ARTIKEL I
De Regeling nationale EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:
A
Het opschrift van titel 4a.2. komt te luiden:
Titel 4a.2. Versterking cyberweerbaarheid
B
Aan artikel 4a.2.7 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
C
In artikel 4a.2.8, eerste lid, wordt ‘de rangschikkingscriteria, bedoeld in artikel
4a.2.9, eerste lid’ vervangen door ‘de afwijzingsgronden, bedoeld in de artikelen
22 en 23 van het besluit en artikel 4a.2.7, en de rangschikkingscriteria, bedoeld
in artikel 4a.2.9, eerste lid’.
D
Artikel 4a.2.9, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:
-
c. het cyberweerbaarheidsplan innovatiever is, blijkende uit de mate waarin het cyberweerbaarheidsplan
best practices of blauwdrukken oplevert, of de mate waarin het plan complementair
is aan eerder uitgevoerde plannen.
E
In artikel 4a.2.13 wordt ‘1 april 2019’ vervangen door ‘1 april 2021’.
ARTIKEL II
Aan de tabel van artikel 1, tweede lid, van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies
2019 wordt een rij toegevoegd, luidende:
Titel 4a.2 Versterking cyberweerbaarheid
|
4a.2.2
|
|
|
01-04-2019 t/m 13-05-2019
|
€ 1.000.000
|
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2019.
TOELICHTING
1. Aanleiding
De subsidiemodule ‘Versterking cyberweerbaarheid’ in titel 4a.2 van de Regeling nationale
EZ-subsidies heeft een vervaldatum van 1 april 2019. Om hieronder vermelde redenen
is besloten de looptijd van deze subsidiemodule te verlengen. Op grond van artikel
4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is het ontwerp van deze wijzigingsregeling
op 19 september 2018 aan de Tweede Kamer overgelegd (Kamerstukken II 2018/19, 26 643, nr. 560).
2. Versterking cyberweerbaarheid
In 2018 heb ik het beleidsexperiment cyberweerbaarheid geïnitieerd om de digitale
veiligheid van het niet-vitale bedrijfsleven te bevorderen. Het stimuleren van samenwerking
op het terrein van cybersecurity wordt mogelijk gemaakt door het Digital Trust Center
(DTC), met als doel toe te werken naar een landelijk dekkend stelsel van informatieknooppunten
waar ondernemers terecht kunnen voor kennis, dreigingsinformatie, best practices en
handelingsperspectief op het terrein van cybersecurity.
Deze subsidiemodule biedt samenwerkingsverbanden de mogelijkheid om een cyberweerbaarheidsplan
te ontwikkelen, waarvoor een cyberweerbaarheidsnetwerk subsidie kan aanvragen. Het
gaat hierbij om een samenhangend geheel van de volgende activiteiten: het vormen en
in stand houden van een netwerk, het stimuleren van bewustwording, het geven van inzicht
in digitale kwetsbaarheden, het verrichten van diensten om de cyberweerbaarheid te
versterken en/of het anderszins versterken van de cyberweerbaarheid van niet-vitale
ondernemingen. Het DTC heeft hiervoor in 2018 € 1 miljoen beschikbaar gesteld. De
eerste uitvraag laat zien dat er genoeg potentieel is om de subsidieregeling met twee
jaar te verlengen. Met een verlenging van twee jaar wordt duidelijkheid geboden aan
bedrijven die overwegen samen te werken aan cybersecurity.
De Adviescommissie cyberweerbaarheid die de voorstellen heeft beoordeeld, bevestigt
dat het beleidsexperiment cyberweerbaarheid een succesvolle regeling is die goed aansluit
bij de behoefte in de markt. Samenwerkingsverbanden op regionaal, sectoraal of brancheniveau
vormen een belangrijke schakel naar hun achterban. Zij kunnen informatie ophalen bij
bedrijven over hun behoeften op het gebied van cybersecurity en handelingsperspectief
bieden bij actuele dreigingen en kwetsbaarheden. De resultaten en best practices die
binnen de samenwerkingsverbanden worden ontwikkeld kunnen via het DTC worden ontsloten
voor andere sectoren, zodat er navolging kan plaatsvinden. Om die reden is de vervaldatum
van dit beleidsexperiment verlengd tot 1 april 2021. Door de verlenging is niet langer
sprake van een beleidsexperiment en daarom is de benaming van de subsidiemodule aangepast.
3. Overige wijzigingen
In de subsidiemodule is tevens een aantal wijzigingen doorgevoerd. In artikel 4a.2.7
is toegevoegd dat geen subsidie wordt verstrekt als de subsidieontvanger of een deelnemer
aan het desbetreffende samenwerkingsverband al subsidie heeft ontvangen voor een soortgelijk
cyberweerbaarheidsplan. Dit artikel dient te voorkomen dat opnieuw subsidie wordt
toegekend aan een subsidieaanvrager die voor een soortgelijk cyberweerbaarheidsplan
eerder al subsidie heeft ontvangen.
Verder is uit de interne evaluatie door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
van de regeling in 2018 gebleken dat het wenselijk is dat de Adviescommissie cyberweerbaarheid
adviseert over zowel de rangschikkingscriteria als de afwijzingsgronden. Hiertoe is
artikel 4a.2.8 aangepast.
Tot slot wordt in artikel 4a.2.9 nadere duiding gegeven aan het rangschikkingscriterium
dat het cyberweerbaarheidsplan innovatiever is. Ten eerste is een cyberweerbaarheidsplan
innovatiever als de best practices of blauwdrukken opleveren die door andere bedrijven
of sectoren kunnen worden gebruikt. De expertise die binnen de cyberweerbaarheidsnetwerken
wordt opgebouwd (in de vorm van best practices of blauwdrukken), kan worden gebruikt
bij andere organisaties, zodat er navolging kan plaatsvinden en de reikwijdte van
het DTC verder worden vergroot. Verder is een cyberweerbaarheidsplan innovatiever
als het complementair is aan eerder uitgevoerde cyberweerbaarheidsplannen. Hierbij
kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de mate waarin de geleerde lessen die naar voren
zijn gekomen uit eerdere plannen zijn toegepast in het onderhavige cyberweerbaarheidsplan.
Op deze manier wordt de inzet van reeds bestaande netwerken benut en ontstaat er groei
in de ideeën om ondernemers te stimuleren en faciliteren in het werken aan cyberweerbaarheid.
4. Staatssteun
Deze subsidiemodule bevat staatssteun. Voor MKB-ondernemingen wordt de consultancysteun
gerechtvaardigd door artikel 18 van de algemene groepsvrijstellingsverordening. Voor
de overige activiteiten moet de subsidieaanvrager voldoen aan de voorwaarden van de
algemene de-minimisverordening. Uit het cyberweerbaarheidsplan en de begroting blijkt
of de kosten worden gerechtvaardigd door artikel 18 van de algemene groepsvrijstellingsverordening
of dat de algemene de-minimisverordening van toepassing is. Voor grote ondernemingen
bevat de subsidie staatssteun die kan worden gerechtvaardigd door de algemene de-minimisverordening.
Subsidieaanvragers moeten daarom bij de aanvraag een de-minimisverklaring indienen.
De verlening van de vervaldata van deze subsidiemodule brengt geen verandering in
de staatssteunaspecten, omdat de voorwaarden van deze subsidiemodule nagenoeg ongewijzigd
blijven. De nieuwe vervaldatum van deze subsidiemodule ligt na de datum waarop de
looptijd van het toepasselijke Europese staatssteunkader (in dit geval de algemene
groepsvrijstellingsverordening en de algemene de-minimisverordening) verstrijkt. Behoudens
het geval waarin de algemene groepsvrijstellingsverordening of algemene de-minimisverordening
verlengd wordt, zal deze subsidiemodule alleen na die datum (voor beide Europese staatssteunkaders
is dat 31 december 2020) worden opengesteld, indien hiervoor in het staatssteunrecht
een (andere of nieuwe) rechtvaardigheidsgrond gevonden kan worden. Alsdan zal deze
subsidiemodule hier op worden aangepast door de andere of nieuwe rechtvaardigheidsgrond
te noemen en zo nodig inhoudelijke wijzigingen als gevolg van de nieuwe kaders aan
te brengen.
5. Regeldruk
De wijziging van de vervaltermijn leidt niet tot wijziging van informatieverplichtingen
en derhalve ook niet tot een toe- of afname van regeldruk bij de deelnemers aan de
subsidiemodule versterking cyberweerbaarheid. Een concept van de regeling is voorgelegd
aan het Adviescollege toetsing regeldruk en is niet geselecteerd voor formele advisering.
6. Vaste verandermomenten
Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 1 april 2019, een vast verandermoment.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer