Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 27 november 2019, nr. WJZ/ 19258412, tot verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de keuringsdiensten (Besluit mandaat, volmacht en machtiging keuringsdiensten 2019)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van de technisch directeur van de Stichting Kwaliteits-Controle-Bureau, de directeur van de Stichting Bloembollenkeuringsdienst, de directeur van de Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw en de directeur van de Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed voor landbouwgewassen;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

b. de technisch directeur KCB:

de technisch directeur van de Stichting Kwaliteits-Controle-Bureau;

c. de directeur BKD:

de directeur van de Stichting Bloembollenkeuringsdienst;

d. de directeur Naktuinbouw:

de directeur van de Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw;

e. de directeur NAK:

de directeur van de Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed voor landbouwgewassen;

f. het KCB:

de Stichting Kwaliteits-Controle-Bureau;

g. de BKD:

de Stichting Bloembollenkeuringsdienst;

h. de Naktuinbouw:

de Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw;

i. de NAK:

de Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen;

j. j. het besluit:

het Besluit bestrijding schadelijke organismen;

k. de regeling:

de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

l. wet:

Plantenziektenwet;

m. verordening 2016/2031:

Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/213, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEFG, 74/467/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (PbEU 2016, L 317);

n. verordening 2017/625:

Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PbEU 2017, L 95).

§ 2. Mandaat, volmacht en machtiging

Artikel 2

  • 1. Aan de technisch directeur KCB, de directeur BKD, de directeur Naktuinbouw en de directeur NAK wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. de uitgifte van legitimatiebewijzen aan de medewerkers van het KCB, de BKD, de Naktuinbouw en de NAK die zijn aangewezen als toezichthouder, bedoeld in artikel 10 van de wet;

    • b. de officiële controle en andere officiële activiteiten als bedoeld in artikel 2 van verordening 2017/625 om de aanwezigheid van schadelijke organismen vast te stellen;

    • c. de registratie, bedoeld in artikel 65 van verordening 2016/2031;

    • d. het verrichten van taken ten behoeve van de afgifte van een fytosanitair uitvoercertificaat als bedoeld in artikel 100 van verordening 2016/2031 met uitzondering van de afgifte van een fytosanitair uitvoercertificaat en het eindonderzoek van de voor export gereedstaande zending;

    • e. het verlenen van de vergunning voor het elektronisch aanvragen van inspecties, bedoeld in artikel 20a, eerste lid, van de regeling;

    • f. het verrichten van officiële controles aan grenscontroleposten als bedoeld in artikel 49 van verordening 2017/625 en officiële controles die niet aan grenscontroleposten worden verricht als bedoeld in artikel 53 van verordening 2017/625;

    • g. het nemen van de besluiten, bedoeld in artikel 20a, derde tot en met achtste en tiende lid, van de regeling;

    • h. het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met het verzenden van facturen voor door hun op grond van dit mandaatbesluit verrichte werkzaamheden, alsmede voor werkzaamheden die door medewerkers zijn verricht op grond van de aanstelling of overeenkomst als onbezoldigd ambtenaar, met inachtneming van de door de minister vastgestelde tarieven als bedoeld in artikel 6a van de wet.

  • 2. Aan de directeur BKD, de directeur Naktuinbouw en de directeur NAK wordt tevens, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met de verklaring, bedoeld in artikel 12b van het besluit.

  • 3. Aan de directeur NAK wordt voorts mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met de verklaring, bedoeld in de artikelen 5 en 6 van de Regeling bruin- en ringrot 2000.

  • 4. Aan de directeur Naktuinbouw wordt voorts mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met de aanzegging, bedoeld in artikel 8 van het Besluit bestrijding bacterievuur 1983.

Artikel 3

  • 1. Aan de technisch directeur KCB wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het opleggen van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 12 van de wet en het verrichten van overige handelingen die hiermee verband houden, aangaande planten, plantaardige producten, voor opplant bestemde planten en ander materiaal.

  • 2. Aan de directeur van de BKD wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het opleggen van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 12 van de wet en het verrichten van overige handelingen die hiermee verband houden, aangaande bloembollen.

  • 3. Aan de directeur van Naktuinbouw wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het opleggen van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 12 van de wet en het verrichten van overige handelingen die hiermee verband houden, aangaande tuinbouw- en bosbouwgewassen.

  • 4. Aan de directeur van NAK wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het opleggen van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 12 van de wet, aangaande landbouwgewassen.

  • 5. Aan de technisch directeur KCB wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met het besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 19 van de Landbouwkwaliteitswet, aangaande groenten, fruit, bananen, krenten en rozijnen, alsmede de hiermee samenhangende besluiten.

  • 6. Aan de directeur van de BKD wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met het besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 19 van de Landbouwkwaliteitswet, aangaande het teeltmateriaal van bloembollen, alsmede de hiermee samenhangende besluiten.

  • 7. Aan de directeur van Naktuinbouw wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met het besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 93 van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005, aangaande het teeltmateriaal van tuinbouwgewassen, alsmede de hiermee samenhangende besluiten.

  • 8. Aan de directeur van NAK wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met het besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 93 van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005, aangaande het teeltmateriaal en de teelt van landbouwgewassen, alsmede de hiermee samenhangende besluiten.

Artikel 4

  • 1. Aan de technisch directeur KCB, de directeur BKD, de directeur Naktuinbouw en de directeur NAK wordt, ieder voor zich, machtiging verleend voor het mededelen van de uitslagen van de onderzoeken als bedoeld in artikel 47, eerste lid, onderdeel c, van verordening 2017/625.

  • 2. Aan de technisch directeur KCB, de directeur BKD, de directeur Naktuinbouw en de directeur NAK wordt voorts, ieder voor zich, machtiging verleend voor het verrichten van overige handelingen als bedoeld in artikel 20b van de regeling.

  • 3. Aan de technisch directeur KCB, de directeur BKD, de directeur Naktuinbouw en de directeur NAK wordt tevens, ieder voor zich, machtiging verleend voor het kenmerken of het onder verzegeling brengen als bedoeld in artikel 15 van het besluit.

Artikel 5

  • 1. Aan de technisch directeur KCB, de directeur BKD, de directeur Naktuinbouw en de directeur NAK wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften gericht tegen de door hem genomen besluiten als bedoeld in de artikelen 2 en 3, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het instellen van (hoger) beroep.

  • 2. In het geval de minister een mededeling doet dat een aangelegenheid als bedoeld in het eerste lid door hem zal worden behandeld, wordt ten aanzien van die aangelegenheid mandaat en machtiging verleend aan de algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

§ 3. Ondermandaat

Artikel 6

  • 1. De technisch directeur KCB, de directeur BKD, de directeur Naktuinbouw en de directeur NAK kunnen, ieder voor zich, voor de in de artikelen 2 tot en met 5 bedoelde aangelegenheden ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen aan de functionarissen, werkzaam in zijn organisatie.

  • 2. Het verlenen van ondermandaat, volmacht en machtiging alsmede wijziging daarvan, geschiedt schriftelijk en wat de formulering betreft in overeenstemming met de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

  • 3. Een afschrift van besluiten inzake ondermandaat, volmacht en machtiging als bedoeld in het vorige lid wordt gezonden aan de secretaris-generaal en de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en aan degenen aan wie krachtens het besluit ondermandaat is verleend.

Artikel 7

Het krachtens mandaat, volmacht of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

namens deze:

(handtekening)

(naam functionaris)

(functie)

§ 4. Vervanging

Artikel 8

De uit dit besluit voor de technisch directeur KCB, de directeur BKD, de directeur Naktuinbouw en de directeur NAK voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op hun plaatsvervanger met uitzondering van de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat, volmacht en machtiging.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 9

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging keuringsdiensten 2013 wordt ingetrokken.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van 14 december 2019.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging keuringsdiensten 2019.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 27 november 2019

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK ’s-Gravenhage.

Naar boven