Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 6 december 2019, nr. WJZ/ 19226749, tot wijziging van diverse regelingen op het beleidsterrein van het Ministerie van LNV vanwege de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 8.22, tweede lid, van de Wet dieren, artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, artikel 81 van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005, artikel 14, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en artikel 5, zevende lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling diergeneeskundigen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 6.1, eerste lid, wordt ‘het maximum van schaal 15 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘het maximum overeenkomstig schaal 15 als overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn’.

B

In artikel 6.2, eerste lid, wordt ‘het maximum van schaal 17 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘het maximum overeenkomstig schaal 17 als overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn’.

C

In artikel 6.5 wordt ‘reis- en verblijfskosten toegekend op grond van het Reisbesluit binnenland’ vervangen door ‘reis- en verblijfskosten toegekend overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn’.

ARTIKEL II

In artikel 6 van de Regeling vacatiegelden leden commissie beheer landbouwgronden, provinciale commissie beheer landbouwgronden en geschillencommissie wordt ‘een vergoeding voor reis- en verblijfkosten op de voet van het bepaalde in het Reisbesluit binnenland’ vervangen door ‘een vergoeding voor reis- en verblijfskosten overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn’.

ARTIKEL III

In artikel 4, eerste lid, van de Regeling vergoeding deskundige leden kamers voor het kwekersrecht wordt ‘reis- en verblijfskosten overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens het Reisbesluit binnenland’ vervangen door ‘reis- en verblijfskosten overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn’.

ARTIKEL IV

De Regeling werkzaamheden Raad voor Plantenrassen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 42a, eerste lid, wordt ‘overeenkomstig het maximum van schaal 17 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘overeenkomstig het maximum van schaal 17 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn’.

B

In artikel 42b wordt ‘het Reisbesluit binnenland’ vervangen door ‘hetgeen in verband met dienstreizen binnen Nederland daarover overeenkomstig is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn’.

ARTIKEL V

Het Besluit vergoeding leden en plaatsvervangende leden van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 1 tot en met 3 wordt ‘overeenkomstig het maximum van schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ telkens vervangen door ‘overeenkomstig het maximum van schaal 18 als overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn’.

ARTIKEL VI INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 6 december 2019

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

1. Algemeen

Met invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren1 (hierna: Wnra) wordt een systeemovergang gerealiseerd waardoor de arbeidsvoorwaarden van ambtenaren niet meer aan de hand van publiekrechtelijke regels, maar privaatrechtelijk aan de hand van een collectieve arbeidsovereenkomst (hierna: CAO) worden ingericht.

Vanwege deze systeemovergang worden in vijf ministeriële regelingen op het beleidsterrein van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit enkele verwijzingen naar het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en het Reisbesluit binnenland vervangen door verwijzingen naar de CAO voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.

Het betreft verwijzingen in de Regeling diergeneeskundigen, de Regeling vacatiegelden leden commissie beheer landbouwgronden, provinciale commissie beheer landbouwgronden en geschillencommissie, de Regeling vergoeding deskundige leden kamers voor het kwekersrecht, de Regeling werkzaamheden Raad voor Plantenrassen en het Besluit vergoeding leden en plaatsvervangende leden van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

Voor een uitgebreide toelichting op de uitgangspunten van deze technische en beleidsneutrale wetgevingsoperatie wordt verwezen naar paragraaf 1 van de memorie van toelichting bij de Aanpassingswet Wnra (Kamerstukken II 2018/19, 35 073, nr. 3). Voor toelichting op de financiële gevolgen en de uitvoerings- en handhavingsaspecten wordt verwezen naar de paragrafen 6 en 7 van die memorie van toelichting.

2. Vaste verandermomenten en inwerkingtreding

Deze Regeling treedt in werking per 1 januari 2020 en is na 1 november 2019 in de Staatscourant gepubliceerd. Hiermee is niet voldaan aan de publicatietermijn van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Het wordt van belang geacht dat de met deze regeling beoogde technische aanpassingen aansluiten aan de inwerkingtreding van de Wnra per 1 januari 2020. Vanwege de aard van de aanpassingen wordt daarom afgeweken van de minimale publicatietermijn van twee maanden voorafgaand aan inwerkingtreding.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Wet van 9 maart 2017 tot wijziging van de Ambtenarenwet en enige andere wetten in verband met het in overeenstemming brengen van de rechtspositie van ambtenaren met die van werknemers met een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht (Wet normalisering rechtspositie ambtenaren, Stb. 2017, 123).

Naar boven