De Minister voor Milieu en Wonen,
Gelet op artikel 4, tweede lid, van de Kaderwet subsidies I en M en artikel 8, eerste
lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M;
BESLUIT:
ARTIKEL I
Artikel 12, derde lid, van de Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en
-innovaties in transport wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘€ 10.700.000,–’ vervangen door ‘€ 15.400.000,–’.
2. In onderdeel e wordt ‘€ 1.000.000,–’ vervangen door ‘€ 1.300.000,–’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Indien de Staatscourant waarin deze regeling
wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 november 2019, werkt zij terug tot en met
1 december 2019.
De Minister voor Milieu en Wonen,
S. van Veldhoven-van der Meer
TOELICHTING
1. De wijziging
Deze regeling voorziet in een wijziging van de Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën
en -innovaties in transport (hierna: Subsidieregeling DKTI).
De Subsidieregeling DKTI geeft een kader voor het verstrekken van subsidies ter bevordering
van de totstandkoming van klimaattechnologieën en -innovaties in de sector transport
en mobiliteit. Met deze wijziging van de Subsidieregeling DKTI wordt voorzien in een
verhoging van de subsidieplafonds voor de categorieën ‘vervoermiddelen met de voertuigkwalificaties
N1, N2 of N3’ (hierna: categorie goederenvervoer) en ‘emissiearme mobiele machines’
(hierna: categorie mobiele machines), binnen de projecten ‘experimentele ontwikkeling’
en ‘proeftuin’.
De in de Subsidieregeling DKTI opgenomen subsidieplafonds zijn voor de betreffende
categorieën uitgeput. Enkele projecten die wel in aanmerking kunnen komen voor deze
subsidies zijn buiten het beschikbare subsidieplafond gerangschikt. De adviescommissie
als bedoeld in artikel 25 van de Subsidieregeling DKTI heeft geadviseerd om de meest
excellente projecten alsnog door te laten gaan. Het gaat hier om projecten met een
toekenning door de adviescommissie van meer dan 80 punten. Aan dit advies is gehoor
gegeven.
Dit wordt bereikt door de twee genoemde subsidieplafonds te verhogen met € 4.700.000,–
voor de categorie goederenvervoer en € 300.000,– voor de categorie mobiele machines.
Hiervoor zijn klimaatakkoordgelden beschikbaar gesteld.
Het beschikbare budget voor de subsidieregeling DKTI 2019 bedroeg in 2019 € 29.500.000,–.
Door de ophoging met in totaal € 5.000.000,– kan aanvullend voor vijf waterstofprojecten
en een elektrisch vervoer-project (EV-project) subsidie worden verleend. Deze projecten
komen bij de 32 projecten waarvoor in 2019 al subsidie is verleend. Hiermee kan een
positieve bijdrage worden geleverd aan de klimaatdoelstelling voor de sector transport
en mobiliteit.
2. Consultatie
Met de verhoging van de subsidieplafonds wordt alleen subsidie verleend voor projecten
waarvoor al een aanvraag is ingediend en die voor deze subsidie in aanmerking kwamen.
Zij voldeden dus al aan de voorwaarden die daarvoor in de Subsidieregeling DKTI zijn
gesteld, maar vielen eerder buiten het subsidieplafond. Deze regeling heeft alleen
gevolgen voor de aanvragers van deze subsidie. Het brengt verder geen ingrijpende
veranderingen teweeg in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en heeft ook
geen ingrijpende gevolgen voor de uitvoeringspraktijk. De toegevoegde waarde van internetconsultatie
is daarmee bijzonder klein. Volgens de Verzamelbrief Regeldruk (Kamerstukken 29 362, nr 224) is dit voldoende grond om af te zien van internetconsultatie. Er is dan ook voor
gekozen om geen internetconsultatie te laten plaatsvinden voor deze regeling.
3. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Als deze uitgifte na 30 november plaatsvindt,
werkt de regeling terug tot en met 1 december. Deze bepaling omtrent terugwerkwerkende
kracht is opgenomen om te verzekeren dat de betreffende subsidies nog in 2019 verstrekt
kunnen worden.
Daarnaast wordt afgeweken van het beleid inzake vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn
van twee maanden, zoals vastgelegd in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de
regelgeving. Deze afwijking is gerechtvaardigd, omdat de doelgroep is gebaat bij een
spoedige inwerkingtreding. De verhoging van de plafonds leidt er immers toe dat voor
meer projecten subsidie kan worden verleend.
De Minister voor Milieu en Wonen,
S. van Veldhoven-van der Meer