Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 27 november 2019, nr. WJZ/19270356, tot wijziging van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies in verband met de verlenging van de subsidiemodules Brede weersverzekering en Niet-productieve investeringen agrarisch natuurbeheer leefgebieden weidevogels en akkervogels

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies en artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4.1.19 wordt ‘21 januari 2020’ vervangen door ‘21 januari 2025’.

B

In artikel 4.6.12 wordt ‘31 december 2019’ vervangen door ‘31 december 2021’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 31 december 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 november 2019

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

1. Aanleiding

In artikel 4.10, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is bepaald dat subsidieregelingen een vervaltermijn van maximaal vijf jaren bevatten. Titels 4.1 (Brede weersverzekering) en 4.6 (Niet-productieve investeringen agrarisch natuurbeheer leefgebieden weidevogels en akkervogels) van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies hebben een vervaldatum van 21 januari 2020 respectievelijk 31 december 2019. Om hieronder vermelde redenen is besloten de vervaldatum voor deze subsidiemodules te verlengen tot 21 januari 2025 respectievelijk 31 december 2021. Op grond van artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is het ontwerp van deze wijzigingsregeling op 15 oktober 2019 aan de Tweede Kamer overgelegd. Op 30 oktober 2019 heeft de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van de Tweede Kamer aangegeven dat zij besloten heeft deze wijzigingsregeling voor kennisgeving aan te nemen.

2. Brede weersverzekering

De subsidiemodule Brede weersverzekering is opgenomen in titel 4.1 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies. Op grond van deze subsidiemodule wordt steun verleend aan landbouwers in de vorm van bijdragen in premies om gewassen te verzekeren tegen economische verliezen die worden veroorzaakt door ongunstige weersomstandigheden. De agrarische sector wordt met enige regelmaat geconfronteerd met zware regenval, ernstige vorst en zware sneeuwval. Dergelijke incidenten kunnen een grote impact hebben op het inkomen van landbouwers. De verandering van het klimaat maakt het nog belangrijker dat de sector over een instrument beschikt om met ongunstige weersomstandigheden om te gaan. Daarom is het van belang dat er een brede weersverzekering wordt gestimuleerd.

Het principe van een brede weersverzekering is dat alle weersrisico’s worden verzekerd en sluit uit dat landbouwers teelten slechts voor enkele risico’s verzekeren. Evenzo geldt dat verzekeraars binnen deze brede weersverzekering alle open teelten verzekeren en geen teelten uitsluiten van dekking. Daarmee wordt een robuuste verzekeringsmogelijkheid neergezet, zodat iedereen de mogelijkheid heeft zijn teelten te verzekeren. Landbouwers kunnen evenwel zelf beslissen welke teelten ze verzekeren, maar moeten verzekerde gewassen verzekeren tegen alle risico’s. In het licht van klimaatadaptatie wordt de Brede weersverzekering door alle betrokkenen beschouwd als het sluitstuk van het risicomanagement van ondernemers met teelten in de open lucht.

Uit de evaluatie van deze subsidiemodule (Evaluatie Regeling brede weersverzekering, 15 juni 20171) volgt dat de deelname aan de subsidiemodule Brede weersverzekering stevig is gegroeid en naar verwachting verder zal groeien. Ook na deze evaluatie uit 2017 heeft de groei zich in de jaren 2017, 2018 en 2019 (in iets minder sterke mate) doorgezet. In de werkgroep Brede weersverzekering wordt (mede naar aanleiding van de aanbevelingen uit deze evaluatie) door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de landbouwsector en de verzekeraars aan verdere verbetering van de voorwaarden van deze subsidiemodule gewerkt. Ook wordt met de Staatssecretaris van Financiën gewerkt aan verdere verbetering van de Brede weersverzekering voor de ondernemers voor het verzekeringsjaar 20202. Zo is naar aanleiding van de aanbevelingen uit voormelde evaluatie het budget voor de subsidiemodule verhoogd, komt er een vrijstelling van de assurantiebelasting voor de premies van de Brede weersverzekering en wordt de verplichte schadedrempel verlaagd van 30 procent naar 20 procent. Vanwege de positieve evaluatie en verwachte groei (mede gestimuleerd door voormelde verbeteringen van de subsidiemodule) wordt de vervaldatum van deze subsidiemodule verlengd tot 21 januari 2025.

3. Niet-productieve investeringen agrarisch natuurbeheer leefgebieden weidevogels en akkervogels

Met de subsidiemodule Niet-productieve investeringen agrarisch natuurbeheer leefgebieden weidevogels en akkervogels, die is opgenomen in titel 4.6 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies, wordt ingezet op de verbetering van de leefomstandigheden van weidevogels en akkervogels door uitvoerig van inrichtingsmaatregelen en kwaliteitsversterkende investeringen op landbouwgrond. Deze regeling is een gevolg van nauwe samenwerking tussen LNV en provincies, en is ondersteunend aan de uitvoering van het provinciaal beleid voor het behoud en herstel van weide- en akkervogels. De subsidie kan worden aangevraagd door agrarische collectieven ten behoeve van investeringen die bijdragen aan het behoud van weidevogels en akkervogels. De niet-productieve investeringen voor deze doelsoorten dienen plaats te vinden op of aanpalend aan landbouwgronden ten behoeve van de leefgebieden van deze vogels, ter versterking van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer dat de agrarische collectieven uitvoeren.

Voor deze subsidiemodule was één openstelling voorzien. Om die reden is er voor gekozen om deze subsidiemodule relatief snel na inwerkingtreding te laten vervallen. Thans wordt overwogen om de subsidiemodule een tweede keer open te stellen. Of dat gebeurt, zal mede afhangen van de mate waarin het subsidieplafond van de eerste openstelling zal zijn verleend aan de aanvragers. De beoordeling van die aanvragen vindt nu plaats. Om die reden wordt deze subsidiemodule verlengd tot 31 december 2021.

4. Staatssteun

De subsidiemodule Brede weersverzekering en de subsidiemodule Niet-productieve investeringen agrarisch natuurbeheer leefgebieden weidevogels en akkervogels is gebaseerd op artikel 36, eerste lid, onderdeel a, respectievelijk 17 van verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PbEU 2013, L347) (hierna: verordening 1305/2013). De subsidiemodule is – als maatregel in het nationale plattelandsontwikkelingsprogramma 2014–2020 – genotificeerd bij de Europese Commissie.

Op grond van artikel 81, tweede lid, van verordening 1305/2013 zijn de artikelen 107, 108 en 109 betreffende steunmaatregelen van de staten van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) niet van toepassing op betalingen die de lidstaten doen op grond van en in overeenstemming met die verordening en die binnen de werkingssfeer van artikel 42 VWEU vallen. De steun die op grond van artikel 36, eerste lid, onderdeel a, en 17 van verordening 1305/2013 via voormelde subsidiemodules gegeven kan worden, valt binnen deze categorie. Deze subsidiemodules voldoen aan en reiken niet verder dan wat de bepalingen van verordening 1305/2013 mogelijk maken. De betalingen die op grond van deze subsidiemodules plaatsvinden, dienen ter uitvoering van verordening 1305/2013 en het plattelandsontwikkelingsprogramma dat gebaseerd is op deze verordening en is goedgekeurd door de Europese Commissie. Dit maakt ook dat zij binnen de werkingssfeer van artikel 42 VWEU vallen. De verlenging van de subsidiemodules heeft geen effect op de staatssteun aspecten.

Hoewel de datum van de verlengde horizonbepaling van de subsidiemodule Brede weersverzekering na de datum ligt waarop het huidige Europese steunkader voor plattelandsontwikkeling eindigt, bevatten de voorstellen voor het nieuwe Europese steunkader waarover op dit moment de onderhandelingen plaatsvinden opnieuw een grondslag voor het verlenen van steun aan de totstandkoming van risicomanagement instrumenten, waaronder het verstrekken van financiële bijdragen in verzekeringspremies (voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordening 1305/2013, document COM(2018)392). Zo nodig zal de subsidiemodule Brede weersverzekering te zijner tijd worden aangepast aan het nieuwe Europese steunkader.

5. Regeldruk

De wijziging van de vervaltermijnen leidt niet tot het wijzigen van informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van de subsidiemodules.

6. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking met ingang van 31 december 2019. Met deze datum wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien wordt bekendgemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding. Via deze regeling wordt de horizonbepaling van voormelde subsidiemodules namelijk verlengd. Omdat zonder deze verlenging de subsidiemodule Brede weersverzekering en de subsidiemodule Niet-productieve investeringen agrarisch natuurbeheer leefgebieden weidevogels en akkervogels slechts tot 21 januari 2020 respectievelijk 31 december 2019 gebruikt zouden kunnen worden, is afwijking van de bekendmakingstermijn gewenst. Daarbij komt dat de doelgroep voldoende tijd heeft om te kunnen anticiperen op de inhoud van deze regeling. Deze regeling is op 15 oktober 2019 aan de Tweede Kamer overgelegd. Hierdoor is de inhoud van de regeling al openbaar bekend gemaakt.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Kamerstukken II 2016/17, 31 170, nr. 68.

X Noot
2

Kamerstukken II 2018/19, 35 000, nr. 95.

Naar boven