Regeling van de Minister voor Milieu en Wonen, van 5 december 2019, nr. IENW/BSK-2019/250556 tot wijziging van de Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -innovaties in transport in verband met de verhoging van twee subsidieplafonds voor 2019

De Minister voor Milieu en Wonen,

Gelet op artikel 4, tweede lid, van de Kaderwet subsidies I en M en artikel 8, eerste lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 12, derde lid, van de Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -innovaties in transport wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 10.700.000,–’ vervangen door ‘€ 15.400.000,–’.

2. In onderdeel e wordt ‘€ 1.000.000,–’ vervangen door ‘€ 1.300.000,–’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 november 2019, werkt zij terug tot en met 1 december 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

1. De wijziging

Deze regeling voorziet in een wijziging van de Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -innovaties in transport (hierna: Subsidieregeling DKTI).

De Subsidieregeling DKTI geeft een kader voor het verstrekken van subsidies ter bevordering van de totstandkoming van klimaattechnologieën en -innovaties in de sector transport en mobiliteit. Met deze wijziging van de Subsidieregeling DKTI wordt voorzien in een verhoging van de subsidieplafonds voor de categorieën ‘vervoermiddelen met de voertuigkwalificaties N1, N2 of N3’ (hierna: categorie goederenvervoer) en ‘emissiearme mobiele machines’ (hierna: categorie mobiele machines), binnen de projecten ‘experimentele ontwikkeling’ en ‘proeftuin’.

De in de Subsidieregeling DKTI opgenomen subsidieplafonds zijn voor de betreffende categorieën uitgeput. Enkele projecten die wel in aanmerking kunnen komen voor deze subsidies zijn buiten het beschikbare subsidieplafond gerangschikt. De adviescommissie als bedoeld in artikel 25 van de Subsidieregeling DKTI heeft geadviseerd om de meest excellente projecten alsnog door te laten gaan. Het gaat hier om projecten met een toekenning door de adviescommissie van meer dan 80 punten. Aan dit advies is gehoor gegeven.

Dit wordt bereikt door de twee genoemde subsidieplafonds te verhogen met € 4.700.000,– voor de categorie goederenvervoer en € 300.000,– voor de categorie mobiele machines. Hiervoor zijn klimaatakkoordgelden beschikbaar gesteld.

Het beschikbare budget voor de subsidieregeling DKTI 2019 bedroeg in 2019 € 29.500.000,–. Door de ophoging met in totaal € 5.000.000,– kan aanvullend voor vijf waterstofprojecten en een elektrisch vervoer-project (EV-project) subsidie worden verleend. Deze projecten komen bij de 32 projecten waarvoor in 2019 al subsidie is verleend. Hiermee kan een positieve bijdrage worden geleverd aan de klimaatdoelstelling voor de sector transport en mobiliteit.

2. Consultatie

Met de verhoging van de subsidieplafonds wordt alleen subsidie verleend voor projecten waarvoor al een aanvraag is ingediend en die voor deze subsidie in aanmerking kwamen. Zij voldeden dus al aan de voorwaarden die daarvoor in de Subsidieregeling DKTI zijn gesteld, maar vielen eerder buiten het subsidieplafond. Deze regeling heeft alleen gevolgen voor de aanvragers van deze subsidie. Het brengt verder geen ingrijpende veranderingen teweeg in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en heeft ook geen ingrijpende gevolgen voor de uitvoeringspraktijk. De toegevoegde waarde van internetconsultatie is daarmee bijzonder klein. Volgens de Verzamelbrief Regeldruk (Kamerstukken 29 362, nr 224) is dit voldoende grond om af te zien van internetconsultatie. Er is dan ook voor gekozen om geen internetconsultatie te laten plaatsvinden voor deze regeling.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Als deze uitgifte na 30 november plaatsvindt, werkt de regeling terug tot en met 1 december. Deze bepaling omtrent terugwerkwerkende kracht is opgenomen om te verzekeren dat de betreffende subsidies nog in 2019 verstrekt kunnen worden.

Daarnaast wordt afgeweken van het beleid inzake vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van twee maanden, zoals vastgelegd in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Deze afwijking is gerechtvaardigd, omdat de doelgroep is gebaat bij een spoedige inwerkingtreding. De verhoging van de plafonds leidt er immers toe dat voor meer projecten subsidie kan worden verleend.

De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven