Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tilburg | Staatscourant 2019, 69006 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tilburg | Staatscourant 2019, 69006 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk;
1) zij op verschillende terreinen gemeenschappelijke belangen hebben en dat zij ter behartiging van deze belangen wensen samen te werken, in het besef dat:
2) zij (met uitzondering van de gemeente Heusden die op dat moment nog geen deelnemer was in de gemeenschappelijke regeling) op 11 november 2009 een intentieverklaring hebben ondertekend waarin zij uitspraken nadere afspraken te willen
maken over verdere samenwerking, zowel inhoudelijk als organisatorisch;
3) deze intentieverklaring o.a. heeft geleid tot de vaststelling van een agenda voor de regio door vertegenwoordigers uit bedrijfsleven, kennisinstellingen en de gemeenten enerzijds en tot een agenda die gaat over publieke samenwerkingsopgaven en het
overheidsdeel van de triple helix samenwerking (onderwijs, ondernemers en overheid) anderzijds;
4) de samenwerkende gemeenten Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk, handelend ter uitvoering van een besluit van het algemeen bestuur van 24 september 2012, op 13 december 2012 een
samenwerkingsovereenkomst tekenden met de gemeente Heusden om de samenwerking met deze gemeente via een groeimodel gedurende het jaar 2013 op beide onder 3) genoemde agenda’s nadrukkelijk te versterken;
5) het Algemeen Bestuur op 7 februari 2013 besloot de voorstellen voor verbetering van de governance structuur van de publieke samenwerking binnen onderhavige gemeenschappelijke regeling te willen doorvoeren, zoals opgetekend in de notitie ‘Governance Hart van Brabant & Midpoint Brabant’;
6) als gevolg van deze veranderingen de gemeenschappelijke regeling Regionaal Overleg Midden-Brabant diende te worden vervangen door een nieuwe gemeenschappelijke regeling;
7) de samenwerkende gemeenten een gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant zijn aangegaan voor het behartigen van hun gemeenschappelijke belangen op verschillende terreinen;
8) sinds 2015 ook de uitvoering van regionale jeugdhulptaken, zoals bedoeld in artikel 2.8 lid 1 en 2 van de Jeugdwet, en nader geduid in het regionale beleidskader jeugd, bij de gemeenschappelijke regeling zijn ondergebracht;
9) de samenwerkende gemeenten in 2016 een nieuwe Strategische Meerjaren Agenda 2016-2020 hebben vastgesteld met ambities op het gebied van Mens & Samenleving, Leefomgeving & Milieu en Economie;
10) daarbij tevens bevestigd is dat voor het realiseren van deze ambities in het publieke domein de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant de meest geëigende weg is;
11) de vigerende gemeenschappelijke regeling actualisatie behoeft om deze in overeenstemming te brengen met de ‘Wet gemeenschappelijke regelingen’ en de dagelijkse praktijk;
12) de gemeenteraden van de gemeenten die deze nieuwe gemeenschappelijke regeling aangaan, hun colleges van burgemeester en wethouders toestemming hebben verleend tot het aangaan ervan;
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen;
De gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant luidt als volgt:
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
De regeling heeft als doel om vanuit het beginsel van autonomie van het lokale bestuur:
c. samen te werken om regionale opgaven te identificeren en op basis daarvan gezamenlijk beleid op te stellen en gezamenlijke projecten te definiëren, te initiëren en uit te voeren, dan wel projecten ter uitvoering op te dragen, aan te bieden of aan te besteden aan gelieerde- en derde partijen, waaronder Midpoint Brabant.
Hoofdstuk 2. Openbaar lichaam, taken en bevoegdheden
ii. dat naast informatie-uitwisseling ook is gericht op de afstemming, bijvoorbeeld strekkend tot aanbeveling van beleid dat gemeenten gemeenschappelijk zouden kunnen voeren, of aanbeveling van maatregelen waarvan vastgesteld wordt dat het in het belang van de regio wenselijk is als de individuele gemeenten die nemen;
b. de door andere overheden, met het oog op de uitvoering van in het kader van deze regeling overeengekomen samenwerkingstaken van twee of meer deelnemende gemeenten toegekende subsidiegelden te besteden en over die besteding overeenkomstig artikel 25 van deze regeling verantwoording af te leggen aan de subsidieverlener.
Tot de bevoegdheden horen uitsluitend de bevoegdheden die bij of krachtens de wet zijn toegekend aan de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten, waaronder tevens wordt begrepen het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, voor zover deze betrekking hebben op vervulling van de taken als bedoeld in artikel 4.
Hoofdstuk 3. Algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter, samenstelling en werkwijze
Artikel 6. Samenstelling algemeen bestuur en voorzitterschap
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar of arbeidscontractant in dienst van het openbaar lichaam dan wel van een van de aan de regeling deelnemende gemeenten, met uitzondering van de bijzondere ambtenaren van de burgerlijke stand en onderwijzend personeel.
Hoofdstuk 4. Bevoegdheden van de bestuursorganen
Artikel 11. Verdeling van de bevoegdheden
Het algemeen bestuur stelt iedere vier jaar voor de regio een strategische agenda vast, als bedoeld in artikel 4, lid 3, van deze regeling. Het algemeen bestuur raadpleegt voor de vaststelling van de strategische agenda de portefeuillehouders. Voorts biedt het algemeen bestuur voorafgaand aan de vaststelling de concept strategische agenda aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenteraden aan en biedt het hen de gelegenheid om hun zienswijze kenbaar te maken.
Het algemeen bestuur is verantwoordelijk voor de jaarlijkse oplevering van een begroting met actuele uitvoeringsagenda. Het algemeen bestuur bepaalt hierin de besteding van het budget. Het algemeen bestuur vraagt voor het opstellen van de begroting de portefeuillehoudersoverleggen voorstellen te doen voor actualisatie van de uitvoeringsagenda.
Regio Hart van Brabant participeert voor één derde deel in het triple helix samenwerkingsverband van de stichting Midpoint Brabant. Het algemeen bestuur integreert de Midpoint Brabant agenda, voor zover het de overheidsinbreng betreft, in de strategische agenda en in de jaarlijkse begroting met uitvoeringsagenda van Regio Hart van Brabant en bepaalt daarmee ook de hoogte van de financiële bijdrage van de overheid aan Midpoint Brabant. Het algemeen bestuur bepaalt welke vertegenwoordigers namens de overheid zitting nemen in het bestuur van Midpoint Brabant.
Het algemeen bestuur is bevoegd verordeningen vast te stellen die noodzakelijk zijn voor de realisering van de in artikel 2 aangehaalde doelstellingen en de uitvoering van de in artikel 4 genoemde taken.
Hoofdstuk 5. Informatie en verantwoording
Artikel 14. algemeen en dagelijks bestuur ten opzichte van de raden
Het algemeen en dagelijks bestuur geven aan de colleges van burgemeester en wethouders en de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten, gevraagd of ongevraagd, alle inlichtingen die voor een beoordeling van het door het bestuur gevoerde of te voeren beleid nodig zijn, indien het verstrekken daarvan niet in strijd is met het openbaar belang. De inlichtingen worden in beginsel schriftelijk verstrekt. Onder ongevraagde aanlevering wordt tenminste de actieve verstrekking verstaan van een:
Het algemeen en dagelijks bestuur organiseren ten behoeve van informatie-uitwisseling twee maal per jaar, eenmaal in het voorjaar en eenmaal in het najaar, een radendag waarop alle gemeenteraadsleden van de deelnemende gemeenten worden uitgenodigd. De radendag is primair bedoeld voor raadsleden, maar collegeleden en gemeentesecretarissen van de deelnemende gemeenten mogen eveneens aanwezig zijn. Op de radendag in het voorjaar wordt informatie uitgewisseld met betrekking tot de op te stellen begroting met uitvoeringsagenda voor het daaropvolgende kalenderjaar.
Artikel 18. Verenigde Vergadering
Indien tenminste drie raden van de deelnemende gemeenten besluiten dat het, in het kader van de informatie- en verantwoordingsplicht van het algemeen bestuur, noodzakelijk is dat er een vergadering van alle raden van de deelnemende gemeenten bijeenkomt, dan is het algemeen bestuur gehouden deze zogenaamde Verenigde Vergadering bijeen te roepen.
Het verzoek om het bijeenroepen van de Verenigde Vergadering door drie of meer raden van deelnemende gemeenten dient schriftelijk te worden ingediend bij de voorzitter van het algemeen bestuur. De voorzitter is ervoor verantwoordelijk dat de oproeping voor de Verenigde Vergadering binnen acht weken na ontvangst van het verzoek neer is gelegd bij de griffie van elke deelnemende gemeente.
Hoofdstuk 6. Portefeuillehoudersoverleggen
Artikel 19. Portefeuillehoudersoverleggen
Het algemeen bestuur stelt portefeuillehoudersoverleggen op onderscheiden beleidsportefeuilles in.
Het portefeuillehoudersoverleg kan besluiten bestuurders, vertegenwoordigers of personen werkzaam bij of voor niet aan de regeling deelnemende gemeenten of andere publiek- of privaatrechtelijke rechtspersonen, in daarvoor in aanmerking komende overleggen toe te laten ten behoeve van advies en toelichting.
Het portefeuillehoudersoverleg is verantwoordelijk voor het doen van projectvoorstellen aan het algemeen bestuur en wijst uit haar midden een portefeuillehouder aan die als bestuurlijk opdrachtgever zal fungeren voor het betreffende project. Het projectvoorstel dat ter vaststelling wordt aangeboden aan het algemeen bestuur omvat daarnaast een voorstel voor een ambtelijk opdrachtgever en een ambtelijk projectleider. Het portefeuillehoudersoverleg treedt voor afstemming van de projectopdracht en de bemensing in overleg met de programmadirecteur, die ten behoeve daarvan in overleg kan treden met de kring gemeentesecretarissen.
Portefeuillehouders vervullen, op voordracht van het algemeen bestuur, de rol van overheidsvertegenwoordiger in de stuurgroepen die Midpoint Brabant per programma opricht en kunnen vanuit die hoedanigheid, samen met stuurgroepleden die onderwijs en bedrijfsleven vertegenwoordigen, opdrachtgever zijn van Midpoint Brabant-projecten. Betreffende portefeuillehouders zijn daarmee verantwoordelijk voor terugkoppeling aan de collega-portefeuillehouders in elk portefeuillehoudersoverleg over de voortgang van Midpoint Brabant-projecten en de afstemming met Regio Hart van Brabant-projecten.
Ten behoeve van informatievoorziening zijn portefeuillehouders verantwoordelijk voor het verzorgen van rapportage over de overlegresultaten uit het portefeuillehoudersoverleg en over de voortgang van regionale projecten uit de portefeuille aan de eigen gemeenteraad, danwel de van toepassing zijnde raadscommissie.
Voor de resultaten van het portefeuillehoudersoverleg is, voor zover het regionale project- en beleidsvoorstellen betreft en voor zover het overlegresultaten betreft die financiële consequenties hebben, besluitvorming door het algemeen bestuur nodig voor het maken van een integrale programmatische afweging. Indien en voor zover betreffende besluitvorming de met de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten in het strategisch werkprogramma en de jaarbegroting afgestemde kaders te buiten gaat, is tevens besluitvorming nodig door de organen van de deelnemende gemeenten wier bevoegdheden het betreft. Zonder een zodanige besluitvorming worden de deelnemende gemeenten niet door het overlegresultaat gebonden.
Hoofdstuk 8. Financiële bepalingen
a. Het dagelijks bestuur zendt, conform de bepalingen van artikel 35, lid 1, Wgr, de gehele ontwerpbegroting acht weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, onderscheidenlijk acht weken voordat zij door het algemeen bestuur wordt vastgesteld, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten. Daarin wordt de deelbegroting voor de regionale jeugdhulptaken apart zichtbaar gemaakt.
De deelnemende gemeenten dragen de kosten van de Regio Hart van Brabant, voor zover die niet uit andere middelen wordt gedekt. De kosten van de Regio Hart van Brabant worden door de deelnemende gemeenten gedragen naar rato van het inwonertal. Voor de berekening van het aandeel van iedere gemeente wordt uitgegaan van het inwonertal volgens de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per 1 januari van het jaar, voorafgaande aan dat, waarvoor de bijdrage verschuldigd is.
De deelnemende gemeenten dragen de kosten verbonden aan het overheidsaandeel in Midpoint Brabant voor zover die niet uit andere middelen worden gedekt. De kosten van Midpoint Brabant worden door de deelnemende gemeenten gedragen naar rato van het inwonertal. Voor de berekening van het aandeel van iedere gemeente wordt uitgegaan van het inwonertal volgens de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per 1 januari van het jaar, voorafgaande aan dat, waarvoor de bijdrage verschuldigd is
Van de kosten van de Regio Hart van Brabant maken in ieder geval deel uit de salariskosten en overige uit de rechtspositie voortvloeiende kosten ter zake van de functionarissen als bedoeld in artikel 20 van deze regeling. Evenals het aan hen toe te rekenen aandeel in de vaste organisatie- en huisvestingskosten van de organisatie door wie zij zijn aangesteld of gecontracteerd. Tevens maken hiervan deel uit de directe kosten, uitgezonderd de vaste organisatie- en huisvestingskosten, verband houdende met het opstellen van de ontwerpbegroting en –rekening, het voeren van het financieel beheer van Regio Hart van Brabant en het bewaren van archiefbescheiden.
Artikel 23a. Verplichtingen deelnemers
Indien aan het algemeen bestuur van de GR Regio Hart van Brabant blijkt dat een deelnemer weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het algemeen bestuur onverwijld aan Gedeputeerde Staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 Gemeentewet respectievelijk een verzoek aan de Minister van Binnenlandse Zaken tot toepassing van de artikelen 198 en 199 Provinciewet.
In afwijking van lid 1 vindt de bevoorschotting voor de regionale jeugdhulptaken, regionale uitvoeringskosten, risicoreservering en regionale innovatie plaats per week op dinsdag in vijftig gelijke delen. De laatste twee weken van het jaar vindt er geen voorschot plaats, conform het uitkeringsritme van het gemeentefonds. Bevoorschotting vindt plaats op basis van de vastgestelde begroting voor het betreffende kalenderjaar.
Wanneer het algemeen bestuur vaststelt dat een gemeenteraad van een deelnemende gemeente niet bereid is het aandeel als bedoeld in artikel 23, lid 1 en lid 2 van deze regeling op te nemen in de begroting van die gemeente, kan het algemeen bestuur aan Gedeputeerde Staten verzoeken over te gaan tot toepassing van artikel 194 van de Gemeentewet.
Een batig saldo, niet meegerekend de deelrekening voor regionale jeugdhulptaken, wordt uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten op basis van het bepaalde in artikel 23 van deze regeling. Een nadelig saldo wordt ten laste gebracht van de deelnemende gemeenten op basis van het bepaalde in artikel 23 van deze regeling.
In afwijking van het gestelde in lid 7 kan een batig saldo worden bestemd voor dekking van de kosten van het uitvoeringsprogramma van het daarop volgende kalenderjaar, danwel voor de vorming van of toevoeging aan een algemene reserve. Tevens kan een nadelig saldo geheel of gedeeltelijk ten laste worden gebracht van de algemene reserve. Deze reserve mag ten hoogste omvatten 10 procent van de begroting van het jaar, volgend op het jaar waarop de rekening betrekking heeft.
Een batig saldo voor regionale jeugdhulptaken wordt toegevoegd aan de regionale bestemmingsreserve jeugdhulp, met als maximum het percentage dat de deelnemende gemeenten bij begroting toekennen aan de regio voor het opvangen van risico’s. Het meerdere wordt uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten, naar rato van de werkelijke kosten per gemeente.
Hoofdstuk 9 Toetreding, uittreding, wijziging, opheffing
Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemende gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing. Daarbij wordt gebruikt gemaakt van de kostentoerekeningsmethodiek als bedoeld in artikel 23 van deze regeling. Het voorziet ook in de gevolgen van de opheffing voor de in artikel 20 bedoelde functionarissen. Verder voorziet het liquidatieplan in de vereffening van het vermogen van het openbaar lichaam.
Hoofdstuk 10. Overgangs- en slotbepalingen
De eerste aanwijzing van leden van het algemeen bestuur vindt plaats uiterlijk acht weken na de dag van in werking treden van de regeling.
Artikel 31. Toezending aan Gedeputeerde Staten en aan de gemeenten;
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg draagt zorg voor de toezending van de regeling aan Gedeputeerde Staten als bedoeld in artikel 26 Wgr en aan de besturen van de deelnemende gemeenten.
Deze regeling kan worden aangehaald als ‘gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant.’
Toelichting op de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant
Regio Hart van Brabant is het publieke samenwerkingsverband van de gemeenten Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk. In november 2009 kreeg de regionale samenwerking een stevige impuls. De samenwerking tussen de gemeenten onderling, binnen wat destijds Regionaal Overleg Midden-Brabant (ROM) heette, werd geconcretiseerd middels een strategische agenda. Deze werd in 2011 definitief vastgesteld. Daarbij werd tevens de naam aangepast van ROM naar Regio Hart van Brabant. Daarnaast werd de (triple-helix) samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs ten behoeve van het regionaal economisch ontwikkelprogramma doorontwikkeld en geïnstitutionaliseerd in de (privaatrechtelijke) stichting Midpoint Brabant. Sinds 2015 is de samenwerking van de gemeenten van de regio Hart van Brabant op het sociaal domein geïntensiveerd door de decentralisatie van de taken op jeugd, participatie en Wmo.
De agenda van de samenwerkende gemeenten omvat enerzijds publieke samenwerkingsopgaven en anderzijds het gemeentelijke aandeel in de triple helix agenda van Midpoint Brabant. De gezamenlijke ambities op het gebied van mens en samenleving, leefomgeving en milieu, economie en social innovation zijn neergelegd en bevestigd in de strategische meerjarenagenda 2016-2020.
De gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant is een collegeregeling, welke met toestemming van de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten is aangegaan. Het is als zodanig een vorm van verlengd lokaal bestuur. Naast de wettelijke instrumenten zoals zienswijzen en informatieplicht is de betrokkenheid van raden binnen onze regeling geborgd via radendagen en de mogelijkheid om een Verenigde Vergadering bijeen te roepen. Raadsbijeenkomsten worden bovendien voorbereid in samenspraak met een klankbordgroep, bestaande uit raadsleden en griffiers.
Aan het hoofd van het openbaar lichaam Regio Hart van Brabant staat het algemeen bestuur, bestaande uit de burgemeesters. Voor de behartiging van bepaalde belangen kan het algemeen bestuur een bestuurscommissie instellen. Dit is in 2015 besloten voor de regionale jeugdhulptaken, gelet op het specifieke karakter van deze taken en het inhoudelijke en financiële gewicht. De bestuurscommissie heeft de gedelegeerde bevoegdheid om de regionale jeugdhulptaken bestuurlijk aan te sturen en daar inhoudelijke besluiten over te nemen. De eindverantwoordelijkheid voor het vaststellen van de begroting en de jaarrekening is wettelijk voorbehouden aan het algemeen bestuur.
Binnen de portefeuillehoudersoverleggen vindt vakinhoudelijk overleg plaats. In de regeling is bepaald dat dit overleg de inhoudelijke voorbereiding vormt die kan leiden tot besluitvorming door het algemeen bestuur en/ of tot besluiten van de bevoegde bestuursorganen van de deelnemende gemeenten waardoor deze gemeenten kunnen worden gebonden.
Midpoint Brabant is het (privaatrechtelijk) samenwerkingsverband van onderwijs, ondernemers en overheid, gericht op de realisatie van het regionaal economisch ontwikkelprogramma. De overheid is één van de drie participanten in voormeld samenwerkingsverband en organiseert deze rol via Regio Hart van Brabant. Midpoint Brabant fungeert hiermee als uitvoeringsorganisatie voor de deelnemende gemeenten in dit samenwerkingsverband.
Het algemeen bestuur bepaalt jaarlijks de hoogte van de financiële bijdrage aan Midpoint Brabant, waarmee de basisorganisatie van de triple helixsamenwerking wordt gefinancierd. De bestuurlijke relatie is geborgd via het aanwijzen van de vertegenwoordigers welke namens de overheid zitting hebben in het algemeen bestuur van Midpoint Brabant. Daarnaast nemen enkele portefeuillehouders deel aan de stuurgroepen van Midpoint Brabant en verzorgen als zodanig op hun vakgebied een brugfunctie tussen de regionale overheidstafel en de triple helix.
Programmamanagement en vakinhoudelijke inbreng
Het bestuur, de portefeuillehoudersoverleggen en de kring gemeentesecretarissen worden ondersteund door het programmamanagement. Dat bestaat uit een programmadirecteur, verschillende programmacoördinatoren en een ondersteunende staf. Waarbij de directeur functioneert als secretaris van de regionale samenwerking en eerste adviseur van het dagelijks bestuur, het algemeen bestuur, de door hen ingestelde commissies. Daarnaast is hij adviseur van de kringgemeentesecretarissen. De beleidsinhoudelijke voorbereiding en ondersteuning van de portefeuillehoudersoverleggen wordt verzorgd door beleidsambtenaren van de deelnemende gemeenten zelf.
Artikel 3 Openbaar lichaam en bestuursorganen
Met dit artikel wordt het openbaar lichaam ingesteld, in casu feitelijk bestendigd waardoor er sprake is van een overheidslichaam met rechtspersoonlijkheid.
De taak tot het besteden van subsidiegelden en de verantwoording daarover wordt uitgeoefend in die gevallen waarin een subsidieverlener ten behoeve van een concrete samenwerkingstaak slechts subsidie wenst te verlenen aan een krachtens publiekrecht
ingestelde regionale rechtspersoon. Met andere woorden: indien een subsidieverlener (bijvoorbeeld Rijk of provincie) bereid is om een samenwerkingstaak van twee of meer deelnemende gemeenten te subsidiëren door verstrekking van die subsidie aan die gemeenten
zelf, dan is er geen taak voor het algemeen bestuur op grond van artikel 4 lid 1 onder b van deze regeling. De regionale jeugdhulptaken die onderdeel uitmaken van de gemeenschappelijke regeling, zijn door de deelnemende gemeenten nader omschreven en bepaald in het regionaal beleidskader jeugd.
Tweede lid: de verwijzing naar de artikelen 19 en 20 van de Gemeentewet betreft de oproeping voor de vergadering en het vergaderquorum: de vergadering wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is. Lid 3: in
tegenstelling tot de vergaderingen van het gemeenschappelijk orgaan, eist art. 22, lid 3 Wgr dat de vergaderingen van het algemeen bestuur in beginsel openbaar van karakter zijn.
Uitgangspunt is dat besluiten genomen worden op basis van absolute meerderheid. Bij een even aantal stemgerechtigde leden betekent dit dat wordt uitgegaan van de helft plus 1. Bij een oneven aantal stemgerechtigde leden geldt dat de helft plus ½ de absolute
Artikel 10a Bestuurscommissies
Met dit artikel wordt de mogelijkheid geboden om bestuurscommissies in te stellen. Deze mogelijkheid is opgenomen in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) en is in 2015 geïntroduceerd in de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant met het oog
op de regionale jeugdhulptaken. Het instellen van een bestuurscommissie kan alleen als de raden van alle deelnemende gemeenten daarmee instemmen.
Artikel 12 Verordeningen, dienstverlenings- en/of samenwerkingsovereenkomsten
Uit artikel 5 volgt dat verordeningen, dienstverlenings- en/of samenwerkingsovereenkomsten alleen vastgesteld kunnen worden voor taken die in artikel 4 aan het algemeen bestuur zijn opgedragen. Ter uitvoering van gesubsidieerde taken als bedoeld in artikel 4 lid 1
onder b kan het bijvoorbeeld nodig zijn om in een verordening regels te stellen voor de toekenning van subsidies, het stellen van voorwaarden daarbij en het afleggen van verantwoording daarover. Artikel 12 legt hiervoor de basis. Indien een verordening,
dienstverlenings- en/of samenwerkingsovereenkomst gaat over een uitvoeringstaak waarin niet door alle aan het Hart van Brabant deelnemende gemeenten wordt geparticipeerd, dient deze zodanig te worden geredigeerd dat deze alleen geldt voor de gemeenten die
wel in de betreffende taak deelnemen.
Dit artikel biedt de mogelijkheid om eventueel overeenkomsten aan te gaan met gemeenten die niet aan de regeling deelnemen, maar die wel wensen aan te sluiten bij een uitvoeringsproject van deelnemende gemeenten. Besluitvorming hierover vindt
uiteraard plaats in overeenstemming met het gestelde in artikel 8.
Artikelen 14 t/m 16 informatie en verantwoording
Deze artikelen regelen de informatie- en verantwoordingsplicht die uit een oogpunt van democratische legitimatie aan het functioneren van het bestuur worden gesteld en die verplicht is op grond Wgr. Ter voorbereiding van de radendag stelt het Algemeen Bestuur een klankbordgroep in waarbij raadsleden van de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten de mogelijkheid krijgen om onderwerpen voor te dragen en wensen te uiten over de inhouden van de radendag.
Artikel 18. Verenigde Vergadering
Besluiten die worden genomen in de Verenigde Vergadering hebben uitsluitend, maar wel grote, bestuurlijk-politieke betekenis. Er gaat een belangrijke signaalwerking vanuit naar de bestuursorganen die gerekend worden tot deze gemeenschappelijke regeling
(algemeen bestuur en dagelijks bestuur) en naar de portefeuillehoudersoverleggen. Uitgangspunt is dat besluiten genomen worden op basis van absolute meerderheid. Bij een even aantal stemgerechtigde leden betekent dit dat wordt uitgegaan van de helft
plus 1. Bij een oneven aantal stemgerechtigde leden geldt dat de helft plus ½ de absolute meerderheid vormt.
Op basis van de Archiefwet 1995 is de gemeenschappelijke regeling zorgplichtig voor de inrichting en borging van informatie- en archiefbeheer. Dat wil zeggen: voor het in goede, duurzame en toegankelijke staat brengen en bewaren, alsook voor de vernietiging van
daarvoor in aanmerking komende bescheiden. Met artikel 18a wordt deze zorgplicht ingevuld en verankerd.
Artikel 19 Portefeuillehoudersoverleggen
Het tweede lid bepaalt dat in beginsel één lid van het college van burgemeester en wethouders, te weten de betreffende portefeuillehouder, aan het overleg deelneemt. Tegen ad hoc deelname aan het overleg door meerdere leden uit een college bestaat geen bezwaar.
De portefeuillehoudersoverleggen analyseren zelf welke kansen en bedreigingen op hun terrein zich voordoen. En zo ja, welke intergemeentelijke aanpak daarbij past. De overleggen worden vakinhoudelijk gesteund door inbreng van de gemeenten zelf.
Artikelen 20 en 21 Ambtelijke ondersteuning
Deze artikelen regelen de ambtelijke ondersteuning. In aanvulling op hetgeen gesteld is in artikel 21 hebben gemeentesecretarissen de inspanningsverplichting om twee interne coördinatoren aan te stellen om de communicatie tussen Regio Hart van Brabant en Midpoint
Brabant enerzijds en de deelnemende gemeenten anderzijds goed te doen verlopen. De diverse rollen binnen onze (ambtelijke) netwerkorganisatie zijn nader omschreven en bepaald in een spelregelboek Regio Hart van Brabant.
Deze artikelen regelen de vaststelling van de begroting, de kostentoerekening, de voorschotbetaling en de vaststelling van de rekening. Er is tevens een inspraakregeling opgenomen voor de raden van de deelnemende gemeenten bij de vaststelling van de begroting en
de jaarrekening. Deze regeling waarbij de gemeenteraden – verplicht – in de gelegenheid moeten worden gesteld om een zienswijze kenbaar te maken is ontleend aan artikel 35 lid 3 van de Wgr. In de artikelen over financiën gelden in een aantal opzichten afwijkende
bepalingen voor de regionale jeugdhulptaken, samenhangend met het afwijkende karakter en de afwijkende omvang van de daarmee gepaard gaande inkomsten (baten) en uitgaven (lasten).
Alle deelnemende gemeenten worden geacht deel te nemen aan de uitvoering van alle in artikel 4 genoemde taken, tenzij hierover in de strategische werkagenda of de jaarlijkse begroting expliciet andere afspraken zijn gemaakt. Zo kan het voorkomen dat met
betrekking tot de samenwerkingstaken als genoemd in artikel 4 in wisselende samenstelling van gemeenten wordt samengewerkt. Een eventueel nadelig financieel resultaat van de uitvoering van de taken als genoemd in artikel 4 komt voor rekening van de aan de
betreffende taak deelnemende gemeenten en kan niet leiden tot een financiële verplichting voor gemeenten die niet aan de betreffende taak deelnemen. Zo een nadelig financieel resultaat behoort dan ook niet tot de ‘kosten van de Regio Hart van Brabant’ als bedoeld in
het eerste en tweede lid van dit artikel. Ook voor de kostentoerekening geldt dat afwijkende bepalingen voor de regionale jeugdhulptaken zijn opgenomen. Om de deelnemende gemeenten de ruimte te geven voor nadere afspraken en een jaarlijkse actualisering van de
kostentoerekening voor de regionale jeugdhulptaken, is in de regeling bepaald dat dit jaarlijks wordt gespecificeerd in de bijbehorende deelbegroting. Het bepaalde in artikel 23 laat onverlet dat door Regio Hart van Brabant ook met niet deelnemende gemeenten kan
worden samengewerkt en dat daarvoor door het algemeen bestuur op maatwerkbasis afspraken gemaakt worden over kostentoedeling. Deze afspraken worden vastgelegd in een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 13, lid 2.
Artikel 23a Verplichtingen deelnemers
Voordat het algemeen bestuur op basis van lid 2 een verzoek richt aan Gedeputeerde Staten wordt altijd eerst in gesprek met een weigerachtige deelnemer getracht om tot een oplossing te komen.
Artikel 30 Toezending aan Gedeputeerde Staten en aan de gemeenten;
Artikel 26 Wgr verlangt dat in de gemeenschappelijke regeling een deelnemende gemeente wordt aangewezen – als ‘penvoerende gemeente’ -
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-69006.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.