Beleidsregel van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 6 december 2019, nr. WJZ/19250560 , houdende wijziging van Beleidsregel Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 4.8 van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB;

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregel Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3a vervalt.

B

Artikel 5, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De blokkerende zeggenschap, bedoeld in het eerste lid, onderdeel, a, is uiterlijk op 15 mei van het eerste jaar waarin hij als jonge landbouwer een aanvraag indient verkregen en kan worden aangetoond met:

    • a. de statuten van de rechtspersoon, ingeval van een besloten vennootschap, naamloze vennootschap, een stichting en een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid;

    • b. een schriftelijk vastgelegde overeenkomst met alle maten, ingeval van een maatschap;

    • c. een schriftelijk vastgelegde overeenkomst met alle vennoten, ingeval van een vennootschap onder firma;

    • d. een schriftelijk vastgelegde overeenkomst tussen alle leden, ingeval van een vereniging zonder volledige rechtsbevoegdheid, of

    • e. de registratie van de blokkerende zeggenschap in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, waarvan de juistheid desgevraagd kan worden aangetoond met de onder a tot en met d genoemde bescheiden.

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 6 december 2019

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

Met deze wijziging wordt de Beleidsregel Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB op twee onderdelen aangepast.

Certificeringsregeling Veldleeuwerik

Met onderdeel A vervalt artikel 3a, waarin de certificeringsregeling Veldleeuwerik was opgenomen als gelijkwaardige praktijk aan klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijk als bedoeld in artikel 43 van verordening 1307/2013.

Op 23 september 2019 heeft de Stichting Veldleeuwerik het besluit genomen per 1 januari 2020 alle activiteiten van de stichting te beëindigen.

Volgens de stichting heeft de werkwijze niet geresulteerd in een financiële meerwaarde van duurzaam geproduceerd voedsel. Het aantal deelnemende bedrijven is daardoor te beperkt gebleken, wat ook zijn weerslag heeft gehad op de baten van de stichting.

De activiteiten, waaronder de certificeringsregeling in het kader van het GLB, speelden een belangrijke rol in het realiseren van de landbouwvisie ‘Waardevol en verbonden’. Daarom vinden gesprekken plaats met de Stichting Veldleeuwerik over hoe de inspanningen en ervaringen uit het verleden zo goed mogelijk kunnen worden benut voor de toekomst.

Verder zij verwezen naar de Kamerbrief van 7 oktober 2019 (Kamerstuk 35 300 XIV, nr. 8).

Jonge landbouwer, blokkerende zeggenschap

Met de wijziging in onderdeel B wordt beoogd om de blokkerende zeggenschap aan te tonen aan de hand van de inschrijving daarvan in het handelsregister óf aan de hand van een akte, overeenkomst of statuten. Ongewijzigd blijft de eis dat de juistheid van de registratie in het handelsregister, desgevraagd, steeds moet kunnen worden aangetoond met een akte, overeenkomst of statuten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven