TOELICHTING
1. Aanleiding
In artikel 4.10, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is bepaald dat subsidieregelingen
een vervaltermijn van maximaal vijf jaren bevatten. Titels 4.1 (Brede weersverzekering)
en 4.6 (Niet-productieve investeringen agrarisch natuurbeheer leefgebieden weidevogels
en akkervogels) van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies hebben een vervaldatum
van 21 januari 2020 respectievelijk 31 december 2019. Om hieronder vermelde redenen
is besloten de vervaldatum voor deze subsidiemodules te verlengen tot 21 januari 2025
respectievelijk 31 december 2021. Op grond van artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet
2016 is het ontwerp van deze wijzigingsregeling op 15 oktober 2019 aan de Tweede Kamer
overgelegd. Op 30 oktober 2019 heeft de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
van de Tweede Kamer aangegeven dat zij besloten heeft deze wijzigingsregeling voor
kennisgeving aan te nemen.
2. Brede weersverzekering
De subsidiemodule Brede weersverzekering is opgenomen in titel 4.1 van de Regeling
Europese EZK- en LNV-subsidies. Op grond van deze subsidiemodule wordt steun verleend
aan landbouwers in de vorm van bijdragen in premies om gewassen te verzekeren tegen
economische verliezen die worden veroorzaakt door ongunstige weersomstandigheden.
De agrarische sector wordt met enige regelmaat geconfronteerd met zware regenval,
ernstige vorst en zware sneeuwval. Dergelijke incidenten kunnen een grote impact hebben
op het inkomen van landbouwers. De verandering van het klimaat maakt het nog belangrijker
dat de sector over een instrument beschikt om met ongunstige weersomstandigheden om
te gaan. Daarom is het van belang dat er een brede weersverzekering wordt gestimuleerd.
Het principe van een brede weersverzekering is dat alle weersrisico’s worden verzekerd
en sluit uit dat landbouwers teelten slechts voor enkele risico’s verzekeren. Evenzo
geldt dat verzekeraars binnen deze brede weersverzekering alle open teelten verzekeren
en geen teelten uitsluiten van dekking. Daarmee wordt een robuuste verzekeringsmogelijkheid
neergezet, zodat iedereen de mogelijkheid heeft zijn teelten te verzekeren. Landbouwers
kunnen evenwel zelf beslissen welke teelten ze verzekeren, maar moeten verzekerde
gewassen verzekeren tegen alle risico’s. In het licht van klimaatadaptatie wordt de
Brede weersverzekering door alle betrokkenen beschouwd als het sluitstuk van het risicomanagement
van ondernemers met teelten in de open lucht.
Uit de evaluatie van deze subsidiemodule (Evaluatie Regeling brede weersverzekering,
15 juni 20171) volgt dat de deelname aan de subsidiemodule Brede weersverzekering stevig is gegroeid
en naar verwachting verder zal groeien. Ook na deze evaluatie uit 2017 heeft de groei
zich in de jaren 2017, 2018 en 2019 (in iets minder sterke mate) doorgezet. In de
werkgroep Brede weersverzekering wordt (mede naar aanleiding van de aanbevelingen
uit deze evaluatie) door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
de landbouwsector en de verzekeraars aan verdere verbetering van de voorwaarden van
deze subsidiemodule gewerkt. Ook wordt met de Staatssecretaris van Financiën gewerkt
aan verdere verbetering van de Brede weersverzekering voor de ondernemers voor het
verzekeringsjaar 20202. Zo is naar aanleiding van de aanbevelingen uit voormelde evaluatie het budget voor
de subsidiemodule verhoogd, komt er een vrijstelling van de assurantiebelasting voor
de premies van de Brede weersverzekering en wordt de verplichte schadedrempel verlaagd
van 30 procent naar 20 procent. Vanwege de positieve evaluatie en verwachte groei
(mede gestimuleerd door voormelde verbeteringen van de subsidiemodule) wordt de vervaldatum
van deze subsidiemodule verlengd tot 21 januari 2025.
3. Niet-productieve investeringen agrarisch natuurbeheer leefgebieden weidevogels
en akkervogels
Met de subsidiemodule Niet-productieve investeringen agrarisch natuurbeheer leefgebieden
weidevogels en akkervogels, die is opgenomen in titel 4.6 van de Regeling Europese
EZK- en LNV-subsidies, wordt ingezet op de verbetering van de leefomstandigheden van
weidevogels en akkervogels door uitvoerig van inrichtingsmaatregelen en kwaliteitsversterkende
investeringen op landbouwgrond. Deze regeling is een gevolg van nauwe samenwerking
tussen LNV en provincies, en is ondersteunend aan de uitvoering van het provinciaal
beleid voor het behoud en herstel van weide- en akkervogels. De subsidie kan worden
aangevraagd door agrarische collectieven ten behoeve van investeringen die bijdragen
aan het behoud van weidevogels en akkervogels. De niet-productieve investeringen voor
deze doelsoorten dienen plaats te vinden op of aanpalend aan landbouwgronden ten behoeve
van de leefgebieden van deze vogels, ter versterking van het agrarisch natuur- en
landschapsbeheer dat de agrarische collectieven uitvoeren.
Voor deze subsidiemodule was één openstelling voorzien. Om die reden is er voor gekozen
om deze subsidiemodule relatief snel na inwerkingtreding te laten vervallen. Thans
wordt overwogen om de subsidiemodule een tweede keer open te stellen. Of dat gebeurt,
zal mede afhangen van de mate waarin het subsidieplafond van de eerste openstelling
zal zijn verleend aan de aanvragers. De beoordeling van die aanvragen vindt nu plaats.
Om die reden wordt deze subsidiemodule verlengd tot 31 december 2021.
4. Staatssteun
De subsidiemodule Brede weersverzekering en de subsidiemodule Niet-productieve investeringen
agrarisch natuurbeheer leefgebieden weidevogels en akkervogels is gebaseerd op artikel
36, eerste lid, onderdeel a, respectievelijk 17 van verordening (EU) nr. 1305/2013
van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling
(ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PbEU 2013,
L347) (hierna: verordening 1305/2013). De subsidiemodule is – als maatregel in het
nationale plattelandsontwikkelingsprogramma 2014–2020 – genotificeerd bij de Europese
Commissie.
Op grond van artikel 81, tweede lid, van verordening 1305/2013 zijn de artikelen 107,
108 en 109 betreffende steunmaatregelen van de staten van het Verdrag betreffende
de werking van de Europese Unie (VWEU) niet van toepassing op betalingen die de lidstaten
doen op grond van en in overeenstemming met die verordening en die binnen de werkingssfeer
van artikel 42 VWEU vallen. De steun die op grond van artikel 36, eerste lid, onderdeel
a, en 17 van verordening 1305/2013 via voormelde subsidiemodules gegeven kan worden,
valt binnen deze categorie. Deze subsidiemodules voldoen aan en reiken niet verder
dan wat de bepalingen van verordening 1305/2013 mogelijk maken. De betalingen die
op grond van deze subsidiemodules plaatsvinden, dienen ter uitvoering van verordening
1305/2013 en het plattelandsontwikkelingsprogramma dat gebaseerd is op deze verordening
en is goedgekeurd door de Europese Commissie. Dit maakt ook dat zij binnen de werkingssfeer
van artikel 42 VWEU vallen. De verlenging van de subsidiemodules heeft geen effect
op de staatssteun aspecten.
Hoewel de datum van de verlengde horizonbepaling van de subsidiemodule Brede weersverzekering
na de datum ligt waarop het huidige Europese steunkader voor plattelandsontwikkeling
eindigt, bevatten de voorstellen voor het nieuwe Europese steunkader waarover op dit
moment de onderhandelingen plaatsvinden opnieuw een grondslag voor het verlenen van
steun aan de totstandkoming van risicomanagement instrumenten, waaronder het verstrekken
van financiële bijdragen in verzekeringspremies (voorstel voor een Verordening van
het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake steun
voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk
landbouwbeleid opstellen en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het
Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) worden gefinancierd, en
tot intrekking van Verordening 1305/2013, document COM(2018)392). Zo nodig zal de
subsidiemodule Brede weersverzekering te zijner tijd worden aangepast aan het nieuwe
Europese steunkader.
5. Regeldruk
De wijziging van de vervaltermijnen leidt niet tot het wijzigen van informatieverplichtingen
en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van de
subsidiemodules.
6. Vaste verandermomenten
Deze regeling treedt in werking met ingang van 31 december 2019. Met deze datum wordt
afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële
regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal
twee maanden voordien wordt bekendgemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd,
omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding. Via deze regeling wordt
de horizonbepaling van voormelde subsidiemodules namelijk verlengd. Omdat zonder deze
verlenging de subsidiemodule Brede weersverzekering en de subsidiemodule Niet-productieve
investeringen agrarisch natuurbeheer leefgebieden weidevogels en akkervogels slechts
tot 21 januari 2020 respectievelijk 31 december 2019 gebruikt zouden kunnen worden,
is afwijking van de bekendmakingstermijn gewenst. Daarbij komt dat de doelgroep voldoende
tijd heeft om te kunnen anticiperen op de inhoud van deze regeling. Deze regeling
is op 15 oktober 2019 aan de Tweede Kamer overgelegd. Hierdoor is de inhoud van de
regeling al openbaar bekend gemaakt.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten