Besluit opslagvergunning zout water Andijk, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

11 december 2019

DGKE-WO/ 19252407

1. Onderwerp aanvraag

  • N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland (hierna: PWN) heeft per brief van 22 december 2017 een aanvraag ingediend voor een opslagvergunning voor een zoute reststroom, ingevolge artikel 25, van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw);

  • PWN behandelt water uit het IJsselmeer waarbij een zoute reststroom ontstaat. Het voornemen is om de reststroom te injecteren op een diepte van 100 tot 500 m. PWN heeft de opslagvergunning aangevraagd voor onbepaalde tijd;

  • Het aangevraagde gebied, gelegen in Andijk, ligt in de gemeente Medemblik en Enkhuizen. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 5,22 km2;

2. Procedure

  • In de Staatscourant van 27 november 2018 (nr. 66383) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen. Binnen de termijn van dertien weken na publicatie van de aanvraag zijn geen concurrerende aanvragen ontvangen;

  • TNO-AGE (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: de Minister) op 9 mei 2019 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 19-10.031);

  • Het Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft op verzoek van de Minister op 13 juni 2019 advies uitgebracht (kenmerk: ADV-285);

  • Het college van gedeputeerde staten van de Provincie Noord-Holland (hierna: GS) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken en Klimaat op 24 juli 2019 advies uitgebracht (kenmerk: 1226841/1242131);

  • De Mijnraad is, op grond van artikel 105, derde lid, Mbw om advies gevraagd en heeft per brief van 29 augustus 2019, advies uitbracht (kenmerk: MIJR/19212232);

Gelet op:

De artikelen 25, 26, 27, 29, 30 en 105, tweede lid, onder a, van de Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.2.4 van de Mijnbouwregeling.

Besluit:

Artikel 1

Aan N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland (hierna: de vergunninghouder) wordt een opslagvergunning verleend voor de zoute reststroom die ontstaat bij de drinkwaterproductie.

Artikel 2

De vergunning geldt voor het gebied dat ligt in de gemeenten Medemblik en Enkhuizen en wordt begrensd door rechte lijnen tussen de volgende punten:

Punt

X

Y

1

144260,00

529470,00

2

145396,00

529535,00

3

145870,00

529561,00

4

146216,00

529575,00

5

146316,00

529558,00

6

146394,00

529527,00

7

146534,00

529423,00

8

146920,00

529056,00

9

146920,00

527520,00

10

144260,00

527520,00

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD) zoals vermeld in Artikel 1.2.2, onder a, van de Mijnbouwregeling.

Het gebied waarvoor de vergunning geldt, is in diepte beperkt tot maximaal 500 meter beneden N.A.P.

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 5,22 km2.

Artikel 3

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot 20 jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 4

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid Directie Warmte en Ondergrond

Rechtsmiddelen

Tegen dit besluit kan binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift worden ingediend, door degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken.

Het bezwaarschrift moet worden ingediend bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag en bevat tenminste:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de datum van ondertekening;

  • het kenmerk of een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar.

Naar boven