Verkeersbesluit verkeersmaatregelen Ruychaverstraat Haarlem

Logo Haarlem

Nr. 2019/947383

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

Overwegende:

dat de Ruychaverstraat gelegen is binnen de bebouwde kom van Haarlem;

dat de Ruychaverstraat in beheer is bij de gemeente Haarlem;

dat de Ruychaverstraat een weg is als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op bovengenoemd artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze weg;

dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is gemandateerd aan het afdelingshoofd Beheer en Beleid Openbare Ruimte;

dat de wegencategorisering van de gemeente Haarlem is opgenomen in de Structuurvisie Openbare Ruimte (hierna: SOR);

dat deze wegencategorisering aansluit op de categorisering zoals is opgenomen in het landelijke programma Duurzaam Veilig;

dat de Ruychaverstraat is gecategoriseerd als erftoegangsweg;

dat de verkeersfunctie op erftoegangswegen ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie;

dat een gedeelte van de Ruychaverstraat in de huidige situatie is aangewezen als een eenrichtingsweg door de aanwezigheid van de verkeersborden C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 ter hoogte van huisnummer 38 en C2 van bijlage 1 van het RVV 1990 ter hoogte van huisnummer 11;

dat het overige gedeelte van de Ruychaverstraat in de huidige situatie toegankelijk is in twee richtingen ten behoeve van de bereikbaarheid van het naastgelegen parkeerterrein;

dat fietsers en bromfietsers zijn uitgezonderd van de hiervoor genoemde verplichte rijrichting;

dat in de huidige situatie een parkeerverbod van kracht is aan de oostzijde van de Ruychaverstraat door de aanwezigheid van de verkeersborden E1 (parkeerverbod) van bijlage 1 van het RVV 1990;

dat de Ruychaverstraat in het kader van groot onderhoud aan de drainage, riolering en verharding wordt heringericht en in dat kader werk-met-werk wordt gemaakt;

dat in het herinrichtingsplan tevens de verkeerssituatie wordt gewijzigd;

dat in verband met de ontwikkeling van een bouwplan ter hoogte van het hiervoor benoemde parkeerterrein de parkeercapaciteit van het parkeerterrein is beperkt;

dat de rijbaan van de Ruychaverstraat daarnaast een beperkte wegbreedte kent en het dan ook wenselijk is om de Ruychaverstraat volledig aan te wijzen als eenrichtingsweg;

dat gelet op het principe bromfietser op de rijbaan het wenselijk is dat bromfietsers binnen de bebouwde kom de verkeersregels volgen van het gemotoriseerd verkeer en de verplichte rijrichting dan ook van kracht wordt verklaard voor bromfietsers;

dat de eenrichtingsweg dan ook wordt uitgebreid door het in stand houden van het huidige verkeersbord C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 ter hoogte van huisnummer 38 en het verplaatsen van het verkeersbord C2 van bijlage 1 van het RVV 1990 van een locatie ter hoogte van huisnummer 11 naar een locatie ter hoogte van huisnummer 2A;

dat in verband met de uitbreiding van deze eenrichtingsweg tot de aansluiting met de Zijlweg het verkeersbord A1 (begin 30, zonale toepassing) van bijlage 1 van het RVV 1990 ter hoogte van deze aansluiting wordt verwijderd in verband met het vervallen van de noodzaak daarvan;

dat ten behoeve van de bereikbaarheid van de backstage van poppodium het Patronaat voor bussen komende vanuit de Zijlweg op grond van artikel 87 van het RVV 1990 een ontheffing wordt verleend van de verplichte rijrichting;

dat in het herinrichtingsplan parkeervakken zijn beoogd aan de oostzijde van de straat;

dat gelet op deze parkeervakken en de beperkt resterende wegbreedte (waardoor parkeren op de rijbaan verboden is in het kader van het veroorzaken van hinder) het parkeerverbod kan worden opgeheven in verband met het vervallen van de noodzaak daarvan;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen en/of verwijderen van de verkeersborden C2, C3 en E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor benoemde verkeersmaatregel strekt tot het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer van ondergeschikt belang wordt geacht;

dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregel.

Het besluit:

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:

- door middel van het plaatsen en verwijderen van het verkeersbord C2 van bijlage 1 van het RVV 1990 de huidige eenrichtingsweg op de Ruychaverstraat van kracht verklaren over de gehele lengte van de weg;

- door middel van het aanpassen van de onderborden onder de verkeersborden C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 de eenrichtingsweg op de Ruychaverstraat ook van toepassing te verklaren voor bromfietsers;

- door middel van het verwijderen van de verkeersborden E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 het parkeerverbod op te heffen aan de oostzijde van de Ruychaverstraat.

Situatieschets:

Aldus vastgesteld te Haarlem

Namens het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,

Sylvia van Egmond

Hoofd afdeling Beheer en Beleid Openbare Ruimte

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in de Staatscourant bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.

Naar boven