in de gemeenten Bergen op Zoom, Tholen, Steenbergen, Moerdijk, Halderberge, Etten-Leur, Rucphen en Roosendaal en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de punten zoals weergegeven in tabel 1.

Tabel 1:

Punt

X

Y

1

78141,000

387220,000

2

73991,000

391743,000

3

75844,000

402094,000

4

88204,000

409973,000

5

98073,062

406383,753

6

101946,693

401433,970

7

104889,000

398232,000

8

103333,000

396483,000

9

101020,000

396639,000

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte van het gebied 404,59 km2.

Artikel 4

De vergunning geldt voor het gebied dieper dan de basis van de lithostratigrafische Noordzee Groep.

Artikel 5

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 6 september 2017 ingediende aanvraag.

Artikel 6

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarde in acht:

  • – voor het verstrijken van het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning overlegt de vergunninghouder een geactualiseerd werkprogramma aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat, dat voorziet in een onvoorwaardelijke verkleining van het vergunde gebied met tenminste 25%;

  • – zes maanden voorafgaand aan de uitvoering van fysieke activiteiten overlegt de vergunninghouder aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat, een geactualiseerde organisatiestructuur en -invulling, conform de dan geldende technische standaarden, welke aan de inspecteur-generaal der mijnen wordt voorgelegd.

Artikel 7

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vier jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 8

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven