Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 19 december 2019, nr. WJZ/ 19191088, tot wijziging van de Regeling fosfaatreductieplan 2017 in verband met beëindiging van de uitvoeringstaken van zuivelondernemingen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 13, eerste lid, van de Landbouwwet, de artikelen 2a en 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies en artikel 10:8 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling fosfaatreductieplan 2017 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onderdeel k, komt te luiden:

k. minister:

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt 'of vanwege'.

2. Het tweede lid, alsmede de aanduiding '1.' voor het eerste lid vervallen.

C

In artikel 9, zevende lid, wordt na 'indien de houder' ingevoegd 'uiterlijk op 31 december 2020 bij de minister'.

D

Artikel 10 komt te luiden:

De geldsom, bedoeld in artikel 9, eerste lid, wordt uitgekeerd uiterlijk in de tweede maand die volgt op de maand waarin het recht op de geldsom is ontstaan.

ARTIKEL II

De volgende besluiten worden ingetrokken:

  • Besluit mandaat, volmacht en machtiging managing director A-ware Milkprocessing B.V. inzake aangelegenheden die verband houden met de Regeling fosfaatreductie 2017;

  • Besluit mandaat, volmacht en machtiging director operations Royal Bel Leerdammer B.V. inzake aangelegenheden die verband houden met de Regeling fosfaatreductie 2017;

  • Besluit mandaat, volmacht en machtiging algemeen directeur Coöperatieve Zuivelonderneming CONO B.A. inzake aangelegenheden die verband houden met de Regeling fosfaatreductie 2017;

  • Besluit mandaat, volmacht en machtiging secretaris van de Zuivelcoöperatie Deltamilk B.A. inzake aangelegenheden die verband houden met de Regeling fosfaatreductie 2017;

  • Besluit mandaat, volmacht en machtiging algemeen directeur van DOC Kaas B.V. inzake aangelegenheden die verband houden met de Regeling fosfaatreductie 2017;

  • Besluit mandaat, volmacht en machtiging algemeen directeur van Farmel Dairy B.V. inzake aangelegenheden die verband houden met de Regeling fosfaatreductie 2017;

  • Besluit mandaat, volmacht en machtiging corporate director van Friesland Campina Nederland B.V. inzake aangelegenheden die verband houden met de Regeling fosfaatreductie 2017;

  • Besluit mandaat, volmacht en machtiging algemeen directeur van Hochwald Foods Nederland B.V. inzake aangelegenheden die verband houden met de Regeling fosfaatreductie 2017;

  • Besluit mandaat, volmacht en machtiging chief executive officer van Nemelco B.V. inzake aangelegenheden die verband houden met de Regeling fosfaatreductie 2017;

  • Besluit mandaat, volmacht en machtiging penningmeester van de Coöperatie Noorderland Melk UA inzake aangelegenheden die verband houden met de Regeling fosfaatreductie 2017;

  • Besluit mandaat, volmacht en machtiging algemeen directeur van de Coöperatieve Zuivelfabriek ‘Rouveen’ U.A. inzake aangelegenheden die verband houden met de Regeling fosfaatreductie 2017;

  • Besluit mandaat, volmacht en machtiging algemeen directeur van de Kaasmakerij Henri Willig B.V. inzake aangelegenheden die verband houden met de Regeling fosfaatreductie 2017;

  • Besluit mandaat, volmacht en machtiging algemeen directeur van De Zuivelmakers B.V. inzake aangelegenheden die verband houden met de Regeling fosfaatreductie 2017.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 19 december 2019

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

1. Aanleiding en doel

Het opleggen van heffingen (geldsommen) en het toekennen van bonussen (bonus-geldsommen) in het kader van de Regeling fosfaatreductieplan 2017 (hierna: de regeling) geschiedt namens de minister door het zuivelbedrijf waaraan een landbouwer melk levert, indien dat zuivelbedrijf is aangesloten bij ZuivelNL. Ook de inning van de heffingen en het uitbetalen van de bonussen geschiedt door de zuivelbedrijven. Deze heffingen worden door de zuivelbedrijven verrekend met het aan de ondernemers te betalen melkgeld. Nu de heffingen grotendeels zijn opgelegd en geïnd en de bonussen grotendeels zijn toegekend en uitbetaald, worden de zuivelbedrijven van hun taak ontheven en worden de mandaten die hiervoor zijn verstrekt ingetrokken.

Het opleggen van de resterende heffingen en het uitbetalen van de resterende bonussen wordt vanaf 1 januari 2020 uitgevoerd door de Rijksdienst van Ondernemend Nederland (RVO.nl). Dit betekent dat, waar als gevolg van lopende procedures of om andere redenen nog heffingen opgelegd of geïnd moeten worden dan wel bonussen moeten worden toegekend of uitbetaald, dit door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zal worden gedaan. Daarmee zal de heffing niet langer worden verrekend met het melkgeld. De benodigde gegevens zullen door de zuivelbedrijven ter beschikking van RVO.nl worden gesteld.

Ondernemers die aanspraak maken op een bonus dienen hiervoor een de-minimisverklaring in te dienen. De termijn waarbinnen dit kon was niet vastgesteld. Met deze wijziging van de regeling wordt bepaald dat de de-minimisverklaring uiterlijk op 31 december 2020 moet worden ingediend. Daarmee hebben ondernemers voldoende gelegenheid om de benodigde verklaring in te dienen en wordt gezorgd dat de uitvoering van de regeling niet onnodig lang blijft doorlopen. Indien niet tijdig een de-minimisverklaring is ingediend, wordt geen bonus uitbetaald. Als een ondernemer de de-minimisverklaring voor de inwerkingtreding van deze regeling al heeft ingediend bij het zuivelbedrijf, hoeft die niet opnieuw te worden ingediend bij de minister, maar zal die verklaring worden doorgestuurd naar de minister.

2. Regeldruk

De onderhavige wijziging betekent voor de ondernemer dat een door hem verschuldigde heffing niet langer automatisch wordt ingehouden op het melkgeld, maar dat hij deze zelf op basis van de ontvangen factuur zal moeten voldoen. Dat betekent een zeer beperkte toename van de regeldruk.

3. Uitvoering en handhaving

RVO.nl voerde reeds voor alle agrarisch ondernemers de berekeningen uit om de hoogte van de heffingen en bonussen te bepalen. Waar de berekende heffingen tot nu toe door de zuivelorganisaties werden verrekend met het melkgeld, zal RVO.nl hiervoor vanaf 1 januari 2020 van RVO.nl betalingsverzoeken moeten versturen. Het betreft een gering aantal nog te innen heffingen. Dit brengt een geringe toename van de uitvoeringslasten met zich.

De gewijzigde regeling heeft geen invloed op de handhaving.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven