Bekendmaking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 november 2019, 2019-0000167017, houdende publicatie van registratieschema's voor enkele typen kraanmachinisten die zijn vastgesteld door het bestuur van de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

maakt bekend dat registratieschema’s voor enkele typen kraanmachinisten, bedoeld in artikel 7.7 van de Arbeidsomstandighedenregeling, door het bestuur van de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie op 6 november 2019 zijn vastgesteld.

Het betreft:

  • Schema voor registratie van de Machinist Mobiele Kraan in het Register Kraanmachinisten, W4-01;

  • Schema voor registratie van de Machinist Funderingsmachine Klein in het Register Kraanmachinisten, W4-02;

  • Schema voor registratie van de Machinist Funderingsmachine Groot in het Register Kraanmachinisten, W4-03;

  • Schema voor registratie van de Machinist Autolaadkraan in het Register Kraanmachinisten, W4-04;

  • Schema voor registratie van de Machinist Grondverzetmachine in het Register Kraanmachinisten, W4-05;

  • Schema voor registratie van de Machinist Torenkraan in het Register Kraanmachinisten, W4-06; en

  • Schema voor registratie van de Machinist Verreiker in het Register Kraanmachinisten, W4-07.

Deze registratieschema’s zijn als bijlage opgenomen bij deze bekendmaking.

Deze bekendmaking zal met de registratieschema’s in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 26 november 2019

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

Schema voor registratie van de Machinist Mobiele Kraan in het Register Kraanmachinisten, W4-01

Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie op 6 november 2019.

1. Inleiding

Dit registratieschema bevat de eisen op het gebied van veilig hijsen waaraan een te registreren machinist dient te voldoen om te worden geregistreerd in het Register Kraanmachinisten als machinist mobiele kraan alsmede de eisen aan het proces van persoonsregistratie.

De te registreren machinist voert hijswerkzaamheden uit met een mobiele kraan, dat wil zeggen een mobiele kraan geschikt voor het hijsen van vrijhangende lasten, met tenminste een bedrijfslastmoment van 10 tonmeter. Hijswerkzaamheden bestaan onder meer uit laden, lossen en verplaatsen van vrijhangende lading/lasten.

Daar waar in dit schema wordt gesproken over de Registratie Instelling wordt gedoeld op de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie (hierna: TCVT RA). In verband met het beheer van het Register Kraanmachinisten heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan TCVT RA mandaat, volmacht en machtiging verleend en TCVT RA aangewezen als verwerker in de zin van artikel 28 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Daarnaast heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met TCVT RA een verwerkersovereenkomst, alsmede een algemene overeenkomst met algemene afspraken over het beheer van het Register Kraanmachinisten afgesloten.

2. Definities

Begrip

Betekenis

Aanvrager

De persoon die een aanvraag doet voor het afgeven van een registratie machinist mobiele kraan.

Beoordelingsprotocol

Het beoordelingsprotocol RA 412 zoals opgesteld door de Registratie Instelling met bepalingen voor de beoordeling van de praktijk examen-opdrachten.

Certificaat examinering

Certificaat afgegeven door DNVGL aan de persoon die voldoet aan de eisen gesteld aan de examinator zoals gesteld in VT 421 opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling.

Cesuur

De grens tussen de hoogste toetsscore waaraan een onvoldoende en de laagste toetsscore waaraan een voldoende wordt toegekend.

Dispensatieprotocol

Het protocol RA 414 zoals opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op haar website dat voor bijzondere gevallen de mogelijkheden beschrijft voor de persoon die geregistreerd is geweest te worden geherregistreerd zonder het examen te hoeven af te leggen.

Eindtermen

De omschrijving van de minimaal vereiste kennis, vaardigheden en houdingen (gedrag) op een specifiek competentiegebied zoals beschreven in bijlage 1, ten behoeve van het toetsen van examenkandidaten.

Entreecriteria

Voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om te kunnen deelnemen aan een examen.

Erkende trainer

Een persoon die volgens de eisen uit RA 413, opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling, is erkend voor het verzorgen van bijscholing.

Examen

Het geheel van toetsopgaven (toets-vragen en/of toets-opdrachten), bedoeld om de individuele kandidaat te kunnen beoordelen naar de mate waarin hij of zij aan de eindtermen conform de normen voldoet.

Examencommissie

De commissie, ingesteld door de Registratie Instelling, die verantwoordelijk is voor de examendocumenten en het beheer van de itembank.

Examen Instelling

Instelling belast met de examinering conform de eisen uit het onderhavige schema.

Examenprotocol

Het examenprotocol RA 410 zoals opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling met bepalingen voor de uitvoering van examens.

Examinator

Persoon die beschikt over een geldig certificaat examinering.

Examinatoreninstructie

De examinatoreninstructie RA 411 zoals vastgesteld door de Registratie Instelling en beschikbaar voor examinatoren die examineren ten behoeve van de Registratie Instelling met bepalingen voor de uniforme uitvoering van examens door examinatoren.

Herregistratie

Hernieuwde registratie in het Register nadat getoetst is dat de beroepsbeoefenaar voldoet aan de eisen voor herregistratie.

Kandidaat

Persoon die een examen wordt afgenomen.

KO-opdracht

Examen-opdracht waarbij een onvoldoende beoordeling tot gevolg

heeft dat de kandidaat niet met een positief advies wordt voor-

gedragen voor registratie. Het examen wordt bij een KO-beoorde-

ling wel voortgezet. (KO staat voor Knock Out.)

Lading

De last c.q. lasten en/of het object c.q. objecten die op welke wijze dan ook veilig moet(en) worden getransporteerd en/of gehesen en/of opgeslagen en/of overgeslagen en/of geborgen.

Machinist

Machinist die een mobiele kraan, zoals bedoeld in artikel 7.6, eerste lid onder b, van de Arbeidsomstandighedenregeling, bedient.

Mobiele kraan

Conform artikel 7.6, eerste lid onder b, van de Arbeidsomstandighedenregeling: een verrijdbare, niet aan een vaste baan gebonden hijskraan die geen torenkraan is en waarvan het maximumbedrijfslastmoment 10 ton-meter of meer bedraagt, met uitzondering van:

1º. een op een voertuig bevestigde laadkraan die uitsluitend ingericht is of althans uitsluitend wordt gebruikt voor het laden en lossen van de laadbak van het voertuig of een samenstel van voertuigen;

2º. een grondverzetmachine die ontgravingen maakt en direct daarop aansluitend leidingwerk in die ontgravingen legt of ten behoeve van het uitvoeren van grondverzetwerkzaamheden ondersteuningsschotten plaatst.

Registratie

Registratie in de zin van artikel 7.32, eerste lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit als machinist mobiele kraan in het Register Kraanmachinisten.

Registratiehouder

Persoon die in het bezit is van een geldige registratie.

Registratie Instelling

Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie.

Register

Het Register Kraanmachinisten met de namen van de personen die voldoen aan de eisen tot (her)registratie.

Schema

De set van eisen zoals beschreven in onderhavig document voor het verlenen van een registratie.

Toetsterm

Een met een minimumprestatie en voorwaarden verbijzonderde eindterm.

Trainer

Door de Registratie Instelling erkende trainer die de bijscholing mag verzorgen op basis van het document RA 413. Het document RA 413 en de namen van de erkende trainers staan vermeld op de website van de Registratie Instelling.

Verklaring van registratie

Bewijs dat een persoon is geregistreerd.

Werkbak

Bak bedoeld voor en geschikt gemaakt voor het vervoer van personen.

3. Opzet van het proces van registratie en herregistratie

De kandidaat machinist dient bij een namens de Registratie Instelling aangewezen Examen Instelling, in overeenstemming met dit schema, een aanvraag in voor de examinering als machinist van een mobiele kraan.

Examens worden afgenomen door de Examen Instelling die daarvoor door de Registratie Instelling is aangewezen. De examinering door de Examen Instelling vindt plaats volgens de eisen in dit schema, de overige door de Registratie Instelling gestelde eisen en het Examenreglement. Voor deelname aan het examen gelden entreecriteria (zie paragraaf 5).

Wanneer de kandidaat is geslaagd voor het examen dient hij of zij een aanvraag in tot registratie in het Register bij de Registratie Instelling.

Indien de Registratie Instelling vaststelt dat de aanvrager een of meer van de bij de indiening van de aanvraag verlangde gegevens niet heeft verstrekt, stelt zij deze in de gelegenheid het ontbrekende gegeven of de ontbrekende gegevens alsnog binnen twee weken te verstrekken. Wordt het gegeven of worden de gegevens niet binnen die twee weken verstrekt, dan wordt het verzoek buiten behandeling gelaten.

De Registratie Instelling besluit tot registratie van de betreffende persoon indien deze voldoet aan de registratie-eisen, de kosten voor het examen en registratie heeft betaald en niet heeft gemalverseerd tijdens het examen of met zijn of haar persoonsgegevens.

De machinist die een herregistratie wenst in het Register Kraanmachinisten stuurt een aanvraag daartoe aan de Registratie Instelling en voegt daarbij informatie over scholing en praktijkervaring en eventueel met goed gevolg afgelegde vervangende examens (zie de eisen in artikel 7.2.2).

4. Organisatie van het examen

4.1 Verantwoordelijkheid Registratie Instelling

De examinering geschiedt onder de directe verantwoordelijkheid van de Registratie Instelling.

4.2 Examenprotocol

De Registratie Instelling heeft een examenprotocol en draagt er zorg voor dat de Examen Instelling werkt volgens dat examenprotocol. Het examenprotocol bevat alle eisen die in dit schema zijn opgenomen en betrekking hebben op het examen of een uitwerking daarvan. In het examenprotocol zijn in ieder geval de volgende zaken opgenomen:

  • a. entreecriteria voor deelname aan het examen (zie ook paragraaf 5);

  • b. wijze van identificatie van de kandidaat bij het examen;

  • c. examenduur en wijze van examinering van zowel het theorie als praktijkdeel;

  • d. gedragsregels voor examenkandidaten;

  • e. regeling alternatieve examinering;

  • f. normering voor slagen en afwijzen;

  • g. bekendmaking van de examenuitslag aan de aanvrager;

  • h. bewaartermijn van de examendocumenten of digitale scans daarvan, zoals uitwerkingen en beoordelingsformulieren;

  • i. het recht van de examenkandidaat tot inzicht in zijn of haar beoordeling; en

  • j. geldigheidsduur van positieve resultaten van het theorie- dan wel het praktijkexamen.

4.3 Eisen aan het examenpersoneel

Personen die zijn belast met de examinering voldoen aan de algemene, vakinhoudelijke en onafhankelijkheidseisen zoals bepaald door de Registratie Instelling alsmede aan de eisen zoals gesteld in het examenprotocol.

Alleen personen die in het bezit zijn van een geldig certificaat examinering zijn belast met de examinering. Zij zijn gehouden om de examinatoreninstructie en het beoordelingsprotocol te volgen.

Als examenpersoneel een potentieel belangenconflict heeft bij het examineren van een kandidaat, neemt de Registratie Instelling maatregelen om te garanderen dat de betrouwbaarheid en onpartijdigheid van het examen niet in diskrediet worden gebracht en ziet erop toe dat de Examen Instelling deze maatrgelen uitvoert en naleeft. Deze maatregelen worden vastgelegd.

Het voorgaande geldt tevens als examenpersoneel willens en wetens de voorgaande eisen niet naleeft. In dat geval wordt het examen ongeldig verklaard.

4.4 Eisen aan het examen

4.4.1 Beslotenheid van examens

Medewerkers van de Registratie Instelling en een de door de Registratie Instelling ingeschakelde Examen Instelling zorgen voor de absolute geheimhouding van de examenopgaven. Implementatie en verificatie hiervan geschiedt door de Registratie Instelling.

4.4.2 Algemene regels voor de uitvoering van examens

Het theorie-examen wordt schriftelijk of digitaal en in de Nederlandse taal afgenomen.

Het praktijkexamen wordt in de Nederlandse taal afgenomen.

Indien de kandidaat het Nederlands onvoldoende beheerst, kunnen het theorie-examen en het praktijkexamen in de Duitse, Engelse of Franse taal worden afgenomen.

Voor de overige eisen aan de uitvoering van het examen wordt verwezen naar het examenprotocol.

5. Entreecriteria

Voor deelname aan het examen geldt dat de kandidaat moet voldoen aan de volgende entreecriteria:

  • a. de kandidaat heeft minimaal de leeftijd van 18 jaar;

  • b. de kandidaat kan tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt afgenomen; en

  • c. de kandidaat is in de periode van drie maanden voorafgaand aan de indiending van de aanvraag tot examinering niet bestraft geweest voor het bedienen van een hijskraan zonder te beschikken over een geldige registratie hiertoe.

Er geldt geen specifieke vooropleidingseis.

6. Inhoud van en cesuur examens

6.1 Theorie- en praktijkexamen

Het examen bestaat uit een theorie-examen en een praktijkexamen.

Het theorie-examen wordt schriftelijk of digitaal afgenomen en bestaat uit 50 meerkeuzevragen, gebaseerd op de toetstermen zoals omschreven in de bijlage.

De meerkeuzevragen van het theorie-examen worden uitsluitend verstrekt vanuit de itembank van de Registratie Instelling.

De maximale tijd om het theorie-examen af te leggen bedraagt 90 minuten.

Het praktijkexamen wordt in een praktijk gesimuleerde omgeving afgenomen en is gebaseerd op de toetstermen zoals omschreven in de bijlage en bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. kennismaken en doornemen opdracht;

  • b. aanvangscontrole van de mobiele kraan en de daarbij behorende documenten;

  • c. onderhoud en werking van de mobiele kraan;

  • d. hijs- en hefgereedschap;

  • e. opstellen en gebruiksklaar maken van de mobiele kraan;

  • f. hijsopdracht 1 (KO-opdracht);

  • g. assisteren last verplaatsen;

  • h. hijsopdracht 2 (KO-opdracht);

  • i. hijsopdracht 3 (KO-opdracht);

  • j. mobiele kraan achterlaten; en

  • k. veiligheid (KO-onderdeel).

De examenopdrachten voor het praktijkexamen worden uitsluitend verstrekt vanuit de itembank van de Registratie Instelling.

De examenopdrachten moeten binnen 240 minuten worden uitgevoerd.

6.2 Itembank

Het beheer van de itembank geschiedt onder strikte geheimhouding door de examencommissie. Door de examencommissie worden de meerkeuzevragen van het theorie-examen en de examenopdrachten voor het praktijkexamen verstrekt ten behoeve van de examinering.

6.3 Cesuur

Waardering examenresultaten

Het resultaat van zowel het theorie- als het praktijkexamen wordt tot uiting gebracht in ofwel “voldoende” ofwel “onvoldoende”.

Cesuur theorie-examen

De maximale waardering voor de meerkeuzevragen bij een volledig theorie-examen is 50 punten (1 punt per goed antwoord).

Een kandidaat heeft een voldoende voor het theorie-examen indien hij of zij 42 punten of meer heeft behaald. Daarnaast moet van elke groep vragen over één eindterm minimaal 70% goed worden gescoord.

Cesuur praktijkexamen

Elk onderdeel van het praktijkexamen wordt beoordeeld aan de hand van het beoordelingsprotocol. Aan de verschillende handelingen zijn beoordelingscriteria gekoppeld met een daaraan verbonden puntenwaardering.

Voor alle onderdelen van het praktijkexamen moet een voldoende worden gehaald. Om een voldoende te halen voor een onderdeel moet minimaal 70% van de maximaal te behalen punten worden gescoord én mag de kandidaat geen KO (knock out) hebben.

6.4 Mogelijkheden voor herexamens

Een kandidaat die een voldoende resultaat heeft gehaald voor ofwel het theorie-examen ofwel het praktijkexamen, kan indien hij of zij een onvoldoende heeft behaald voor het andere examendeel, tot uiterlijk zes maanden na het behalen van het voldoende resultaat, maximaal twee maal herexamen doen voor het als onvoldoende gekwalificeerde examendeel.

Wanneer niet binnen zes maanden na het behalen van een voldoende voor het éne examendeel een voldoende voor het andere examendeel is behaald, moet opnieuw een volledig examen (zowel theorie als praktijk) worden afgelegd.

Er is geen maximum verbonden aan het aantal gecombineerde theorie- en praktijkexamens dat een kandidaat kan afleggen.

7. Registratie en herregistratie

7.1 Registratie

Binnen drie weken nadat een kandidaat een voldoende resultaat heeft behaald voor zowel het theorie-examen als het praktijkexamen registreert de Registratie Instelling deze persoon in het Register, tenzij deze persoon in gebreke blijft met de betaling van de kosten of heeft gemalverseerd met zijn of haar persoonsgegevens en/of tijdens het examen.

De geregistreerde persoon ontvangt vervolgens binnen een week na opname in het register een verklaring van registratie en een persoonsgebonden pas.

7.2 Herregistratie

7.2.1 Aanvraag

Een aanvraag tot herregistratie wordt ingediend bij de Registratie Instelling. De beoordeling van een aanvraag tot herregistratie geschiedt door de Registratie Instelling aan de hand van gegevens over gevolgde bijscholing en opgetekende praktijkervaring en/of afgelegde examens.

De gevolgde bijscholing en de opgetekende praktijkervaring wordt bijgehouden in het Register. De administratie hiervan moet minimaal vijf jaar beschikbaar blijven.

7.2.2 Eisen voor herregistratie

Om als registratiehouder voor herregistratie in aanmerking te komen, moet worden aangetoond dat in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie door de registratiehouder aan de volgende voorwaarden is voldaan:

1. Bijscholing:

Twee volledige bijscholingsdagen (of 4 dagdelen) zijn gevolgd bij een door de Registratie Instelling erkende trainer, waarvan

  • a. één bijscholingsdag (of 2 dagdelen) is gevolgd in de eerste 36 maanden van de periode van vijf jaar, en

  • b. de tweede bijscholingsdag (of 2 dagdelen) is gevolgd na de 36ste maand van de periode van vijf jaar.

Tijdens de bijscholingsdagen komen alle eindtermen en actuele ontwikkelingen op het gebied van het onderwerp van dit schema aan de orde.

De bijscholing (4 modules, 1 module per dagdeel) wordt als volgt onderverdeeld:

  • A+B onderdeel hijs begeleiden en aanslaan van lasten;

  • C onderdeel hijsen; en

  • D onderdeel gedrag en actualiteit.

Van de gevolgde bijscholing ontvangt de deelnemer een bewijs van deelname van de door de Registratie Instelling erkende trainer. De deelname wordt aangetekend in het Register.

Indien de aanvrager van herregistratie niet kan aantonen over voldoende gevolgde bijscholing te beschikken in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie, dan kan hij of zij via een theorie-examen aantonen nog steeds over voldoende kennis te beschikken. Dit theorie-examen wordt afgenomen conform de eisen zoals daarvoor vastgelegd in artikel 6.1.

2. Praktijkervaring:

In de periode van vijf jaar dat de registratie geldig is, moet de registratiehouder tenminste acht kwartalen hebben gewerkt in de functie die op de registratie is vermeld en van deze acht kwartalen moeten tenminste twee kwartalen vallen in de laatste drie jaar van de periode van vijf jaar.

Of een persoon voldoende praktijkervaring heeft blijkt uit de aantekening daarvan door de door de Registratie Instelling geautoriseerde werk- en/of opdrachtgever in het Register, die tenminste elke drie maanden de ingevoerde gegevens op waarheid toetst.

Indien de aanvrager van herregistratie niet kan aantonen over voldoende praktijkervaring te beschikken in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie, dan kan hij of zij via een praktijkexamen aantonen nog steeds over voldoende praktische competenties te beschikken.

Dit praktijkexamen wordt afgenomen conform de eisen zoals daarvoor vastgelegd in artikel 6.1.

7.2.3 Controle eisen voor herregistratie

Na ontvangst van een aanvraag voor herregistratie controleert de Registratie Instelling de gegevens van de aanvrager in het register met betrekking tot de gevolgde bijscholing, de opgetekende praktijkervaring en/of afgelegde examens. Indien wordt voldaan aan de in artikel 7.2.2 gestelde eisen bericht de Registratie Instelling de aanvrager binnen twee kalenderweken over het resultaat.

De aanvrager ontvangt vervolgens binnen een week na opname in het register een verklaring van registratie en een persoonsgebonden pas (conform paragraaf 3).

7.2.4 Ingangsdatum herregistratie

De ingangsdatum van de herregistratie wordt aldus vastgesteld:

  • a. Indien de positieve herregistratiebeslissing valt binnen drie maanden voor de einddatum van de voorgaande registratie, dan is die vervaldatum tevens de ingangsdatum van de hernieuwde registratie.

  • b. Indien de positieve herregistratiebeslissing valt voor de drie maanden voorafgaand aan de einddatum van de voorgaande registratie, dan is de datum van de herregistratiebeslissing de ingangsdatum van de hernieuwde registratie.

7.2.5 Alternatieve procedure voor herregistratie

Wanneer de registratie van de machinist is verlopen zonder tijdige herregistratie en de persoon alsnog in het bezit wil komen van een registratie, is dit mogelijk door het met goed gevolg afleggen van een examen zoals vastgelegd in paragraaf 6.

In uitzonderlijke gevallen is dispensatie mogelijk. Hiertoe moet er een dispensatie-verzoek bij de Registratie Instelling worden ingediend conform het dispensatieprotocol. Dit verzoek wordt vervolgens voorgelegd aan de examencommissie die hieromtrent een advies opstelt. Dit advies wordt vervolgens voorgelegd aan de Raad van Toezicht van de Registratie Instelling, die een besluit neemt over de (her)registratie.

7.2.6 Procedure bij toepassing maatregelen

De Registratie Instelling verwijdert de registratie van een persoon uit het Register Kraanmachinisten indien de geregistreerde met zijn of haar werkzaamheden, voor zover die door de registratie worden gereguleerd, of door de wijze waarop hij of zij de werkzaamheden verricht ernstig gevaar veroorzaakt of kan veroorzaken voor personen.

De Registratie Instelling kan de registratie van een persoon uit het Register Kraanmachinisten tijdelijk verwijderen indien de geregistreerde met zijn of haar werkzaamheden, voor zover die door de registratie worden gereguleerd, of door de wijze waarop hij of zij de werkzaamheden verricht gevaar veroorzaakt of kan veroorzaken voor personen.

De verwijdering geschiedt op grond van door de Inspectie aangeleverde informatie die de conclusie onderbouwen dat sprake is of is geweest van gevaar dan wel ernstig gevaar.

Indien de Registratie Instelling ten behoeve van haar besluitvorming over het al dan niet verwijderen van een registratie van een persoon nadere informatie nodig heeft kan zij de registratie van deze persoon lopende het onderzoek voor een periode van maximaal drie maanden schorsen.

8. Verklaring van (her)registratie en persoonsgebonden pas

De (her)registratie wordt vastgelegd middels een verklaring van registratie en door de uitgifte van de persoonsgebonden pas aan de registerhouder.

De verklaring van (her)registratie wordt door de Registratie Instelling afgegeven aan de geregistreerde in de taal van het examen als wordt voldaan aan de eisen uit artikel 6.1.

Op het document van de verklaring van registratie wordt verklaard dat de betreffende persoon voldoet aan de eisen uit het onderhavige schema en indien relevant of het ging om een herregistratie.

De volgende gegevens moeten minimaal in de verklaring van (her)registratie vermeld zijn:

  • a. naam van de geregistreerde persoon incl. geboortedatum;

  • b. eenduidig documentnummer (usernummer);

  • c. referentie naar dit schema;

  • d. scope van de registratie, inclusief de geldigheidscondities; en

  • e. de ingangsdatum van de (her)registratie en de datum waarop de (her)registratie ophoudt geldig te zijn.

9. Geldigheidsduur van de registratie en herregistratie

De geldigheidsduur van de (her)registratie is vijf jaar. Een registratie kan tussentijds worden verwijderd op administratieve gronden (zie artikel 1.5p, derde lid, onder a tot en met d van het Arbeidsomstandighedenbesluit) en bij wijze van maatregel (zie hierover artikel 7.2.6).

10. Beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties

De procedure voor de beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties is van toepassing op de beoordeling van beroepskwalificaties van personen afkomstig uit de lidstaten van de Europese Unie en andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Ruimte en Zwitserland ten behoeve van de registratie als machinist mobiele kraan.

De Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties is onverkort van toepassing. Daarnaast gelden artikel 1.5h van het Arbeidsomstandighedenbesluit en paragraaf 1.3 van de Arbeidsomstandighedenregeling.

De procedure voor de beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties is gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling.

11. Klachtenregeling

De Registratie Instelling heeft een procedure voor het indienen en behandelen van klachten over haar functioneren en publiceert deze op haar website.

Bijlage 1. Eind- en toetstermen

1. Eindtermen

Er gelden de volgende eindtermen:

  • 1. de kandidaat heeft kennis van hijswerkzaamheden, incl. het voorbereiden daarvan;

  • 2. de kandidaat heeft kennis van de wet- en regelgeving van hijswerkzaamheden;

  • 3. de kandidaat kan het werk voorbereiden, incl. het gebruiken van hijsgereedschappen;

  • 4. de kandidaat kan een mobiele kraan opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken;

  • 5. de kandidaat weet hoe op een veilige manier hijswerkzaamheden uitgevoerd kunnen worden met een mobiele kraan; en

  • 6. de kandidaat kan hijswerkzaamheden afronden en de mobiele kraan voor transport gereed maken.

Eindterm

theorie-examen

praktijkexamen1

1

X 8 vragen

X (a en k)

2.

X 8 vragen

 

3.

X 20 vragen

X (b, c en d)

4.

 

X (e)

5.

X 14 vragen

X (f, g, h en i)

6.

 

X (j)

Het theorie-examen bestaat uit 50 meerkeuze vragen.

Het praktijkexamen bestaat uit 3 hijsopdrachten.

Zie ook paragraaf 6.

X Noot
1

De letters verwijzen naar de opsomming in paragraaf 6.1.

2. Toetstermen

Eindterm

Beoordelingscriterium

Specifieke kennis m.b.t:

1.1 kennis van hijswerkzaamheden

weet welke pbm's nodig zijn in welke situatie

PBM's:

* veiligheidshelm

* veiligheidsschoenen

* veiligheidshandschoenen

* gehoorbescherming

* veiligheidsbril

* reflecterende kleding

* valgordel

1.2 kennis van hijswerkzaamheden

weet wat de stabiliteit beïnvloedt en kan deze ook berekenen.

* ondergrond

* opstelling kraan

* zwaartepunt last

* wind

1.3 kennis van hijswerkzaamheden

kent de relatie tussen zwaartepunt en kantellijnen en kan deze ook berekenen.

zwaartepunt:

* laag

* excentrisch

* hoog

kantellijnen

1.4 kennis van hijswerkzaamheden

kan het zwaartepunt bepalen van de last en kan deze ook berekenen

zwaartepunt last:

* volume

* soortelijke massa

* totale massa van de last

1.5 kennis van hijswerkzaamheden

weet wat het effect is van water op de draagkracht van verschillende grondsoorten

grondsoorten:

* zand

* veen

* klei

* leem

* löss

1.6 kennis van hijswerkzaamheden

weet welk hijsgereedschap geschikt is voor welke opdracht

rekening houdend met:

* capaciteit (WLL: working load limit)

* toepassing en aanslaan lasten

* afkeurnormen

* werklastfactoren

* buitenhoek

* stroppen, sluitingen, hijsbanden

1.7 kennis van hijswerkzaamheden

kent de invloed van de verschillende onderdelen van de machine op de stabiliteit en werking

onderdelen:

* afstempelconfiguratie

* ballast

* giekconfiguratie

* optimale aantal inscheringen

* vlucht

* stand bovenwagen t.o.v. onderwagen

1.8 kennis van hijswerkzaamheden

kan de functie van de verschillende beveiligingen en signaleringen noemen

Beveiligingen volgens gebruiksaanwijzing, zoals:

* LMB (lastmomentbeveiliging)

* windingenbeveiliging

* hoogte-afslagbeveiliging

* rijsignalering

* uitstapbeveiliging (armleuning- of stoelschakelaar)

* Kabeluitloop beveiliging

* Slappe kabel beveiliging

* Zwenkbeveiliging

* Asblokkering

* Stempeluithouders borging

* Slang- of leidingbreuk beveiliging

* Drukopnemer topcilinder

* Lengtegever giek

* Giekhoekmeter

1.9 kennis van hijswerkzaamheden

weet welke eisen en restricties van toepassing zijn bij specifieke hijswerkzaamheden

specifieke hijswerkzaamheden:

* hijsen met meerdere kranen aan één last

* hijsen met meerdere kranen in één werkgebied

* hijsen van een (personen)werkbak

* monteren van en hijsen met een jib

* hijsen in omgeving van hoogspanningsmasten

* hijsen over gebouwen

* hijsen op pontons

2.1 wet- en regelgeving

anticipeert op wisselende omstandigheden

omstandigheden:

* weersveranderingen

* toestroom kijkers

* instabiele last (b.v. hijsen van verpakte vloeistoffen)

* verkeer

* positie hijsbegeleider, machinist en derden

2.2 wet- en regelgeving

gebruikt deugdelijke beschermingsmiddelen bij de verschillende werkzaamheden (zie ook 1,1)

PBM'

* veiligheidshelm

* veiligheidsschoenen

* veiligheidshandschoenen

* gehoorbescherming

* veiligheidsbril

* reflecterende kleding

* in goede staat verkeren

* niet voorbij uiterlijke gebruiksdatum

2.3 wet- en regelgeving

voert de werkzaamheden uit volgens de gebruiksaanwijzing van de betreffende machine

Gebruiksaanwijzing in de taal gebruiker

Tabellen van de alle LMB instellingen aanwezig

2.4 wet- en regelgeving

voert de werkzaamheden uit rekening houdend met wet- en regelgeving

wet- en regelgeving:

* milieuwetgeving

* arbowetgeving

* nationale regelgeving

* lokale regelgeving

2.5 wet- en regelgeving

begrijpt wat de consequenties zijn van het niet juist uitvoeren van de eindtermen en toetstermen en kan uitleggen waarom zijn handelen daarmee in overeenstemming is.

 

3.1 voorbereiding werkzaamheden

Kan de machine controleren op visueel zichtbare gebreken

controle op:

* banden/rupsen

* eventuele lekkages (oliespoor)

* breuken/scheuren in metaal

* loszittende bouten

* beschadigingen aan assen

3.2 voorbereiding werkzaamheden

maakt de cabine werk gereed

Werk gereed:

* stand van de spiegels aanpassen aan bestuurder

* stoel aanpassen aan bestuurder

* spiegels en ramen schoon en condensvrij

* opruimen, en schone werkplek

(Geen losse voorwerpen)

3.3 voorbereiding werkzaamheden

Kan de werking van de verlichting controleren

Werkverlichting

* Rijverlichting

* Dashbord verlichting

3.4 voorbereiding werkzaamheden

controleert het peil van diverse vloeistoffen en vult indien nodig bij

controleren:

* motorolie

* koelvloeistof

* hydrauliek olie

* brandstof

* onderdelen met automatische vetsmering

indien nodig:

* vloeistoffen bijvullen

* smeren van draaiende onderdelen die niet zijn voorzien van automatische vetsmering

3.5 voorbereiding werkzaamheden

Selecteert het benodigde hijsgereedschap en draagt zorg dat het gereedschap bruikbaar is

bruikbaar:

- weergave van toegestane werklast op het hijsgereedschap

- visuele beschadigingen of manco's

- aanwezigheid CE-markering, certificaat en inspectierapport (indien van toepassing)

- markeert afkeur

hijsgereedschap:

* ketting/handtakel

* kettingwerk

* topschalmen en verbindingsschalmen

* sluitingen

* wartels

* hijssleutels en hijsankers

* kogelkopsleutels

* speciale hijssleutels

* schroefogen/schroefbouten

* schroeflussen

* hijspennen

* haken

* samengesteld kettingwerk

* kabel en strop

* hijsband

* stroppen

* evenaar/hijsframe

* uithouder

* pallethaak

* klemmen

3.6 voorbereiding werkzaamheden

voert de aanvangscontrole uit

aanvangscontrole:

de staat en de werking van:

* kabels

* blok

* schijven

* beveiligingen

3.7 voorbereiding werkzaamheden

controleert de voorgeschreven documenten op aanwezigheid en volledigheid

documenten:

* persoonlijke documenten

- TCVT persoonsdocument van vakbekwaamheid machinist

* machine gebonden documenten

- kraanboek

- TCVT keuringscertificaat van machine

- opstellingskeuring

* hijstabel

- gebruiksaanwijzing

* hijsgereedschap gebonden documenten

- certificaten

- gebruiksaanwijzing

* last gebonden documenten

- werkplan

* formulier opstellingskeuring

* Klikmelding

3.8 voorbereiding werkzaamheden

Kan de werkzaamheden volgens het hijsplan toepassen:

* hoe de machine moet worden opgesteld om de hijsactiviteit te kunnen uitvoeren

* hoe de hijsactiviteiten moeten worden uitgevoerd

onderdelen van het hijsplan:

* type machine

* plaats en afmetingen van de hijslocatie(s)

* plaats en afmetingen van de obstakels

* afmetingen, vorm, massa en zwaartepunt van de last

* soort, afmetingen, vorm en massa van het hijsgereedschap (stroppenplan)

3.9 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert de hijstabel van de betreffende machine

hijstabel:

* Capaciteit volgens gieklengte, opstelconfiguratie en vlucht

3.10 voorbereiding werkzaamheden

neemt eventueel in samenspraak met de uitvoerder, het hijsplan door

rekening houdend met (o.a.):

* de aard van de te hijsen materialen

* de aard van de werkzaamheden

* de ligging van ondergrondse kabels en leidingen

* plaats en afmetingen van obstakels

* aanwezigheid van mensen en verkeer

* afmetingen, massa en zwaartepunt van de last

onderdelen uitvoeringsplan:

* keuze en soort hijsgereedschap

* interpretatie van hijstabel

* benodigde aanvullende veiligheidsmaatregelen

* benodigde pbm’s

* werkvolgorde

3.11 voorbereiding werkzaamheden

neemt deel aan het start-werkoverleg

betrokkenen (bijvoorbeeld):

* uitvoerder

* machinist

doel:

* onderlinge afstemming van de totale werkzaamheden

3.12 voorbereiding werkzaamheden

overlegt met de betrokkenen over de werkaanpak

hijsteam (bijvoorbeeld):

* machinist

* hijsbegeleider

doel:

* onderlinge afstemming van de specifieke werkzaamheden

3.13 voorbereiding werkzaamheden

plaatst afzettingen, rekening houdend met aandachtspunten

algemeen:

* afstand van minimaal een halve meter tot bijvoorbeeld gebouwen

soorten afzettingen:

* afzettingen rondom de machine

aandachtspunten:

* voorkomen van afzetting van looppaden

* voorkomen van langdurige en onnodige afzettingen

3.14 voorbereiding werkzaamheden

beoordeelt de draagkracht van de ondergrond op basis van criteria

beoordelingscriteria:

* stabiliteit van de ondergrond

* terreinomstandigheden van en naar de opstelplaats (o.b.v. overleg met de klant)

* toelaatbare gronddruk (o.b.v. overleg met de klant)

* ondergrondse objecten (riool, kelder, leidingen, waterloop, putten)

* geroerde grond

3.15 voorbereiding werkzaamheden

kiest op basis van kenmerken van de last het juiste hijsgereedschap

kenmerken van de last:

* gewicht

* zwaartepunt

* materiaalsoort

* afmetingen

* mechanische kenmerken (sterkte en samenstelling)

* aerodynamica (windvlak)

* aangebrachte hijsvoorzieningen

* lasteigenschappen (kwetsbaar, scherpe randen)

3.16 voorbereiding werkzaamheden

berekent het gewicht van de last

Soortelijke massa x volume

3.17 voorbereiding werkzaamheden

bepaalt het zwaartepunt van de last voorafgaand aan het hijsen

Hijshaak boven het zwaartepunt

3.18 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert de tekeningen waarin fabrikanten het zwaartepunt van de last weergeven uit waar het gaat om de stabiliteit van de last

 

3.19 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert de tekeningen waarin een last op verschillende manieren is aangeslagen in relatie tot (eventueel) doorbuigen van de last, het (eventueel) inwerken van krachten en (eventuele) risico's op het verschuiven van de stroppen

Gebruik uithouder/evenaar

4.1 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken van de machine

bepaalt de meest optimale positie van de machine om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren

optimale positie

minimale vlucht bij hijsen

maximale vlucht bij hijsen

Zicht op de last

Beknelling

Aanstootgevaar

* efficiency

* omgeving

- bijv. hoogspanningskabels

* veiligheid

* zicht

* weersomstandigheden:

- wind

- zon

- mist

- duisternis

- vorst en sneeuw

- warmte en kou

- regen

- onweer

4.2 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken van de machine

houdt tijdens het opstellen rekening met de ondergrondse infrastructuur

ondergrondse infrastructuur:

* leidingen

* kabels

* kelders

* putten

* buizen

opslagtanks (benzine, enz.)

4.3 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken van de machine

plaatst stempelschotten/draglineschotten, indien nodig

plaatsen:

* rekening houden met ergonomie

* bepalen of oppervlakte voldoende is:

oppervlakte = kracht / druk

stempelschotten vlak en dragen neerleggen

4.4 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken van de machine

stelt de machine stabiel (waterpas) op

Controle na testronde

4.5 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken van de machine

bepaalt de stempelkracht

aflezen van de machine of het toepassen van de formule:

2,5 x de totale massa machine en de last en het hijsgereedschap.\. opp. van de totale ondersteuning

4.6 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken van de machine

berekent de stempeldruk

zie formule bij 4.5

4.7 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken van de machine

houdt bij het opstellen rekening met de stabiliteit van de ondergrond

soort ondergrond:

* zand

* veen

* klei

* leem

* löss

type verharding:

*asfalt

* beton

* elementverharding

4.8 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken van de machine

houdt bij het opstellen rekening met de mogelijke kans op afschuiven van de grond rondom sloten, damwanden, kades en taluds

aandachtspunten:

* afstand

druk onder 45 graden in ondergrond

4.9 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken van de machine

monteert de hulpgiek

Conform gebruiksaanwijzing

Kent veiligheidsaspecten

4.10 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken van de machine

scheert de kabels in of uit, rekening houdend met de aandachtspunten en kiest het aantal inscheringen

aandachtspunten:

* correct aanbrengen van de kabel over de schijven

* aanwezigheid van uitloopbeveiligingen, bij inscheren vrij van uitloopbeveiligingen

* correcte eindverbindingen

* bij werken op hoogte: gebruikmaken van de voorziene klimvoorzieningen en beveiligingen

4.11 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken van de machine

monteert ballast/contragewicht, rekening houdend met de aandachtspunten

aandachtspunten:

* bij werken op hoogte: gebruikmaken van de voorziene klimvoorzieningen en LMB juist instellen

4.12 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken van de machine

controleert of de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd vanaf de geplande opstelling

Controle hijsplan

4.13 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken van de machine

controleert de beveiligingen

controleert:

* instelling

* werking

Zie ook 0,8

4.14 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken van de machine

voert de laatste controle uit voor aanvang van de hijswerkzaamheden

laatste controle:

* rondje draaien met machine

* borging

5.1 veilig uitvoeren van werkzaamheden

voert een LMRA uit

laatste minuut risicoanalyse:

* wijzigingen t.a.v. omgevingsfactoren

* wijzigingen t.a.v. weersomstandigheden

line of fire handelen

5.2 veilig uitvoeren van werkzaamheden

bepaalt, gegeven de belasting factoren en de werklast, of de door de fabrikant opgegeven werklast van hijsgereedschap niet wordt overschreden

Controle WLL

5.3 veilig uitvoeren van werkzaamheden

volgt de arm- en handseinen en/of aanwijzingen middels andere communicatiemiddelen (hijsen uit het zicht en werken met portofoon)

seinen:

* overnemen commando

* stop, einde beweging

* stop, einde commando

* noodstop

* omhoog

* omlaag

* aanduiding hoogte

* horizontale afstand

* vooruit

* achteruit

* naar links

* naar rechts

5.4 veilig uitvoeren van werkzaamheden

past de verplichte beveiligingen toe

beveiligingen:

* LMB

* uitvalbeveiliging

5.5 veilig uitvoeren van werkzaamheden

voert meerdere kraanbewegingen tegelijkertijd uit

kraanbewegingen:

* betonstorten onder hoek

* staande buis neerleggen

* liggende buis oprichten

* hijsen/zakken

* optoppen/aftoppen

* zwenken

5.6 veilig uitvoeren van werkzaamheden

haalt tijdens het hijsen eventuele slingeringen uit de last of beheerst deze veilig

Hijsbewegingen

3 kraanbewegingen tegelijkertijd kunnen uitvoeren

5.7 veilig uitvoeren van werkzaamheden

Slaat de last aan en schat afstanden goed in

 

5.8 veilig uitvoeren van werkzaamheden

past de werksnelheid aan de weers- en werkomstandigheden aan

 

5.9 veilig uitvoeren van werkzaamheden

plaatst een last op de aangegeven locatie

 

5.10 veilig uitvoeren van werkzaamheden

manoeuvreert een last tussen obstakels door

 

5.11 veilig uitvoeren van werkzaamheden

kantelt een last van horizontaal naar verticaal en andersom

 

5.12 veilig uitvoeren van werkzaamheden

controleert of de werkbak en machine goedgekeurd zijn

controle:

* aanwezigheid juiste opschriften

* aanwezigheid juiste certificaten

5.13 veilig uitvoeren van werkzaamheden

controleert of de gordel en lijn in goede staat en goedgekeurd zijn

controle:

* certificaten

* staat gordel en lijn

5.14 veilig uitvoeren van werkzaamheden

controleert of de hijskabel de afgelopen drie maanden gecontroleerd is, in orde is en gedocumenteerd in het kraanboek

controle:

* certificaat

* kraanboek

5.15 veilig uitvoeren van werkzaamheden

houdt zich aan de maximale werklast en het aantal personen zoals vermeld op de werkbak/machinistenlift

 

5.16 veilig uitvoeren van werkzaamheden

gebruikt de werkbak/machinistenlift niet indien de weersomstandigheden veilig werken niet toelaten

weersomstandigheden:

* onweer

* harde wind (zie gebruiksaanwijzing werkbak)

5.17 veilig uitvoeren van werkzaamheden

controleert of de personen in de werkbak beveiligingsmiddelen dragen tegen vallen die rechtstreeks aan de daarvoor bestemde bevestigingspunten zijn bevestigd

beveiliging:

* harnas

* korte lijn

5.18 veilig uitvoeren van werkzaamheden

hijst de werkbak met geringe snelheid en zonder schokken of stoten

Liersnelheid

Inscheringen

5.19 veilig uitvoeren van werkzaamheden

vult voorafgaand aan de werkzaamheden de checklist “Werken met een werkbak” in en ondertekent deze

 

5.20 veilig uitvoeren van werkzaamheden

vult voorafgaand aan de werkzaamheden samen met de gebruiker de checklist (zie 5.19) in met betrekking tot het gebruik van de werkbak in en zorgt ervoor dat deze ondertekend wordt

 

5.21 veilig uitvoeren van werkzaamheden

laat de gebruiker alleen in- en uitstappen als de werkbak op een vaste ondergrond staat

 

5.22 veilig uitvoeren van werkzaamheden

maakt de hijsgereedschappen los en verwijdert deze van de last

aandachtspunten:

* last stabiel

* beknellingsgevaar

* hijsgereedschappen mogen niet blijven haken achter de last

5.23 veilig uitvoeren van werkzaamheden

stelt een storingsdiagnose op in relatie tot de hoofdonderdelen van de machine

hoofdonderdelen:

- hydraulisch

- pneumatisch

- elektrisch

- mechanisch

- motorisch

* op basis van visuele en auditieve controle

5.24 veilig uitvoeren van werkzaamheden

bepaalt bij storingen welke acties ondernomen moeten worden en zet deze in gang

acties:

* beoordelen of wel of niet verantwoord doorgewerkt kan worden

* bepalen of de storing zelfstandig opgelost kan worden of de monteur of technische dienst ingeschakeld moet worden

6.1 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

(de)monteert de (hulp)giek

Conform gebruiksaanwijzing

6.2 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

legt ballast/contragewicht af

 

6.3 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

trekt de stempels in

 

6.4 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

maakt de machine transport gereed

Transport gereed:

* losliggende delen verwijderen

* sjorrings aanbrengen

* borgingen aanbrengen

* achteruitrij-signalering controleren

* remmen controleren, indien aanwezig:

* de rupsen intrekken tot transportstand

6.5 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

laat de machine volgens de wettelijke voorschriften en bedrijfs-/ lokale voorschriften achter

 

6.6 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

ruimt de werkplek op

werkplek netjes achterlaten:

* afzettingen opruimen

* vergelijk de plek zoals bij aanvang

6.7 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

ondertekent de noodzakelijke documenten en/of laat deze ondertekenen

documenten:

* werkbon

* kraanboek (bij wijzigingen aan de machine)

6.8 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

bespreekt, indien nodig, het verloop van het werk met het team en de klant

 

6.9 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

manoeuvreert de machine op het werkterrein, rekening houdend met de rijeigenschappen van de machine

rijeigenschappen machine:

* de grootte van het voertuig

* de giek

* wendbaarheid

* belading

* trager verloop van optrekken en remmen

* zwaartepunt

* indien van toepassing op rails rijden

- niet over voedingskabel rijden

- voorzichtig bij vorst of als er blad op de rails ligt

Schema voor registratie van de Machinist Funderingsmachine Klein in het Register Kraanmachinisten, W4-02

Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie op 6 november 2019.

1. Inleiding

Dit registratieschema bevat de eisen op het gebied van veilig hijsen waaraan een te registreren machinist dient te voldoen om te worden geregistreerd in het Register Kraanmachinisten als machinist funderingsmachine klein alsmede de eisen aan het proces van persoonsregistratie.

De te registreren machinist voert hijswerkzaamheden uit met een funderingsmachine klein, dat wil zeggen een funderingsmachine met een eigen massa inclusief uitrustingen en funderingselement die gelijk is aan of minder is dan 30 ton, een totale hoogte heeft van minder dan 10 meter en die funderingselementen korter dan 10 meter verwerkt.

Daar waar in dit schema wordt gesproken over de Registratie Instelling wordt gedoeld op de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie (hierna: TCVT RA). In verband met het beheer van het Register Kraanmachinisten heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan TCVT RA mandaat, volmacht en machtiging verleend en TCVT RA aangewezen als verwerker in de zin van artikel 28 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Daarnaast heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met TCVT RA een verwerkersovereenkomst, alsmede een algemene overeenkomst met algemene afspraken over het beheer van het Register Kraanmachinisten afgesloten.

2. Definities

Begrip

Betekenis

Aanvrager

De persoon die een aanvraag doet voor het afgeven van een registratie machinist funderingsmachine klein

Beoordelingsprotocol

Het beoordelingsprotocol RA 412 zoals opgesteld door de Registratie Instelling met bepalingen voor de beoordeling van de praktijk examen-opdrachten.

Certificaat examinering

Certificaat afgegeven door DNVGL aan de persoon die voldoet aan de eisen gesteld aan de examinator zoals gesteld in VT 412 opgesteld door de registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling.

Cesuur

De grens tussen de hoogste toetsscore waaraan een onvoldoende en de laagste toetsscore waaraan een voldoende wordt toegekend.

Dispensatieprotocol

Het protocol RA 414 zoals opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op haar website dat voor bijzondere gevallen de mogelijkheden beschrijft voor de persoon die geregistreerd is geweest te worden geherregistreerd zonder het examen te hoeven af te leggen.

Eindtermen

De omschrijving van de minimaal vereiste kennis, vaardigheden en houdingen (gedrag) op een specifiek competentiegebied zoals beschreven in bijlage 1, ten behoeve van het toetsen van examenkandidaten.

Entreecriteria

Voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om te kunnen deelnemen aan een examen.

Erkende trainer

Een persoon die volgens de eisen uit RA 413, opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling, is erkend voor het verzorgen van bijscholing.

Examen

Het geheel van toetsopgaven (toets-vragen en/of toets-opdrachten), bedoeld om de individuele kandidaat te kunnen beoordelen naar de mate waarin hij of zij aan de eindtermen conform de normen voldoet.

Examencommissie

De commissie, ingesteld door de Registratie Instelling, die verantwoordelijk is voor de examendocumenten en het beheer van de itembank.

Examen Instelling

Instelling belast met de examinering conform de eisen uit het onderhavige schema.

Examenprotocol

Het examenprotocol RA 410 zoals opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling met bepalingen voor de uitvoering van examens.

Examinator

Persoon die beschikt over een geldig certificaat examinering.

Examinatoreninstructie

De examinatoreninstructie RA 411 zoals vastgesteld door de Registratie Instelling en beschikbaar voor examinatoren die examineren ten behoeve van de Registratie Instelling met bepalingen voor de uniforme uitvoering van examens door examinatoren.

Funderingsmachine klein

Conform artikel 7.6, eerste lid onder c, van de Arbeidsomstandighedenregeling: een machine met een eigen massa inclusief uitrustingen en funderingselement die gelijk is aan of minder is dan 30 ton, een totale hoogte heeft van minder dan 10 meter en die funderingselementen korter dan 10 meter verwerkt.

Herregistratie

Hernieuwde registratie in het Register nadat getoetst is dat de beroepsbeoefenaar voldoet aan de eisen voor herregistratie.

Kandidaat

Persoon die een examen wordt afgenomen.

KO-opdracht

Examen-opdracht waarbij een onvoldoende beoordeling tot gevolg

heeft dat de kandidaat niet met een positief advies wordt voor-

gedragen voor registratie. Het examen wordt bij een KO-beoorde-

ling wel voortgezet. (KO staat voor Knock Out.)

Lading

De last c.q. lasten en/of het object c.q. objecten die op welke wijze dan ook veilig moet(en) worden getransporteerd en/of gehesen en/of opgeslagen en/of overgeslagen en/of geborgen.

Machinist

Machinist die een funderingsmachine klein, zoals bedoeld in artikel 7.6, eerste lid onder c, van de Arbeidsomstandighedenregeling, bedient.

Registratie

Registratie in de zin van artikel 7.32, eerste lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit als machinist funderingsmachine klein in het Register Kraanmachinisten.

Registratiehouder

Persoon die in het bezit is van een geldige registratie.

Registratie Instelling

Stichting Toezicht Certificatie Verticaal transport Register Administratie.

Register

Het Register Kraanmachinisten met de namen van de personen die voldoen aan de eisen tot (her)registratie.

Schema

De set van eisen zoals beschreven in onderhavig document voor het verlenen van een registratie.

Toetsterm

Een met een minimumpresentatie en voorwaarden verbijzonderde eindterm.

Trainer

Door de Registratie Instelling erkende trainer die de bijscholing mag verzorgen op basis van het document RA 413. Het document RA 413 en de namen van de erkende trainers staan vermeld op de website van de registratie Instelling.

Verklaring van registratie

Bewijs dat een persoon is geregistreerd.

Werkbak

Bak bedoeld voor en geschikt gemaakt voor het vervoer van personen.

3. Opzet van het proces van registratie en herregistratie

De kandidaat machinist dient bij een namens de Registratie Instelling aangewezen Examen Instelling, in overeenstemming met dit schema, een aanvraag in voor de examinering als machinist van een funderingsmachine klein.

Examens worden afgenomen door de Examen Instelling die daarvoor door de Registratie Instelling is aangewezen. De examinering door de Examen Instelling vindt plaats volgens de eisen in dit schema, de overige door de Registratie Instelling gestelde eisen en het Examenreglement. Voor deelname aan het examen gelden entreecriteria (zie paragraaf 5).

Wanneer de kandidaat is geslaagd voor het examen dient hij of zij een aanvraag in tot registratie in het Register bij de Registratie Instelling.

Indien de Registratie Instelling vaststelt dat de aanvrager een of meer van de bij de indiening van de aanvraag verlangde gegevens niet heeft verstrekt, stelt zij deze in de gelegenheid het ontbrekende gegeven of de ontbrekende gegevens alsnog binnen twee weken te verstrekken. Wordt het gegeven of worden de gegevens niet binnen die twee weken verstrekt, dan wordt het verzoek buiten behandeling gelaten.

De Registratie Instelling besluit tot registratie van de betreffende persoon indien deze voldoet aan de registratie-eisen, de kosten voor het examen en registratie heeft betaald en niet heeft gemalverseerd tijdens het examen of met zijn of haar persoonsgegevens.

De machinist die een herregistratie wenst in het Register Kraanmachinisten stuurt een aanvraag daartoe aan de Registratie Instelling en voegt daarbij informatie over scholing en praktijkervaring en eventueel met goed gevolg afgelegde vervangende examens (zie de eisen in artikel 7.2.2).

4. Organisatie van het examen

4.1 Verantwoordelijkheid Registratie Instelling

De examinering geschiedt onder de directe verantwoordelijkheid van de Registratie Instelling.

4.2 Examenprotocol

De Registratie Instelling heeft een examenprotocol en draagt er zorg voor dat de Examen Instelling werkt volgens dat examenprotocol. Het examenprotocol bevat alle eisen die in dit schema zijn opgenomen en betrekking hebben op het examen of een uitwerking daarvan. In het examenprotocol zijn in ieder geval de volgende zaken opgenomen:

  • a. entree-criteria voor deelname aan het examen (zie ook paragraaf 5);

  • b. wijze van identificatie van de kandidaat bij het examen;

  • c. examenduur en wijze van examinering van zowel het theorie als praktijkdeel;

  • d. gedragsregels voor examenkandidaten;

  • e. regeling alternatieve examinering;

  • f. normering voor slagen en afwijzen;

  • g. bekendmaking van de examenuitslag aan de aanvrager;

  • h. bewaartermijn van de examendocumenten of digitale scans daarvan, zoals uitwerkingen en beoordelingsformulieren;

  • i. het recht van de examenkandidaat tot inzicht in zijn of haar beoordeling; en

  • j. geldigheidsduur van positieve resultaten van het theorie- dan wel het praktijkexamen.

4.3 Eisen aan het examenpersoneel

Personen die zijn belast met de examinering voldoen aan de algemene, vakinhoudelijke en onafhankelijkheidseisen zoals bepaald door de Registratie Instelling alsmede aan de eisen zoals gesteld in het examenprotocol.

Alleen personen die in het bezit zijn van een geldig certificaat examinering zijn belast met de examinering. Zij zijn gehouden om de examinatoreninstructie en het beoordelingsprotocol te volgen.

Als examenpersoneel een potentieel belangenconflict heeft bij het examineren van een kandidaat, neemt de Registratie Instelling maatregelen om te garanderen dat de betrouwbaarheid en onpartijdigheid van het examen niet in diskrediet worden gebracht en ziet erop toe dat de Examen Instelling deze maatrgelen uitvoert en naleeft. Deze maatregelen worden vastgelegd.

Het voorgaande geldt tevens als examenpersoneel willens en wetens de voorgaande eisen niet naleeft. In dat geval wordt het examen ongeldig verklaard.

4.4 Eisen aan het examen

4.4.1 Beslotenheid van examens

Medewerkers van de Registratie Instelling en een de door de Registratie Instelling ingeschakelde Examen Instelling zorgen voor de absolute geheimhouding van de examenopgaven. Implementatie en verificatie hiervan geschiedt door de Registratie Instelling.

4.4.2 Algemene regels voor de uitvoering van examens

Het theorie-examen wordt schriftelijk of digitaal en in de Nederlandse taal afgenomen.

Het praktijkexamen wordt in de Nederlandse taal afgenomen.

Indien de kandidaat het Nederlands onvoldoende beheerst, kunnen het theorie-examen en het praktijkexamen in de Duitse, Engelse of Franse taal worden afgenomen.

Voor de overige eisen aan de uitvoering van het examen wordt verwezen naar het examenprotocol.

5. Entreecriteria

Voor deelname aan het examen geldt dat de kandidaat moet voldoen aan de volgende entreecriteria:

  • a. de kandidaat heeft minimaal de leeftijd van 18 jaar;

  • b. de kandidaat kan tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt afgenomen; en

  • c. de kandidaat is in de periode van drie maanden voorafgaand aan de indiending van de aanvraag tot examinering niet bestraft geweest voor het bedienen van een hijskraan zonder te beschikken over een geldige registratie hiertoe.

Er geldt geen specifieke vooropleidingseis.

6. Inhoud van en cesuur examens

6.1 Theorie- en praktijkexamen

Het examen bestaat uit een theorie-examen en een praktijkexamen.

Het theorie-examen wordt schriftelijk of digitaal afgenomen en bestaat uit 50 meerkeuzevragen, gebaseerd op de toetstermen zoals omschreven in de bijlage.

De meerkeuzevragen van het theorie-examen worden uitsluitend verstrekt vanuit de itembank van de Registratie Instelling.

De maximale tijd om het theorie-examen af te leggen bedraagt 90 minuten.

Het praktijkexamen wordt in een praktijk gesimuleerde omgeving afgenomen en is gebaseerd op de toetstermen zoals omschreven in de bijlage en bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. kennismaken en doornemen opdracht;

  • b. aanvangscontrole van de funderingsmachine klein en de daarbij behorende documenten;

  • c. onderhoud en werking van de funderingsmachine klein;

  • d. hijs- en hefgereedschap;

  • e. opstellen en gebruiksklaar maken van de funderingsmachine klein;

  • f. hijsopdracht 1 (KO-opdracht);

  • g. assisteren last verplaatsen;

  • h. hijsopdracht 2 (KO-opdracht);

  • i. hijsopdracht 3 (KO-opdracht);

  • j. funderingsmachine klein achterlaten; en

  • k. veiligheid (KO-onderdeel).

De examenopdrachten voor het praktijkexamen worden uitsluitend verstrekt vanuit de itembank van de Registratie Instelling.

De examenopdrachten moeten binnen 240 minuten worden uitgevoerd.

6.2 Itembank

Het beheer van de itembank geschiedt onder strikte geheimhouding door de examencommissie. Door de examencommissie worden de meerkeuzevragen van het theorie-examen en de examenopdrachten voor het praktijkexamen verstrekt ten behoeve van de examinering.

6.3 Cesuur

Waardering examenresultaten

Het resultaat van zowel het theorie- als het praktijkexamen wordt tot uiting gebracht in ofwel “voldoende” ofwel “onvoldoende”.

Cesuur theorie-examen

De maximale waardering voor de meerkeuzevragen bij een volledig theorie-examen is 50 punten (1 punt per goed antwoord).

Een kandidaat heeft een voldoende voor het theorie-examen indien hij of zij 42 punten of meer heeft behaald. Daarnaast moet van elke groep vragen over één eindterm minimaal 70% goed worden gescoord.

Cesuur praktijkexamen

Elk onderdeel van het praktijkexamen wordt beoordeeld aan de hand van het beoordelingsprotocol. Aan de verschillende handelingen zijn beoordelingscriteria gekoppeld met een daaraan verbonden puntenwaardering.

Voor alle onderdelen van het praktijkexamen moet een voldoende worden gehaald. Om een voldoende te halen voor een onderdeel moet minimaal 70% van de maximaal te behalen punten worden gescoord én mag de kandidaat geen KO (knock out) hebben.

6.4 Mogelijkheden voor herexamens

Een kandidaat die een voldoende resultaat heeft gehaald voor ofwel het theorie-examen ofwel het praktijkexamen, kan indien hij of zij een onvoldoende heeft behaald voor het andere examendeel, tot uiterlijk zes maanden na het behalen van het voldoende resultaat, maximaal twee maal herexamen doen voor het als onvoldoende gekwalificeerde examendeel.

Wanneer niet binnen zes maanden na het behalen van een voldoende voor het éne examendeel een voldoende voor het andere examendeel is behaald, moet opnieuw een volledig examen (zowel theorie als praktijk) worden afgelegd.

Er is geen maximum verbonden aan het aantal gecombineerde theorie- en praktijkexamens dat een kandidaat kan afleggen.

7. Registratie en herregistratie

7.1 Registratie

Binnen drie weken nadat een kandidaat een voldoende resultaat heeft behaald voor zowel het theorie-examen als het praktijkexamen registreert de Registratie Instelling deze persoon in het Register, tenzij deze persoon in gebreke blijft met de betaling van de kosten of heeft gemalverseerd met zijn of haar persoonsgegevens en/of tijdens het examen.

De geregistreerde persoon ontvangt vervolgens binnen een week na opname in het register een verklaring van registratie en een persoonsgebonden pas.

7.2 Herregistratie

7.2.1 Aanvraag

Een aanvraag tot herregistratie wordt ingediend bij de Registratie Instelling. De beoordeling van een aanvraag tot herregistratie geschiedt door de Registratie Instelling aan de hand van gegevens over gevolgde bijscholing en opgetekende praktijkervaring en/of afgelegde examens.

De gevolgde bijscholing en de opgetekende praktijkervaring wordt bijgehouden in het Register. De administratie hiervan moet minimaal vijf jaar beschikbaar blijven.

7.2.2 Eisen voor herregistratie

Om als registratiehouder voor herregistratie in aanmerking te komen, moet worden aangetoond dat in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie door de registratiehouder aan de volgende voorwaarden is voldaan:

1. Bijscholing:

Twee volledige bijscholingsdagen (of 4 dagdelen) zijn gevolgd bij een door de Registratie Instelling erkende trainer, waarvan

  • a. één bijscholingsdag (of 2 dagdelen) is gevolgd in de eerste 36 maanden van de periode van vijf jaar, en

  • b. de tweede bijscholingsdag (of 2 dagdelen) is gevolgd na de 36ste maand van de periode van vijf jaar.

Tijdens de bijscholingsdagen komen alle eindtermen en actuele ontwikkelingen op het gebied van het onderwerp van dit schema aan de orde.

De bijscholing (4 modules, 1 module per dagdeel) wordt als volgt onderverdeeld:

  • A+B onderdeel hijs begeleiden en aanslaan van lasten;

  • C onderdeel hijsen; en

  • D onderdeel gedrag en actualiteit.

Van de gevolgde bijscholing ontvangt de deelnemer een bewijs van deelname van de door de Registratie Instelling erkende trainer. De deelname wordt aangetekend in het Register.

Indien de aanvrager van herregistratie niet kan aantonen over voldoende gevolgde bijscholing te beschikken in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie, dan kan hij of zij via een theorie-examen aantonen nog steeds over voldoende kennis te beschikken. Dit theorie-examen wordt afgenomen conform de eisen zoals daarvoor vastgelegd in artikel 6.1.

2. Praktijkervaring:

In de periode van vijf jaar dat de registratie geldig is, moet de registratiehouder tenminste acht kwartalen hebben gewerkt in de functie die op de registratie is vermeld en van deze acht kwartalen moeten tenminste twee kwartalen vallen in de laatste drie jaar van de periode van vijf jaar.

Of een persoon voldoende praktijkervaring heeft blijkt uit de aantekening daarvan door de door de Registratie Instelling geautoriseerde werk- en/of opdrachtgever in het Register, die tenminste elke drie maanden de ingevoerde gegevens op waarheid toetst.

Indien de aanvrager van herregistratie niet kan aantonen over voldoende praktijkervaring te beschikken in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie, dan kan hij of zij via een praktijkexamen aantonen nog steeds over voldoende praktische competenties te beschikken.

Dit praktijkexamen wordt afgenomen conform de eisen zoals daarvoor vastgelegd in artikel 6.1.

7.2.3 Controle eisen voor herregistratie

Na ontvangst van een aanvraag voor herregistratie controleert de Registratie Instelling de gegevens van de aanvrager in het register met betrekking tot de gevolgde bijscholing, de opgetekende praktijkervaring en/of afgelegde examens. Indien wordt voldaan aan de in artikel 7.2.2 gestelde eisen bericht de Registratie Instelling de aanvrager binnen twee kalenderweken over het resultaat.

De aanvrager ontvangt vervolgens binnen een week na opname in het register een verklaring van registratie en een persoonsgebonden pas (conform paragraaf 3).

7.2.4 Ingangsdatum herregistratie

De ingangsdatum van de herregistratie wordt aldus vastgesteld:

  • a. Indien de positieve herregistratiebeslissing valt binnen drie maanden voor de einddatum van de voorgaande registratie, dan is die vervaldatum tevens de ingangsdatum van de hernieuwde registratie.

  • b. Indien de positieve herregistratiebeslissing valt voor de drie maanden voorafgaand aan de einddatum van de voorgaande registratie, dan is de datum van de herregistratiebeslissing de ingangsdatum van de hernieuwde registratie.

7.2.5 Alternatieve procedure voor herregistratie

Wanneer de registratie van de machinist is verlopen zonder tijdige herregistratie en de persoon alsnog in het bezit wil komen van een registratie, is dit mogelijk door het met goed gevolg afleggen van een examen zoals vastgelegd in paragraaf 6.

In uitzonderlijke gevallen is dispensatie mogelijk. Hiertoe moet er een dispensatie-verzoek bij de Registratie Instelling worden ingediend conform het dispensatieprotocol. Dit verzoek wordt vervolgens voorgelegd aan de examencommissie die hieromtrent een advies opstelt. Dit advies wordt vervolgens voorgelegd aan de Raad van Toezicht van de Registratie Instelling, die een besluit neemt over de (her)registratie.

7.2.6 Procedure bij toepassing maatregelen

De Registratie Instelling verwijdert de registratie van een persoon uit het Register Kraanmachinisten indien de geregistreerde met zijn of haar werkzaamheden, voor zover die door de registratie worden gereguleerd, of door de wijze waarop hij of zij de werkzaamheden verricht ernstig gevaar veroorzaakt of kan veroorzaken voor personen.

De Registratie Instelling kan de registratie van een persoon uit het Register Kraanmachinisten tijdelijk verwijderen indien de geregistreerde met zijn of haar werkzaamheden, voor zover die door de registratie worden gereguleerd, of door de wijze waarop hij of zij de werkzaamheden verricht gevaar veroorzaakt of kan veroorzaken voor personen.

De verwijdering geschiedt op grond van door de Inspectie aangeleverde informatie die de conclusie onderbouwen dat sprake is of is geweest van gevaar dan wel ernstig gevaar.

Indien de Registratie Instelling ten behoeve van haar besluitvorming over het al dan niet verwijderen van een registratie van een persoon nadere informatie nodig heeft kan zij de registratie van deze persoon lopende het onderzoek voor een periode van maximaal drie maanden schorsen.

8. Verklaring van (her)registratie en persoonsgebonden pas

De (her)registratie wordt vastgelegd middels een verklaring van registratie en door de uitgifte van de persoonsgebonden pas aan de registerhouder.

De verklaring van (her)registratie wordt door de Registratie Instelling afgegeven aan de geregistreerde in de taal van het examen als wordt voldaan aan de eisen uit artikel 6.1.

Op het document van de verklaring van registratie wordt verklaard dat de betreffende persoon voldoet aan de eisen uit het onderhavige schema en indien relevant of het ging om een herregistratie.

De volgende gegevens moeten minimaal in de verklaring van (her)registratie vermeld zijn:

  • a. naam van de geregistreerde persoon incl. geboortedatum;

  • b. eenduidig documentnummer (usernummer);

  • c. referentie naar dit schema;

  • d. scope van de registratie, inclusief de geldigheidscondities; en

  • e. de ingangsdatum van de (her)registratie en de datum waarop de (her)registratie ophoudt geldig te zijn.

9. Geldigheidsduur van de registratie en herregistratie

De geldigheidsduur van de (her)registratie is vijf jaar. Een registratie kan tussentijds worden verwijderd op administratieve gronden (zie artikel 1.5p, derde lid, onder a tot en met d van het Arbeidsomstandighedenbesluit) en bij wijze van maatregel (zie hierover artikel 7.2.6).

10. Beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties

De procedure voor de beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties is van toepassing op de beoordeling van beroepskwalificaties van personen afkomstig uit de lidstaten van de Europese Unie en andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Ruimte en Zwitserland ten behoeve van de registratie als machinist mobiele kraan.

De Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties is onverkort van toepassing. Daarnaast gelden artikel 1.5h van het Arbeidsomstandighedenbesluit en paragraaf 1.3 van de Arbeidsomstandighedenregeling.

De procedure voor de beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties is gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling.

11. Klachtenregeling

De Registratie Instelling heeft een procedure voor het indienen en behandelen van klachten over haar functioneren en publiceert deze op haar website.

Bijlage 1. Eind- en toetstermen

1. Eindtermen

Er gelden de volgende eindtermen:

  • 1. de kandidaat heeft kennis van hijswerkzaamheden, incl. het voorbereiden daarvan;

  • 2. de kandidaat heeft kennis van de wet- en regelgeving van hijswerkzaamheden;

  • 3. de kandidaat kan het werk voorbereiden, incl. het gebruiken van hijsgereedschappen;

  • 4. de kandidaat kan een funderingsmachine klein opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken;

  • 5. de kandidaat weet hoe op een veilige manier hijswerkzaamheden uitgevoerd kunnen worden met een funderingsmachine klein; en

  • 6. de kandidaat kan hijswerkzaamheden afronden en de funderingsmachine klein voor transport gereed maken.

Eindterm

theorie-examen

praktijkexamen1

1

X 8 vragen

X (a en k)

2.

X 8 vragen

 

3.

X 20 vragen

X (b, c en d)

4.

 

X (e)

5.

X 14 vragen

X (f, g, h en i)

6.

 

X (j)

Het theorie-examen bestaat uit 50 meerkeuze vragen.

Het praktijkexamen bestaat uit 3 hijsopdrachten.

Zie ook paragraaf 6.

X Noot
1

De letters verwijzen naar de opsomming in paragraaf 6.1.

2. Toetstermen

Eindterm

Beoordelingscriterium

Specifieke kennis m.b.t.:

1.1 kennis van hijswerkzaamheden

weet welke pbm's nodig zijn in welke situatie

PBM's:

* veiligheidshelm

* veiligheidsschoenen

* veiligheidshandschoenen

* gehoorbescherming

* veiligheidsbril

* reflecterende kleding

• valgordel

• reddingsvest

1.2 kennis van hijswerkzaamheden

weet wat de stabiliteit beïnvloedt en kan deze ook berekenen

* ondergrond

* opstelling machine

* wind

* zwaartepunt last

1.3 kennis van hijswerkzaamheden

kent de relatie tussen zwaartepunt en kantellijnen en kan deze ook berekenen

zwaartepunt:

* laag

* excentrisch

* hoog

kantellijnen

1.4 kennis van hijswerkzaamheden

kan het zwaartepunt bepalen van de last en kan deze ook berekenen

zwaartepunt last:

* volume

* soortelijke massa

* totale massa van de last

1.5 kennis van hijswerkzaamheden

weet wat het effect is van water op de draagkracht van verschillende grondsoorten

grondsoorten:

* zand

* veen

* klei

* leem

* löss

1.6 kennis van hijswerkzaamheden

weet welk hijsgereedschap geschikt is voor welke opdracht

rekening houdend met:

* capaciteit (WLL working load limit)

* toepassing en aanslaan lasten

* afkeurnormen

* werklastfactoren

- buitenhoek

- werkbak

- stroppen

1.7 kennis van hijswerkzaamheden

kent de invloed van de verschillende onderdelen van de machine op de stabiliteit en werking

onderdelen:

* ballast

* optimale aantal inscheringen

* schoorstanden

* last

1.8 kennis van hijswerkzaamheden

kent de invloed van werken op een ponton ten aanzien van de stabiliteit van de machine

Rekening houdend met:

* capaciteit

* labiel evenwicht

* belading ponton

* ballast

1.9 kennis van hijswerkzaamheden

kan de functie van de verschillende beveiligingen en signaleringen noemen

beveiligingen:

* windingenbeveiliging

* hoogte-afslagbeveiliging

* zwenksignalering

trekkrachtindicatie

giekafslag

* uitstapbeveiliging

1.10 kennis van hijswerkzaamheden

weet welke restricties van toepassing zijn bij specifieke hijswerkzaamheden

specifieke hijswerkzaamheden:

* hijsen met meerdere kranen in één werkgebied

* hijsen van werkbak

* hijsen van personen

hijsen bij spoor

hijsen naast grondkeringen

opstelling van de machine

* hijsen in omgeving van hoogspanningsmasten

* hijsen met/zonder LMB

2.1 kennis van wet- en regelgeving

anticipeert op wisselende omstandigheden

omstandigheden:

* wisselend weer

* getijden

* toestroom kijkers

* instabiele last

* verkeer

* positie hijsbegeleider, machinist en derden (ter voorkoming van knelgevaar)

2.2 kennis van wet- en regelgeving

gebruikt deugdelijke beschermingsmiddelen bij de verschillende werkzaamheden

PBM's:

* veiligheidshelm

* veiligheidsschoenen

* veiligheidshandschoenen

* gehoorbescherming

* veiligheidsbril

*harnasgordel

* reflecterende kleding

* reddingsvest (bij werken op het water)

deugdelijk:

* in goede staat verkeren

* niet voorbij uiterste gebruiksdatum

2.3 kennis van wet- en regelgeving

voert de werkzaamheden uit volgens de gebruiksaanwijzing van de betreffende machines

Gebruiksaanwijzing in de taal van de gebruiker

Tabellen van alle LMB instellingen aanwezig

2.4 kennis van wet- en regelgeving

voert de werkzaamheden uit rekening houdend met wet- en regelgeving

wet- en regelgeving:

* milieuwetgeving

* arbowetgeving

* nationale wetgeving

* lokale verordening

3.1 voorbereiding werkzaamheden

Kan de machine controleren op visueel zichtbare gebreken

controle op:

* banden/rupsen

* eventuele lekkages (oliespoor)

* breuken/scheuren in metaal

* loszittende bouten

* stempelinriching

* beveiliging

juiste opbouw

* beschadigingen aan assen

3.2 voorbereiding werkzaamheden

Kan het ponton controleren p visueel zichtbare gebreken

controle op:

* eventuele lekkages

* breuken/scheuren in metaal

* loszittende bouten

* eventuele pontonkoppeling

* ankers en ankerdraden

* eventuele spudbedieningen

3.3 voorbereiding werkzaamheden

maakt de cabine werk klaar

Werk klaar:

* spiegels en ramen schoon en condensvrij

* opstappen/handgrepen schoon

3.4 voorbereiding werkzaamheden

Kan de werking van de verlichting controleren

 

3.5 voorbereiding werkzaamheden

Kan het peil van diverse vloeistoffen controleren en vult indien nodig bij

controleren:

* motorolie

* koelvloeistof

* hydrauliek olie

* brandstof

* accu

* onderdelen met automatische vetsmering

indien nodig:

* vloeistoffen bijvullen

* smeren van draaiende onderdelen die niet zijn voorzien van automatische vetsmering

3.6 voorbereiding werkzaamheden

zorgt voor aanwezigheid van het benodigde hijsgereedschap en draagt zorg dat het gereedschap bruikbaar is

bruikbaar:

- weergave van toegestane werklast op het hijsgereedschap

- visuele beschadigingen of manco's

- aanwezigheid CE-markering, certificaat en inspectierapport

- markeert afkeur

hijsgereedschap, bijvoorbeeld:

* kettingtakel

* kettingwerk

* hijsbanden

3.7 voorbereiding werkzaamheden

voert de aanvangscontrole uit

aanvangscontrole:

de staat en de werking van:

* kabels

* blok

* schijven

* beveiligingen

3.8. voorbereiding werkzaamheden

controleert de voorgeschreven documenten op aanwezigheid en volledigheid

documenten:

* persoonlijke documenten

- TCVT certificaat van machinist

* machine gebonden documenten

- kraanboek

- TCVT certificaat van machine

- opstellingskeuring

* capaciteitstabel(/hijstabel)

- gebruiksaanwijzing

* hijsgereedschap gebonden documenten

- certificaten

- gebruiksaanwijzing

* last gebonden documenten

- werkplan

* opstellingsinspectieformulier

* kabels en leidingenformulier

* eventueel stabiliteitsberekening van het ponton

3.9 voorbereiding werkzaamheden

maakt uit het werkplan op:

* hoe de machine moet worden opgesteld om de hef- of hijsactiviteit te kunnen uitvoeren

* hoe de hef- en hijsactiviteiten moeten worden uitgevoerd

onderdelen van het werkplan:

* soort machine

* plaats en afmetingen van de hijslocatie(s)

* plaats en afmetingen van de obstakels

* afmetingen, vorm, massa en zwaartepunt van de last

* soort, afmetingen, vorm en massa van het hijsgereedschap

* eventueel uitvoering van ponton

3.10 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert de hijstabel van de betreffende machine

hijstabel:

* technische weergave in hoeveelheid en aantal

* weergave wat de machine mag hijsen

* juiste configuratie

3.11 voorbereiding werkzaamheden

neemt eventueel in samenspraak met de uitvoerder, het werkplan door

rekening houdend met (o.a.):

* de aard van de te hijsen materialen

* de aard van de werkzaamheden

* de ligging van ondergrondse kabels en leidingen

* plaats en afmetingen van obstakels

* aanwezigheid van mensen en verkeer

* afmetingen, massa en zwaartepunt van de last

onderdelen werkplan, bijvoorbeeld:

* keuze en soort hijsgereedschap

* interpretatie van hijstabel

* benodigde aanvullende veiligheidsmaatregelen

* benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen

* werkvolgorde/routing

3.12 voorbereiding werkzaamheden

neemt deel aan het start-werkoverleg

betrokkenen (bijvoorbeeld):

* uitvoerder

* machinist

doel:

* onderlinge afstemming van de totale werkzaamheden

3.13 voorbereiding werkzaamheden

overlegt met de betrokkenen over de werkaanpak

hijsteam (bijvoorbeeld):

* machinist

* hijsbegeleider

doel:

* onderlinge afstemming van de specifieke werkzaamheden

3.14 voorbereiding werkzaamheden

plaatst afzettingen, rekening houdend met aandachtspunten

algemeen:

* afstand van minimaal een halve meter tot bijvoorbeeld gebouwen

soorten afzettingen:

* afzettingen rondom de machine

aandachtspunten:

* voorkomen van afzetting van looppaden

* voorkomen van langdurige en onnodige afzettingen

3.15 voorbereiding werkzaamheden

beoordeelt de draagkracht van de ondergrond op basis van criteria

beoordelingscriteria:

* stabiliteit van de ondergrond

* terreinomstandigheden van en naar de opstelplaats (o.b.v. overleg met de klant, actief bevragen)

* toelaatbare gronddruk (o.b.v. overleg met de klant, actief bevragen)

* ondergrondse objecten (riool, kelder, leidingen, waterloop, putten, obstakels)

aanwezigheid grondkeringen

toepassing van draglineschotten

* geroerde grond

3.16 voorbereiding werkzaamheden

kiest op basis van kenmerken van de last het juiste hijsgereedschap

kenmerken van de last:

* gewicht

* materiaalsoort

* afmetingen

* mechanische kenmerken (sterkte en samenstelling)

3.17 voorbereiding werkzaamheden

berekent het gewicht van de last

massa x volume

3.18 voorbereiding werkzaamheden

onderzoekt/informeert over het zwaartepunt van de last voorafgaand aan het hijsen

 

3.19 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert het dekplan van het ponton

dekplan tekening van ponton:

* locatie ballast

* locatie machine, schotten, blokken

* locatie (hulp)materialen

(dekplan is grafische weergave van het stabiliteitsplan)

3.20 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert de tekeningen waarin een last op verschillende manieren is aangeslagen in relatie tot (eventueel) doorbuigen van de last, het (eventueel) inwerken van krachten en (eventuele) risico's op het verschuiven van de stroppen

 

4.1 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

bepaalt de meest optimale positie van de machine om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren

optimale positie:

* veiligheid

* zicht

* omgeving

- bijv hoogspanningskabels

- over mensen heen draaien

- juiste afzetting

* weersomstandigheden:

- wind

- zon

- mist

- duisternis

- vorst en sneeuw

- warmte en kou

- regen

- onweer

* efficiency

4.2 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

plaatst de machine op een ponton rekening houdend met aandachtspunten

aandachtspunten:

* sterkte kade

* oprijdschotten

* verankering aan de kade

* hoogte van waterpeil

slipeffect van de spudpalen

* effect gewichtsverplaatsing

4.3 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt tijdens het opstellen rekening met de ondergrondse infrastructuur

ondergrondse infrastructuur:

* leidingen

* kabels

* kelders

* putten

* buizen

4.4 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

plaatst stempelschotten/draglineschotten, indien nodig

plaatsen:

* bepalen of oppervlakte voldoende is:

oppervlakte = kracht / druk

4.5 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

stelt de machine stabiel (waterpas) op

 

4.6 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt bij het opstellen rekening met de stabiliteit van de ondergrond

soort ondergrond:

* zand

* veen

* klei

* leem

* löss

type verharding:

*asfalt

* beton

* elementverharding

4.7 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt bij het opstellen rekening met de mogelijke kans op afschuiven van de grond rondom sloten, damwanden, kades en taluds

aandachtspunten:

* afstand

4.8 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

scheert de kabels in of uit, rekening houdend met de aandachtspunten, en kiest het aantal inscheringen

aandachtspunten:

* correct aanbrengen van de kabel over de schijven

* aanwezigheid van uitloopbeveiligingen, bij inscheren vrij van uitloopbeveiligingen

* correcte eindverbindingen

* bij werken op hoogte: gebruikmaken van de voorziene klimvoorzieningen en beveiligingen

4.9 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

monteert ballast/contragewicht, rekening houdend met de aandachtspunten

aandachtspunten:

* bij werken op hoogte: gebruikmaken van de voorziene klimvoorzieningen en beveiligingen

borging

4.10 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

controleert of de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd vanaf de geplande opstelling

 

4.11 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

controleert de beveiligingen

controleert:

* instelling

* werking

5.1 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

voert een LMRA uit

laatste minuut risico-analyse:

* wijzigingen t.a.v. omgevingsfactoren

* wijzigingen t.a.v. weersomstandigheden

5.2 uitvoeren van hijswerkzaamheden

bepaalt, gegeven de belasting factoren en de werklast, of de door de fabrikant opgegeven werklast van hijsgereedschap niet wordt overschreden

 

5.3 uitvoeren van hijswerkzaamheden

volgt de arm- en handseinen en/of aanwijzingen middels andere communicatiemiddelen

Seinen (signalering vooraf afstemmen):

* overnemen commando

* stop, einde beweging

* stop, einde commando

* noodstop

* omhoog

* omlaag

* aanduiding hoogte

* horizontale afstand

* vooruit

* achteruit

* naar links

* naar rechts

5.4 uitvoeren van hijswerkzaamheden

past de verplichte beveiligingen toe

beveiligingen:

* uitstapbeveiliging

5.5 uitvoeren van hijswerkzaamheden

voert meerdere kraanbewegingen tegelijkertijd uit

kraanbewegingen:

* staande buis neerleggen

* liggende buis oprichten

* hijsen/zakken

* optoppen/aftoppen

* zwenken

5.6 uitvoeren van hijswerkzaamheden

haalt tijdens het hijsen eventuele slingeringen uit de last of beheerst deze veilig

 

5.7 uitvoeren van hijswerkzaamheden

schat afstanden goed in

 

5.8 uitvoeren van hijswerkzaamheden

past de werksnelheid aan de weers- en werkomstandigheden aan

 

5.9 uitvoeren van hijswerkzaamheden

plaatst een last op de juiste locatie

 

5.10 uitvoeren van hijswerkzaamheden

manoeuvreert een last tussen obstakels door

 

5.11 uitvoeren van hijswerkzaamheden

kantelt een last van horizontaal naar verticaal en andersom

 

5.12 uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de gordel en lijn in goede staat en goedgekeurd zijn

controle:

* certificaten

* staat gordel en lijn

5.13 uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de hijskabel de afgelopen drie maanden gecontroleerd is, in orde is en gedocumenteerd in het kraanboek

controle:

* certificaat

* kraanboek

5.14 uitvoeren van hijswerkzaamheden

maakt de hijsgereedschappen los en verwijdert deze van de last

aandachtspunten:

* last stabiel

* beknellingsgevaar

* hijsgereedschappen mogen niet blijven haken achter de last

5.15 uitvoeren van hijswerkzaamheden

stelt een storingsdiagnose op in relatie tot de hoofdonderdelen van de machine

hoofdonderdelen:

- hydraulisch

- pneumatisch

- elektrisch

- mechanisch

- motorisch

* op basis van visuele en auditieve controle

5.16 uitvoeren van hijswerkzaamheden

bepaalt bij storingen welke acties ondernomen moeten worden en zet deze in gang

acties:

* beoordelen of wel of niet verantwoord doorgewerkt kan worden

* bepalen of de storing zelfstandig opgelost kan worden of de monteur of technische dienst ingeschakeld moet worden

6.1 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

legt, indien nodig, ballast/contragewicht af

 

6.2 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

plaatst de machine op de kade rekening houdend met aandachtspunten

aandachtspunten:

* sterkte kade

* oprijdschotten

* verankering aan de kade

* hoogte van waterpeil

spileffect op de spudpalen

* effect gewichtsverplaatsing

6.3 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

maakt de machine transport gereed

Transport gereed:

* losliggende delen verwijderen

* sjorrings aanbrengen

* borgingen aanbrengen

* achteruitrij-signalering controleren

* remmen controleren

indien aanwezig:

* de rupsen intrekken tot transportstand

6.4 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

laat de machine volgens de wettelijke voorschriften en bedrijfs-/ lokale voorschriften achter

Makelaar tegen eindstoppen

Stempels uit

Ketting vast

6.5 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

ruimt de werkplek op

werkplek netjes achterlaten:

* afzettingen opruimen

* vergelijk de plek zoals bij aanvang

6.6 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

ondertekent de noodzakelijke documenten en/of laat deze ondertekenen

documenten:

* werkbon

* kraanboek (bij wijzigingen aan de machine)

6.7 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

bespreekt, indien nodig, het verloop van het werk met het team en de klant

 

6.8. afronding werkzaamheden en transport gereed maken

rijdt de machine op de dieplader en kiest een goede laad- of losplaats

volgt hierbij aanwijzingen op van de chauffeur

laad- losplaats:

* stabiele ondergrond

* voldoende ruimte

* geen beperkingen voor verkeer

* bovengrondse obstakels

6.9 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

manoeuvreert de machine op het werkterrein, rekening houdend met de rijeigenschappen van de machine

rijeigenschappen machine:

* de grootte van het voertuig

* de giek

* wendbaarheid

* belading

* trager verloop van optrekken en remmen

* zwaartepunt

* indien van toepassing op rails rijden

- niet over voedingskabel rijden

- voorzichtig bij vorst of als er blad op de rails ligt

Schema voor registratie van de Machinist Funderingsmachine Groot in het Register Kraanmachinisten, W4-03

Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie op 6 november 2019.

1. Inleiding

Dit registratieschema bevat de eisen op het gebied van veilig hijsen waaraan een te registreren machinist dient te voldoen om te worden geregistreerd in het Register Kraanmachinisten als machinist funderingsmachine groot alsmede de eisen aan het proces van persoonsregistratie.

De te registreren machinist voert hijswerkzaamheden uit met een funderingsmachine groot, dat wil zeggen een funderingsmachine met een eigen massa inclusief uitrustingen en funderingselement van 30 ton of meer, een totale hoogte van 10 meter of meer heeft of die funderingselementen van 10 meter of langer verwerkt. Hijswerkzaamheden bestaan onder meer uit laden, lossen en verplaatsen van vrijhangende lading/lasten.

Daar waar in dit schema wordt gesproken over de Registratie Instelling wordt gedoeld op de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie (hierna: TCVT RA). In verband met het beheer van het Register Kraanmachinisten heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan TCVT RA mandaat, volmacht en machtiging verleend en TCVT RA aangewezen als verwerker in de zin van artikel 28 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Daarnaast heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met TCVT RA een verwerkersovereenkomst, alsmede een algemene overeenkomst met algemene afspraken over het beheer van het Register Kraanmachinisten afgesloten.

2. Definities

Begrip

Betekenis

Aanvrager

De persoon die een aanvraag doet voor het afgeven van een registratie machinist funderingsmachine groot.

Beoordelingsprotocol

Het beoordelingsprotocol RA 412 zoals opgesteld door de Registratie Instelling met bepalingen voor de beoordeling van de praktijk examen-opdrachten.

Certificaat examinering

Certificaat afgegeven door DNVGL aan de persoon die voldoet aan de eisen gesteld aan de examinator zoals gesteld in VT 421 opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling.

Cesuur

De grens tussen de hoogste toetsscore waaraan een onvoldoende en de laagste toetsscore waaraan een voldoende wordt toegekend.

Dispensatieprotocol

Het protocol RA 414 zoals opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op haar website dat voor bijzondere gevallen de mogelijkheden beschrijft voor de persoon die geregistreerd is geweest te worden geherregistreerd zonder het examen te hoeven af te leggen.

Eindtermen

De omschrijving van de minimaal vereiste kennis, vaardigheden en houdingen (gedrag) op een specifiek competentiegebied zoals beschreven in bijlage 1, ten behoeve van het toetsen van examenkandidaten.

Entreecriteria

Voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om te kunnen deelnemen aan een examen.

Erkende trainer

Een persoon die volgens de eisen uit RA 413, opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling, is erkend voor het verzorgen van bijscholing.

Examen

Het geheel van toetsopgaven (toets-vragen en/of toets-opdrachten), bedoeld om de individuele kandidaat te kunnen beoordelen naar de mate waarin hij of zij aan de eindtermen conform de normen voldoet.

Examencommissie

De commissie, ingesteld door de Registratie Instelling, die verantwoordelijk is voor de examendocumenten en het beheer van de itembank.

Examen Instelling

Instelling belast met de examinering conform de eisen uit het onderhavige schema.

Examenprotocol

Het examenprotocol RA 410 zoals opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling met bepalingen voor de uitvoering van examens.

Examinator

Persoon die beschikt over een geldig certificaat examinering.

Examinatoreninstructie

De examinatoreninstructie RA 411 zoals vastgesteld door de Registratie Instelling en beschikbaar voor examinatoren die examineren ten behoeve van de Registratie Instelling met bepalingen voor de uniforme uitvoering van examens door examinatoren.

Funderingsmachine groot

Conform artikel 7.6, eerste lid onder c, van de Arbeidsomstandighedenregeling: een funderingsmachine met een eigen massa inclusief uitrustingen en funderingselement van 30 ton of meer, een totale hoogte van 10 meter of meer heeft of die funderingselementen van 10 meter of langer verwerkt.

Herregistratie

Hernieuwde registratie in het register nadat getoetst is dat de beroepsbeoefenaar voldoet aan de eisen voor herregistratie.

Kandidaat

Persoon die een examen wordt afgenomen.

KO-opdracht

Examen-opdracht waarbij een onvoldoende beoordeling tot gevolg

heeft dat de kandidaat niet met een positief advies wordt voor-

gedragen voor registratie. Het examen wordt bij een KO-beoorde-

ling wel voortgezet. (KO staat voor Knock Out.)

Lading

De last c.q. lasten en/of het object c.q. objecten die op welke wijze dan ook veilig moet(en) worden getransporteerd en/of gehesen en/of opgeslagen en/of overgeslagen en/of geborgen.

Machinist

Machinist die een funderingsmachine groot, zoals bedoeld in artikel 7.6, eerste lid onder c, van de Arbeidsomstandighedenregeling, bedient.

Registratie

Registratie in de zin van artikel 7.32, eerste lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit als machinist funderingsmachine groot in het Register Kraanmachinisten.

Registratiehouder

Persoon die in het bezit is van een geldige registratie.

Registratie Instelling

Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie.

Register

Het Register Kraanmachinisten met de namen van de personen die voldoen aan de eisen tot (her)registratie.

Schema

De set van eisen zoals beschreven in onderhavig document voor het verlenen van een registratie.

Toetsterm

Een met een minimumprestatie en voorwaarden verbijzonderde eindterm.

Trainer

Door de Registratie Instelling erkende trainer die de bijscholing mag verzorgen op basis van het document RA 413. Het document RA 413 en de namen van de erkende trainers staan vermeld op de website van de Registratie Instelling.

Verklaring van registratie

Bewijs dat een persoon is geregistreerd.

Werkbak

Bak bedoeld voor en geschikt gemaakt voor het vervoer van personen.

3. Opzet van het proces van registratie en herregistratie

De kandidaat machinist dient bij een namens de Registratie Instelling aangewezen Examen Instelling, in overeenstemming met dit schema, een aanvraag in voor de examinering als machinist van een funderingsmachine groot.

Examens worden afgenomen door de Examen Instelling die daarvoor door de Registratie Instelling is aangewezen. De examinering door de Examen Instelling vindt plaats volgens de eisen in dit schema, de overige door de Registratie Instelling gestelde eisen en het Examenreglement. Voor deelname aan het examen gelden entreecriteria (zie paragraaf 5).

Wanneer de kandidaat is geslaagd voor het examen dient hij of zij een aanvraag in tot registratie in het Register bij de Registratie Instelling.

Indien de Registratie Instelling vaststelt dat de aanvrager een of meer van de bij de indiening van de aanvraag verlangde gegevens niet heeft verstrekt, stelt zij deze in de gelegenheid het ontbrekende gegeven of de ontbrekende gegevens alsnog binnen twee weken te verstrekken. Wordt het gegeven of worden de gegevens niet binnen die twee weken verstrekt, dan wordt het verzoek buiten behandeling gelaten.

De Registratie Instelling besluit tot registratie van de betreffende persoon indien deze voldoet aan de registratie-eisen, de kosten voor het examen en registratie heeft betaald en niet heeft gemalverseerd tijdens het examen of met zijn of haar persoonsgegevens.

De machinist die een herregistratie wenst in het Register Kraanmachinisten stuurt een aanvraag daartoe aan de Registratie Instelling en voegt daarbij informatie over scholing en praktijkervaring en eventueel met goed gevolg afgelegde vervangende examens (zie de eisen in artikel 7.2.2).

4. Organisatie van het examen

4.1 Verantwoordelijkheid Registratie Instelling

De examinering geschiedt onder de directe verantwoordelijkheid van de Registratie Instelling.

4.2 Examenprotocol

De Registratie Instelling heeft een examenprotocol en draagt er zorg voor dat de Examen Instelling werkt volgens dat examenprotocol. Het examenprotocol bevat alle eisen die in dit schema zijn opgenomen en betrekking hebben op het examen of een uitwerking daarvan. In het examenprotocol zijn in ieder geval de volgende zaken opgenomen:

  • a. entree-criteria voor deelname aan het examen (zie ook paragraaf 5);

  • b. wijze van identificatie van de kandidaat bij het examen;

  • c. examenduur en wijze van examinering van zowel het theorie als praktijkdeel;

  • d. gedragsregels voor examenkandidaten;

  • e. regeling alternatieve examinering;

  • f. normering voor slagen en afwijzen;

  • g. bekendmaking van de examenuitslag aan de aanvrager;

  • h. bewaartermijn van de examendocumenten of digitale scans daarvan, zoals uitwerkingen en beoordelingsformulieren;

  • i. het recht van de examenkandidaat tot inzicht in zijn of haar beoordeling; en

  • j. geldigheidsduur van positieve resultaten van het theorie- dan wel het praktijkexamen.

4.3 Eisen aan het examenpersoneel

Personen die zijn belast met de examinering voldoen aan de algemene, vakinhoudelijke en onafhankelijkheidseisen zoals bepaald door de Registratie Instelling alsmede aan de eisen zoals gesteld in het examenprotocol.

Alleen personen die in het bezit zijn van een geldig certificaat examinering zijn belast met de examinering. Zij zijn gehouden om de examinatoreninstructie en het beoordelingsprotocol te volgen.

Als examenpersoneel een potentieel belangenconflict heeft bij het examineren van een kandidaat, neemt de Registratie Instelling maatregelen om te garanderen dat de betrouwbaarheid en onpartijdigheid van het examen niet in diskrediet worden gebracht en ziet erop toe dat de Examen Instelling deze maatrgelen uitvoert en naleeft. Deze maatregelen worden vastgelegd.

Het voorgaande geldt tevens als examenpersoneel willens en wetens de voorgaande eisen niet naleeft. In dat geval wordt het examen ongeldig verklaard.

4.4 Eisen aan het examen

4.4.1 Beslotenheid van examens

Medewerkers van de Registratie Instelling en een de door de Registratie Instelling ingeschakelde Examen Instelling zorgen voor de absolute geheimhouding van de examenopgaven. Implementatie en verificatie hiervan geschiedt door de Registratie Instelling.

4.4.2 Algemene regels voor de uitvoering van examens

Het theorie-examen wordt schriftelijk of digitaal en in de Nederlandse taal afgenomen.

Het praktijkexamen wordt in de Nederlandse taal afgenomen.

Indien de kandidaat het Nederlands onvoldoende beheerst, kunnen het theorie-examen en het praktijkexamen in de Duitse, Engelse of Franse taal worden afgenomen.

Voor de overige eisen aan de uitvoering van het examen wordt verwezen naar het examenprotocol.

5. Entreecriteria

Voor deelname aan het examen geldt dat de kandidaat moet voldoen aan de volgende entreecriteria:

  • a. de kandidaat heeft minimaal de leeftijd van 18 jaar;

  • b. de kandidaat kan tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt afgenomen; en

  • c. de kandidaat is in de periode van drie maanden voorafgaand aan de indiending van de aanvraag tot examinering niet bestraft geweest voor het bedienen van een hijskraan zonder te beschikken over een geldige registratie hiertoe.

Er geldt geen specifieke vooropleidingseis.

6. Inhoud van en cesuur examens

6.1 Theorie- en praktijkexamen

Het examen bestaat uit een theorie-examen en een praktijkexamen.

Het theorie-examen wordt schriftelijk of digitaal afgenomen en bestaat uit 50 meerkeuzevragen, gebaseerd op de toetstermen zoals omschreven in de bijlage.

De meerkeuzevragen van het theorie-examen worden uitsluitend verstrekt vanuit de itembank van de Registratie Instelling.

De maximale tijd om het theorie-examen af te leggen bedraagt 90 minuten.

Het praktijkexamen wordt in een praktijk gesimuleerde omgeving afgenomen en is gebaseerd op de toetstermen zoals omschreven in de bijlage en bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. kennismaken en doornemen opdracht;

  • b. aanvangscontrole van de funderingsmachine en de daarbij behorende documenten;

  • c. onderhoud en werking van de funderingsmachine groot;

  • d. hijs- en hefgereedschap;

  • e. opstellen en gebruiksklaar maken van de funderingsmachine groot;

  • f. hijsopdracht 1 (KO-opdracht);

  • g. assisteren last verplaatsen;

  • h. hijsopdracht 2 (KO-opdracht);

  • i. hijsopdracht 3 (KO-opdracht);

  • j. funderingsmachine groot achterlaten; en

  • k. veiligheid (KO-onderdeel).

De examenopdrachten voor het praktijkexamen worden uitsluitend verstrekt vanuit de itembank van de Registratie Instelling.

De examenopdrachten moeten binnen 240 minuten worden uitgevoerd.

6.2 Itembank

Het beheer van de itembank geschiedt onder strikte geheimhouding door de examencommissie. Door de examencommissie worden de meerkeuzevragen van het theorie-examen en de examenopdrachten voor het praktijkexamen verstrekt ten behoeve van de examinering.

6.3 Cesuur

Waardering examenresultaten

Het resultaat van zowel het theorie- als het praktijkexamen wordt tot uiting gebracht in ofwel “voldoende” ofwel “onvoldoende”.

Cesuur theorie-examen

De maximale waardering voor de meerkeuzevragen bij een volledig theorie-examen is 50 punten (1 punt per goed antwoord).

Een kandidaat heeft een voldoende voor het theorie-examen indien hij of zij 42 punten of meer heeft behaald. Daarnaast moet van elke groep vragen over één eindterm minimaal 70% goed worden gescoord.

Cesuur praktijkexamen

Elk onderdeel van het praktijkexamen wordt beoordeeld aan de hand van het beoordelingsprotocol. Aan de verschillende handelingen zijn beoordelingscriteria gekoppeld met een daaraan verbonden puntenwaardering.

Voor alle onderdelen van het praktijkexamen moet een voldoende worden gehaald. Om een voldoende te halen voor een onderdeel moet minimaal 70% van de maximaal te behalen punten worden gescoord én mag de kandidaat geen KO (knock out) hebben.

6.4 Mogelijkheden voor herexamens

Een kandidaat die een voldoende resultaat heeft gehaald voor ofwel het theorie-examen ofwel het praktijkexamen, kan indien hij of zij een onvoldoende heeft behaald voor het andere examendeel, tot uiterlijk zes maanden na het behalen van het voldoende resultaat, maximaal twee maal herexamen doen voor het als onvoldoende gekwalificeerde examendeel.

Wanneer niet binnen zes maanden na het behalen van een voldoende voor het éne examendeel een voldoende voor het andere examendeel is behaald, moet opnieuw een volledig examen (zowel theorie als praktijk) worden afgelegd.

Er is geen maximum verbonden aan het aantal gecombineerde theorie- en praktijkexamens dat een kandidaat kan afleggen.

7. Registratie en herregistratie

7.1 Registratie

Binnen drie weken nadat een kandidaat een voldoende resultaat heeft behaald voor zowel het theorie-examen als het praktijkexamen registreert de Registratie Instelling deze persoon in het Register, tenzij deze persoon in gebreke blijft met de betaling van de kosten of heeft gemalverseerd met zijn of haar persoonsgegevens en/of tijdens het examen.

De geregistreerde persoon ontvangt vervolgens binnen een week na opname in het register een verklaring van registratie en een persoonsgebonden pas.

7.2 Herregistratie

7.2.1 Aanvraag

Een aanvraag tot herregistratie wordt ingediend bij de Registratie Instelling. De beoordeling van een aanvraag tot herregistratie geschiedt door de Registratie Instelling aan de hand van gegevens over gevolgde bijscholing en opgetekende praktijkervaring en/of afgelegde examens.

De gevolgde bijscholing en de opgetekende praktijkervaring wordt bijgehouden in het Register. De administratie hiervan moet minimaal vijf jaar beschikbaar blijven.

7.2.2 Eisen voor herregistratie

Om als registratiehouder voor herregistratie in aanmerking te komen, moet worden aangetoond dat in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie door de registratiehouder aan de volgende voorwaarden is voldaan:

1. Bijscholing:

Twee volledige bijscholingsdagen (of 4 dagdelen) zijn gevolgd bij een door de Registratie Instelling erkende trainer, waarvan

  • a. één bijscholingsdag (of 2 dagdelen) is gevolgd in de eerste 36 maanden van de periode van vijf jaar, en

  • b. de tweede bijscholingsdag (of 2 dagdelen) is gevolgd na de 36ste maand van de periode van vijf jaar.

Tijdens de bijscholingsdagen komen alle eindtermen en actuele ontwikkelingen op het gebied van het onderwerp van dit schema aan de orde.

De bijscholing (4 modules, 1 module per dagdeel) wordt als volgt onderverdeeld:

  • A+B onderdeel hijs begeleiden en aanslaan van lasten;

  • C onderdeel hijsen; en

  • D onderdeel gedrag en actualiteit.

Van de gevolgde bijscholing ontvangt de deelnemer een bewijs van deelname van de door de Registratie Instelling erkende trainer. De deelname wordt aangetekend in het Register.

Indien de aanvrager van herregistratie niet kan aantonen over voldoende gevolgde bijscholing te beschikken in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie, dan kan hij of zij via een theorie-examen aantonen nog steeds over voldoende kennis te beschikken. Dit theorie-examen wordt afgenomen conform de eisen zoals daarvoor vastgelegd in artikel 6.1.

2. Praktijkervaring:

In de periode van vijf jaar dat de registratie geldig is, moet de registratiehouder tenminste acht kwartalen hebben gewerkt in de functie die op de registratie is vermeld en van deze acht kwartalen moeten tenminste twee kwartalen vallen in de laatste drie jaar van de periode van vijf jaar.

Of een persoon voldoende praktijkervaring heeft blijkt uit de aantekening daarvan door de door de Registratie Instelling geautoriseerde werk- en/of opdrachtgever in het Register, die tenminste elke drie maanden de ingevoerde gegevens op waarheid toetst.

Indien de aanvrager van herregistratie niet kan aantonen over voldoende praktijkervaring te beschikken in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie, dan kan hij of zij via een praktijkexamen aantonen nog steeds over voldoende praktische competenties te beschikken.

Dit praktijkexamen wordt afgenomen conform de eisen zoals daarvoor vastgelegd in artikel 6.1.

7.2.3 Controle eisen voor herregistratie

Na ontvangst van een aanvraag voor herregistratie controleert de Registratie Instelling de gegevens van de aanvrager in het register met betrekking tot de gevolgde bijscholing, de opgetekende praktijkervaring en/of afgelegde examens. Indien wordt voldaan aan de in artikel 7.2.2 gestelde eisen bericht de Registratie Instelling de aanvrager binnen twee kalenderweken over het resultaat.

De aanvrager ontvangt vervolgens binnen een week na opname in het register een verklaring van registratie en een persoonsgebonden pas (conform paragraaf 3).

7.2.4 Ingangsdatum herregistratie

De ingangsdatum van de herregistratie wordt aldus vastgesteld:

  • a. Indien de positieve herregistratiebeslissing valt binnen drie maanden voor de einddatum van de voorgaande registratie, dan is die vervaldatum tevens de ingangsdatum van de hernieuwde registratie.

  • b. Indien de positieve herregistratiebeslissing valt voor de drie maanden voorafgaand aan de einddatum van de voorgaande registratie, dan is de datum van de herregistratiebeslissing de ingangsdatum van de hernieuwde registratie.

7.2.5 Alternatieve procedure voor herregistratie

Wanneer de registratie van de machinist is verlopen zonder tijdige herregistratie en de persoon alsnog in het bezit wil komen van een registratie, is dit mogelijk door het met goed gevolg afleggen van een examen zoals vastgelegd in paragraaf 6.

In uitzonderlijke gevallen is dispensatie mogelijk. Hiertoe moet er een dispensatie-verzoek bij de Registratie Instelling worden ingediend conform het dispensatieprotocol. Dit verzoek wordt vervolgens voorgelegd aan de examencommissie die hieromtrent een advies opstelt. Dit advies wordt vervolgens voorgelegd aan de Raad van Toezicht van de Registratie Instelling, die een besluit neemt over de (her)registratie.

7.2.6 Procedure bij toepassing maatregelen

De Registratie Instelling verwijdert de registratie van een persoon uit het Register Kraanmachinisten indien de geregistreerde met zijn of haar werkzaamheden, voor zover die door de registratie worden gereguleerd, of door de wijze waarop hij of zij de werkzaamheden verricht ernstig gevaar veroorzaakt of kan veroorzaken voor personen.

De Registratie Instelling kan de registratie van een persoon uit het Register Kraanmachinisten tijdelijk verwijderen indien de geregistreerde met zijn of haar werkzaamheden, voor zover die door de registratie worden gereguleerd, of door de wijze waarop hij of zij de werkzaamheden verricht gevaar veroorzaakt of kan veroorzaken voor personen.

De verwijdering geschiedt op grond van door de Inspectie aangeleverde informatie die de conclusie onderbouwen dat sprake is of is geweest van gevaar dan wel ernstig gevaar.

Indien de Registratie Instelling ten behoeve van haar besluitvorming over het al dan niet verwijderen van een registratie van een persoon nadere informatie nodig heeft kan zij de registratie van deze persoon lopende het onderzoek voor een periode van maximaal drie maanden schorsen.

8. Verklaring van (her)registratie en persoonsgebonden pas

De (her)registratie wordt vastgelegd middels een verklaring van registratie en door de uitgifte van de persoonsgebonden pas aan de registerhouder.

De verklaring van (her)registratie wordt door de Registratie Instelling afgegeven aan de geregistreerde in de taal van het examen als wordt voldaan aan de eisen uit artikel 6.1.

Op het document van de verklaring van registratie wordt verklaard dat de betreffende persoon voldoet aan de eisen uit het onderhavige schema en indien relevant of het ging om een herregistratie.

De volgende gegevens moeten minimaal in de verklaring van (her)registratie vermeld zijn:

  • a. naam van de geregistreerde persoon incl. geboortedatum;

  • b. eenduidig documentnummer (usernummer);

  • c. referentie naar dit schema;

  • d. scope van de registratie, inclusief de geldigheidscondities; en

  • e. de ingangsdatum van de (her)registratie en de datum waarop de (her)registratie ophoudt geldig te zijn.

9. Geldigheidsduur van de registratie en herregistratie

De geldigheidsduur van de (her)registratie is vijf jaar. Een registratie kan tussentijds worden verwijderd op administratieve gronden (zie artikel 1.5p, derde lid, onder a tot en met d van het Arbeidsomstandighedenbesluit) en bij wijze van maatregel (zie hierover artikel 7.2.6).

10. Beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties

De procedure voor de beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties is van toepassing op de beoordeling van beroepskwalificaties van personen afkomstig uit de lidstaten van de Europese Unie en andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Ruimte en Zwitserland ten behoeve van de registratie als machinist mobiele kraan.

De Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties is onverkort van toepassing. Daarnaast gelden artikel 1.5h van het Arbeidsomstandighedenbesluit en paragraaf 1.3 van de Arbeidsomstandighedenregeling.

De procedure voor de beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties is gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling.

11. Klachtenregeling

De Registratie Instelling heeft een procedure voor het indienen en behandelen van klachten over haar functioneren en publiceert deze op haar website.

Bijlage 1. Eind- en toetstermen

1. Eindtermen

Er gelden de volgende eindtermen:

  • 1. de kandidaat heeft kennis van hijswerkzaamheden, incl. het voorbereiden daarvan;

  • 2. de kandidaat heeft kennis van de wet- en regelgeving van hijswerkzaamheden;

  • 3. de kandidaat kan het werk voorbereiden, incl. het gebruiken van hijsgereedschappen;

  • 4. de kandidaat kan een funderingsmachine groot opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken;

  • 5. de kandidaat weet hoe op een veilige manier hijswerkzaamheden uitgevoerd kunnen worden met een funderingsmachine groot; en

  • 6. de kandidaat kan hijswerkzaamheden afronden en de funderingsmachine voor transport gereed maken.

Eindterm

theorie-examen

praktijkexamen1

1

X 8 vragen

X (a en k)

2.

X 8 vragen

 

3.

X 20 vragen

X (b, c en d)

4.

 

X (e)

5.

X 14 vragen

X (f, g, h en i)

6.

 

X (j)

Het theorie-examen bestaat uit 50 meerkeuze vragen.

Het praktijkexamen bestaat uit 3 hijsopdrachten.

Zie ook paragraaf 6.

X Noot
1

De letters verwijzen naar de opsomming in paragraaf 6.1.

2. Toetstermen

Eindterm

Beoordelingscriterium

Specifieke kennis m.b.t.:

1.1 kennis van.ijswerkzaamheden

weet welke pbm's nodig zijn in welke situatie

PBM's:

* veiligheidshelm

* veiligheidsschoenen

* veiligheidshandschoenen

* gehoorbescherming

* veiligheidsbril

* reflecterende kleding

• valgordel

• reddingsvest

1.2 kennis van hijswerkzaamheden

weet wat de stabiliteit beïnvloedt en kan deze ook berekenen

* ondergrond

* opstelling machine

* wind

* zwaartepunt last

1.3 kennis van hijswerkzaamheden

kent de relatie tussen zwaartepunt en kantellijnen en kan deze ook berekenen

zwaartepunt:

* laag

* excentrisch

* hoog

kantellijnen

1.4 kennis van hijswerkzaamheden

kan het zwaartepunt bepalen van de last en kan deze ook berekenen

zwaartepunt last:

* volume/vorm

* soortelijke massa

* totale massa van de last

1.5 kennis van hijswerkzaamheden

weet wat het effect is van water op de draagkracht van verschillende grondsoorten

grondsoorten:

* zand

* veen

* klei

* leem

* löss

1.6 kennis van hijswerkzaamheden

weet welk hijsgereedschap geschikt is voor welke opdracht

rekening houdend met:

* capaciteit (WLL working load limit)

* toepassing en aanslaan lasten

* afkeurnormen

* werklastfactoren

- buitenhoek

- werkbak

- stroppen

1.7 kennis van hijswerkzaamheden

kent de invloed van de verschillende onderdelen van de machine op de stabiliteit en werking

onderdelen:

* ballast

* optimale aantal inscheringen

* schoorstanden

* last

1.8 kennis van hijswerkzaamheden

kent de invloed van werken op een ponton ten aanzien van de stabiliteit van de machine

Rekening houdend met:

* capaciteit

* labiel evenwicht

* belading ponton

* ballast

1.9 kennis van hijswerkzaamheden

kan de functie van de verschillende beveiligingen en signaleringen noemen

beveiligingen:

* windingenbeveiliging

* hoogte-afslagbeveiliging

* LMI

* uitstapbeveiliging

1.10 kennis van hijswerkzaamheden

weet welke restricties van toepassing zijn bij specifieke hijswerkzaamheden

specifieke hijswerkzaamheden:

* hijsen met meerdere kranen in één werkgebied

* hijsen van werkbak

* hijsen van personen

hijsen bij spoor

hijsen naast grondkeringen

opstelling van de machine

* hijsen in omgeving van hoogspanningsmasten

2.1 kennis van wet- en regelgeving

anticipeert op wisselende omstandigheden

omstandigheden:

* wisselend weer

* getijden

* toestroom kijkers

* instabiele last

* verkeer

* positie hijsbegeleider, machinist en derden (ter voorkoming van knelgevaar)

2.2 kennis van wet- en regelgeving

gebruikt deugdelijke beschermingsmiddelen bij de verschillende werkzaamheden

PBM's:

* veiligheidshelm

* veiligheidsschoenen

* veiligheidshandschoenen

* gehoorbescherming

* veiligheidsbril

*harnasgordel

* reflecterende kleding

* reddingsvest (bij werken op het water)

deugdelijk:

* in goede staat verkeren

* niet voorbij uiterste gebruiksdatum

2.3 kennis van wet- en regelgeving

voert de werkzaamheden uit volgens de gebruiksaanwijzing van de betreffende machine

Gebruiksaanwijzing in de taal van de gebruiker

Tabellen van alle LMB instellingen aanwezig

2.4 kennis van wet- en regelgeving

voert de werkzaamheden uit rekening houdend met wet- en regelgeving

wet- en regelgeving:

* milieuwetgeving

* arbowetgeving

* nationale wetgeving

* lokale verordening

3.1 voorbereiding werkzaamheden

kan de machine controleren op visueel zichtbare gebreken

controle op:

* banden/rupsen

* eventuele lekkages (oliespoor)

* breuken/scheuren in metaal

* loszittende bouten

* stempelinrichting

* beveiliging

juiste opbouw

* beschadigingen aan assen

3.2 voorbereiding werkzaamheden

kan het ponton controleren op visueel zichtbare gebreken

controle op:

* eventuele lekkages

* breuken/scheuren in metaal

* loszittende bouten

* eventuele pontonkoppeling

* ankers en ankerdraden

* eventuele spudbedieningen

3.3 voorbereiding werkzaamheden

maakt de cabine werk klaar

Werk klaar:

* spiegels en ramen schoon en condensvrij

3.4 voorbereiding werkzaamheden

Kan de werking van de verlichting controleren

 

3.5 voorbereiding werkzaamheden

controleert het peil van diverse vloeistoffen en vult indien nodig bij

controleren:

* motorolie

* koelvloeistof

* hydrauliek olie

* brandstof

* accu

* onderdelen met automatische vetsmering

indien nodig:

* vloeistoffen bijvullen

* smeren van draaiende onderdelen die niet zijn voorzien van automatische vetsmering

3.6 voorbereiding werkzaamheden

zorgt voor aanwezigheid van het benodigde hijsgereedschap en draagt zorg dat het gereedschap bruikbaar is

bruikbaar:

- weergave van toegestane werklast op het hijsgereedschap

- visuele beschadigingen of manco's

- aanwezigheid CE-markering, certificaat en inspectierapport

- markeert afkeur

hijsgereedschap, bijvoorbeeld:

* kettingtakel

* kettingwerk

3.7 voorbereiding werkzaamheden

voert de aanvangscontrole uit

aanvangscontrole:

de staat en de werking van:

* kabels

* blok

* schijven

* beveiligingen

3.8 voorbereiding werkzaamheden

controleert de voorgeschreven documenten op aanwezigheid en volledigheid

documenten:

* persoonlijke documenten

- TCVT certificaat van machinist

* machine gebonden documenten

- kraanboek

- TCVT certificaat van machine

- opstellingskeuring

* capaciteitstabel(/hijstabel)

- gebruiksaanwijzing

* hijsgereedschap gebonden documenten

- certificaten

- gebruiksaanwijzing

* last gebonden documenten

- werkplan

* opstellingsinspectieformulier

* kabels en leidingenformulier

* eventueel stabiliteitsberekening van het ponton

3.9 voorbereiding werkzaamheden

maakt uit het werkplan op:

* hoe de machine moet worden opgesteld om de hef- of hijsactiviteit te kunnen uitvoeren

* hoe de hef- en hijsactiviteiten moeten worden uitgevoerd

onderdelen van het werkplan:

* soort machine

* plaats en afmetingen van de hijslocatie(s)

* plaats en afmetingen van de obstakels

* afmetingen, vorm, massa en zwaartepunt van de last

* soort, afmetingen, vorm en massa van het hijsgereedschap

* eventueel uitvoering van ponton

3.10 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert de hijstabel van de betreffende machine

hijstabel:

* technische weergave in hoeveelheid en aantal

* weergave wat de machine mag hijsen

* juiste configuratie

3.11 voorbereiding werkzaamheden

neemt eventueel in samenspraak met de uitvoerder, het werkplan door

rekening houdend met (o.a.):

* de aard van de te hijsen materialen

* de aard van de werkzaamheden

* de ligging van ondergrondse kabels en leidingen

* plaats en afmetingen van obstakels

* aanwezigheid van mensen en verkeer

* afmetingen, massa en zwaartepunt van de last

onderdelen werkplan, bijvoorbeeld:

* keuze en soort hijsgereedschap

* interpretatie van hijstabel

* benodigde aanvullende veiligheidsmaatregelen

* benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen

* werkvolgorde/routing

3.12 voorbereiding werkzaamheden

neemt deel aan het start-werkoverleg

betrokkenen (bijvoorbeeld):

* uitvoerder

* machinist

doel:

* onderlinge afstemming van de totale werkzaamheden

3.13 voorbereiding werkzaamheden

overlegt met de betrokkenen over de werkaanpak

hijsteam (bijvoorbeeld):

* machinist

* hijsbegeleider

doel:

* onderlinge afstemming van de specifieke werkzaamheden

3.14 voorbereiding werkzaamheden

plaatst afzettingen, rekening houdend met aandachtspunten

algemeen:

* afstand van minimaal een halve meter tot bijvoorbeeld gebouwen

soorten afzettingen:

* afzettingen rondom de machine

aandachtspunten:

* voorkomen van afzetting van looppaden

* voorkomen van langdurige en onnodige afzettingen

3.15 voorbereiding werkzaamheden

Beoordeelt de draagkracht van de ondergrond op basis van criteria

beoordelingscriteria:

* stabiliteit van de ondergrond

* terreinomstandigheden van en naar de opstelplaats (o.b.v. overleg met de klant)

* toelaatbare gronddruk (o.b.v. overleg met de klant)

* ondergrondse objecten (riool, kelder, leidingen, waterloop, putten, obstakels)

aanwezigheid grondkeringen

toepassing van draglineschotten

* geroerde grond

3.16 voorbereiding werkzaamheden

kiest op basis van kenmerken van de last het juiste hijsgereedschap

kenmerken van de last:

* gewicht

* materiaalsoort

* afmetingen

* mechanische kenmerken (sterkte en samenstelling)

3.17 voorbereiding werkzaamheden

berekent het gewicht van de last

massa x volume

3.18 voorbereiding werkzaamheden

onderzoekt/informeert over het zwaartepunt van de last voorafgaand aan het hijsen

 

3.19 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert het dekplan van het ponton

dekplan tekening van ponton:

* locatie ballast

* locatie machine, schotten, blokken

* locatie (hulp)materialen

(dekplan is grafische weergave van het stabiliteitsplan)

3.20 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert de tekeningen waarin een last op verschillende manieren is aangeslagen in relatie tot (eventueel) doorbuigen van de last, het (eventueel) inwerken van krachten en (eventuele) risico's op het verschuiven van de stroppen

 

4.1 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

bepaalt de meest optimale positie van de machine om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren

optimale positie:

* veiligheid

* zicht

* omgeving

- bijv hoogspanningskabels

- over mensen heen draaien

- afzetting

* weersomstandigheden:

- wind

- zon

- mist

- duisternis

- vorst en sneeuw

- warmte en kou

- regen

- onweer

* efficiency

4.2 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

plaatst de machine op een ponton rekening houdend met aandachtspunten

aandachtspunten:

* sterkte kade

* oprijdschotten

* verankering aan de kade

* hoogte van waterpeil

slipeffect van de spudpalen

* effect gewichtsverplaatsing

4.3 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt tijdens het opstellen rekening met de ondergrondse infrastructuur

ondergrondse infrastructuur:

* leidingen

* kabels

* kelders

* putten

* buizen

4.4 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

plaatst stempelschotten/draglineschotten, indien nodig

plaatsen:

* bepalen of oppervlakte voldoende is:

oppervlakte = kracht / druk

4.5 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

stelt de machine stabiel (waterpas) op

 

4.6 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt bij het opstellen rekening met de stabiliteit van de ondergrond

soort ondergrond:

* zand

* veen

* klei

* leem

* löss

type verharding:

*asfalt

* beton

* elementverharding

4.7 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt bij het opstellen rekening met de mogelijke kans op afschuiven van de grond rondom sloten, damwanden, kades en taluds

aandachtspunten:

* afstand

4.8 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

scheert de kabels in of uit, rekening houdend met de aandachtspunten, en kiest het aantal inscheringen

aandachtspunten:

* correct aanbrengen van de kabel over de schijven

* aanwezigheid van uitloopbeveiligingen, bij inscheren vrij van uitloopbeveiligingen

* correcte eindverbindingen

* bij werken op hoogte: gebruikmaken van de voorziene klimvoorzieningen en beveiligingen

4.9 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

monteert ballast/contragewicht, rekening houdend met de aandachtspunten

aandachtspunten:

* bij werken op hoogte: gebruikmaken van de voorziene klimvoorzieningen en beveiligingen

borging

4.10 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

controleert of de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd vanaf de geplande opstelling

 

4.11 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

controleert de beveiligingen

controleert:

* instelling

* werking

5.1 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

voert een LMRA uit

laatste minuut risico-analyse:

* wijzigingen t.a.v. omgevingsfactoren

* wijzigingen t.a.v. weersomstandigheden

5.2 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

bepaalt, gegeven de belasting factoren en de werklast, of de door de fabrikant opgegeven werklast van hijsgereedschap niet wordt overschreden

 

5.3 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

volgt de arm- en handseinen en/of aanwijzingen middels andere communicatiemiddelen

Seinen (signalering vooraf afstemmen):

* overnemen commando

* stop, einde beweging

* stop, einde commando

* noodstop

* omhoog

* omlaag

* aanduiding hoogte

* horizontale afstand

* vooruit

* achteruit

* naar links

* naar rechts

5.4 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

past de verplichte beveiligingen toe

beveiligingen:

* uitstapbeveiliging

5.5 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

voert meerdere kraanbewegingen tegelijkertijd uit

kraanbewegingen:

* staande buis/plank neerleggen

* liggende buis/plank oprichten

* hijsen/zakken

* optoppen/aftoppen

* zwenken

5.6 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

haalt tijdens het hijsen eventuele slingeringen uit de last of beheerst deze veilig

 

5.7 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

schat afstanden goed in

 

5.8 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

past de werksnelheid aan de weers- en werkomstandigheden aan

 

5.9 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

plaatst een last op de juiste locatie

 

5.10 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

manoeuvreert een last tussen obstakels door

 

5.11 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

kantelt een last van horizontaal naar verticaal en andersom

 

5.12 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de werkbak/lift en machine goedgekeurd zijn hoort bij 0: vooraf checken!

controle:

* aanwezigheid juiste stickers

* aanwezigheid juiste certificaten

5.13 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de gordel en lijn in goede staat en goedgekeurd zijn hoort bij 0: vooraf checken!

controle:

* certificaten

* staat gordel en lijn

5.14 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de hijskabel de afgelopen drie maanden gecontroleerd is, in orde is en gedocumenteerd in het kraanboek hoort bij 0: vooraf checken!

controle:

* certificaat

* kraanboek

5.15 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

houdt zich aan de maximale werklast en het aantal personen zoals vermeldt op de werkbak/machinistenlift

25%-regel + LMB

5.16 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

gebruikt de werkbak/lift niet indien de weersomstandigheden veilig werken niet toelaten

weersomstandigheden:

* onweer

* harde wind (zie gebruiksaanwijzing werkbak)

5.17 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de personen in de werkbak/lift beveiligingsmiddelen dragen tegen vallen die rechtstreeks aan de daarvoor bestemde bevestigingspunten zijn bevestigd

beveiliging:

* harnas

* korte lijn

geen valgordel (boven water wel)

5.18 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

hijst de werkbak/machinistenlift met geringe snelheid en zonder schokken of stoten

 

5.19 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

vult voorafgaand aan de werkzaamheden de checklist Werken met een werkbak in en ondertekent deze hoort bij 0: vooraf checken!

 

5.20 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

vult voorafgaand aan de werkzaamheden samen met de gebruiker een checklist in met betrekking tot het gebruik van de werkbak in en zorgt ervoor dat deze ondertekend wordt hoort bij 0: vooraf checken!

 

5.21 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

laat de gebruiker alleen in- en uitstappen als de werkbak op een vaste ondergrond staat

 

5.22 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

maakt de hijsgereedschappen los en verwijdert deze van de last

aandachtspunten:

* last stabiel

* beknellingsgevaar

* hijsgereedschappen mogen niet blijven haken achter de last

5.23 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

stelt een storingsdiagnose op in relatie tot de hoofdonderdelen van de machine

hoofdonderdelen:

- hydraulisch

- pneumatisch

- elektrisch

- mechanisch

- motorisch

* op basis van visuele en auditieve controle

5.24 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

bepaalt bij storingen welke acties ondernomen moeten worden en zet deze in gang

acties:

* beoordelen of wel of niet verantwoord doorgewerkt kan worden

* bepalen of de storing zelfstandig opgelost kan worden of de monteur of technische dienst ingeschakeld moet worden

6.1 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

legt, indien nodig, ballast/contragewicht af

 

6.2 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

plaatst de machine op de kade rekening houdend met aandachtspunten

aandachtspunten:

* sterkte kade

* oprijdschotten

* verankering aan de kade

* hoogte van waterpeil

spileffect op de spudpalen

* effect gewichtsverplaatsing

6.3 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

maakt de machine transport gereed

Transport gereed:

* losliggende delen verwijderen

* sjorrings aanbrengen

* borgingen aanbrengen

* achteruitrij-signalering controleren

* remmen controleren

indien aanwezig:

* de rupsen intrekken tot transportstand

6.4 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

laat de machine volgens de wettelijke voorschriften en bedrijfs-/ lokale voorschriften achter

Makelaar tegen eindstoppen

Stempels uit

Ketting vast

6.5 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

ruimt de werkplek op

werkplek netjes achterlaten:

* afzettingen opruimen

* vergelijk de plek zoals bij aanvang

6.6 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

ondertekent de noodzakelijke documenten en/of laat deze ondertekenen

documenten:

* werkbon

* kraanboek (bij wijzigingen aan de machine)

6.7 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

bespreekt, indien nodig, het verloop van het werk met het team en de klant

 

6.8 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

rijdt de machine op de dieplader en kiest een goede laad- of losplaats

volgt hierbij aanwijzingen op van de chauffeur

laad- losplaats:

* stabiele ondergrond

* voldoende ruimte

* geen beperkingen voor verkeer

* bovengrondse obstakels

6.9 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

manoeuvreert de machine op het werkterrein, rekening houdend met de rijeigenschappen van de machine

rijeigenschappen machine:

* de grootte van het voertuig

* de giek

* wendbaarheid

* belading

* trager verloop van optrekken en remmen

* zwaartepunt

* indien van toepassing op rails rijden

- niet over voedingskabel rijden

- voorzichtig bij vorst of als er blad op de rails ligt

Schema voor registratie van de Machinist Autolaadkraan in het Register Kraanmachinisten, W4-04

Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie op 6 november 2019.

1. Inleiding

Dit registratieschema bevat de eisen op het gebied van veilig hijsen waaraan een te registreren machinist dient te voldoen om te worden geregistreerd in het Register Kraanmachinisten als machinist autolaadkraan alsmede de eisen aan het proces van persoonsregistratie.

De te registreren machinist voert hijswerkzaamheden uit met een autolaadkraan, dat wil zeggen een autolaadkraan geschikt voor het hijsen van vrijhangende lasten, met tenminste een bedrijfslastmoment van 10 tonmeter. Hijswerkzaamheden bestaan onder meer uit laden, lossen en verplaatsen van vrijhangende lading/lasten.

Daar waar in dit schema wordt gesproken over de Registratie Instelling wordt gedoeld op de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie (hierna: TCVT RA). In verband met het beheer van het Register Kraanmachinisten heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan TCVT RA mandaat, volmacht en machtiging verleend en TCVT RA aangewezen als verwerker in de zin van artikel 28 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Daarnaast heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met TCVT RA een verwerkersovereenkomst, alsmede een algemene overeenkomst met algemene afspraken over het beheer van het Register Kraanmachinisten afgesloten.

2. Definities

Begrip

Betekenis

Aanvrager

De persoon die een aanvraag doet voor het afgeven van een registratie machinist autolaadkraan.

Autolaadkraan

Conform artikel 7.6, eerste lid onder b, van de Arbeidsomstandighedenregeling: een autolaadkraan geschikt voor het hijsen van vrijhangende lasten, met tenminste een bedrijfslastmoment van 10 tonmeter.

Beoordelingsprotocol

Het beoordelingsprotocol RA 412 zoals opgesteld door de Registratie Instelling met bepalingen voor de beoordeling van de praktijk examen-opdrachten.

Certificaat examinering

Certificaat afgegeven door DNVGL aan de persoon die voldoet aan de eisen gesteld aan de examinator zoals gesteld in VT 421 opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling.

Cesuur

De grens tussen de hoogste toetsscore waaraan een onvoldoende en de laagste toetsscore waaraan een voldoende wordt toegekend.

Dispensatieprotocol

Het protocol RA 414 zoals opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op haar website dat voor bijzondere gevallen de mogelijkheden beschrijft voor de persoon die geregistreerd is geweest te worden geherregistreerd zonder het examen te hoeven af te leggen.

Eindtermen

De omschrijving van de minimaal vereiste kennis, vaardigheden en houdingen (gedrag) op een specifiek competentiegebied zoals beschreven in bijlage 1, ten behoeve van het toetsen van examenkandidaten.

Entreecriteria

Voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om te kunnen deelnemen aan en examen.

Erkende trainer

Een persoon die volgens de eisen uit RA 413, opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling, is erkend voor het verzorgen van bijscholing.

Examen

Het geheel van toetsopgaven (toets-vragen en/of toets-opdrachten), bedoeld om de individuele kandidaat te kunnen beoordelen naar de mate waarin hij of zij aan de eindtermen conform de normen voldoet.

Examencommissie

De commissie, ingesteld door de Registratie Instelling, die verantwoordelijk is voor de examendocumenten en het beheer van de itembank.

Examen Instelling

Instelling belast met de examinering conform de eisen uit het onderhavige schema.

Examenprotocol

Het examenprotocol RA 410 zoals opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling met bepalingen voor de uitvoering van examens.

Examinator

Persoon die beschikt over een geldig certificaat examinering.

Examinatoreninstructie

De examinatoreninstructie RA 411 zoals vastgesteld door de Registratie Instelling en beschikbaar voor examinatoren die examineren ten behoeve van de Registratie Instelling met bepalingen voor de uniforme uitvoering van examens door examinatoren.

Herregistratie

Hernieuwde registratie in het Register nadat getoetst is dat de beroepsbeoefenaar voldoet aan de eisen voor herregistratie.

Kandidaat

Persoon die een examen wordt afgenomen.

KO-opdracht

Examen-opdracht waarbij een onvoldoende beoordeling tot gevolg

heeft dat de kandidaat niet met een positief advies wordt voor-

gedragen voor registratie. Het examen wordt bij een KO-beoorde-

ling wel voortgezet. (KO staat voor Knock Out.)

Lading

De last c.q. lasten en/of het object c.q. objecten die op welke wijze dan ook veilig moet(en) worden getransporteerd en/of gehesen en/of opgeslagen en/of overgeslagen en/of geborgen.

Machinist

Machinist die een autolaadkraan, zoals bedoeld in artikel 7.6, eerste lid onder b, van de Arbeidsomstandighedenregeling, bedient.

Registratie

Registratie in de zin van artikel 7.32, eerste lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit als machinist autolaadkraan in het Register Kraanmachinisten.

Registratiehouder

Persoon die in het bezit is van een geldige registratie.

Registratie Instelling

Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie.

Register

Het Register Kraanmachinisten met de namen van de personen die voldoen aan de eisen tot (her)registratie.

Schema

De set van eisen zoals beschreven in onderhavig document voor het verlenen van een registratie.

Toetsterm

Een met een minimumprestatie en voorwaarden verbijzonderde eindterm.

Trainer

Door de Registratie Instelling erkende trainer die de bijscholing mag verzorgen op basis van het document RA 413. Het document RA 413 en de namen van de erkende trainers staan vermeld op de website van de Registratie Instelling.

Verklaring van registratie

Bewijs dat een persoon is geregistreerd.

Werkbak

Bak bedoeld voor en geschikt gemaakt voor het vervoer van personen.

3. Opzet van het proces van registratie en herregistratie

De kandidaat machinist dient bij een namens de Registratie Instelling aangewezen Examen Instelling, in overeenstemming met dit schema, een aanvraag in voor de examinering als machinist van een autolaadkraan.

Examens worden afgenomen door de Examen Instelling die daarvoor door de Registratie Instelling is aangewezen. De examinering door de Examen Instelling vindt plaats volgens de eisen in dit schema, de overige door de Registratie Instelling gestelde eisen en het Examenreglement. Voor deelname aan het examen gelden entreecriteria (zie paragraaf 5).

Wanneer de kandidaat is geslaagd voor het examen dient hij of zij een aanvraag in tot registratie in het Register bij de Registratie Instelling.

Indien de Registratie Instelling vaststelt dat de aanvrager een of meer van de bij de indiening van de aanvraag verlangde gegevens niet heeft verstrekt, stelt zij deze in de gelegenheid het ontbrekende gegeven of de ontbrekende gegevens alsnog binnen twee weken te verstrekken. Wordt het gegeven of worden de gegevens niet binnen die twee weken verstrekt, dan wordt het verzoek buiten behandeling gelaten.

De Registratie Instelling besluit tot registratie van de betreffende persoon indien deze voldoet aan de registratie-eisen, de kosten voor het examen en registratie heeft betaald en niet heeft gemalverseerd tijdens het examen of met zijn of haar persoonsgegevens.

De machinist die een herregistratie wenst in het Register Kraanmachinisten stuurt een aanvraag daartoe aan de Registratie Instelling en voegt daarbij informatie over scholing en praktijkervaring en eventueel met goed gevolg afgelegde vervangende examens (zie de eisen in artikel 7.2.2).

4. Organisatie van het examen

4.1 Verantwoordelijkheid Registratie Instelling

De examinering geschiedt onder de directe verantwoordelijkheid van de Registratie Instelling.

4.2 Examenprotocol

De Registratie Instelling heeft een examenprotocol en draagt er zorg voor dat de Examen Instelling werkt volgens dat examenprotocol. Het examenprotocol bevat alle eisen die in dit schema zijn opgenomen en betrekking hebben op het examen of een uitwerking daarvan. In het examenprotocol zijn in ieder geval de volgende zaken opgenomen:

  • a. entree-criteria voor deelname aan het examen (zie ook paragraaf 5);

  • b. wijze van identificatie van de kandidaat bij het examen;

  • c. examenduur en wijze van examinering van zowel het theorie als praktijkdeel;

  • d. gedragsregels voor examenkandidaten;

  • e. regeling alternatieve examinering;

  • f. normering voor slagen en afwijzen;

  • g. bekendmaking van de examenuitslag aan de aanvrager;

  • h. bewaartermijn van de examendocumenten of digitale scans daarvan, zoals uitwerkingen en beoordelingsformulieren;

  • i. het recht van de examenkandidaat tot inzicht in zijn of haar beoordeling; en

  • j. geldigheidsduur van positieve resultaten van het theorie- dan wel het praktijkexamen.

4.3 Eisen aan het examenpersoneel

Personen die zijn belast met de examinering voldoen aan de algemene, vakinhoudelijke en onafhankelijkheidseisen zoals bepaald door de Registratie Instelling alsmede aan de eisen zoals gesteld in het examenprotocol.

Alleen personen die in het bezit zijn van een geldig certificaat examinering zijn belast met de examinering. Zij zijn gehouden om de examinatoreninstructie en het beoordelingsprotocol te volgen.

Als examenpersoneel een potentieel belangenconflict heeft bij het examineren van een kandidaat, neemt de Registratie Instelling maatregelen om te garanderen dat de betrouwbaarheid en onpartijdigheid van het examen niet in diskrediet worden gebracht en ziet erop toe dat de Examen Instelling deze maatrgelen uitvoert en naleeft. Deze maatregelen worden vastgelegd.

Het voorgaande geldt tevens als examenpersoneel willens en wetens de voorgaande eisen niet naleeft. In dat geval wordt het examen ongeldig verklaard.

4.4 Eisen aan het examen

4.4.1 Beslotenheid van examens

Medewerkers van de Registratie Instelling en een de door de Registratie Instelling ingeschakelde Examen Instelling zorgen voor de absolute geheimhouding van de examenopgaven. Implementatie en verificatie hiervan geschiedt door de Registratie Instelling.

4.4.2 Algemene regels voor de uitvoering van examens

Het theorie-examen wordt schriftelijk of digitaal en in de Nederlandse taal afgenomen.

Het praktijkexamen wordt in de Nederlandse taal afgenomen.

Indien de kandidaat het Nederlands onvoldoende beheerst, kunnen het theorie-examen en het praktijkexamen in de Duitse, Engelse of Franse taal worden afgenomen.

Voor de overige eisen aan de uitvoering van het examen wordt verwezen naar het examenprotocol.

5. Entreecriteria

Voor deelname aan het examen geldt dat de kandidaat moet voldoen aan de volgende entreecriteria:

  • a. de kandidaat heeft minimaal de leeftijd van 18 jaar;

  • b. de kandidaat kan tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt afgenomen; en

  • c. de kandidaat is in de periode van drie maanden voorafgaand aan de indiending van de aanvraag tot examinering niet bestraft geweest voor het bedienen van een hijskraan zonder te beschikken over een geldige registratie hiertoe.

Er geldt geen specifieke vooropleidingseis.

6. Inhoud van en cesuur examens

6.1 Theorie- en praktijkexamen

Het examen bestaat uit een theorie-examen en een praktijkexamen.

Het theorie-examen wordt schriftelijk of digitaal afgenomen en bestaat uit 50 meerkeuzevragen, gebaseerd op de toetstermen zoals omschreven in de bijlage.

De meerkeuzevragen van het theorie-examen worden uitsluitend verstrekt vanuit de itembank van de Registratie Instelling.

De maximale tijd om het theorie-examen af te leggen bedraagt 90 minuten.

Het praktijkexamen wordt in een praktijk gesimuleerde omgeving afgenomen en is gebaseerd op de toetstermen zoals omschreven in de bijlage en bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. kennismaken en doornemen opdracht;

  • b. aanvangscontrole van de autolaadkraan en de daarbij behorende documenten;

  • c. onderhoud en werking van de autolaadkraan;

  • d. hijs- en hefgereedschap;

  • e. opstellen en gebruiksklaar maken van de autolaadkraan;

  • f. hijsopdracht 1 (KO-opdracht);

  • g. assisteren last verplaatsen;

  • h. hijsopdracht 2 (KO-opdracht);

  • i. hijsopdracht 3 (KO-opdracht);

  • j. autolaadkraan achterlaten; en

  • k. veiligheid (KO-onderdeel).

De examenopdrachten voor het praktijkexamen worden uitsluitend verstrekt vanuit de itembank van de Registratie Instelling.

De examenopdrachten moeten binnen 240 minuten worden uitgevoerd.

6.2 Itembank

Het beheer van de itembank geschiedt onder strikte geheimhouding door de examencommissie. Door de examencommissie worden de meerkeuzevragen van het theorie-examen en de examenopdrachten voor het praktijkexamen verstrekt ten behoeve van de examinering.

6.3 Cesuur

Waardering examenresultaten

Het resultaat van zowel het theorie- als het praktijkexamen wordt tot uiting gebracht in ofwel “voldoende” ofwel “onvoldoende”.

Cesuur theorie-examen

De maximale waardering voor de meerkeuzevragen bij een volledig theorie-examen is 50 punten (1 punt per goed antwoord).

Een kandidaat heeft een voldoende voor het theorie-examen indien hij of zij 42 punten of meer heeft behaald. Daarnaast moet van elke groep vragen over één eindterm minimaal 70% goed worden gescoord.

Cesuur praktijkexamen

Elk onderdeel van het praktijkexamen wordt beoordeeld aan de hand van het beoordelingsprotocol. Aan de verschillende handelingen zijn beoordelingscriteria gekoppeld met een daaraan verbonden puntenwaardering.

Voor alle onderdelen van het praktijkexamen moet een voldoende worden gehaald. Om een voldoende te halen voor een onderdeel moet minimaal 70% van de maximaal te behalen punten worden gescoord én mag de kandidaat geen KO (knock out) hebben.

6.4 Mogelijkheden voor herexamens

Een kandidaat die een voldoende resultaat heeft gehaald voor ofwel het theorie-examen ofwel het praktijkexamen, kan indien hij of zij een onvoldoende heeft behaald voor het andere examendeel, tot uiterlijk zes maanden na het behalen van het voldoende resultaat, maximaal twee maal herexamen doen voor het nog als onvoldoende gekwalificeerde examendeel.

Wanneer niet binnen zes maanden na het behalen van een voldoende voor het éne examendeel een voldoende voor het andere examendeel is behaald, moet opnieuw een volledig examen (zowel theorie als praktijk) worden afgelegd.

Er is geen maximum verbonden aan het aantal gecombineerde theorie- en praktijkexamens dat een kandidaat kan afleggen.

7. Registratie en herregistratie

7.1 Registratie

Binnen drie weken nadat een kandidaat een voldoende resultaat heeft behaald voor zowel het theorie-examen als het praktijkexamen registreert de Registratie Instelling deze persoon in het Register, tenzij deze persoon in gebreke blijft met de betaling van de kosten of heeft gemalverseerd met zijn of haar persoonsgegevens en/of tijdens het examen.

De geregistreerde persoon ontvangt vervolgens binnen een week na opname in het register een verklaring van registratie en een persoonsgebonden pas.

7.2 Herregistratie

7.2.1 Aanvraag

Een aanvraag tot herregistratie wordt ingediend bij de Registratie Instelling. De beoordeling van een aanvraag tot herregistratie geschiedt door de Registratie Instelling aan de hand van gegevens over gevolgde bijscholing en opgetekende praktijkervaring en/of afgelegde examens.

De gevolgde bijscholing en de opgetekende praktijkervaring wordt bijgehouden in het Register. De administratie hiervan moet minimaal vijf jaar beschikbaar blijven.

7.2.2 Eisen voor herregistratie

Om als registratiehouder voor herregistratie in aanmerking te komen, moet worden aangetoond dat in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie door de registratiehouder aan de volgende voorwaarden is voldaan:

1. Bijscholing:

Twee volledige bijscholingsdagen (of 4 dagdelen) zijn gevolgd bij een door de Registratie Instelling erkende trainer, waarvan

  • a. één bijscholingsdag (of 2 dagdelen) is gevolgd in de eerste 36 maanden van de periode van vijf jaar, en

  • b. de tweede bijscholingsdag (of 2 dagdelen) is gevolgd na de 36ste maand van de periode van vijf jaar.

Tijdens de bijscholingsdagen komen alle eindtermen en actuele ontwikkelingen op het gebied van het onderwerp van dit schema aan de orde.

De bijscholing (4 modules, 1 module per dagdeel) wordt als volgt onderverdeeld:

  • A+B onderdeel hijs begeleiden en aanslaan van lasten;

  • C onderdeel hijsen; en

  • D onderdeel gedrag en actualiteit.

Van de gevolgde bijscholing ontvangt de deelnemer een bewijs van deelname van de door de Registratie Instelling erkende trainer. De deelname wordt aangetekend in het Register.

Indien de aanvrager van herregistratie niet kan aantonen over voldoende gevolgde bijscholing te beschikken in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie, dan kan hij of zij via een theorie-examen aantonen nog steeds over voldoende kennis te beschikken. Dit theorie-examen wordt afgenomen conform de eisen zoals daarvoor vastgelegd in artikel 6.1.

2. Praktijkervaring:

In de periode van vijf jaar dat de registratie geldig is, moet de registratiehouder tenminste acht kwartalen hebben gewerkt in de functie die op de registratie is vermeld en van deze acht kwartalen moeten tenminste twee kwartalen vallen in de laatste drie jaar van de periode van vijf jaar.

Of een persoon voldoende praktijkervaring heeft blijkt uit de aantekening daarvan door de door de Registratie Instelling geautoriseerde werk- en/of opdrachtgever in het Register, die tenminste elke drie maanden de ingevoerde gegevens op waarheid toetst.

Indien de aanvrager van herregistratie niet kan aantonen over voldoende praktijkervaring te beschikken in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie, dan kan hij of zij via een praktijkexamen aantonen nog steeds over voldoende praktische competenties te beschikken.

Dit praktijkexamen wordt afgenomen conform de eisen zoals daarvoor vastgelegd in artikel 6.1.

7.2.3 Controle eisen voor herregistratie

Na ontvangst van een aanvraag voor herregistratie controleert de Registratie Instelling de gegevens van de aanvrager in het register met betrekking tot de gevolgde bijscholing, de opgetekende praktijkervaring en/of afgelegde examens. Indien wordt voldaan aan de in artikel 7.2.2 gestelde eisen bericht de Registratie Instelling de aanvrager binnen twee kalenderweken over het resultaat.

De aanvrager ontvangt vervolgens binnen een week na opname in het register een verklaring van registratie en een persoonsgebonden pas (conform paragraaf 3).

7.2.4 Ingangsdatum herregistratie

De ingangsdatum van de herregistratie wordt aldus vastgesteld:

  • a. Indien de positieve herregistratiebeslissing valt binnen drie maanden voor de einddatum van de voorgaande registratie, dan is die vervaldatum tevens de ingangsdatum van de hernieuwde registratie.

  • b. Indien de positieve herregistratiebeslissing valt voor de drie maanden voorafgaand aan de einddatum van de voorgaande registratie, dan is de datum van de herregistratiebeslissing de ingangsdatum van de hernieuwde registratie.

7.2.5 Alternatieve procedure voor herregistratie

Wanneer de registratie van de machinist is verlopen zonder tijdige herregistratie en de persoon alsnog in het bezit wil komen van een registratie, is dit mogelijk door het met goed gevolg afleggen van een examen zoals vastgelegd in paragraaf 6.

In uitzonderlijke gevallen is dispensatie mogelijk. Hiertoe moet er een dispensatie-verzoek bij de Registratie Instelling worden ingediend conform het dispensatieprotocol. Dit verzoek wordt vervolgens voorgelegd aan de examencommissie die hieromtrent een advies opstelt. Dit advies wordt vervolgens voorgelegd aan de Raad van Toezicht van de Registratie Instelling, die een besluit neemt over de (her)registratie.

7.2.6 Procedure bij toepassing maatregelen

De Registratie Instelling verwijdert de registratie van een persoon uit het Register Kraanmachinisten indien de geregistreerde met zijn of haar werkzaamheden, voor zover die door de registratie worden gereguleerd, of door de wijze waarop hij of zij de werkzaamheden verricht ernstig gevaar veroorzaakt of kan veroorzaken voor personen.

De Registratie Instelling kan de registratie van een persoon uit het Register Kraanmachinisten tijdelijk verwijderen indien de geregistreerde met zijn of haar werkzaamheden, voor zover die door de registratie worden gereguleerd, of door de wijze waarop hij of zij de werkzaamheden verricht gevaar veroorzaakt of kan veroorzaken voor personen.

De verwijdering geschiedt op grond van door de Inspectie aangeleverde informatie die de conclusie onderbouwen dat sprake is of is geweest van gevaar dan wel ernstig gevaar.

Indien de Registratie Instelling ten behoeve van haar besluitvorming over het al dan niet verwijderen van een registratie van een persoon nadere informatie nodig heeft kan zij de registratie van deze persoon lopende het onderzoek voor een periode van maximaal drie maanden schorsen.

8. Verklaring van (her)registratie en persoonsgebonden pas

De (her)registratie wordt vastgelegd middels een verklaring van registratie en door de uitgifte van de persoonsgebonden pas aan de registerhouder.

De verklaring van (her)registratie wordt door de Registratie Instelling afgegeven aan de geregistreerde in de taal van het examen als wordt voldaan aan de eisen uit artikel 6.1.

Op het document van de verklaring van registratie wordt verklaard dat de betreffende persoon voldoet aan de eisen uit het onderhavige schema en indien relevant of het ging om een herregistratie.

De volgende gegevens moeten minimaal in de verklaring van (her)registratie vermeld zijn:

  • a. naam van de geregistreerde persoon incl. geboortedatum;

  • b. eenduidig documentnummer (usernummer);

  • c. referentie naar dit schema;

  • d. scope van de registratie, inclusief de geldigheidscondities; en

  • e. de ingangsdatum van de (her)registratie en de datum waarop de (her)registratie ophoudt geldig te zijn.

9. Geldigheidsduur van de registratie en herregistratie

De geldigheidsduur van de (her)registratie is vijf jaar. Een registratie kan tussentijds worden verwijderd op administratieve gronden (zie artikel 1.5p, derde lid, onder a tot en met d van het Arbeidsomstandighedenbesluit) en bij wijze van maatregel (zie hierover artikel 7.2.6).

10. Beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties

De procedure voor de beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties is van toepassing op de beoordeling van beroepskwalificaties van personen afkomstig uit de lidstaten van de Europese Unie en andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Ruimte en Zwitserland ten behoeve van de registratie als machinist mobiele kraan.

De Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties is onverkort van toepassing. Daarnaast gelden artikel 1.5h van het Arbeidsomstandighedenbesluit en paragraaf 1.3 van de Arbeidsomstandighedenregeling.

De procedure voor de beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties is gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling.

11. Klachtenregeling

De Registratie Instelling heeft een procedure voor het indienen en behandelen van klachten over haar functioneren en publiceert deze op haar website.

Bijlage 1. Eind- en toetstermen

1. Eindtermen

Er gelden de volgende eindtermen:

  • 1. de kandidaat heeft kennis van hijswerkzaamheden, incl. het voorbereiden daarvan;

  • 2. de kandidaat heeft kennis van de wet- en regelgeving van hijswerkzaamheden;

  • 3. de kandidaat kan het werk voorbereiden, incl. het gebruiken van hijsgereedschappen;

  • 4. de kandidaat kan een autolaadkraan opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken;

  • 5. de kandidaat weet hoe op een veilige manier hijswerkzaamheden uitgevoerd kunnen worden met een autolaadkraan; en

  • 6. de kandidaat kan hijswerkzaamheden afronden en de autolaadkraan voor transport gereed maken.

Eindterm

theorie-examen

praktijkexamen1

1

X 8 vragen

X (a en k)

2.

X 8 vragen

 

3.

X 20 vragen

X (b, c en d)

4.

 

X (e)

5.

X 14 vragen

X (f, g, h en i)

6.

 

X (j)

Het theorie-examen bestaat uit 50 meerkeuze vragen.

Het praktijkexamen bestaat uit 3 hijsopdrachten.

Zie ook paragraaf 6.

X Noot
1

De letters verwijzen naar de opsomming in paragraaf 6.1.

2. Toetstermen

Eindterm

Beoordelingscriterium

Specifieke kennis m.b.t.:

1.1 kennis van hijswerkzaamheden

weet welke pbm's nodig zijn in welke situatie

PBM's:

* veiligheidshelm

* veiligheidsschoenen

* veiligheidshandschoenen

* gehoorbescherming

* veiligheidsbril

* reflecterende kleding

1.2 kennis van hijswerkzaamheden

weet wat de stabiliteit beïnvloedt en kan deze ook berekenen

* ondergrond

* opstelling kraan

* zwaartepunt last

1.3 kennis van hijswerkzaamheden

kent de relatie tussen zwaartepunt en kantellijnen en kan deze ook berekenen

zwaartepunt:

* laag

* excentrisch

* hoog

kantellijnen

1.4s kennis van hijswerkzaamheden

kan het zwaartepunt bepalen van de last en kan deze ook berekenen

zwaartepunt last:

* volume

* soortelijke massa

* totale massa van de last

1.5 kennis van hijswerkzaamheden

weet wat het effect is van water op de draagkracht van verschillende grondsoorten

grondsoorten:

* zand

* veen

* klei

* leem

* löss

1.6 kennis van hijswerkzaamheden

weet welk hijsgereedschap geschikt is voor welke opdracht

rekening houdend met:

* capaciteit (WLL working load limit)

* toepassing en aanslaan lasten

* afkeurnormen

(* werklastfactoren

- buitenhoek

- stroppen

1.7 kennis van hijswerkzaamheden

kent de invloed van de verschillende onderdelen van de machine op de stabiliteit en werking

onderdelen:

* stempelconfiguratie

configuratie

* optimale aantal inscheringen

* vlucht

* stand autolaadkraan t.o.v. onderwagen

1.8 kennis van hijswerkzaamheden

kan de functie van de verschillende beveiligingen en signaleringen noemen

beveiligingen:

* LMB (lastmomentbeveiliging)

* windingenbeveiliging

* hoogte-afslagbeveiliging

* rijsignalering

* uitstapbeveiliging

1.9 kennis van hijswerkzaamheden

weet welke restricties van toepassing zijn bij specifieke hijswerkzaamheden

specifieke hijswerkzaamheden:

* hijsen met meerdere kranen tegelijkertijd

* hijsen met meerdere kranen in één werkgebied

* hijsen van werkbak

* hijsen van personen

* hijsen in omgeving van hoogspanningsmasten

* hijsen over gebouwen

* Laad/los werkzaamheden

2.1 kennis van wet- en regelgeving

anticipeert op wisselende omstandigheden

omstandigheden:

* wisselend weer

* toestroom kijkers

* instabiele last

* verkeer

* positie hijsbegeleider, machinist en derden (ter voorkoming van knelgevaar)

2.2 kennis van wet- en regelgeving

gebruikt deugdelijke beschermingsmiddelen bij de verschillende werkzaamheden

PBM's:

* veiligheidshelm

* veiligheidsschoenen

* veiligheidshandschoenen

* gehoorbescherming

* veiligheidsbril

* reflecterende kleding

deugdelijk:

* in goede staat verkeren

* niet voorbij uiterste gebruiksdatum

2.3 kennis van wet- en regelgeving

voert de werkzaamheden uit volgens de gebruiksaanwijzing van de betreffende machine

Gebruiksaanwijzing in de taal van de gebruiker

Tabellen van alle LMB instellingen aanwezig

2.4 kennis van wet- en regelgeving

voert de werkzaamheden uit rekening houdend met wet- en regelgeving

wet- en regelgeving:

* milieuwetgeving

* arbowetgeving

* nationale wetgeving

* lokale wetgeving

3.1 voorbereiding werkzaamheden

kan de machine controleren op visueel zichtbare gebreken

controle op:

* banden/rupsen

* eventuele lekkages (oliespoor)

* breuken/scheuren in metaal

* loszittende bouten

* beschadigingen aan assen

3.2 voorbereiding werkzaamheden

Kan de cabine werk klaar maken

Werk klaar:

* stand van de spiegels aanpassen aan bestuurder

* stoel aanpassen aan bestuurder

* spiegels en ramen schoon en condensvrij

3.3 voorbereiding werkzaamheden

Kan de werking van de verlichting controleren

 

3.4 voorbereiding werkzaamheden

controleert het peil van diverse vloeistoffen en vult indien nodig bij

controleren:

* motorolie

* koelvloeistof

* hydrauliek olie

* brandstof

* onderdelen met automatische vetsmering

indien nodig:

* vloeistoffen bijvullen

* smeren van draaiende onderdelen die niet zijn voorzien van automatische vetsmering

3.5 voorbereiding werkzaamheden

zorgt voor aanwezigheid van het benodigde hijsgereedschap en draagt zorg dat het gereedschap bruikbaar is

bruikbaar:

- weergave van toegestane werklast op het hijsgereedschap

- visuele beschadigingen of manco's

- aanwezigheid CE-markering, certificaat en inspectierapport

- markeert afkeur

hijsgereedschap:

* kettingtakel

* kettingwerk

* topschalmen en verbindingsschalmen

* sluitingen

* wartels

* hijssleutels en hijsankers

* kogelkopsleutels

* speciale hijssleutels

* schroefogen/schroefbouten

* schroeflussen

* hijspennen

* haken

* samengesteld kettingwerk

* kabel en strop

* hijsband

* stroppen

* evenaar/hijsframe

* uithouder

* pallethaak

* klemmen

3.6 voorbereiding werkzaamheden

voert de aanvangscontrole uit

aanvangscontrole:

de staat en de werking van:

* kabels

* blok

* schijven

* beveiligingen

3.7 voorbereiding werkzaamheden

controleert de voorgeschreven documenten op aanwezigheid en volledigheid

documenten:

* persoonlijke documenten

- TCVT certificaat van machinist

* machine gebonden documenten

- kraanboek

- TCVT certificaat van machine

- opstellingskeuring

* capaciteitstabel(/hijstabel)

- gebruiksaanwijzing

* hijsgereedschap gebonden documenten

- certificaten

- gebruiksaanwijzing

* last gebonden documenten

- werkplan

* opstellingsinspectieformulier

* kabels en leidingenformulier

* eventueel stabiliteitsberekening van het ponton

3.8 voorbereiding werkzaamheden

maakt uit het hijsplan op:

* hoe de machine moet worden opgesteld om de hef- of hijsactiviteit te kunnen uitvoeren

* hoe de hef- en hijsactiviteiten moeten worden uitgevoerd

onderdelen van het hijsplan:

* soort machine

* plaats en afmetingen van de hijslocatie(s)

* plaats en afmetingen van de obstakels

* afmetingen, vorm, massa en zwaartepunt van de last

* soort, afmetingen, vorm en massa van het hijsgereedschap

* eventueel uitvoering van ponton

3.9 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert de hijstabel van de betreffende machine

hijstabel:

* technische weergave in hoeveelheid en aantal

* weergave wat de machine mag hijsen in afstand

3.10 voorbereiding werkzaamheden

neemt eventueel in samenspraak met de uitvoerder, het uitvoeringsplan door

rekening houdend met (o.a.):

* de aard van de te hijsen materialen

* de aard van de werkzaamheden

* de ligging van ondergrondse kabels en leidingen

* plaats en afmetingen van obstakels

* aanwezigheid van mensen en verkeer

* afmetingen, massa en zwaartepunt van de last

onderdelen uitvoeringsplan:

* keuze en soort hijsgereedschap

* interpretatie van hijstabel

* benodigde aanvullende veiligheidsmaatregelen

* benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen

* werkvolgorde

3.11 voorbereiding werkzaamheden

neemt deel aan het start-werkoverleg

betrokkenen (bijvoorbeeld):

* uitvoerder

* machinist

doel:

* onderlinge afstemming van de totale werkzaamheden

3.12 voorbereiding werkzaamheden

overlegt met de betrokkenen over de werkaanpak

hijsteam (bijvoorbeeld):

* machinist

* hijsbegeleider

doel:

* onderlinge afstemming van de specifieke werkzaamheden

3.13 voorbereiding werkzaamheden

plaatst afzettingen, rekening houdend met aandachtspunten

algemeen:

* afstand van minimaal een halve meter tot bijvoorbeeld gebouwen

soorten afzettingen:

* afzettingen rondom de machine

aandachtspunten:

* voorkomen van afzetting van looppaden

* voorkomen van langdurige en onnodige afzettingen

3.14 voorbereiding werkzaamheden

beoordeelt de draagkracht van de ondergrond op basis van criteria

beoordelingscriteria:

* stabiliteit van de ondergrond

* terreinomstandigheden van en naar de opstelplaats (o.b.v. overleg met de klant)

* toelaatbare gronddruk (o.b.v. overleg met de klant)

* ondergrondse objecten (riool, kelder, leidingen, waterloop, putten)

* geroerde grond

3.15 voorbereiding werkzaamheden

kiest op basis van kenmerken van de last het juiste hijsgereedschap

kenmerken van de last:

* gewicht

* zwaartepunt

* materiaalsoort

* afmetingen

* mechanische kenmerken (sterkte en samenstelling)

* aerodynamica (windvlak)

3.16 voorbereiding werkzaamheden

berekent het gewicht van de last

massa x volume

3.17 voorbereiding werkzaamheden

bepaalt het zwaartepunt van de last voorafgaand aan het hijsen

 

3.18 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert de tekeningen waarin fabrikanten het zwaartepunt van de last weergeven uit waar het gaat om de stabiliteit van de last

 

3.19 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert de tekeningen waarin een last op verschillende manieren is aangeslagen in relatie tot (eventueel) doorbuigen van de last, het (eventueel) inwerken van krachten en (eventuele) risico's op het verschuiven van de stroppen

 

4.1 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

bepaalt de meest optimale positie van de machine om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren

optimale positie:

* efficiency

* omgeving

- bijv. hoogspanningskabels

* veiligheid

* zicht

* weersomstandigheden:

- wind

- zon

- mist

- duisternis

- vorst en sneeuw

- warmte en kou

- regen

- onweer

4.2 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt tijdens het opstellen rekening met de ondergrondse infrastructuur

ondergrondse infrastructuur:

* leidingen

* kabels

* kelders

* putten

* buizen

4.3 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

plaatst stempelschotten/draglineschotten, indien nodig

plaatsen:

* rekening houden met ergonomie

* bepalen of oppervlakte voldoende is:

oppervlakte = kracht / druk

4.4 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

stelt de machine stabiel (waterpas) op

 

4.5 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

berekent de stempelkracht

druk * oppervlakte

4.6 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

berekent de stempeldruk

kracht / oppervlakte

4.7 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt bij het opstellen rekening met de stabiliteit van de ondergrond

soort ondergrond:

* zand

* veen

* klei

* leem

* löss

type verharding:

*asfalt

* beton

* elementverharding

4.8 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt bij het opstellen rekening met de mogelijke kans op afschuiven van de grond rondom sloten, damwanden, kades en taluds

aandachtspunten:

* afstand

4.9 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

monteert de hulpgiek

 

4.10 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

laad/los werkzaamheden

aandachtspunten:

* bij werken op hoogte: gebruikmaken van de voorziene klimvoorzieningen en beveiligingen

4.11 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

controleert of de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd vanaf de geplande opstelling

 

4.12 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

controleert de beveiligingen

controleert:

* instelling

* werking

4.13 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

voert de laatste controle uit voor aanvang van de hijs- en laad/los werkzaamheden

laatste controle:

* rondje draaien met machine

* borging

5.1 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

voert een LMRA uit

laatste minuut risico-analyse:

* wijzigingen t.a.v. omgevingsfactoren

* wijzigingen t.a.v. weersomstandigheden

line of fire handelen

5.2 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

bepaalt, gegeven de belasting factoren en de werklast, of de door de fabrikant opgegeven werklast van hijsgereedschap niet wordt overschreden

 

5.3 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

volgt de arm- en handseinen en/of aanwijzingen middels andere communicatiemiddelen (hijsen uit het zicht en werken met portofoon)

seinen:

* overnemen commando

* stop, einde beweging

* stop, einde commando

* noodstop

* omhoog

* omlaag

* aanduiding hoogte

* horizontale afstand

* vooruit

* achteruit

* naar links

* naar rechts

5.4 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

past de verplichte beveiligingen toe

beveiligingen:

* LMB

* uitvalbeveiliging

5.5 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

voert meerdere kraanbewegingen tegelijkertijd uit

kraanbewegingen:

* betonstorten onder hoek

* staande buis neerleggen

* liggende buis oprichten

* hijsen/zakken

* optoppen/aftoppen

* zwenken

5.6 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

haalt tijdens het hijsen eventuele slingeringen uit de last of beheerst deze veilig

 

5.7 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

schat afstanden goed in

 

5.8. veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

past de werksnelheid aan de weers- en werkomstandigheden aan

 

5.9 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

plaatst een last op de juiste locatie

 

5,10 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

manoeuvreert een last tussen obstakels door

 

5.11 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

kantelt een last van horizontaal naar verticaal en andersom

 

5.12 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de werkbak/lift en machine goedgekeurd zijn

controle:

* aanwezigheid juiste stickers

* aanwezigheid juiste certificaten

5.13 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de gordel en lijn in goede staat en goedgekeurd zijn

controle:

* certificaten

* staat gordel en lijn

5.14 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de hijskabel de afgelopen drie maanden gecontroleerd is, in orde is en gedocumenteerd in het kraanboek

controle:

* certificaat

* kraanboek

5.15 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

houdt zich aan de maximale werklast en het aantal personen zoals vermeldt op de werkbak/lift

 

5.16 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

gebruikt de werkbak/lift niet indien de weersomstandigheden veilig werken niet toelaten

weersomstandigheden:

* onweer

* harde wind (zie gebruiksaanwijzing werkbak)

5.17 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de personen in de werkbak/machinistenlift beveiligingsmiddelen dragen tegen vallen die rechtstreeks aan de daarvoor bestemde bevestigingspunten zijn bevestigd

beveiliging:

* harnas

* korte lijn

5.18 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

hijst de werkbak/lift met geringe snelheid en zonder schokken of stoten

 

5.19 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

vult voorafgaand aan de werkzaamheden de checklist Werken met een werkbak in en ondertekent deze

 

5.20 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

vult voorafgaand aan de werkzaamheden samen met de gebruiker een checklist in met betrekking tot het gebruik van de werkbak in en zorgt ervoor dat deze ondertekend wordt

 

5.21 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

laat de gebruiker alleen in- en uitstappen als de werkbak op een vaste ondergrond staat

 

5.22 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

maakt de hijsgereedschappen los en verwijdert deze van de last

aandachtspunten:

* last stabiel

* beknellingsgevaar

* hijsgereedschappen mogen niet blijven haken achter de last

5.23 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

stelt een storingsdiagnose op in relatie tot de hoofdonderdelen van de machine

hoofdonderdelen:

- hydraulisch

- pneumatisch

- elektrisch

- mechanisch

- motorisch

* op basis van visuele en auditieve controle

5.24 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

bepaalt bij storingen welke acties ondernomen moeten worden en zet deze in gang

acties:

* beoordelen of wel of niet verantwoord doorgewerkt kan worden

* bepalen of de storing zelfstandig opgelost kan worden of de monteur of technische dienst ingeschakeld moet worden

6.1 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

demonteert, indien nodig, de (hulp)giek

 

6.2 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

legt, indien nodig, ballast/contragewicht af

 

6.3 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

trekt, indien aanwezig, de stempels in

 

6.4 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

maakt de machine transport gereed

Transport gereed:

* losliggende delen verwijderen

* sjorrings aanbrengen

* borgingen aanbrengen

* achteruitrij-signalering controleren

* remmen controleren

indien aanwezig:

* de rupsen intrekken tot transportstand

6.5 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

laat de machine volgens de wettelijke voorschriften en bedrijfs-/ lokale voorschriften achter

 

6.6 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

ruimt de werkplek op

werkplek netjes achterlaten:

* afzettingen opruimen

* vergelijk de plek zoals bij aanvang

6.7 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

ondertekent de noodzakelijke documenten en/of laat deze ondertekenen

documenten:

* werkbon

* kraanboek (bij wijzigingen aan de machine)

6.8 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

bespreekt, indien nodig, het verloop van het werk met het team en de klant

 

6.9 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

manoeuvreert de machine op het werkterrein, rekening houdend met de rijeigenschappen van de machine

rijeigenschappen machine:

* de grootte van het voertuig

* de giek

* wendbaarheid

* belading

* trager verloop van optrekken en remmen

* zwaartepunt

* indien van toepassing op rails rijden

- niet over voedingskabel rijden

- voorzichtig bij vorst of als er blad op de rails ligt

Schema voor registratie van de Machinist Grondverzetmachine in het Register Kraanmachinisten, W4-05

Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie op 6 november 20019.

1. Inleiding

Dit registratieschema bevat de eisen op het gebied van veilig hijsen waaraan een te registreren machinist dient te voldoen om te worden geregistreerd in het Register Kraanmachinisten als machinist grondverzetmachine alsmede de eisen aan het proces van persoonsregistratie.

De te registreren machinist voert hijswerkzaamheden uit met een grondverzetmachine, dat wil zeggen een grondverzetmachine geschikt voor het hijsen van vrijhangende lasten, met tenminste een bedrijfslastmoment van 10 tonmeter, uitgezonderd een grondverzetmachine die ontgravingen maakt en direct daarop aansluitend leidingwerk in die ontgravingen legt of ten behoeve van het uitvoeren van grondverzetwerkzaamheden ondersteuningsschotten plaatst. Hijswerkzaamheden bestaan onder meer uit laden, lossen en verplaatsen van vrijhangende lading/lasten.

Daar waar in dit schema wordt gesproken over de Registratie Instelling wordt gedoeld op de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie (hierna: TCVT RA). In verband met het beheer van het Register Kraanmachinisten heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan TCVT RA mandaat, volmacht en machtiging verleend en TCVT RA aangewezen als verwerker in de zin van artikel 28 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Daarnaast heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met TCVT RA een verwerkersovereenkomst, alsmede een algemene overeenkomst met algemene afspraken over het beheer van het Register Kraanmachinisten afgesloten.

2. Definities

Begrip

Betekenis

Aanvrager

De persoon die een aanvraag doet voor het afgeven van een registratie machinist grondverzetmachine.

Beoordelingsprotocol

Het beoordelingsprotocol RA 412 zoals opgesteld door de Registratie Instelling met bepalingen voor de beoordeling van de praktijk examen-opdrachten.

Cesuur

De grens tussen de hoogste toetsscore waaraan een onvoldoende en de laagste toetsscore waaraan een voldoende wordt toegekend.

Certificaat examinering

Certificaat afgegeven door DNVGL aan de persoon die voldoet aan de eisen gesteld aan de examinator zoals gesteld in VT 421 opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling.

Dispensatieprotocol

Het protocol RA 414 zoals opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op haar website dat voor bijzondere gevallen de mogelijkheden beschrijft voor de persoon die geregistreerd is geweest te worden geherregistreerd zonder het examen te hoeven af te leggen.

Eindtermen

De omschrijving van de minimaal vereiste kennis, vaardigheden en houdingen (gedrag) op een specifiek competentiegebied zoals beschreven in bijlage 1, ten behoeve van het toetsen van examenkandidaten.

Entreecriteria

Voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om te kunnen deelnemen aan een examen.

Erkende trainer

Een persoon die volgens de eisen uit RA 413, opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling, is erkend voor het verzorgen van bijscholing.

Examen

Het geheel van toetsopgaven (toets-vragen en/of toets-opdrachten), bedoeld om de individuele kandidaat te kunnen beoordelen naar de mate waarin hij of zij aan de eindtermen conform de normen voldoet.

Examencommissie

De commissie, ingesteld door de Registratie Instelling, die verantwoordelijk is voor de examendocumenten en het beheer van de itembank.

Examen Instelling

Instelling belast met de examinering conform de eisen uit het onderhavige schema.

Examenprotocol

Het examenprotocol RA 410 zoals opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling met bepalingen voor de uitvoering van examens.

Examinator

Persoon die beschikt over een geldig certificaat examinering.

Examinatoreninstructie

De examinatoreninstructie RA 411 zoals vastgesteld door de Registratie Instelling en beschikbaar voor examinatoren die examineren ten behoeve van de Registratie Instelling met bepalingen voor de uniforme uitvoering van examens door examinatoren.

Herregistratie

Hernieuwde registratie in het register nadat getoetst is dat de beroepsbeoefenaar voldoet aan de eisen voor herregistratie.

Grondverzetmachine

Conform artikel 7.6, eerste lid onder b, van de Arbeidsomstandighedenregeling: een grondverzetmachine geschikt voor het hijsen van vrijhangende lasten, met tenminste een bedrijfslastmoment van 10 tonmeter, uitgezonderd een grondverzetmachine die ontgravingen maakt en direct daarop aansluitend leidingwerk in die ontgravingen legt of ten behoeve van het uitvoeren van grondverzetwerkzaamheden ondersteuningsschotten plaatst.

Kandidaat

Persoon die een examen wordt afgenomen.

KO-opdracht

Examen-opdracht waarbij een onvoldoende beoordeling tot gevolg

heeft dat de kandidaat niet met een positief advies wordt voor-

gedragen voor registratie. Het examen wordt bij een KO-beoorde-

ling wel voortgezet. (KO staat voor Knock Out.)

Lading

De last c.q. lasten en/of het object c.q. objecten die op welke wijze dan ook veilig moet(en) worden getransporteerd en/of gehesen en/of opgeslagen en/of overgeslagen en/of geborgen.

Machinist

Machinist die een grondverzetmachine, zoals bedoeld in artikel 7.6, eerste lid onder b, van de Arbeidsomstandighedenregeling, bedient.

Registratie

Registratie in de zin van artikel 7.32, eerste lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit als machinist grondverzetmachine in het Register Kraanmachinisten.

Registratiehouder

Persoon die in het bezit is van een geldige registratie.

Registratie Instelling

Stichting Toezicht certificatie verticaal transport Register Administratie

Register

Het Register Kraanmachinisten met de namen van de personen die voldoen aan de eisen tot (her)registratie.

Schema

De set van eisen zoals beschreven in onderhavig document voor het verlenen van een registratie.

Toetsterm

Een met een minimumprestatie en voorwaarden verbijzonderde eindterm.

Trainer

Door de Registratie Instelling erkende trainer die de bijscholing mag verzorgen op basis van het document RA 413. Het document RA 413 en de namen van de erkende trainers staan vermeld op de website van de Registratie Instelling.

Verklaring van registratie

Bewijs dat een persoon is geregistreerd.

Werkbak

Bak bedoeld voor en geschikt gemaakt voor het vervoer van personen.

3. Opzet van het proces van registratie en herregistratie

De kandidaat machinist dient bij een namens de Registratie Instelling aangewezen Examen Instelling, in overeenstemming met dit schema, een aanvraag in voor de examinering als machinist van een grondverzetmachine.

Examens worden afgenomen door de Examen Instelling die daarvoor door de Registratie Instelling is aangewezen. De examinering door de Examen Instelling vindt plaats volgens de eisen in dit schema, de overige door de Registratie Instelling gestelde eisen en het Examenreglement. Voor deelname aan het examen gelden entreecriteria (zie paragraaf 5).

Wanneer de kandidaat is geslaagd voor het examen dient hij of zij een aanvraag in tot registratie in het Register bij de Registratie Instelling.

Indien de Registratie Instelling vaststelt dat de aanvrager een of meer van de bij de indiening van de aanvraag verlangde gegevens niet heeft verstrekt, stelt zij deze in de gelegenheid het ontbrekende gegeven of de ontbrekende gegevens alsnog binnen twee weken te verstrekken. Wordt het gegeven of worden de gegevens niet binnen die twee weken verstrekt, dan wordt het verzoek buiten behandeling gelaten.

De Registratie Instelling besluit tot registratie van de betreffende persoon indien deze voldoet aan de registratie-eisen, de kosten voor het examen en registratie heeft betaald en niet heeft gemalverseerd tijdens het examen of met zijn of haar persoonsgegevens.

De machinist die een herregistratie wenst in het Register Kraanmachinisten stuurt een aanvraag daartoe aan de Registratie Instelling en voegt daarbij informatie over scholing en praktijkervaring en eventueel met goed gevolg afgelegde vervangende examens (zie de eisen in artikel 7.2.2).

4. Organisatie van het examen

4.1 Verantwoordelijkheid Registratie Instelling

De examinering geschiedt onder de directe verantwoordelijkheid van de Registratie Instelling.

4.2 Examenprotocol

De Registratie Instelling heeft een examenprotocol en draagt er zorg voor dat de Examen Instelling werkt volgens dat examenprotocol. Het examenprotocol bevat alle eisen die in dit schema zijn opgenomen en betrekking hebben op het examen of een uitwerking daarvan. In het examenprotocol zijn in ieder geval de volgende zaken opgenomen:

  • a. entree-criteria voor deelname aan het examen (zie ook paragraaf 5);

  • b. wijze van identificatie van de kandidaat bij het examen;

  • c. examenduur en wijze van examinering van zowel het theorie als praktijkdeel;

  • d. gedragsregels voor examenkandidaten;

  • e. regeling alternatieve examinering;

  • f. normering voor slagen en afwijzen;

  • g. bekendmaking van de examenuitslag aan de aanvrager;

  • h. bewaartermijn van de examendocumenten of digitale scans daarvan, zoals uitwerkingen en beoordelingsformulieren;

  • i. het recht van de examenkandidaat tot inzicht in zijn of haar beoordeling; en

  • j. geldigheidsduur van positieve resultaten van het theorie- dan wel het praktijkexamen.

4.3 Eisen aan het examenpersoneel

Personen die zijn belast met de examinering voldoen aan de algemene, vakinhoudelijke en onafhankelijkheidseisen zoals bepaald door de Registratie Instelling alsmede aan de eisen zoals gesteld in het examenprotocol.

Alleen personen die in het bezit zijn van een geldig certificaat examinering zijn belast met de examinering. Zij zijn gehouden om de examinatoreninstructie en het beoordelingsprotocol te volgen.

Als examenpersoneel een potentieel belangenconflict heeft bij het examineren van een kandidaat, neemt de Registratie Instelling maatregelen om te garanderen dat de betrouwbaarheid en onpartijdigheid van het examen niet in diskrediet worden gebracht en ziet erop toe dat de Examen Instelling deze maatrgelen uitvoert en naleeft. Deze maatregelen worden vastgelegd.

Het voorgaande geldt tevens als examenpersoneel willens en wetens de voorgaande eisen niet naleeft. In dat geval wordt het examen ongeldig verklaard.

4.4 Eisen aan het examen

4.4.1 Beslotenheid van examens

Medewerkers van de Registratie Instelling en een de door de Registratie Instelling ingeschakelde Examen Instelling zorgen voor de absolute geheimhouding van de examenopgaven. Implementatie en verificatie hiervan geschiedt door de Registratie Instelling.

4.4.2 Algemene regels voor de uitvoering van examens

Het theorie-examen wordt schriftelijk of digitaal en in de Nederlandse taal afgenomen.

Het praktijkexamen wordt in de Nederlandse taal afgenomen.

Indien de kandidaat het Nederlands onvoldoende beheerst, kunnen het theorie-examen en het praktijkexamen in de Duitse, Engelse of Franse taal worden afgenomen.

Voor de overige eisen aan de uitvoering van het examen wordt verwezen naar het examenprotocol.

5. Entreecriteria

Voor deelname aan het examen geldt dat de kandidaat moet voldoen aan de volgende entreecriteria:

  • a. de kandidaat heeft minimaal de leeftijd van 18 jaar;

  • b. de kandidaat kan tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt afgenomen; en

  • c. de kandidaat is in de periode van drie maanden voorafgaand aan de indiending van de aanvraag tot examinering niet bestraft geweest voor het bedienen van een hijskraan zonder te beschikken over een geldige registratie hiertoe.

Er geldt geen specifieke vooropleidingseis.

6. Inhoud van en cesuur examens

6.1 Theorie- en praktijkexamen

Het examen bestaat uit een theorie-examen en een praktijkexamen.

Het theorie-examen wordt schriftelijk of digitaal afgenomen en bestaat uit 50 meerkeuzevragen, gebaseerd op de toetstermen zoals omschreven in de bijlage.

De meerkeuzevragen van het theorie-examen worden uitsluitend verstrekt vanuit de itembank van de Registratie Instelling.

De maximale tijd om het theorie-examen af te leggen bedraagt 90 minuten.

Het praktijkexamen wordt in een praktijk gesimuleerde omgeving afgenomen en is gebaseerd op de toetstermen zoals omschreven in de bijlage en bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. kennismaken en doornemen opdracht;

  • b. aanvangscontrole van de grondverzetmachine en de daarbij behorende documenten;

  • c. onderhoud en werking van de grondverzetmachine;

  • d. hijs- en hefgereedschap;

  • e. opstellen en gebruiksklaar maken van de grondverzetmachine;

  • f. hijsopdracht 1 (KO-opdracht);

  • g. assisteren last verplaatsen;

  • h. hijsopdracht 2 (KO-opdracht);

  • i. hijsopdracht 3 (KO-opdracht);

  • j. grondverzetmachine achterlaten; en

  • k. veiligheid (KO-onderdeel).

De examenopdrachten voor het praktijkexamen worden uitsluitend verstrekt vanuit de itembank van de Registratie Instelling.

De examenopdrachten moeten binnen 240 minuten worden uitgevoerd.

6.2 Itembank

Het beheer van de itembank geschiedt onder strikte geheimhouding door de examencommissie. Door de examencommissie worden de meerkeuzevragen van het theorie-examen en de examenopdrachten voor het praktijkexamen verstrekt ten behoeve van de examinering.

6.3 Cesuur

Waardering examenresultaten

Het resultaat van zowel het theorie- als het praktijkexamen wordt tot uiting gebracht in ofwel “voldoende” ofwel “onvoldoende”.

Cesuur theorie-examen

De maximale waardering voor de meerkeuzevragen bij een volledig theorie-examen is 50 punten (1 punt per goed antwoord).

Een kandidaat heeft een voldoende voor het theorie-examen indien hij of zij 42 punten of meer heeft behaald. Daarnaast moet van elke groep vragen over één eindterm minimaal 70% goed worden gescoord.

Cesuur praktijkexamen

Elk onderdeel van het praktijkexamen wordt beoordeeld aan de hand van het beoordelingsprotocol. Aan de verschillende handelingen zijn beoordelingscriteria gekoppeld met een daaraan verbonden puntenwaardering.

Voor alle onderdelen van het praktijkexamen moet een voldoende worden gehaald. Om een voldoende te halen voor een onderdeel moet minimaal 70% van de maximaal te behalen punten worden gescoord én mag de kandidaat geen KO (knock out) hebben.

6.4 Mogelijkheden voor herexamens

Een kandidaat die een voldoende resultaat heeft gehaald voor ofwel het theorie-examen ofwel het praktijkexamen, kan indien hij of zij een onvoldoende heeft behaald voor het andere examendeel, tot uiterlijk zes maanden na het behalen van het voldoende resultaat, maximaal twee maal herexamen doen voor het als onvoldoende gekwalificeerde examendeel.

Wanneer niet binnen zes maanden na het behalen van een voldoende voor het éne examendeel een voldoende voor het andere examendeel is behaald, moet opnieuw een volledig examen (zowel theorie als praktijk) worden afgelegd.

Er is geen maximum verbonden aan het aantal gecombineerde theorie- en praktijkexamens dat een kandidaat kan afleggen.

7. Registratie en herregistratie

7.1 Registratie

Binnen drie weken nadat een kandidaat een voldoende resultaat heeft behaald voor zowel het theorie-examen als het praktijkexamen registreert de Registratie Instelling deze persoon in het Register, tenzij deze persoon in gebreke blijft met de betaling van de kosten of heeft gemalverseerd met zijn of haar persoonsgegevens en/of tijdens het examen.

De geregistreerde persoon ontvangt vervolgens binnen een week na opname in het register een verklaring van registratie en een persoonsgebonden pas.

7.2 Herregistratie

7.2.1 Aanvraag

Een aanvraag tot herregistratie wordt ingediend bij de Registratie Instelling. De beoordeling van een aanvraag tot herregistratie geschiedt door de Registratie Instelling aan de hand van gegevens over gevolgde bijscholing en opgetekende praktijkervaring en/of afgelegde examens.

De gevolgde bijscholing en de opgetekende praktijkervaring wordt bijgehouden in het Register. De administratie hiervan moet minimaal vijf jaar beschikbaar blijven.

7.2.2 Eisen voor herregistratie

Om als registratiehouder voor herregistratie in aanmerking te komen, moet worden aangetoond dat in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie door de registratiehouder aan de volgende voorwaarden is voldaan:

1. Bijscholing:

Twee volledige bijscholingsdagen (of 4 dagdelen) zijn gevolgd bij een door de Registratie Instelling erkende trainer, waarvan

  • a. één bijscholingsdag (of 2 dagdelen) is gevolgd in de eerste 36 maanden van de periode van vijf jaar, en

  • b. de tweede bijscholingsdag (of 2 dagdelen) is gevolgd na de 36ste maand van de periode van vijf jaar.

Tijdens de bijscholingsdagen komen alle eindtermen en actuele ontwikkelingen op het gebied van het onderwerp van dit schema aan de orde.

De bijscholing (4 modules, 1 module per dagdeel) wordt als volgt onderverdeeld:

  • A+B onderdeel hijs begeleiden en aanslaan van lasten;

  • C onderdeel hijsen; en

  • D onderdeel gedrag en actualiteit.

Van de gevolgde bijscholing ontvangt de deelnemer een bewijs van deelname van de door de Registratie Instelling erkende trainer. De deelname wordt aangetekend in het Register.

Indien de aanvrager van herregistratie niet kan aantonen over voldoende gevolgde bijscholing te beschikken in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie, dan kan hij of zij via een theorie-examen aantonen nog steeds over voldoende kennis te beschikken. Dit theorie-examen wordt afgenomen conform de eisen zoals daarvoor vastgelegd in artikel 6.1.

2. Praktijkervaring:

In de periode van vijf jaar dat de registratie geldig is, moet de registratiehouder tenminste acht kwartalen hebben gewerkt in de functie die op de registratie is vermeld en van deze acht kwartalen moeten tenminste twee kwartalen vallen in de laatste drie jaar van de periode van vijf jaar.

Of een persoon voldoende praktijkervaring heeft blijkt uit de aantekening daarvan door de door de Registratie Instelling geautoriseerde werk- en/of opdrachtgever in het Register, die tenminste elke drie maanden de ingevoerde gegevens op waarheid toetst.

Indien de aanvrager van herregistratie niet kan aantonen over voldoende praktijkervaring te beschikken in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie, dan kan hij of zij via een praktijkexamen aantonen nog steeds over voldoende praktische competenties te beschikken.

Dit praktijkexamen wordt afgenomen conform de eisen zoals daarvoor vastgelegd in artikel 6.1.

7.2.3 Controle eisen voor herregistratie

Na ontvangst van een aanvraag voor herregistratie controleert de Registratie Instelling de gegevens van de aanvrager in het register met betrekking tot de gevolgde bijscholing, de opgetekende praktijkervaring en/of afgelegde examens. Indien wordt voldaan aan de in artikel 7.2.2 gestelde eisen bericht de Registratie Instelling de aanvrager binnen twee kalenderweken over het resultaat.

De aanvrager ontvangt vervolgens binnen een week na opname in het register een verklaring van registratie en een persoonsgebonden pas (conform paragraaf 3).

7.2.4 Ingangsdatum herregistratie

De ingangsdatum van de herregistratie wordt aldus vastgesteld:

  • a. Indien de positieve herregistratiebeslissing valt binnen drie maanden voor de einddatum van de voorgaande registratie, dan is die vervaldatum tevens de ingangsdatum van de hernieuwde registratie.

  • b. Indien de positieve herregistratiebeslissing valt voor de drie maanden voorafgaand aan de einddatum van de voorgaande registratie, dan is de datum van de herregistratiebeslissing de ingangsdatum van de hernieuwde registratie.

7.2.5 Alternatieve procedure voor herregistratie

Wanneer de registratie van de machinist is verlopen zonder tijdige herregistratie en de persoon alsnog in het bezit wil komen van een registratie, is dit mogelijk door het met goed gevolg afleggen van een examen zoals vastgelegd in paragraaf 6.

In uitzonderlijke gevallen is dispensatie mogelijk. Hiertoe moet er een dispensatie-verzoek bij de Registratie Instelling worden ingediend conform het dispensatieprotocol. Dit verzoek wordt vervolgens voorgelegd aan de examencommissie die hieromtrent een advies opstelt. Dit advies wordt vervolgens voorgelegd aan de Raad van Toezicht van de Registratie Instelling, die een besluit neemt over de (her)registratie.

7.2.6 Procedure bij toepassing maatregelen

De Registratie Instelling verwijdert de registratie van een persoon uit het Register Kraanmachinisten indien de geregistreerde met zijn of haar werkzaamheden, voor zover die door de registratie worden gereguleerd, of door de wijze waarop hij of zij de werkzaamheden verricht ernstig gevaar veroorzaakt of kan veroorzaken voor personen.

De Registratie Instelling kan de registratie van een persoon uit het Register Kraanmachinisten tijdelijk verwijderen indien de geregistreerde met zijn of haar werkzaamheden, voor zover die door de registratie worden gereguleerd, of door de wijze waarop hij of zij de werkzaamheden verricht gevaar veroorzaakt of kan veroorzaken voor personen.

De verwijdering geschiedt op grond van door de Inspectie aangeleverde informatie die de conclusie onderbouwen dat sprake is of is geweest van gevaar dan wel ernstig gevaar.

Indien de Registratie Instelling ten behoeve van haar besluitvorming over het al dan niet verwijderen van een registratie van een persoon nadere informatie nodig heeft kan zij de registratie van deze persoon lopende het onderzoek voor een periode van maximaal drie maanden schorsen.

8. Verklaring van (her)registratie en persoonsgebonden pas

De (her)registratie wordt vastgelegd middels een verklaring van registratie en door de uitgifte van de persoonsgebonden pas aan de registerhouder.

De verklaring van (her)registratie wordt door de Registratie Instelling afgegeven aan de geregistreerde in de taal van het examen als wordt voldaan aan de eisen uit artikel 6.1.

Op het document van de verklaring van registratie wordt verklaard dat de betreffende persoon voldoet aan de eisen uit het onderhavige schema en indien relevant of het ging om een herregistratie.

De volgende gegevens moeten minimaal in de verklaring van (her)registratie vermeld zijn:

  • a. naam van de geregistreerde persoon incl. geboortedatum;

  • b. eenduidig documentnummer (usernummer);

  • c. referentie naar dit schema;

  • d. scope van de registratie, inclusief de geldigheidscondities; en

  • e. de ingangsdatum van de (her)registratie en de datum waarop de (her)registratie ophoudt geldig te zijn.

9. Geldigheidsduur van de registratie en herregistratie

De geldigheidsduur van de (her)registratie is vijf jaar. Een registratie kan tussentijds worden verwijderd op administratieve gronden (zie artikel 1.5p, derde lid, onder a tot en met d van het Arbeidsomstandighedenbesluit) en bij wijze van maatregel (zie hierover artikel 7.2.6).

10. Beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties

De procedure voor de beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties is van toepassing op de beoordeling van beroepskwalificaties van personen afkomstig uit de lidstaten van de Europese Unie en andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Ruimte en Zwitserland ten behoeve van de registratie als machinist mobiele kraan.

De Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties is onverkort van toepassing. Daarnaast gelden artikel 1.5h van het Arbeidsomstandighedenbesluit en paragraaf 1.3 van de Arbeidsomstandighedenregeling.

De procedure voor de beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties is gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling.

11. Klachtenregeling

De Registratie Instelling heeft een procedure voor het indienen en behandelen van klachten over haar functioneren en publiceert deze op haar website.

Bijlage 1. Eind- en toetstermen

1. Eindtermen

Er gelden de volgende eindtermen:

  • 1. de kandidaat heeft kennis van hijswerkzaamheden, incl. het voorbereiden daarvan;

  • 2. de kandidaat heeft kennis van de wet- en regelgeving van hijswerkzaamheden;

  • 3. de kandidaat kan het werk voorbereiden, incl. het gebruiken van hijsgereedschappen;

  • 4. de kandidaat kan een grondverzetmachine opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken;

  • 5. de kandidaat weet hoe op een veilige manier hijswerkzaamheden uitgevoerd kunnen worden met een grondverzetmachine; en

  • 6. de kandidaat kan hijswerkzaamheden afronden en de grondverzetmachine voor transport gereed maken.

Eindterm

theorie-examen

praktijkexamen1

1

X 8 vragen

X (a en k)

2.

X 8 vragen

 

3.

X 20 vragen

X (b, c en d)

4.

 

X (e)

5.

X 14 vragen

X (f, g, h en i)

6.

 

X (j)

Het theorie-examen bestaat uit 50 meerkeuze vragen.

Het praktijkexamen bestaat uit 3 hijsopdrachten.

Zie ook paragraaf 6.

X Noot
1

De letters verwijzen naar de opsomming in paragraaf 6.1.

2. Toetstermen

Eindterm

Beoordelingscriterium

Specifieke kennis m.b.t.:

1.1 kennis van hijswerkzaamheden

weet welke pbm's nodig zijn in welke situatie

PBM's:

* veiligheidshelm

* veiligheidsschoenen

* veiligheidshandschoenen

* gehoorbescherming

* veiligheidsbril

* reflecterende kleding

1.2 kennis van hijswerkzaamheden

weet wat de stabiliteit beïnvloedt en kan deze ook berekenen

* ondergrond

* opstelling machine

* zwaartepunt last

1.3 kennis van hijswerkzaamheden

kent de relatie tussen zwaartepunt en kantellijnen en kan deze ook berekenen

zwaartepunt:

* laag

* excentrisch

* hoog

kantellijnen

1.4 kennis van hijswerkzaamheden

kan het zwaartepunt bepalen van de last en kan deze ook berekenen

zwaartepunt last:

* volume

* soortelijke massa

* totale massa van de last

1.5 kennis van hijswerkzaamheden

weet wat het effect is van water op de draagkracht van verschillende grondsoorten

grondsoorten:

* zand

* veen

* klei

* leem

* löss

1.6 kennis van hijswerkzaamheden

weet welk hijsgereedschap geschikt is voor welke opdracht

rekening houdend met:

* capaciteit (WLL working load limit)

* toepassing en aanslaan lasten

* afkeurnormen

* werklastfactorenfactoren

- buitenhoek

- stroppen, sluitingen, hijsbanden

1.7 kennis van hijswerkzaamheden

kent de invloed van de verschillende onderdelen van de machine op de stabiliteit en werking

onderdelen:

* afstempelconfiguratie

* ballast

* giekconfiguratie

* optimale aantal inscheringen

* vlucht

1.8 kennis van hijswerkzaamheden

kan de functie van de verschillende beveiligingen en signaleringen noemen

Beveiligingen volgens gebruiksaanwijzing, zoals:

* LMB (lastmomentbeveiliging)

* windingenbeveiliging

* hoogte-afslagbeveiliging

* rijsignalering

* uitstapbeveiliging (armleuning- of stoelschakelaar)

Kabeluitloop beveiliging

Slappe kabel beveiliging

Zwenkbeveiliging

Asblokkering

Stempeluithouders borging

Slang- of leidingbreuk beveiliging

Drukopnemer topcilinder

Lengtegever giek

Giekhoekmeter

1.9 kennis van hijswerkzaamheden

weet welke eisen en restricties van toepassing zijn bij specifieke hijswerkzaamheden

specifieke hijswerkzaamheden:

* hijsen met meerdere kranen aan één last

* hijsen met meerdere kranen in één werkgebied

* hijsen van een (personen)werkbak

* hijsen in omgeving van hoogspanningsmasten

* hijsen over gebouwen

hijsen op pontons

2.1 kennis van wet- en regelgeving

anticipeert op wisselende omstandigheden

omstandigheden:

* weersveranderingen

* toestroom kijkers

* instabiele last (b.v. hijsen van verpakte vloeistoffen)

* verkeer

* positie hijsbegeleider, machinist en derden

2.2 kennis van wet- en regelgeving

gebruikt deugdelijke beschermingsmiddelen bij de verschillende werkzaamheden

PBM's:

* veiligheidshelm

* veiligheidsschoenen

* veiligheidshandschoenen

* gehoorbescherming

* veiligheidsbril

* reflecterende kleding

* in goede staat verkeren

* niet voorbij uiterlijke gebruiksdatum

2.3 kennis van wet- en regelgeving

voert de werkzaamheden uit volgens de gebruiksaanwijzing van de betreffende machine

Gebruiksaanwijzing in de taal van de gebruiker

Tabellen van alle LMB instellingen aanwezig

2.4 kennis van wet- en regelgeving

voert de werkzaamheden uit rekening houdend met wet- en regelgeving

wet- en regelgeving:

* milieuwetgeving

* arbowetgeving

* nationale regelgeving

* lokale regelgeving

3.1 voorbereiding werkzaamheden

kan de machine controleren op visueel zichtbare gebreken

controle op:

* banden/rupsen

* eventuele lekkages (oliespoor)

* breuken/scheuren in metaal

* loszittende bouten

* beschadigingen aan assen

3.2 voorbereiding werkzaamheden

kan de cabine werk gereed maken

Werk gereed:

* stand van de spiegels aanpassen aan bestuurder

* stoel aanpassen aan bestuurder

* spiegels en ramen schoon en condensvrij

opruimen, en schone werkplek

(Geen losse voorwerpen)

3.3 voorbereiding werkzaamheden

kan de werking van de verlichting controleren

Werkverlichting

Rijverlichting

Dashbord verlichting

3.4 voorbereiding werkzaamheden

controleert het peil van diverse vloeistoffen en vult indien nodig bij

controleren:

* motorolie

* koelvloeistof

* hydrauliek olie

* brandstof

* onderdelen met automatische vetsmering

indien nodig:

* vloeistoffen bijvullen

* smeren van draaiende onderdelen die niet zijn voorzien van automatische vetsmering

3.5 voorbereiding werkzaamheden r

Selecteert het benodigde hijsgereedschap en draagt zorg dat het gereedschap bruikbaar is

bruikbaar:

- weergave van toegestane werklast op het hijsgereedschap

- visuele beschadigingen of manco's

- aanwezigheid CE-markering, certificaat en inspectierapport

- markeert afkeur

hijsgereedschap:

* kettingtakel

* kettingwerk

* topschalmen en verbindingsschalmen

* sluitingen

* wartels

* hijssleutels en hijsankers

* kogelkopsleutels

* speciale hijssleutels

* schroefogen/schroefbouten

* schroeflussen

* hijspennen

* haken

* samengesteld kettingwerk

* kabel en strop

* hijsband

* stroppen

* evenaar/hijsframe

* uithouder

* pallethaak

* klemmen

3.6 voorbereiding werkzaamheden

voert de aanvangscontrole uit

aanvangscontrole:

de staat en de werking van:

* kabels

* blok

* schijven

* beveiligingen

3.7 voorbereiding werkzaamheden

controleert de voorgeschreven documenten op aanwezigheid en volledigheid

documenten:

* persoonlijke documenten

- TCVT persoonscertificaat van vakbekwaamheid machinist

* machine gebonden documenten

- kraanboek

- TCVT keuringscertificaat van machine

- opstellingskeuring

* hijstabel

- gebruiksaanwijzing

* hijsgereedschap gebonden documenten

- certificaten

- gebruiksaanwijzing

* last gebonden documenten

- werkplan

* formulier opstellingskeuring

* Klikmelding

3.8 voorbereiding werkzaamheden

Kan de werkzaamheden volgens het hijsplan toepassen:

* hoe de machine moet worden opgesteld om de hijsactiviteit te kunnen uitvoeren

* hoe de hijsactiviteiten moeten worden uitgevoerd

onderdelen van het hijsplan:

* type machine

* plaats en afmetingen van de hijslocatie(s)

* plaats en afmetingen van de obstakels

* afmetingen, vorm, massa en zwaartepunt van de last

* soort, afmetingen, vorm en massa van het hijsgereedschap (stroppenplan)

3.9 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert de hijstabel van de betreffende machine

hijstabel:

* Capaciteit volgens gieklengte, opstelconfiguratie en vlucht

3.10 voorbereiding werkzaamheden

neemt eventueel in samenspraak met de uitvoerder, het hijsplan door

rekening houdend met (o.a.):

* de aard van de te hijsen materialen

* de aard van de werkzaamheden

* de ligging van ondergrondse kabels en leidingen

* plaats en afmetingen van obstakels

* aanwezigheid van mensen en verkeer

* afmetingen, massa en zwaartepunt van de last

onderdelen uitvoeringsplan:

* keuze en soort hijsgereedschap

* interpretatie van hijstabel

* benodigde aanvullende veiligheidsmaatregelen

* benodigde pbm’s

* werkvolgorde

3.11 voorbereiding werkzaamheden

neemt deel aan het start-werkoverleg

betrokkenen (bijvoorbeeld):

* uitvoerder

* machinist

doel:

* onderlinge afstemming van de totale werkzaamheden

3.12 voorbereiding werkzaamheden

overlegt met de betrokkenen over de werkaanpak

hijsteam (bijvoorbeeld):

* machinist

* hijsbegeleider

doel:

* onderlinge afstemming van de specifieke werkzaamheden

3.13 voorbereiding werkzaamheden

plaatst afzettingen, rekening houdend met aandachtspunten

algemeen:

* afstand van minimaal een halve meter tot bijvoorbeeld gebouwen

soorten afzettingen:

* afzettingen rondom de machine

aandachtspunten:

* voorkomen van afzetting van looppaden

* voorkomen van langdurige en onnodige afzettingen

3.14 voorbereiding werkzaamheden

beoordeelt de draagkracht van de ondergrond op basis van criteria

beoordelingscriteria:

* stabiliteit van de ondergrond

* terreinomstandigheden van en naar de opstelplaats (o.b.v. overleg met de klant)

* toelaatbare gronddruk (o.b.v. overleg met de klant)

* ondergrondse objecten (riool, kelder, leidingen, waterloop, putten)

* geroerde grond

3.15 voorbereiding werkzaamheden

kiest op basis van kenmerken van de last het juiste hijsgereedschap

kenmerken van de last:

* gewicht

* zwaartepunt

* materiaalsoort

* afmetingen

* mechanische kenmerken (sterkte en samenstelling)

* aerodynamica (windvlak)

aangebrachte hijsvoorzieningen

lasteigenschappen (kwetsbaar, scherpe randen)

3. 16 voorbereiding werkzaamheden

berekent het gewicht van de last

Soortelijke massa x volume

3.17 voorbereiding werkzaamheden

bepaalt het zwaartepunt van de last voorafgaand aan het hijsen

Hijshaak boven het zwaartepunt

3.18 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert de tekeningen waarin fabrikanten het zwaartepunt van de last weergeven uit waar het gaat om de stabiliteit van de last

 

3.19 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert de tekeningen waarin een last op verschillende manieren is aangeslagen in relatie tot (eventueel) doorbuigen van de last, het (eventueel) inwerken van krachten en (eventuele) risico's op het verschuiven van de stroppen

Gebruik uithouder/evenaar

4.1 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

bepaalt de meest optimale positie van de machine om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren

optimale positie

minimale vlucht bij hijsen

maximale vlucht bij hijsen

Zicht op de last

Beknelling

Aanstootgevaar

* efficiency

* omgeving

- bijv. hoogspanningskabels

* veiligheid

* zicht

* weersomstandigheden:

- wind

- zon

- mist

- duisternis

- vorst en sneeuw

- warmte en kou

- regen

- onweer

4.2 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt tijdens het opstellen rekening met de ondergrondse infrastructuur

ondergrondse infrastructuur:

* leidingen

* kabels

* kelders

* putten

* buizen

4.3 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

plaatst stempelschotten/draglineschotten, indien nodig

plaatsen:

* rekening houden met ergonomie

* bepalen of oppervlakte voldoende is:

oppervlakte = kracht / druk

stempelschotten vlak en dragen neerleggen

4.4 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

stelt de machine stabiel (waterpas) op

Controle na testronde

4. 5 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

berekent de stempelkracht

kracht / oppervlakte

4.6 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

berekent de stempeldruk

kracht / oppervlakte

4.7 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt bij het opstellen rekening met de stabiliteit van de ondergrond

soort ondergrond:

* zand

* veen

* klei

* leem

* löss

type verharding:

*asfalt

* beton

* elementverharding

4. 8 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt bij het opstellen rekening met de mogelijke kans op afschuiven van de grond rondom sloten, damwanden, kades en taluds

aandachtspunten:

* afstand

druk onder 45 graden in ondergrond

4. 9 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

monteert de hulpgiek

Conform gebruiksaanwijzing

Kent veiligheidsaspecten

4.10 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

scheert de kabels in of uit, rekening houdend met de aandachtspunten en kiest het aantal inscheringen

aandachtspunten:

* correct aanbrengen van de kabel over de schijven

* aanwezigheid van uitloopbeveiligingen, bij inscheren vrij van uitloopbeveiligingen

* correcte eindverbindingen

* bij werken op hoogte: gebruikmaken van de voorziene klimvoorzieningen en beveiligingen

4.11 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

monteert ballast/contragewicht, rekening houdend met de aandachtspunten

aandachtspunten:

* bij werken op hoogte: gebruikmaken van de voorziene klimvoorzieningen en LMB juist instellen

4.12 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

controleert of de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd vanaf de geplande opstelling

Controle hijsplan

4.13 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

controleert de beveiligingen

controleert:

* instelling

* werking

Zie ook 0,8

4.14 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

voert de laatste controle uit voor aanvang van de hijswerkzaamheden

laatste controle:

* rondje draaien met machine

* borging

5. 1 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

voert een LMRA uit

laatste minuut risico-analyse:

* wijzigingen t.a.v. omgevingsfactoren

* wijzigingen t.a.v. weersomstandigheden

line of fire handelen

5.2 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

bepaalt, gegeven de belasting factoren en de werklast, of de door de fabrikant opgegeven werklast van hijsgereedschap niet wordt overschreden

Controle WLL

5.3 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

volgt de arm- en handseinen en/of aanwijzingen middels andere communicatiemiddelen (hijsen uit het zicht en werken met portofoon)

seinen:

* overnemen commando

* stop, einde beweging

* stop, einde commando

* noodstop

* omhoog

* omlaag

* aanduiding hoogte

* horizontale afstand

* vooruit

* achteruit

* naar links

* naar rechts

5.4 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

past de verplichte beveiligingen toe

beveiligingen:

* LMB

* uitvalbeveiliging

5.5 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

voert meerdere kraanbewegingen tegelijkertijd uit

kraanbewegingen:

* betonstorten onder hoek

* staande buis neerleggen

* liggende buis oprichten

* hijsen/zakken

* optoppen/aftoppen

* zwenken

5.6 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

haalt tijdens het hijsen eventuele slingeringen uit de last of beheerst deze veilig

 

5.7 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

schat afstanden goed in

 

5. 8 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

past de werksnelheid aan de weers- en werkomstandigheden aan

 

5. 9 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

plaatst een last op de aangegeven locatie

 

5.10 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

manoeuvreert een last tussen obstakels door

 

5.11 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

kantelt een last van horizontaal naar verticaal en andersom

 

5.12 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de werkbak en machine goedgekeurd zijn

controle:

* aanwezigheid juiste opschriften

* aanwezigheid juiste certificaten

5.13 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de gordel en lijn in goede staat en goedgekeurd zijn

controle:

* certificaten

* staat gordel en lijn

5.14 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de hijskabel de afgelopen drie maanden gecontroleerd is, in orde is en gedocumenteerd in het kraanboek

controle:

* certificaat

* kraanboek

5.15 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

houdt zich aan de maximale werklast en het aantal personen zoals vermeldt op de werkbak/lift

 

5.16 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

gebruikt de werkbak niet indien de weersomstandigheden veilig werken niet toelaten

weersomstandigheden:

* onweer

* harde wind (zie gebruiksaanwijzing werkbak)

5.17 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de personen in de werkbak beveiligingsmiddelen dragen tegen vallen die rechtstreeks aan de daarvoor bestemde bevestigingspunten zijn bevestigd

beveiliging:

* harnas

* korte lijn

5.18 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

hijst de werkbak met geringe snelheid en zonder schokken of stoten

 

5.19 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

vult voorafgaand aan de werkzaamheden de checklist “Werken met een werkbak” in en ondertekent deze

 

5.20 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

vult voorafgaand aan de werkzaamheden samen met de gebruiker een checklist in met betrekking tot het gebruik van de werkbak in en zorgt ervoor dat deze ondertekend wordt

 

5,21 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

laat de gebruiker alleen in- en uitstappen als de werkbak op een vaste ondergrond staat

 

5. 22 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

maakt de hijsgereedschappen los en verwijdert deze van de last

aandachtspunten:

* last stabiel

* beknellingsgevaar

* hijsgereedschappen mogen niet blijven haken achter de last

5.23 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

stelt een storingsdiagnose op in relatie tot de hoofdonderdelen van de machine

hoofdonderdelen:

- hydraulisch

- pneumatisch

- elektrisch

- mechanisch

- motorisch

* op basis van visuele en auditieve controle

5. 24 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

bepaalt bij storingen welke acties ondernomen moeten worden en zet deze in gang

acties:

* beoordelen of wel of niet verantwoord doorgewerkt kan worden

* bepalen of de storing zelfstandig opgelost kan worden of de monteur of technische dienst ingeschakeld moet worden

6. 1 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

(de)monteert de (hulp)giek

Conform gebruiksaanwijzing

6.2 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

legt ballast/contragewicht af

 

6.3 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

trekt de stempels in

 

6.4 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

maakt de machine transport gereed

Transport gereed:

* losliggende delen verwijderen

* sjorrings aanbrengen

* borgingen aanbrengen

* achteruitrij-signalering controleren

* remmen controleren

indien aanwezig:

* de rupsen intrekken tot transportstand

6.5 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

laat de machine volgens de wettelijke voorschriften en bedrijfs-/ lokale voorschriften achter

 

6.6 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

ruimt de werkplek op

werkplek netjes achterlaten:

* afzettingen opruimen

* vergelijk de plek zoals bij aanvang

6.7 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

ondertekent de noodzakelijke documenten en/of laat deze ondertekenen

documenten:

* werkbon

* kraanboek (bij wijzigingen aan de machine)

6.8 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

bespreekt, indien nodig, het verloop van het werk met het team en de klant

 

6.9 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

manoeuvreert de machine op het werkterrein, rekening houdend met de rijeigenschappen van de machine

rijeigenschappen machine:

* de grootte van het voertuig

* de giek

* wendbaarheid

* belading

* trager verloop van optrekken en remmen

* zwaartepunt

* indien van toepassing op rails rijden

- niet over voedingskabel rijden

- voorzichtig bij vorst of als er blad op de rails ligt

Schema voor registratie van de Machinist Torenkraan in het Register Kraanmachinisten, W4-06

Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie op 6 november 2019.

1. Inleiding

Dit registratieschema bevat de eisen op het gebied van veilig hijsen waaraan een te registreren machinist dient te voldoen om te worden geregistreerd in het Register Kraanmachinisten als machinist torenkraan alsmede de eisen aan het proces van persoonsregistratie.

De te registreren machinist voert hijswerkzaamheden uit met een torenkraan, dat wil zeggen een torenvormige hijskraan, in vaste opstelling (incl. op rails) of mobiel, waarvan het maximumbedrijfslastmoment 10 tonmeter of meer bedraagt of de giek 20 meter of hoger boven het vlak van de ondersteuning van de kraan bevestigd is. Hijswerkzaamheden bestaan onder meer uit laden, lossen en verplaatsen van vrijhangende lading/lasten.

Daar waar in dit schema wordt gesproken over de Registratie Instelling wordt gedoeld op de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie (hierna: TCVT RA). In verband met het beheer van het Register Kraanmachinisten heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan TCVT RA mandaat, volmacht en machtiging verleend en TCVT RA aangewezen als verwerker in de zin van artikel 28 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Daarnaast heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met TCVT RA een verwerkersovereenkomst, alsmede een algemene overeenkomst met algemene afspraken over het beheer van het Register Kraanmachinisten afgesloten.

2. Definities

Begrip

Betekenis

Aanvrager

De persoon die een aanvraag doet voor het afgeven van een registratie machinist torenkraan.

Beoordelingsprotocol

Het beoordelingsprotocol RA 412 zoals opgesteld door de Registratie Instelling met bepalingen voor de beoordeling van de praktijk examen-opdrachten.

Cesuur

De grens tussen de hoogste toetsscore waaraan een onvoldoende en de laagste toetsscore waaraan een voldoende wordt toegekend.

Certificaat examinering

Certificaat afgegeven door DNVGL aan de persoon die voldoet aan de eisen gesteld aan de examinator zoals gesteld in VT 421 opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling.

Dispensatieprotocol

Het protocol RA 414 zoals opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op haar website dat voor bijzondere gevallen de mogelijkheden beschrijft voor de persoon die geregistreerd is geweest te worden geherregistreerd zonder het examen te hoeven af te leggen.

Eindtermen

De omschrijving van de minimaal vereiste kennis, vaardigheden en houdingen (gedrag) op een specifiek competentiegebied zoals beschreven in bijlage 1, ten behoeve van het toetsen van examenkandidaten.

Entreecriteria

Voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om te kunnen deelnemen aan een examen.

Erkende trainer

Een persoon die volgens de eisen uit RA 413, opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling, is erkend voor het verzorgen van bijscholing.

Examen

Het geheel van toetsopgaven (toets-vragen en/of toets-opdrachten), bedoeld om de individuele kandidaat te kunnen beoordelen naar de mate waarin hij of zij aan de eindtermen conform de normen voldoet.

Examencommissie

De commissie, ingesteld door de Registratie Instelling, die verantwoordelijk is voor de examendocumenten en het beheer van de itembank.

Examen Instelling

Instelling belast met de examinering conform de eisen uit het onderhavige schema.

Examenprotocol

Het examenprotocol RA 410 zoals opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling met bepalingen voor de uitvoering van examens.

Examinator

Persoon die beschikt over een geldig certificaat examinering.

Examinatoreninstructie

De examinatoreninstructie RA 411 zoals vastgesteld door de Registratie Instelling en beschikbaar voor examinatoren die examineren ten behoeve van de Registratie Instelling met bepalingen voor de uniforme uitvoering van examens door examinatoren.

Herregistratie

Hernieuwde registratie in het register nadat getoetst is dat de beroepsbeoefenaar voldoet aan de eisen voor herregistratie.

Kandidaat

Persoon die een examen wordt afgenomen.

KO-opdracht

Examen-opdracht waarbij een onvoldoende beoordeling tot gevolg

heeft dat de kandidaat niet met een positief advies wordt voor-

gedragen voor registratie. Het examen wordt bij een KO-beoorde-

ling wel voortgezet. (KO staat voor Knock Out.)

Lading

De last c.q. lasten en/of het object c.q. objecten die op welke wijze dan ook veilig moet(en) worden getransporteerd en/of gehesen en/of opgeslagen en/of overgeslagen en/of geborgen.

Machinist

Machinist die een torenkraan, zoals bedoeld in artikel 7.6, eerste lid onder a, van de Arbeidsomstandighedenregeling, bedient.

Registratie

Registratie in de zin van artikel 7.32, eerste lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit als machinist torenkraan in het Register Kraanmachinisten.

Registratiehouder

Persoon die in het bezit is van een geldige registratie.

Registratie Instelling

Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie.

Register

Het Register Kraanmachinisten met de namen van de personen die voldoen aan de eisen tot (her)registratie.

Schema

De set van eisen zoals beschreven in onderhavig document voor het verlenen van een registratie.

Toetsterm

Een met een minimumprestatie en voorwaarden verbijzonderde eindterm.

Trainer

Door de Registratie Instelling erkende trainer die de bijscholing mag verzorgen op basis van het document RA 413. Het document RA 413 en de namen van de erkende trainers staan vermeld op de website van de Registratie Instelling.

Torenkraan

Conform artikel 7.6, eerste lid onder a, van de Arbeidsomstandighedenregeling: een torenvormige hijskraan, in vaste opstelling (incl. op rails) of mobiel, waarvan het maximumbedrijfslastmoment 10 tonmeter of meer bedraagt of de giek 20 meter of hoger boven het vlak van de ondersteuning van de kraan bevestigd is.

Verklaring van registratie

Bewijs dat een persoon is geregistreerd.

Werkbak

Bak bedoeld voor en geschikt gemaakt voor het vervoer van personen.

3. Opzet van het proces van registratie en herregistratie

De kandidaat machinist dient bij een namens de Registratie Instelling aangewezen Examen Instelling, in overeenstemming met dit schema, een aanvraag in voor de examinering als machinist van een torenkraan.

Examens worden afgenomen door de Examen Instelling die daarvoor door de Registratie Instelling is aangewezen. De examinering door de Examen Instelling vindt plaats volgens de eisen in dit schema, de overige door de Registratie Instelling gestelde eisen en het Examenreglement. Voor deelname aan het examen gelden entreecriteria (zie paragraaf 5).

Wanneer de kandidaat is geslaagd voor het examen dient hij of zij een aanvraag in tot registratie in het Register bij de Registratie Instelling.

Indien de Registratie Instelling vaststelt dat de aanvrager een of meer van de bij de indiening van de aanvraag verlangde gegevens niet heeft verstrekt, stelt zij deze in de gelegenheid het ontbrekende gegeven of de ontbrekende gegevens alsnog binnen twee weken te verstrekken. Wordt het gegeven of worden de gegevens niet binnen die twee weken verstrekt, dan wordt het verzoek buiten behandeling gelaten.

De Registratie Instelling besluit tot registratie van de betreffende persoon indien deze voldoet aan de registratie-eisen, de kosten voor het examen en registratie heeft betaald en niet heeft gemalverseerd tijdens het examen of met zijn of haar persoonsgegevens.

De machinist die een herregistratie wenst in het Register Kraanmachinisten stuurt een aanvraag daartoe aan de Registratie Instelling en voegt daarbij informatie over scholing en praktijkervaring en eventueel met goed gevolg afgelegde vervangende examens (zie de eisen in artikel 7.2.2).

4. Organisatie van het examen

4.1 Verantwoordelijkheid Registratie Instelling

De examinering geschiedt onder de directe verantwoordelijkheid van de Registratie Instelling.

4.2 Examenprotocol

De Registratie Instelling heeft een examenprotocol en draagt er zorg voor dat de Examen Instelling werkt volgens dat examenprotocol. Het examenprotocol bevat alle eisen die in dit schema zijn opgenomen en betrekking hebben op het examen of een uitwerking daarvan. In het examenprotocol zijn in ieder geval de volgende zaken opgenomen:

  • a. entree-criteria voor deelname aan het examen (zie ook paragraaf 5);

  • b. wijze van identificatie van de kandidaat bij het examen;

  • c. examenduur en wijze van examinering van zowel het theorie als praktijkdeel;

  • d. gedragsregels voor examenkandidaten;

  • e. regeling alternatieve examinering;

  • f. normering voor slagen en afwijzen;

  • g. bekendmaking van de examenuitslag aan de aanvrager;

  • h. bewaartermijn van de examendocumenten of digitale scans daarvan, zoals uitwerkingen en beoordelingsformulieren;

  • i. het recht van de examenkandidaat tot inzicht in zijn of haar beoordeling; en

  • j. geldigheidsduur van positieve resultaten van het theorie- dan wel het praktijkexamen.

4.3 Eisen aan het examenpersoneel

Personen die zijn belast met de examinering voldoen aan de algemene, vakinhoudelijke en onafhankelijkheidseisen zoals bepaald door de Registratie Instelling alsmede aan de eisen zoals gesteld in het examenprotocol.

Alleen personen die in het bezit zijn van een geldig certificaat examinering zijn belast met de examinering. Zij zijn gehouden om de examinatoreninstructie en het beoordelingsprotocol te volgen.

Als examenpersoneel een potentieel belangenconflict heeft bij het examineren van een kandidaat, neemt de Registratie Instelling maatregelen om te garanderen dat de betrouwbaarheid en onpartijdigheid van het examen niet in diskrediet worden gebracht en ziet erop toe dat de Examen Instelling deze maatrgelen uitvoert en naleeft. Deze maatregelen worden vastgelegd.

Het voorgaande geldt tevens als examenpersoneel willens en wetens de voorgaande eisen niet naleeft. In dat geval wordt het examen ongeldig verklaard.

4.4 Eisen aan het examen

4.4.1 Beslotenheid van examens

Medewerkers van de Registratie Instelling en een de door de Registratie Instelling ingeschakelde Examen Instelling zorgen voor de absolute geheimhouding van de examenopgaven. Implementatie en verificatie hiervan geschiedt door de Registratie Instelling.

4.4.2 Algemene regels voor de uitvoering van examens

Het theorie-examen wordt schriftelijk of digitaal en in de Nederlandse taal afgenomen.

Het praktijkexamen wordt in de Nederlandse taal afgenomen.

Indien de kandidaat het Nederlands onvoldoende beheerst, kunnen het theorie-examen en het praktijkexamen in de Duitse, Engelse of Franse taal worden afgenomen.

Voor de overige eisen aan de uitvoering van het examen wordt verwezen naar het examenprotocol.

5. Entreecriteria

Voor deelname aan het examen geldt dat de kandidaat moet voldoen aan de volgende entreecriteria:

  • a. de kandidaat heeft minimaal de leeftijd van 18 jaar;

  • b. de kandidaat kan tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt afgenomen; en

  • c. de kandidaat is in de periode van drie maanden voorafgaand aan de indiending van de aanvraag tot examinering niet bestraft geweest voor het bedienen van een hijskraan zonder te beschikken over een geldige registratie hiertoe.

Er geldt geen specifieke vooropleidingseis.

6. Inhoud van en cesuur examens

6.1 Theorie- en praktijkexamen

Het examen bestaat uit een theorie-examen en een praktijkexamen.

Het theorie-examen wordt schriftelijk of digitaal afgenomen en bestaat uit 50 meerkeuzevragen, gebaseerd op de toetstermen zoals omschreven in de bijlage.

De meerkeuzevragen van het theorie-examen worden uitsluitend verstrekt vanuit de itembank van de Registratie Instelling.

De maximale tijd om het theorie-examen af te leggen bedraagt 90 minuten.

Het praktijkexamen wordt in een praktijk gesimuleerde omgeving afgenomen op een mobiele torenkraan en is gebaseerd op de toetstermen zoals omschreven in de bijlage en bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. kennismaken en doornemen opdracht;

  • b. aanvangscontrole van de torenkraan en de daarbij behorende documenten;

  • c. onderhoud en werking van de torenkraan;

  • d. hijs- en hefgereedschap;

  • e. opstellen en gebruiksklaar maken van de torenkraan;

  • f. hijsopdracht 1 (KO-opdracht);

  • g. assisteren last verplaatsen;

  • h. hijsopdracht 2 (KO-opdracht);

  • i. hijsopdracht 3 (KO-opdracht);

  • j. torenkraan achterlaten; en

  • k. veiligheid (KO-onderdeel).

De examenopdrachten voor het praktijkexamen worden uitsluitend verstrekt vanuit de itembank van de Registratie Instelling.

De examenopdrachten moeten binnen 240 minuten worden uitgevoerd.

6.2 Itembank

Het beheer van de itembank geschiedt onder strikte geheimhouding door de examencommissie. Door de examencommissie worden de meerkeuzevragen van het theorie-examen en de examenopdrachten voor het praktijkexamen verstrekt ten behoeve van de examinering.

6.3 Cesuur

Waardering examenresultaten

Het resultaat van zowel het theorie- als het praktijkexamen wordt tot uiting gebracht in ofwel “voldoende” ofwel “onvoldoende”.

Cesuur theorie-examen

De maximale waardering voor de meerkeuzevragen bij een volledig theorie-examen is 50 punten (1 punt per goed antwoord).

Een kandidaat heeft een voldoende voor het theorie-examen indien hij of zij 42 punten of meer heeft behaald. Daarnaast moet van elke groep vragen over één eindterm minimaal 70% goed worden gescoord.

Cesuur praktijkexamen

Elk onderdeel van het praktijkexamen wordt beoordeeld aan de hand van het beoordelingsprotocol. Aan de verschillende handelingen zijn beoordelingscriteria gekoppeld met een daaraan verbonden puntenwaardering.

Voor alle onderdelen van het praktijkexamen moet een voldoende worden gehaald. Om een voldoende te halen voor een onderdeel moet minimaal 70% van de maximaal te behalen punten worden gescoord én mag de kandidaat geen KO (knock out) hebben.

6.4 Mogelijkheden voor herexamens

Een kandidaat die een voldoende resultaat heeft gehaald voor ofwel het theorie-examen ofwel het praktijkexamen, kan indien hij of zij een onvoldoende heeft behaald voor het andere examendeel, tot uiterlijk zes maanden na het behalen van het voldoende resultaat, maximaal twee maal herexamen doen voor het als onvoldoende gekwalificeerde examendeel.

Wanneer niet binnen zes maanden na het behalen van een voldoende voor het éne examendeel een voldoende voor het andere examendeel is behaald, moet opnieuw een volledig examen (zowel theorie als praktijk) worden afgelegd.

Er is geen maximum verbonden aan het aantal gecombineerde theorie- en praktijkexamens dat een kandidaat kan afleggen.

7. Registratie en herregistratie

7.1 Registratie

Binnen drie weken nadat een kandidaat een voldoende resultaat heeft behaald voor zowel het theorie-examen als het praktijkexamen registreert de Registratie Instelling deze persoon in het Register, tenzij deze persoon in gebreke blijft met de betaling van de kosten of heeft gemalverseerd met zijn of haar persoonsgegevens en/of tijdens het examen.

De geregistreerde persoon ontvangt vervolgens binnen een week na opname in het register een verklaring van registratie en een persoonsgebonden pas.

7.2 Herregistratie

7.2.1 Aanvraag

Een aanvraag tot herregistratie wordt ingediend bij de Registratie Instelling. De beoordeling van een aanvraag tot herregistratie geschiedt door de Registratie Instelling aan de hand van gegevens over gevolgde bijscholing en opgetekende praktijkervaring en/of afgelegde examens.

De gevolgde bijscholing en de opgetekende praktijkervaring wordt bijgehouden in het Register. De administratie hiervan moet minimaal vijf jaar beschikbaar blijven.

7.2.2 Eisen voor herregistratie

Om als registratiehouder voor herregistratie in aanmerking te komen, moet worden aangetoond dat in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie door de registratiehouder aan de volgende voorwaarden is voldaan:

1. Bijscholing:

Twee volledige bijscholingsdagen (of 4 dagdelen) zijn gevolgd bij een door de Registratie Instelling erkende trainer, waarvan

  • a. één bijscholingsdag (of 2 dagdelen) is gevolgd in de eerste 36 maanden van de periode van vijf jaar, en

  • b. de tweede bijscholingsdag (of 2 dagdelen) is gevolgd na de 36ste maand van de periode van vijf jaar.

Tijdens de bijscholingsdagen komen alle eindtermen en actuele ontwikkelingen op het gebied van het onderwerp van dit schema aan de orde.

De bijscholing (4 modules, 1 module per dagdeel) wordt als volgt onderverdeeld:

  • A+B onderdeel hijs begeleiden en aanslaan van lasten;

  • C onderdeel hijsen; en

  • D onderdeel gedrag en actualiteit.

Van de gevolgde bijscholing ontvangt de deelnemer een bewijs van deelname van de door de Registratie Instelling erkende trainer. De deelname wordt aangetekend in het Register.

Indien de aanvrager van herregistratie niet kan aantonen over voldoende gevolgde bijscholing te beschikken in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie, dan kan hij of zij via een theorie-examen aantonen nog steeds over voldoende kennis te beschikken. Dit theorie-examen wordt afgenomen conform de eisen zoals daarvoor vastgelegd in artikel 6.1.

2. Praktijkervaring:

In de periode van vijf jaar dat de registratie geldig is, moet de registratiehouder tenminste acht kwartalen hebben gewerkt in de functie die op de registratie is vermeld en van deze acht kwartalen moeten tenminste twee kwartalen vallen in de laatste drie jaar van de periode van vijf jaar.

Of een persoon voldoende praktijkervaring heeft blijkt uit de aantekening daarvan door de door de Registratie Instelling geautoriseerde werk- en/of opdrachtgever in het Register, die tenminste elke drie maanden de ingevoerde gegevens op waarheid toetst.

Indien de aanvrager van herregistratie niet kan aantonen over voldoende praktijkervaring te beschikken in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie, dan kan hij of zij via een praktijkexamen aantonen nog steeds over voldoende praktische competenties te beschikken.

Dit praktijkexamen wordt afgenomen conform de eisen zoals daarvoor vastgelegd in artikel 6.1.

7.2.3 Controle eisen voor herregistratie

Na ontvangst van een aanvraag voor herregistratie controleert de Registratie Instelling de gegevens van de aanvrager in het register met betrekking tot de gevolgde bijscholing, de opgetekende praktijkervaring en/of afgelegde examens. Indien wordt voldaan aan de in artikel 7.2.2 gestelde eisen bericht de Registratie Instelling de aanvrager binnen twee kalenderweken over het resultaat.

De aanvrager ontvangt vervolgens binnen een week na opname in het register een verklaring van registratie en een persoonsgebonden pas (conform paragraaf 3).

7.2.4 Ingangsdatum herregistratie

De ingangsdatum van de herregistratie wordt aldus vastgesteld:

  • a. Indien de positieve herregistratiebeslissing valt binnen drie maanden voor de einddatum van de voorgaande registratie, dan is die vervaldatum tevens de ingangsdatum van de hernieuwde registratie.

  • b. Indien de positieve herregistratiebeslissing valt voor de drie maanden voorafgaand aan de einddatum van de voorgaande registratie, dan is de datum van de herregistratiebeslissing de ingangsdatum van de hernieuwde registratie.

7.2.5 Alternatieve procedure voor herregistratie

Wanneer de registratie van de machinist is verlopen zonder tijdige herregistratie en de persoon alsnog in het bezit wil komen van een registratie, is dit mogelijk door het met goed gevolg afleggen van een examen zoals vastgelegd in paragraaf 6.

In uitzonderlijke gevallen is dispensatie mogelijk. Hiertoe moet er een dispensatie-verzoek bij de Registratie Instelling worden ingediend conform het dispensatieprotocol. Dit verzoek wordt vervolgens voorgelegd aan de examencommissie die hieromtrent een advies opstelt. Dit advies wordt vervolgens voorgelegd aan de Raad van Toezicht van de Registratie Instelling, die een besluit neemt over de (her)registratie.

7.2.6 Procedure bij toepassing maatregelen

De Registratie Instelling verwijdert de registratie van een persoon uit het Register Kraanmachinisten indien de geregistreerde met zijn of haar werkzaamheden, voor zover die door de registratie worden gereguleerd, of door de wijze waarop hij of zij de werkzaamheden verricht ernstig gevaar veroorzaakt of kan veroorzaken voor personen.

De Registratie Instelling kan de registratie van een persoon uit het Register Kraanmachinisten tijdelijk verwijderen indien de geregistreerde met zijn of haar werkzaamheden, voor zover die door de registratie worden gereguleerd, of door de wijze waarop hij of zij de werkzaamheden verricht gevaar veroorzaakt of kan veroorzaken voor personen.

De verwijdering geschiedt op grond van door de Inspectie aangeleverde informatie die de conclusie onderbouwen dat sprake is of is geweest van gevaar dan wel ernstig gevaar.

Indien de Registratie Instelling ten behoeve van haar besluitvorming over het al dan niet verwijderen van een registratie van een persoon nadere informatie nodig heeft kan zij de registratie van deze persoon lopende het onderzoek voor een periode van maximaal drie maanden schorsen.

8. Verklaring van (her)registratie en persoonsgebonden pas

De (her)registratie wordt vastgelegd middels een verklaring van registratie en door de uitgifte van de persoonsgebonden pas aan de registerhouder.

De verklaring van (her)registratie wordt door de Registratie Instelling afgegeven aan de geregistreerde in de taal van het examen als wordt voldaan aan de eisen uit artikel 6.1.

Op het document van de verklaring van registratie wordt verklaard dat de betreffende persoon voldoet aan de eisen uit het onderhavige schema en indien relevant of het ging om een herregistratie.

De volgende gegevens moeten minimaal in de verklaring van (her)registratie vermeld zijn:

  • a. naam van de geregistreerde persoon incl. geboortedatum;

  • b. eenduidig documentnummer (usernummer);

  • c. referentie naar dit schema;

  • d. scope van de registratie, inclusief de geldigheidscondities; en

  • e. de ingangsdatum van de (her)registratie en de datum waarop de (her)registratie ophoudt geldig te zijn.

9. Geldigheidsduur van de registratie en herregistratie

De geldigheidsduur van de (her)registratie is vijf jaar. Een registratie kan tussentijds worden verwijderd op administratieve gronden (zie artikel 1.5p, derde lid, onder a tot en met d van het Arbeidsomstandighedenbesluit) en bij wijze van maatregel (zie hierover artikel 7.2.6).

10. Beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties

De procedure voor de beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties is van toepassing op de beoordeling van beroepskwalificaties van personen afkomstig uit de lidstaten van de Europese Unie en andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Ruimte en Zwitserland ten behoeve van de registratie als machinist mobiele kraan.

De Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties is onverkort van toepassing. Daarnaast gelden artikel 1.5h van het Arbeidsomstandighedenbesluit en paragraaf 1.3 van de Arbeidsomstandighedenregeling.

De procedure voor de beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties is gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling.

11. Klachtenregeling

De Registratie Instelling heeft een procedure voor het indienen en behandelen van klachten over haar functioneren en publiceert deze op haar website.

Bijlage 1. Eind- en toetstermen

1. Eindtermen

Er gelden de volgende eindtermen:

  • 1. de kandidaat heeft kennis van hijswerkzaamheden, incl. het voorbereiden daarvan;

  • 2. de kandidaat heeft kennis van de wet- en regelgeving van hijswerkzaamheden;

  • 3. de kandidaat kan het werk voorbereiden, incl. het gebruiken van hijsgereedschappen;

  • 4. de kandidaat kan een torenkraan opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken;

  • 5. de kandidaat weet hoe op een veilige manier hijswerkzaamheden uitgevoerd kunnen worden met een torenkraan; en

  • 6. de kandidaat kan hijswerkzaamheden afronden en de torenkraan voor transport gereed maken.

Eindterm

theorie-examen

praktijkexamen1

1

X 8 vragen

X (a en k)

2.

X 8 vragen

 

3.

X 20 vragen

X (b, c en d)

4.

 

X (e)

5.

X 14 vragen

X (f, g, h en i)

6.

 

X (j)

Het theorie-examen bestaat uit 50 meerkeuze vragen.

Het praktijkexamen bestaat uit 3 hijsopdrachten.

Zie ook paragraaf 6.

X Noot
1

De letters verwijzen naar de opsomming in paragraaf 6.1.

2. Toetstermen

Eindterm

Beoordelingscriterium

Specifieke kennis m.b.t.:

1.1 kennis van hijswerkzaamheden

weet welke pbm's nodig zijn in welke situatie

PBM's:

* veiligheidshelm

* veiligheidsschoenen

* veiligheidshandschoenen

* veiligheidsharnas

*gehoorbescherming

* veiligheidsbril

* reflecterende kleding

1.2 kennis van hijswerkzaamheden

weet wat de stabiliteit beïnvloedt en kan deze ook berekenen

* ondergrond

* opstelling kraan

* zwaartepunt last

1.3 kennis van hijswerkzaamheden

kent de relatie tussen zwaartepunt en kantellijnen en kan deze ook berekenen

zwaartepunt:

* laag

* excentrisch

* hoog

kantellijnen

1.4 kennis van hijswerkzaamheden

kan het zwaartepunt bepalen van de last en kan deze ook berekenen

zwaartepunt last:

* volume

* soortelijke massa

* totale massa van de last

1.5 kennis van hijswerkzaamheden

weet wat het effect is van water op de draagkracht van verschillende grondsoorten

grondsoorten:

* zand

* veen

* klei

* leem

* löss

1.6 kennis van hijswerkzaamheden

weet welk hijsgereedschap geschikt is voor welke opdracht

rekening houdend met:

* capaciteit (WLL working load limit)

* toepassing en aanslaan lasten

* afkeurnormen

* werklastfactoren

- buitenhoek

- stroppen, sluitingen, hijsbanden

1.7 kennis van hijswerkzaamheden

kent de invloed van de verschillende onderdelen van de machine op de stabiliteit en werking

onderdelen:

* afstempelconfiguratie

* ballast

* giekconfiguratie

* optimale aantal inscheringen

* vlucht

* stand bovenwagen t.o.v. onderwagen

1.8 kennis van hijswerkzaamheden

kan de functie van de verschillende beveiligingen en signaleringen noemen

Beveiligingen volgens gebruiksaanwijzing, zoals:

* LMB (lastmomentbeveiliging)

* windingenbeveiliging

* hoogte-afslagbeveiliging

* rijsignalering

* uitstapbeveiliging (armleuning- of stoelschakelaar)

Kabeluitloop beveiliging

Slappe kabel beveiliging

Zwenkbeveiliging

Asblokkering

Stempeluithouders borging

Slang- of leidingbreuk beveiliging

Drukopnemer topcilinder

Lengtegever giek

Giekhoekmeter

1.9 kennis van hijswerkzaamheden

weet welke eisen en restricties van toepassing zijn bij specifieke hijswerkzaamheden

specifieke hijswerkzaamheden:

* hijsen met meerdere kranen aan één last

* hijsen met meerdere kranen in één werkgebied

* hijsen van een (personen)werkbak

* hijsen in omgeving van hoogspanningsmasten

* hijsen over gebouwen

hijsen op pontons

2.1 kennis van wet- en regelgeving

anticipeert op wisselende omstandigheden

omstandigheden:

* weersveranderingen

* toestroom kijkers

* instabiele last (b.v. hijsen van verpakte vloeistoffen)

* verkeer

* positie hijsbegeleider, machinist en derden

2.2 kennis van wet- en regelgeving

gebruikt deugdelijke beschermingsmiddelen bij de verschillende werkzaamheden)

PBM's:

* veiligheidshelm

* veiligheidsschoenen

* veiligheidshandschoenen

* veiligheidsharnas

*gehoorbescherming

* veiligheidsbril

* reflecterende kleding

* in goede staat verkeren

* niet voorbij uiterlijke gebruiksdatum

2.3 kennis van wet- en regelgeving

voert de werkzaamheden uit volgens de gebruiksaanwijzing van de betreffende machine en de Arbocatalogus

Gebruiksaanwijzing in de taal van de gebruiker

Tabellen van alle LMB instellingen aanwezig

2.4 kennis van wet- en regelgeving

voert de werkzaamheden uit rekening houdend met wet- en regelgeving

wet- en regelgeving:

* milieuwetgeving

* arbowetgeving

* nationale regelgeving

* lokale regelgeving

3.1 voorbereiden werkzaamheden

Kan de machine op visueel zichtbare gebreken controleren

controle op:

* banden/rupsen

* eventuele lekkages (oliespoor)

* breuken/scheuren in metaal

* loszittende bouten

* beschadigingen aan assen

3.2 voorbereiden werkzaamheden

Kan de cabine werk gereed maken

Werk gereed:

* stand van de spiegels aanpassen aan bestuurder

* stoel aanpassen aan bestuurder

* spiegels en ramen schoon en condensvrij

opruimen, en schone werkplek

(Geen losse voorwerpen)

3.3 voorbereiden werkzaamheden

Kan de werking van de verlichting controleren

Werkverlichting

Rijverlichting

Dashbord verlichting

3.4 voorbereiden werkzaamheden

controleert het peil van diverse vloeistoffen en vult indien nodig bij

controleren:

* motorolie

* koelvloeistof

* hydrauliek olie

* brandstof

* onderdelen met automatische vetsmering

indien nodig:

* vloeistoffen bijvullen

* smeren van draaiende onderdelen die niet zijn voorzien van automatische vetsmering

3.5 voorbereiden werkzaamheden

Selecteert het benodigde hijsgereedschap en draagt zorg dat het gereedschap bruikbaar is

bruikbaar:

- weergave van toegestane werklast op het hijsgereedschap

- visuele beschadigingen of manco's

- aanwezigheid CE-markering, certificaat en inspectierapport

- markeert afkeur

hijsgereedschap:

* kettingtakel

* kettingwerk

* topschalmen en verbindingsschalmen

* sluitingen

* wartels

* hijssleutels en hijsankers

* kogelkopsleutels

* speciale hijssleutels

* schroefogen/schroefbouten

* schroeflussen

* hijspennen

* haken

* samengesteld kettingwerk

* kabel en strop

* hijsband

* stroppen

* evenaar/hijsframe

* uithouder

* pallethaak

* klemmen

3.6 voorbereiden werkzaamheden

voert de aanvangscontrole uit

aanvangscontrole:

de staat en de werking van:

* kabels

* blok

* schijven

* beveiligingen

3.7 voorbereiden werkzaamheden

controleert de voorgeschreven documenten op aanwezigheid en volledigheid

documenten:

* persoonlijke documenten

- TCVT persoonscertificaat van vakbekwaamheid machinist

* machine gebonden documenten

- kraanboek

- TCVT keuringscertificaat van machine

- opstellingskeuring

* hijstabel

- gebruiksaanwijzing

* hijsgereedschap gebonden documenten

- certificaten

- gebruiksaanwijzing

* last gebonden documenten

- werkplan

* formulier opstellingskeuring

* Klikmelding

3.8 voorbereiden werkzaamheden

Kan de werkzaamheden volgens het hijsplan toepassen:

* hoe de machine moet worden opgesteld om de hijsactiviteit te kunnen uitvoeren

* hoe de hijsactiviteiten moeten worden uitgevoerd

onderdelen van het hijsplan:

* type machine

* plaats en afmetingen van de hijslocatie(s)

* plaats en afmetingen van de obstakels

* afmetingen, vorm, massa en zwaartepunt van de last

* soort, afmetingen, vorm en massa van het hijsgereedschap (stroppenplan)

3.9 voorbereiden werkzaamheden

interpreteert de hijstabel van de betreffende machine

hijstabel:

* Capaciteit volgens gieklengte, opstelconfiguratie en vlucht

3.10 voorbereiden werkzaamheden

neemt eventueel in samenspraak met de uitvoerder, het hijsplan door

rekening houdend met (o.a.):

* de aard van de te hijsen materialen

* de aard van de werkzaamheden

* de ligging van ondergrondse kabels en leidingen

* plaats en afmetingen van obstakels

* aanwezigheid van mensen en verkeer

* afmetingen, massa en zwaartepunt van de last

onderdelen uitvoeringsplan:

* keuze en soort hijsgereedschap

* interpretatie van hijstabel

* benodigde aanvullende veiligheidsmaatregelen

* benodigde pbm’s

* werkvolgorde

3.11 voorbereiden werkzaamheden

neemt deel aan het start-werkoverleg

betrokkenen (bijvoorbeeld):

* uitvoerder

* machinist

doel:

* onderlinge afstemming van de totale werkzaamheden

3.12 voorbereiden werkzaamheden

overlegt met de betrokkenen over de werkaanpak

hijsteam (bijvoorbeeld):

* machinist

* hijsbegeleider

doel:

* onderlinge afstemming van de specifieke werkzaamheden

3.13 voorbereiden werkzaamheden

plaatst afzettingen, rekening houdend met aandachtspunten

algemeen:

* afstand van minimaal een halve meter tot bijvoorbeeld gebouwen

soorten afzettingen:

* afzettingen rondom de machine

aandachtspunten:

* voorkomen van afzetting van looppaden

* voorkomen van langdurige en onnodige afzettingen

3.14 voorbereiden werkzaamheden

beoordeelt de draagkracht van de ondergrond op basis van criteria

beoordelingscriteria:

* stabiliteit van de ondergrond

* terreinomstandigheden van en naar de opstelplaats (o.b.v. overleg met de klant)

* toelaatbare gronddruk (o.b.v. overleg met de klant)

* ondergrondse objecten (riool, kelder, leidingen, waterloop, putten)

* geroerde grond

3.15 voorbereiden werkzaamheden

kiest op basis van kenmerken van de last het juiste hijsgereedschap

kenmerken van de last:

* gewicht

* zwaartepunt

* materiaalsoort

* afmetingen

* mechanische kenmerken (sterkte en samenstelling)

* aerodynamica (windvlak)

aangebrachte hijsvoorzieningen

lasteigenschappen (kwetsbaar, scherpe randen)

3.16 voorbereiden werkzaamheden

berekent het gewicht van de last

Soortelijke massa x volume

3.17 voorbereiden werkzaamheden

bepaalt het zwaartepunt van de last voorafgaand aan het hijsen

Hijshaak boven het zwaartepunt

3.18 voorbereiden werkzaamheden

interpreteert de tekeningen waarin fabrikanten het zwaartepunt van de last weergeven uit waar het gaat om de stabiliteit van de last

 

3.19 voorbereiden werkzaamheden

interpreteert de tekeningen waarin een last op verschillende manieren is aangeslagen in relatie tot (eventueel) doorbuigen van de last, het (eventueel) inwerken van krachten en (eventuele) risico's op het verschuiven van de stroppen

Gebruik uithouder/evenaar

4.1 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

bepaalt de meest optimale positie van de machine om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren

optimale positie

minimale vlucht bij hijsen

maximale vlucht bij hijsen

Zicht op de last

Beknelling

Aanstootgevaar

* efficiency

* omgeving

- bijv. hoogspanningskabels

* veiligheid

* zicht

* weersomstandigheden:

- wind

- zon

- mist

- duisternis

- vorst en sneeuw

- warmte en kou

- regen

- onweer

4.2 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt tijdens het opstellen rekening met de ondergrondse infrastructuur

ondergrondse infrastructuur:

* leidingen

* kabels

* kelders

* putten

* buizen

4.3 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

plaatst stempelschotten/draglineschotten, indien nodig

plaatsen:

* rekening houden met ergonomie

* bepalen of oppervlakte voldoende is:

oppervlakte = kracht / druk

stempelschotten vlak en dragend neerleggen

4.4 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

stelt de machine stabiel (waterpas) op

Controle na testronde

4.5 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

berekent de stempelkracht

kracht / oppervlakte

4.6 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

berekent de stempeldruk

kracht / oppervlakte

4.7 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt bij het opstellen rekening met de stabiliteit van de ondergrond

soort ondergrond:

* zand

* veen

* klei

* leem

* löss

type verharding:

*asfalt

* beton

* elementverharding

4. 8 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt bij het opstellen rekening met de mogelijke kans op afschuiven van de grond rondom sloten, damwanden, kades en taluds

aandachtspunten:

* afstand

druk onder 45 graden in ondergrond

4. 9 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

monteert de hulpgiek

Conform gebruiksaanwijzing

Kent veiligheidsaspecten

4.10 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

scheert de kabels in of uit, rekening houdend met de aandachtspunten en kiest het aantal inscheringen

aandachtspunten:

* correct aanbrengen van de kabel over de schijven

* aanwezigheid van uitloopbeveiligingen, bij inscheren vrij van uitloopbeveiligingen

* correcte eindverbindingen

* bij werken op hoogte: gebruikmaken van de voorziene klimvoorzieningen en beveiligingen

4.11 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

monteert ballast/contragewicht, rekening houdend met de aandachtspunten

aandachtspunten:

* bij werken op hoogte: gebruikmaken van de voorziene klimvoorzieningen en LMB juist instellen

4.12 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

controleert of de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd vanaf de geplande opstelling

Controle hijsplan

4.13 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

controleert de beveiligingen

controleert:

* instelling

* werking

Zie ook 0,8

4.14 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

voert de laatste controle uit voor aanvang van de hijswerkzaamheden

laatste controle:

* rondje draaien met machine

* borging

5. 1 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

voert een LMRA uit

laatste minuut risico-analyse:

* wijzigingen t.a.v. omgevingsfactoren

* wijzigingen t.a.v. weersomstandigheden

line of fire handelen

5.2 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

bepaalt, gegeven de belasting factoren en de werklast, of de door de fabrikant opgegeven werklast van hijsgereedschap niet wordt overschreden

Controle WLL

5.3 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

volgt de arm- en handseinen en/of aanwijzingen middels andere communicatiemiddelen (hijsen uit het zicht en werken met portofoon)

seinen:

* overnemen commando

* stop, einde beweging

* stop, einde commando

* noodstop

* omhoog

* omlaag

* aanduiding hoogte

* horizontale afstand

* vooruit

* achteruit

* naar links

* naar rechts

5.4 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

past de verplichte beveiligingen toe

beveiligingen:

* LMB

* uitvalbeveiliging

5.5 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

voert meerdere kraanbewegingen tegelijkertijd uit

kraanbewegingen:

* betonstorten onder hoek

* staande buis neerleggen

* liggende buis oprichten

* hijsen/zakken

* optoppen/aftoppen

* zwenken

5.6 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

haalt tijdens het hijsen eventuele slingeringen uit de last of beheerst deze veilig

 

5.7 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

schat afstanden goed in

 

5.8 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

past de werksnelheid aan de weers- en werkomstandigheden aan

 

5.9 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

plaatst een last op de aangegeven locatie

 

5.10 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

manoeuvreert een last tussen obstakels door

 

5.11 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

kantelt een last van horizontaal naar verticaal en andersom

 

5.12 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de werkbak en machine goedgekeurd zijn

controle:

* aanwezigheid juiste opschriften

* aanwezigheid juiste certificaten

5.13 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de gordel en lijn in goede staat en goedgekeurd zijn

controle:

* certificaten

* staat gordel en lijn

5.14 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de hijskabel de afgelopen drie maanden gecontroleerd is, in orde is en gedocumenteerd in het kraanboek

controle:

* certificaat

* kraanboek

5.15 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

houdt zich aan de maximale werklast en het aantal personen zoals vermeldt op de werkbak /machinistenlift

 

5.16 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

gebruikt de werkbak/machinistenlift niet indien de weersomstandigheden veilig werken niet toelaten

weersomstandigheden:

* onweer

* harde wind (zie gebruiksaanwijzing werkbak)

5.17 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de personen in de werkbak beveiligingsmiddelen dragen tegen vallen die rechtstreeks aan de daarvoor bestemde bevestigingspunten zijn bevestigd

beveiliging:

* harnas

* korte lijn

5.18 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

hijst de werkbak met geringe snelheid en zonder schokken of stoten

 

5.19 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

vult voorafgaand aan de werkzaamheden de checklist “Werken met een werkbak” in en ondertekent deze

 

5.20 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

vult voorafgaand aan de werkzaamheden samen met de gebruiker een checklist in met betrekking tot het gebruik van de werkbak in en zorgt ervoor dat deze ondertekend wordt

 

5.21 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

laat de gebruiker alleen in- en uitstappen als de werkbak op een vaste ondergrond staat

 

5.22 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

maakt de hijsgereedschappen los en verwijdert deze van de last

aandachtspunten:

* last stabiel

* beknellingsgevaar

* hijsgereedschappen mogen niet blijven haken achter de last

5.23 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

stelt een storingsdiagnose op in relatie tot de hoofdonderdelen van de machine

hoofdonderdelen:

- hydraulisch

- pneumatisch

- elektrisch

- mechanisch

- motorisch

* op basis van visuele en auditieve controle

5.24 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

bepaalt bij storingen welke acties ondernomen moeten worden en zet deze in gang

acties:

* beoordelen of wel of niet verantwoord doorgewerkt kan worden

* bepalen of de storing zelfstandig opgelost kan worden of de monteur of technische dienst ingeschakeld moet worden

6.1 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

(de)monteert de (hulp)giek

Conform gebruiksaanwijzing

6.2 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

legt ballast/contragewicht af

 

6.3 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

trekt de stempels in

 

6.4 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

maakt de machine transport gereed

Transport gereed:

* losliggende delen verwijderen

* sjorrings aanbrengen

* borgingen aanbrengen

* achteruitrij-signalering controleren

* remmen controleren

indien aanwezig:

* de rupsen intrekken tot transportstand

6.5 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

laat de machine volgens de wettelijke voorschriften en bedrijfs-/ lokale voorschriften achter

 

6.6 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

ruimt de werkplek op

werkplek netjes achterlaten:

* afzettingen opruimen

* vergelijk de plek zoals bij aanvang

6.7 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

ondertekent de noodzakelijke documenten en/of laat deze ondertekenen

documenten:

* werkbon

* kraanboek (bij wijzigingen aan de machine)

6.8 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

bespreekt, indien nodig, het verloop van het werk met het team en de klant

 

6.9 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

manoeuvreert de machine op het werkterrein, rekening houdend met de rijeigenschappen van de machine

rijeigenschappen machine:

* de grootte van het voertuig

* de giek

* wendbaarheid

* belading

* trager verloop van optrekken en remmen

* zwaartepunt

* indien van toepassing op rails rijden

- niet over voedingskabel rijden

- voorzichtig bij vorst of als er blad op de rails ligt

Schema voor registratie van de Machinist Verreiker in het Register Kraanmachinisten, W4-07

Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie op 6 november 2019.

1. Inleiding

Dit registratieschema bevat de eisen op het gebied van veilig hijsen waaraan een te registreren machinist dient te voldoen om te worden geregistreerd in het Register Kraanmachinisten als machinist verreiker alsmede de eisen aan het proces van persoonsregistratie.

De te registreren machinist voert hijswerkzaamheden uit met een verreiker, dat wil zeggen een verreiker geschikt voor het hijsen van vrijhangende lasten, met tenminste een bedrijfslastmoment van 10 tonmeter. Hijswerkzaamheden bestaan onder meer uit laden, lossen en verplaatsen van vrijhangende lading/lasten.

Daar waar in dit schema wordt gesproken over de Registratie Instelling wordt gedoeld op de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie (hierna: TCVT RA). In verband met het beheer van het Register Kraanmachinisten heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan TCVT RA mandaat, volmacht en machtiging verleend en TCVT RA aangewezen als verwerker in de zin van artikel 28 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Daarnaast heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met TCVT RA een verwerkersovereenkomst, alsmede een algemene overeenkomst met algemene afspraken over het beheer van het Register Kraanmachinisten afgesloten.

2. Definities

Begrip

Betekenis

Aanvrager

De persoon die een aanvraag doet voor het afgeven van een registratie machinist verreiker.

Beoordelingsprotocol

Het beoordelingsprotocol RA 412 zoals opgesteld door de Registratie Instelling met bepalingen voor de beoordeling van de praktijk examen-opdrachten.

Cesuur

De grens tussen de hoogste toetsscore waaraan een onvoldoende en de laagste toetsscore waaraan een voldoende wordt toegekend.

Certificaat examinering

Certificaat afgegeven door DNVGL aan de persoon die voldoet aan de eisen gesteld aan de examinator zoals gesteld in VT 421 opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling.

Dispensatieprotocol

Het protocol RA 414 zoals opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op haar website dat voor bijzondere gevallen de mogelijkheden beschrijft voor de persoon die geregistreerd is geweest te worden geherregistreerd zonder het examen te hoeven af te leggen.

Eindtermen

De omschrijving van de minimaal vereiste kennis, vaardigheden en houdingen (gedrag) van een specifiek competentiegebied zoals beschreven in bijlage 1, ten behoeve van het toetsen van examenkandidaten.

Entreecriteria

Voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om te kunnen deelnemen aan een examen.

Erkende trainer

Een persoon die volgens de eisen uit RA 413, opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling, is erkend voor het verzorgen van bijscholing.

Examen

Het geheel van toetsopgaven (toets-vragen en/of toets-opdrachten), bedoeld om de individuele kandidaat te kunnen beoordelen naar de mate waarin hij of zij aan de eindtermen conform de normen voldoet.

Examencommissie

De commissie, ingesteld door de Registratie Instelling, die verantwoordelijk is voor de examendocumenten en het beheer van de itembank.

Examen Instelling

Instelling belast met de examinering conform de eisen uit het onderhavige schema.

Examenprotocol

Het examenprotocol RA 410 zoals opgesteld door de Registratie Instelling en gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling met bepalingen voor de uitvoering van examens.

Examinator

Persoon die beschikt over een geldig certificaat examinering.

Examinatoreninstructie

De examinatoreninstructie RA 411 zoals vastgesteld door de Registratie Instelling en beschikbaar voor examinatoren die examineren ten behoeve van de Registratie Instelling met bepalingen voor de uniforme uitvoering van examens door examinatoren.

Herregistratie

Hernieuwde registratie in het Register nadat getoetst is dat de beroepsbeoefenaar voldoet aan de eisen voor herregistratie.

Kandidaat

Persoon die een examen wordt afgenomen.

KO-opdracht

Examen-opdracht waarbij een onvoldoende beoordeling tot gevolg

heeft dat de kandidaat niet met een positief advies wordt voor-

gedragen voor registratie. Het examen wordt bij een KO-beoorde-

ling wel voortgezet. (KO staat voor Knock Out.)

Lading

De last c.q. lasten en/of het object c.q. objecten die op welke wijze dan ook veilig moet(en) worden getransporteerd en/of gehesen en/of opgeslagen en/of overgeslagen en/of geborgen.

Machinist

Machinist die een verreiker, zoals bedoeld in artikel 7.6, eerste lid onder b, van de Arbeidsomstandighedenregeling, bedient.

Registratie

Registratie in de zin van artikel 7.32, eerste lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit als machinist verreiker in het Register Kraanmachinisten.

Registratiehouder

Persoon die in het bezit is van een geldige registratie.

Registratie Instelling

Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie.

Register

Het Register Kraanmachinisten met de namen van de personen die voldoen aan de eisen tot (her)registratie.

Schema

De set van eisen zoals beschreven in onderhavig document voor het verlenen van een registratie.

Toetsterm

Een met een minimumprestatie en voorwaarden verbijzonderde eindterm.

Trainer

Door de Registratie Instelling erkende trainer die de bijscholing mag verzorgen op basis van het document RA 413. Het document RA 413 en de namen van de trainers staan vermeld op de website van de Registratie Instelling.

Verklaring van registratie

Bewijs dat een persoon is geregistreerd.

Verreiker

Conform artikel 7.6, eerste lid onder b, van de Arbeidsomstandighedenregeling: een verreiker geschikt voor het hijsen van vrijhangende lasten, met tenminste een bedrijfslastmoment van 10 tonmeter.

Werkbak

Bak bedoeld voor en geschikt gemaakt voor het vervoer van personen.

3. Opzet van het proces van registratie en herregistratie

De kandidaat machinist dient bij een namens de Registratie Instelling aangewezen Examen Instelling, in overeenstemming met dit schema, een aanvraag in voor de examinering als machinist van een verreiker.

Examens worden afgenomen door de Examen Instelling die daarvoor door de Registratie Instelling is aangewezen. De examinering door de Examen Instelling vindt plaats volgens de eisen in dit schema, de overige door de Registratie Instelling gestelde eisen en het Examenreglement. Voor deelname aan het examen gelden entreecriteria (zie paragraaf 5).

Wanneer de kandidaat is geslaagd voor het examen dient hij of zij een aanvraag in tot registratie in het Register bij de Registratie Instelling.

Indien de Registratie Instelling vaststelt dat de aanvrager een of meer van de bij de indiening van de aanvraag verlangde gegevens niet heeft verstrekt, stelt zij deze in de gelegenheid het ontbrekende gegeven of de ontbrekende gegevens alsnog binnen twee weken te verstrekken. Wordt het gegeven of worden de gegevens niet binnen die twee weken verstrekt, dan wordt het verzoek buiten behandeling gelaten.

De Registratie Instelling besluit tot registratie van de betreffende persoon indien deze voldoet aan de registratie-eisen, de kosten voor het examen en registratie heeft betaald en niet heeft gemalverseerd tijdens het examen of met zijn of haar persoonsgegevens.

De machinist die een herregistratie wenst in het Register Kraanmachinisten stuurt een aanvraag daartoe aan de Registratie Instelling en voegt daarbij informatie over scholing en praktijkervaring en eventueel met goed gevolg afgelegde vervangende examens (zie de eisen in artikel 7.2.2).

4. Organisatie van het examen

4.1 Verantwoordelijkheid Registratie Instelling

De examinering geschiedt onder de directe verantwoordelijkheid van de Registratie Instelling.

4.2 Examenprotocol

De Registratie Instelling heeft een examenprotocol en draagt er zorg voor dat de Examen Instelling werkt volgens dat examenprotocol. Het examenprotocol bevat alle eisen die in dit schema zijn opgenomen en betrekking hebben op het examen of een uitwerking daarvan. In het examenprotocol zijn in ieder geval de volgende zaken opgenomen:

  • a. entree-criteria voor deelname aan het examen (zie ook paragraaf 5);

  • b. wijze van identificatie van de kandidaat bij het examen;

  • c. examenduur en wijze van examinering van zowel het theorie als praktijkdeel;

  • d. gedragsregels voor examenkandidaten;

  • e. regeling alternatieve examinering;

  • f. normering voor slagen en afwijzen;

  • g. bekendmaking van de examenuitslag aan de aanvrager;

  • h. bewaartermijn van de examendocumenten of digitale scans daarvan, zoals uitwerkingen en beoordelingsformulieren;

  • i. het recht van de examenkandidaat tot inzicht in zijn of haar beoordeling; en

  • j. geldigheidsduur van positieve resultaten van het theorie- dan wel het praktijkexamen.

4.3 Eisen aan het examenpersoneel

Personen die zijn belast met de examinering voldoen aan de algemene, vakinhoudelijke en onafhankelijkheidseisen zoals bepaald door de Registratie Instelling alsmede aan de eisen zoals gesteld in het examenprotocol.

Alleen personen die in het bezit zijn van een geldig certificaat examinering zijn belast met de examinering. Zij zijn gehouden om de examinatoreninstructie en het beoordelingsprotocol te volgen.

Als examenpersoneel een potentieel belangenconflict heeft bij het examineren van een kandidaat, neemt de Registratie Instelling maatregelen om te garanderen dat de betrouwbaarheid en onpartijdigheid van het examen niet in diskrediet worden gebracht en ziet erop toe dat de Examen Instelling deze maatrgelen uitvoert en naleeft. Deze maatregelen worden vastgelegd.

Het voorgaande geldt tevens als examenpersoneel willens en wetens de voorgaande eisen niet naleeft. In dat geval wordt het examen ongeldig verklaard.

4.4 Eisen aan het examen

4.4.1 Beslotenheid van examens

Medewerkers van de Registratie Instelling en een de door de Registratie Instelling ingeschakelde Examen Instelling zorgen voor de absolute geheimhouding van de examenopgaven. Implementatie en verificatie hiervan geschiedt door de Registratie Instelling.

4.4.2 Algemene regels voor de uitvoering van examens

Het theorie-examen wordt schriftelijk of digitaal en in de Nederlandse taal afgenomen.

Het praktijkexamen wordt in de Nederlandse taal afgenomen.

Indien de kandidaat het Nederlands onvoldoende beheerst, kunnen het theorie-examen en het praktijkexamen in de Duitse, Engelse of Franse taal worden afgenomen.

Voor de overige eisen aan de uitvoering van het examen wordt verwezen naar het examenprotocol.

5. Entreecriteria

Voor deelname aan het examen geldt dat de kandidaat moet voldoen aan de volgende entreecriteria:

  • a. de kandidaat heeft minimaal de leeftijd van 18 jaar;

  • b. de kandidaat kan tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt afgenomen; en

  • c. de kandidaat is in de periode van drie maanden voorafgaand aan de indiending van de aanvraag tot examinering niet bestraft geweest voor het bedienen van een hijskraan zonder te beschikken over een geldige registratie hiertoe.

Er geldt geen specifieke vooropleidingseis.

6. Inhoud van en cesuur examens

6.1 Theorie- en praktijkexamen

Het examen bestaat uit een theorie-examen en een praktijkexamen.

Het theorie-examen wordt schriftelijk of digitaal afgenomen en bestaat uit 50 meerkeuzevragen, gebaseerd op de toetstermen zoals omschreven in de bijlage.

De meerkeuzevragen van het theorie-examen worden uitsluitend verstrekt vanuit de itembank van de Registratie Instelling.

De maximale tijd om het theorie-examen af te leggen bedraagt 90 minuten.

Het praktijkexamen wordt in een praktijk gesimuleerde omgeving afgenomen en is gebaseerd op de toetstermen zoals omschreven in de bijlage en bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. kennismaken en doornemen opdracht;

  • b. aanvangscontrole van de verreiker en de daarbij behorende documenten;

  • c. onderhoud en werking van de verreiker;

  • d. hijs- en hefgereedschap;

  • e. opstellen en gebruiksklaar maken van de verreiker;

  • f. hijsopdracht 1 (KO-opdracht);

  • g. assisteren last verplaatsen;

  • h. hijsopdracht 2 (KO-opdracht);

  • i. hijsopdracht 3 (KO-opdracht);

  • j. verreiker achterlaten; en

  • k. veiligheid (KO-onderdeel).

De examenopdrachten voor het praktijkexamen worden uitsluitend verstrekt vanuit de itembank van de Registratie Instelling.

De examenopdrachten moeten binnen 240 minuten worden uitgevoerd.

6.2 Itembank

Het beheer van de itembank geschiedt onder strikte geheimhouding door de examencommissie. Door de examencommissie worden de meerkeuzevragen van het theorie-examen en de examenopdrachten voor het praktijkexamen verstrekt ten behoeve van de examinering.

6.3 Cesuur

Waardering examenresultaten

Het resultaat van zowel het theorie- als het praktijkexamen wordt tot uiting gebracht in ofwel “voldoende” ofwel “onvoldoende”.

Cesuur theorie-examen

De maximale waardering voor de meerkeuzevragen bij een volledig theorie-examen is 50 punten (1 punt per goed antwoord).

Een kandidaat heeft een voldoende voor het theorie-examen indien hij of zij 42 punten of meer heeft behaald. Daarnaast moet van elke groep vragen over één eindterm minimaal 70% goed worden gescoord.

Cesuur praktijkexamen

Elk onderdeel van het praktijkexamen wordt beoordeeld aan de hand van het beoordelingsprotocol. Aan de verschillende handelingen zijn beoordelingscriteria gekoppeld met een daaraan verbonden puntenwaardering.

Voor alle onderdelen van het praktijkexamen moet een voldoende worden gehaald. Om een voldoende te halen voor een onderdeel moet minimaal 70% van de maximaal te behalen punten worden gescoord én mag de kandidaat geen KO (knock out) hebben.

6.4 Mogelijkheden voor herexamens

Een kandidaat die een voldoende resultaat heeft gehaald voor ofwel het theorie-examen ofwel het praktijkexamen, kan indien hij of zij een onvoldoende heeft behaald voor het andere examendeel, tot uiterlijk zes maanden na het behalen van het voldoende resultaat, maximaal twee maal herexamen doen voor het als onvoldoende gekwalificeerde examendeel.

Wanneer niet binnen zes maanden na het behalen van een voldoende voor het éne examendeel een voldoende voor het andere examendeel is behaald, moet opnieuw een volledig examen (zowel theorie als praktijk) worden afgelegd.

Er is geen maximum verbonden aan het aantal gecombineerde theorie- en praktijkexamens dat een kandidaat kan afleggen.

7. Registratie en herregistratie

7.1 Registratie

Binnen drie weken nadat een kandidaat een voldoende resultaat heeft behaald voor zowel het theorie-examen als het praktijkexamen registreert de Registratie Instelling deze persoon in het Register, tenzij deze persoon in gebreke blijft met de betaling van de kosten of heeft gemalverseerd met zijn of haar persoonsgegevens en/of tijdens het examen.

De geregistreerde persoon ontvangt vervolgens binnen een week na opname in het register een verklaring van registratie en een persoonsgebonden pas.

7.2 Herregistratie

7.2.1 Aanvraag

Een aanvraag tot herregistratie wordt ingediend bij de Registratie Instelling. De beoordeling van een aanvraag tot herregistratie geschiedt door de Registratie Instelling aan de hand van gegevens over gevolgde bijscholing en opgetekende praktijkervaring en/of afgelegde examens.

De gevolgde bijscholing en de opgetekende praktijkervaring wordt bijgehouden in het Register. De administratie hiervan moet minimaal vijf jaar beschikbaar blijven.

7.2.2 Eisen voor herregistratie

Om als registratiehouder voor herregistratie in aanmerking te komen, moet worden aangetoond dat in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie door de registratiehouder aan de volgende voorwaarden is voldaan:

1. Bijscholing:

Twee volledige bijscholingsdagen (of 4 dagdelen) zijn gevolgd bij een door de Registratie Instelling erkende trainer, waarvan

  • a. één bijscholingsdag (of 2 dagdelen) is gevolgd in de eerste 36 maanden van de periode van vijf jaar, en

  • b. de tweede bijscholingsdag (of 2 dagdelen) is gevolgd na de 36ste maand van de periode van vijf jaar.

Tijdens de bijscholingsdagen komen alle eindtermen en actuele ontwikkelingen op het gebied van het onderwerp van dit schema aan de orde.

De bijscholing (4 modules, 1 module per dagdeel) wordt als volgt onderverdeeld:

  • A+B onderdeel hijs begeleiden en aanslaan van lasten;

  • C onderdeel hijsen; en

  • D onderdeel gedrag en actualiteit.

Van de gevolgde bijscholing ontvangt de deelnemer een bewijs van deelname van de door de Registratie Instelling erkende trainer. De deelname wordt aangetekend in het Register.

Indien de aanvrager van herregistratie niet kan aantonen over voldoende gevolgde bijscholing te beschikken in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie, dan kan hij of zij via een theorie-examen aantonen nog steeds over voldoende kennis te beschikken. Dit theorie-examen wordt afgenomen conform de eisen zoals daarvoor vastgelegd in artikel 6.1.

2. Praktijkervaring:

In de periode van vijf jaar dat de registratie geldig is, moet de registratiehouder tenminste acht kwartalen hebben gewerkt in de functie die op de registratie is vermeld en van deze acht kwartalen moeten tenminste twee kwartalen vallen in de laatste drie jaar van de periode van vijf jaar.

Of een persoon voldoende praktijkervaring heeft blijkt uit de aantekening daarvan door de door de Registratie Instelling geautoriseerde werk- en/of opdrachtgever in het Register, die tenminste elke drie maanden de ingevoerde gegevens op waarheid toetst.

Indien de aanvrager van herregistratie niet kan aantonen over voldoende praktijkervaring te beschikken in de vijf jaar van de geldigheid van de registratie, dan kan hij of zij via een praktijkexamen aantonen nog steeds over voldoende praktische competenties te beschikken.

Dit praktijkexamen wordt afgenomen conform de eisen zoals daarvoor vastgelegd in artikel 6.1.

7.2.3 Controle eisen voor herregistratie

Na ontvangst van een aanvraag voor herregistratie controleert de Registratie Instelling de gegevens van de aanvrager in het register met betrekking tot de gevolgde bijscholing, de opgetekende praktijkervaring en/of afgelegde examens. Indien wordt voldaan aan de in artikel 7.2.2 gestelde eisen bericht de Registratie Instelling de aanvrager binnen twee kalenderweken over het resultaat.

De aanvrager ontvangt vervolgens binnen een week na opname in het register een verklaring van registratie en een persoonsgebonden pas (conform paragraaf 3).

7.2.4 Ingangsdatum herregistratie

De ingangsdatum van de herregistratie wordt aldus vastgesteld:

  • a. Indien de positieve herregistratiebeslissing valt binnen drie maanden voor de einddatum van de voorgaande registratie, dan is die vervaldatum tevens de ingangsdatum van de hernieuwde registratie.

  • b. Indien de positieve herregistratiebeslissing valt voor de drie maanden voorafgaand aan de einddatum van de voorgaande registratie, dan is de datum van de herregistratiebeslissing de ingangsdatum van de hernieuwde registratie.

7.2.5 Alternatieve procedure voor herregistratie

Wanneer de registratie van de machinist is verlopen zonder tijdige herregistratie en de persoon alsnog in het bezit wil komen van een registratie, is dit mogelijk door het met goed gevolg afleggen van een examen zoals vastgelegd in paragraaf 6.

In uitzonderlijke gevallen is dispensatie mogelijk. Hiertoe moet er een dispensatie-verzoek bij de Registratie Instelling worden ingediend conform het dispensatieprotocol. Dit verzoek wordt vervolgens voorgelegd aan de examencommissie die hieromtrent een advies opstelt. Dit advies wordt vervolgens voorgelegd aan de Raad van Toezicht van de Registratie Instelling, die een besluit neemt over de (her)registratie.

7.2.6 Procedure bij toepassing maatregelen

De Registratie Instelling verwijdert de registratie van een persoon uit het Register Kraanmachinisten indien de geregistreerde met zijn of haar werkzaamheden, voor zover die door de registratie worden gereguleerd, of door de wijze waarop hij of zij de werkzaamheden verricht ernstig gevaar veroorzaakt of kan veroorzaken voor personen.

De Registratie Instelling kan de registratie van een persoon uit het Register Kraanmachinisten tijdelijk verwijderen indien de geregistreerde met zijn of haar werkzaamheden, voor zover die door de registratie worden gereguleerd, of door de wijze waarop hij of zij de werkzaamheden verricht gevaar veroorzaakt of kan veroorzaken voor personen.

De verwijdering geschiedt op grond van door de Inspectie aangeleverde informatie die de conclusie onderbouwen dat sprake is of is geweest van gevaar dan wel ernstig gevaar.

Indien de Registratie Instelling ten behoeve van haar besluitvorming over het al dan niet verwijderen van een registratie van een persoon nadere informatie nodig heeft kan zij de registratie van deze persoon lopende het onderzoek voor een periode van maximaal drie maanden schorsen.

8. Verklaring van (her)registratie en persoonsgebonden pas

De (her)registratie wordt vastgelegd middels een verklaring van registratie en door de uitgifte van de persoonsgebonden pas aan de registerhouder.

De verklaring van (her)registratie wordt door de Registratie Instelling afgegeven aan de geregistreerde in de taal van het examen als wordt voldaan aan de eisen uit artikel 6.1.

Op het document van de verklaring van registratie wordt verklaard dat de betreffende persoon voldoet aan de eisen uit het onderhavige schema en indien relevant of het ging om een herregistratie.

De volgende gegevens moeten minimaal in de verklaring van (her)registratie vermeld zijn:

  • a. naam van de geregistreerde persoon incl. geboortedatum;

  • b. eenduidig documentnummer (usernummer);

  • c. referentie naar dit schema;

  • d. scope van de registratie, inclusief de geldigheidscondities; en

  • e. de ingangsdatum van de (her)registratie en de datum waarop de (her)registratie ophoudt geldig te zijn.

9. Geldigheidsduur van de registratie en herregistratie

De geldigheidsduur van de (her)registratie is vijf jaar. Een registratie kan tussentijds worden verwijderd op administratieve gronden (zie artikel 1.5p, derde lid, onder a tot en met d van het Arbeidsomstandighedenbesluit) en bij wijze van maatregel (zie hierover artikel 7.2.6).

10. Beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties

De procedure voor de beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties is van toepassing op de beoordeling van beroepskwalificaties van personen afkomstig uit de lidstaten van de Europese Unie en andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Ruimte en Zwitserland ten behoeve van de registratie als machinist mobiele kraan.

De Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties is onverkort van toepassing. Daarnaast gelden artikel 1.5h van het Arbeidsomstandighedenbesluit en paragraaf 1.3 van de Arbeidsomstandighedenregeling.

De procedure voor de beoordeling van buitenlandse beroepskwalificaties is gepubliceerd op de website van de Registratie Instelling.

11. Klachtenregeling

De Registratie Instelling heeft een procedure voor het indienen en behandelen van klachten over haar functioneren en publiceert deze op haar website.

Bijlage 1. Eind- en toetstermen

1. Eindtermen

Er gelden de volgende eindtermen:

  • 1. de kandidaat heeft kennis van hijswerkzaamheden, incl. het voorbereiden daarvan;

  • 2. de kandidaat heeft kennis van de wet- en regelgeving van hijswerkzaamheden;

  • 3. de kandidaat kan het werk voorbereiden, incl. het gebruiken van hijsgereedschappen;

  • 4. de kandidaat kan een verreiker opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken;

  • 5. de kandidaat weet hoe op een veilige manier hijswerkzaamheden uitgevoerd kunnen worden met een verreiker; en

  • 6. de kandidaat kan hijswerkzaamheden afronden en de verreiker voor transport gereed maken.

Eindterm

theorie-examen

praktijkexamen1

1

X 8 vragen

X (a en k)

2.

X 8 vragen

 

3.

X 20 vragen

X (b, c en d)

4.

 

X (e)

5.

X 14 vragen

X (f, g, h en i)

6.

 

X (j)

Het theorie-examen bestaat uit 50 meerkeuze vragen.

Het praktijkexamen bestaat uit 3 hijsopdrachten.

Zie ook paragraaf 6.

X Noot
1

De letters verwijzen naar de opsomming in paragraaf 6.1.

2. Toetstermen

Eindterm

Beoordelingscriterium

Specifieke kennis m.b.t.:

1.1 kennis van hijswerkzaamheden

weet welke pbm's nodig zijn in welke situatie

PBM's:

* veiligheidshelm

* veiligheidsschoenen

* veiligheidshandschoenen

* gehoorbescherming

* veiligheidsbril

* reflecterende kleding

1.2 kennis van hijswerkzaamheden

weet wat de stabiliteit beïnvloedt en kan deze ook berekenen

* ondergrond

* opstelling machine

* zwaartepunt last

wind

1.3 kennis van hijswerkzaamheden

kent de relatie tussen zwaartepunt en kantellijnen en kan deze ook berekenen

zwaartepunt:

* laag

* excentrisch

* hoog

kantellijnen

1.4 kennis van hijswerkzaamheden

kan het zwaartepunt bepalen van de last en kan deze ook berekenen

zwaartepunt last:

* volume

* soortelijke massa

* totale massa van de last

1.5 kennis van hijswerkzaamheden

weet wat het effect is van water op de draagkracht van verschillende grondsoorten

grondsoorten:

* zand

* veen

* klei

* leem

* löss

1.6 kennis van hijswerkzaamheden

weet welk hijsgereedschap geschikt is voor welke opdracht

rekening houdend met:

* capaciteit (WLL working load limit)

* toepassing en aanslaan lasten

* afkeurnormen

* werklastactoren

- buitenhoek

- stroppen, sluitingen, hijsbanden

1.7 kennis van hijswerkzaamheden

kent de invloed van de verschillende onderdelen van de machine op de stabiliteit en werking

onderdelen:

* afstempelconfiguratie

* ballast

* giekconfiguratie

* optimale aantal inscheringen

* vlucht

* stand bovenwagen t.o.v. onderwagen

1.8 kennis van hijswerkzaamheden

kan de functie van de verschillende beveiligingen en signaleringen noemen

Beveiligingen volgens gebruiksaanwijzing, zoals:

* LMB (lastmomentbeveiliging)

* windingenbeveiliging

* hoogte-afslagbeveiliging

* rijsignalering

* uitstapbeveiliging (armleuning- of stoelschakelaar)

Kabeluitloop beveiliging

Slappe kabel beveiliging

Zwenkbeveiliging

Asblokkering

Stempeluithouders borging

Slang- of leidingbreuk beveiliging

Drukopnemer topcilinder

Lengtegever giek

Giekhoekmeter

1.9 kennis van hijswerkzaamheden

weet welke eisen en restricties van toepassing zijn bij specifieke hijswerkzaamheden

specifieke hijswerkzaamheden:

* hijsen met meerdere kranen aan één last

* hijsen met meerdere kranen in één werkgebied

* hijsen van een (personen)werkbak

* hijsen in omgeving van hoogspanningsmasten

* hijsen over gebouwen

hijsen op pontons

2.1 kennis van wet- en regelgeving

anticipeert op wisselende omstandigheden

omstandigheden:

* weersveranderingen

* toestroom kijkers

* instabiele last (b.v. hijsen van verpakte vloeistoffen)

* verkeer

* positie hijsbegeleider, machinist en derden

2.2 kennis van wet- en regelgeving

gebruikt deugdelijke beschermingsmiddelen bij de verschillende werkzaamheden)

PBM's:

* veiligheidshelm

* veiligheidsschoenen

* veiligheidshandschoenen

* gehoorbescherming

* veiligheidsbril

* reflecterende kleding

* in goede staat verkeren

* niet voorbij uiterlijke gebruiksdatum

2.3 kennis van wet- en regelgeving

voert de werkzaamheden uit volgens de gebruiksaanwijzing van de betreffende machine en de arbocatalogus

Gebruiksaanwijzing in de taal van de gebruiker

Tabellen van alle LMB instellingen aanwezig

2.4 kennis van wet- en regelgeving

voert de werkzaamheden uit rekening houdend met wet- en regelgeving

wet- en regelgeving:

* milieuwetgeving

* arbowetgeving

* nationale regelgeving

* lokale regelgeving

3.1 voorbereiding werkzaamheden

kan de machine op visueel zichtbare gebreken controleren

controle op:

* banden/rupsen

* eventuele lekkages (oliespoor)

* breuken/scheuren in metaal

* loszittende bouten

* beschadigingen aan assen

3.2 voorbereiding werkzaamheden

kan de cabine werk gereed maken

Werk gereed:

* stand van de spiegels aanpassen aan bestuurder

* stoel aanpassen aan bestuurder

* spiegels en ramen schoon en condensvrij

opruimen, en schone werkplek

(Geen losse voorwerpen)

3.3 voorbereiding werkzaamheden

kan de werking van de verlichting controleren

Werkverlichting

Rijverlichting

Dashbord verlichting

3.4 voorbereiding werkzaamheden

controleert het peil van diverse vloeistoffen en vult indien nodig bij

controleren:

* motorolie

* koelvloeistof

* hydrauliek olie

* brandstof

* onderdelen met automatische vetsmering

indien nodig:

* vloeistoffen bijvullen

* smeren van draaiende onderdelen die niet zijn voorzien van automatische vetsmering

3.5 voorbereiding werkzaamheden

Selecteert het benodigde hijsgereedschap en draagt zorg dat het gereedschap bruikbaar is

bruikbaar:

- weergave van toegestane werklast op het hijsgereedschap

- visuele beschadigingen of manco's

- aanwezigheid CE-markering, certificaat en inspectierapport

- markeert afkeur

hijsgereedschap:

* kettingtakel

* kettingwerk

* topschalmen en verbindingsschalmen

* sluitingen

* wartels

* hijssleutels en hijsankers

* kogelkopsleutels

* speciale hijssleutels

* schroefogen/schroefbouten

* schroeflussen

* hijspennen

* haken

* samengesteld kettingwerk

* kabel en strop

* hijsband

* stroppen

* evenaar/hijsframe

* uithouder

* pallethaak

* klemmen

3.6 voorbereiding werkzaamheden

voert de aanvangscontrole uit

aanvangscontrole:

de staat en de werking van:

* kabels

* blok

* schijven

* beveiligingen

3.7 voorbereiding werkzaamheden

controleert de voorgeschreven documenten op aanwezigheid en volledigheid

documenten:

* persoonlijke documenten

- TCVT persoonscertificaat van vakbekwaamheid machinist

* machine gebonden documenten

- kraanboek

- TCVT keuringscertificaat van machine

- opstellingskeuring

* hijstabel

- gebruiksaanwijzing

* hijsgereedschap gebonden documenten

- certificaten

- gebruiksaanwijzing

* last gebonden documenten

- werkplan

* formulier opstellingskeuring

* Klikmelding

3.8 voorbereiding werkzaamheden

Kan de werkzaamheden volgens het hijsplan toepassen:

* hoe de machine moet worden opgesteld om de hijsactiviteit te kunnen uitvoeren

* hoe de hijsactiviteiten moeten worden uitgevoerd

onderdelen van het hijsplan:

* type machine

* plaats en afmetingen van de hijslocatie(s)

* plaats en afmetingen van de obstakels

* afmetingen, vorm, massa en zwaartepunt van de last

* soort, afmetingen, vorm en massa van het hijsgereedschap (stroppenplan)

3.9 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert de hijstabel van de betreffende machine

hijstabel:

* Capaciteit volgens gieklengte, opstelconfiguratie en vlucht

3.10 voorbereiding werkzaamheden

neemt eventueel in samenspraak met de uitvoerder, het hijsplan door

rekening houdend met (o.a.):

* de aard van de te hijsen materialen

* de aard van de werkzaamheden

* de ligging van ondergrondse kabels en leidingen

* plaats en afmetingen van obstakels

* aanwezigheid van mensen en verkeer

* afmetingen, massa en zwaartepunt van de last

onderdelen uitvoeringsplan:

* keuze en soort hijsgereedschap

* interpretatie van hijstabel

* benodigde aanvullende veiligheidsmaatregelen

* benodigde pbm’s

* werkvolgorde

3.11 voorbereiding werkzaamheden

neemt deel aan het start-werkoverleg

betrokkenen (bijvoorbeeld):

* uitvoerder

* machinist

doel:

* onderlinge afstemming van de totale werkzaamheden

3.12 voorbereiding werkzaamheden

overlegt met de betrokkenen over de werkaanpak

hijsteam (bijvoorbeeld):

* machinist

* hijsbegeleider

doel:

* onderlinge afstemming van de specifieke werkzaamheden

3.13 voorbereiding werkzaamheden

plaatst afzettingen, rekening houdend met aandachtspunten

algemeen:

* afstand van minimaal een halve meter tot bijvoorbeeld gebouwen

soorten afzettingen:

* afzettingen rondom de machine

aandachtspunten:

* voorkomen van afzetting van looppaden

* voorkomen van langdurige en onnodige afzettingen

3.14 voorbereiding werkzaamheden

beoordeelt de draagkracht van de ondergrond op basis van criteria

beoordelingscriteria:

* stabiliteit van de ondergrond

* terreinomstandigheden van en naar de opstelplaats (o.b.v. overleg met de klant)

* toelaatbare gronddruk (o.b.v. overleg met de klant)

* ondergrondse objecten (riool, kelder, leidingen, waterloop, putten)

* geroerde grond

3.15 voorbereiding werkzaamheden

kiest op basis van kenmerken van de last het juiste hijsgereedschap

kenmerken van de last:

* gewicht

* zwaartepunt

* materiaalsoort

* afmetingen

* mechanische kenmerken (sterkte en samenstelling)

* aerodynamica (windvlak)

aangebrachte hijsvoorzieningen

lasteigenschappen (kwetsbaar, scherpe randen)

3.16 voorbereiding werkzaamheden

berekent het gewicht van de last

Soortelijke massa x volume

3.17 voorbereiding werkzaamheden

bepaalt het zwaartepunt van de last voorafgaand aan het hijsen

Hijshaak boven het zwaartepunt

3.18 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert de tekeningen waarin fabrikanten het zwaartepunt van de last weergeven uit waar het gaat om de stabiliteit van de last

 

3.19 voorbereiding werkzaamheden

interpreteert de tekeningen waarin een last op verschillende manieren is aangeslagen in relatie tot (eventueel) doorbuigen van de last, het (eventueel) inwerken van krachten en (eventuele) risico's op het verschuiven van de stroppen

Gebruik uithouder/evenaar

4.1 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

bepaalt de meest optimale positie van de machine om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren

optimale positie

minimale vlucht bij hijsen

maximale vlucht bij hijsen

Zicht op de last

Beknelling

Aanstootgevaar

* efficiency

* omgeving

- bijv. hoogspanningskabels

* veiligheid

* zicht

* weersomstandigheden:

- wind

- zon

- mist

- duisternis

- vorst en sneeuw

- warmte en kou

- regen

- onweer

4.2 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt tijdens het opstellen rekening met de ondergrondse infrastructuur

ondergrondse infrastructuur:

* leidingen

* kabels

* kelders

* putten

* buizen

4.3 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

plaatst stempelschotten/draglineschotten, indien nodig

plaatsen:

* rekening houden met ergonomie

* bepalen of oppervlakte voldoende is:

oppervlakte = kracht / druk

stempelschotten vlak en dragen neerleggen

4.4 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

stelt de machine stabiel (waterpas) op

Controle na testronde

4.5 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

berekent de stempelkracht

kracht / oppervlakte

4.6 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

berekent de stempeldruk

kracht / oppervlakte

4.7 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt bij het opstellen rekening met de stabiliteit van de ondergrond

soort ondergrond:

* zand

* veen

* klei

* leem

* löss

type verharding:

*asfalt

* beton

* elementverharding

4.8 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

houdt bij het opstellen rekening met de mogelijke kans op afschuiven van de grond rondom sloten, damwanden, kades en taluds

aandachtspunten:

* afstand

druk onder 45 graden in ondergrond

4.9 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

monteert de hulpgiek

Conform gebruiksaanwijzing

Kent veiligheidsaspecten

4.10 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

scheert de kabels in of uit, rekening houdend met de aandachtspunten en kiest het aantal inscheringen

aandachtspunten:

* correct aanbrengen van de kabel over de schijven

* aanwezigheid van uitloopbeveiligingen, bij inscheren vrij van uitloopbeveiligingen

* correcte eindverbindingen

* bij werken op hoogte: gebruikmaken van de voorziene klimvoorzieningen en beveiligingen

4.11 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

monteert ballast/contragewicht, rekening houdend met de aandachtspunten

aandachtspunten:

* bij werken op hoogte: gebruikmaken van de voorziene klimvoorzieningen en LMB juist instellen

4.12 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

controleert of de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd vanaf de geplande opstelling

Controle hijsplan

4.13 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

controleert de beveiligingen

controleert:

* instelling

* werking

Zie ook 0,8

4.14 opstellen, bedienen en gebruiksklaar maken

voert de laatste controle uit voor aanvang van de hijswerkzaamheden

laatste controle:

* rondje draaien met machine

* borging

5.1 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

voert een LMRA uit

laatste minuut risico-analyse:

* wijzigingen t.a.v. omgevingsfactoren

* wijzigingen t.a.v. weersomstandigheden

line of fire handelen

5.2 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

bepaalt, gegeven de belasting factoren en de werklast, of de door de fabrikant opgegeven werklast van hijsgereedschap niet wordt overschreden

Controle WLL

5.3 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

volgt de arm- en handseinen en/of aanwijzingen middels andere communicatiemiddelen (hijsen uit het zicht en werken met portofoon0

seinen:

* overnemen commando

* stop, einde beweging

* stop, einde commando

* noodstop

* omhoog

* omlaag

* aanduiding hoogte

* horizontale afstand

* vooruit

* achteruit

* naar links

* naar rechts

5.4 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

past de verplichte beveiligingen toe

beveiligingen:

* LMB

* uitvalbeveiliging

5.5 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

voert meerdere kraanbewegingen tegelijkertijd uit

kraanbewegingen:

* betonstorten onder hoek

* staande buis neerleggen

* liggende buis oprichten

* hijsen/zakken

* optoppen/aftoppen

* zwenken

5.6 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

haalt tijdens het hijsen eventuele slingeringen uit de last of beheerst deze veilig

 

5.7 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

schat afstanden goed in

 

5.8 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

past de werksnelheid aan de weers- en werkomstandigheden aan

 

5.9 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

plaatst een last op de aangegeven locatie

 

5.10 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

manoeuvreert een last tussen obstakels door

 

5.11 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

kantelt een last van horizontaal naar verticaal en andersom

 

5.12 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de werkbak en machine goedgekeurd zijn

controle:

* aanwezigheid juiste opschriften

* aanwezigheid juiste certificaten

5.13 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de gordel en lijn in goede staat en goedgekeurd zijn

controle:

* certificaten

* staat gordel en lijn

5.14 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de hijskabel de afgelopen drie maanden gecontroleerd is, in orde is en gedocumenteerd in het kraanboek

controle:

* certificaat

* kraanboek

5.15 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

houdt zich aan de maximale werklast en het aantal personen zoals vermeldt op de werkbak/lift

 

5.16 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

gebruikt de werkbak niet indien de weersomstandigheden veilig werken niet toelaten

weersomstandigheden:

* onweer

* harde wind (zie gebruiksaanwijzing werkbak)

5.17 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

controleert of de personen in de werkbak beveiligingsmiddelen dragen tegen vallen die rechtstreeks aan de daarvoor bestemde bevestigingspunten zijn bevestigd

beveiliging:

* harnas

* korte lijn

5.18 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

hijst de werkbak met geringe snelheid en zonder schokken of stoten

 

5.19 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

vult voorafgaand aan de werkzaamheden de checklist “Werken met een werkbak” in en ondertekent deze

 

5.20 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

vult voorafgaand aan de werkzaamheden samen met de gebruiker een checklist in met betrekking tot het gebruik van de werkbak in en zorgt ervoor dat deze ondertekend wordt

 

5.21 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

laat de gebruiker alleen in- en uitstappen als de werkbak op een vaste ondergrond staat

 

5.22 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

maakt de hijsgereedschappen los en verwijdert deze van de last

aandachtspunten:

* last stabiel

* beknellingsgevaar

* hijsgereedschappen mogen niet blijven haken achter de last

5.23 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

stelt een storingsdiagnose op in relatie tot de hoofdonderdelen van de machine

hoofdonderdelen:

- hydraulisch

- pneumatisch

- elektrisch

- mechanisch

- motorisch

* op basis van visuele en auditieve controle

5.24 veilig uitvoeren van hijswerkzaamheden

bepaalt bij storingen welke acties ondernomen moeten worden en zet deze in gang

acties:

* beoordelen of wel of niet verantwoord doorgewerkt kan worden

* bepalen of de storing zelfstandig opgelost kan worden of de monteur of technische dienst ingeschakeld moet worden

6.1 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

(de)monteert de (hulp)giek

Conform gebruiksaanwijzing

6.2 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

legt ballast/contragewicht af

 

6.3 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

trekt de stempels in

 

6.4 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

maakt de machine transport gereed

Transport gereed:

* losliggende delen verwijderen

* sjorrings aanbrengen

* borgingen aanbrengen

* achteruitrij-signalering controleren

* remmen controleren

indien aanwezig:

* de rupsen intrekken tot transportstand

6.5 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

laat de machine volgens de wettelijke voorschriften en bedrijfs-/ lokale voorschriften achter

 

6.6 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

ruimt de werkplek op

werkplek netjes achterlaten:

* afzettingen opruimen

* vergelijk de plek zoals bij aanvang

6.7 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

ondertekent de noodzakelijke documenten en/of laat deze ondertekenen

documenten:

* werkbon

* kraanboek (bij wijzigingen aan de machine)

6.8 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

bespreekt, indien nodig, het verloop van het werk met het team en de klant

 

6.9 afronding werkzaamheden en transport gereed maken

manoeuvreert de machine op het werkterrein, rekening houdend met de rijeigenschappen van de machine

rijeigenschappen machine:

* de grootte van het voertuig

* de giek

* wendbaarheid

* belading

* trager verloop van optrekken en remmen

* zwaartepunt

* indien van toepassing op rails rijden

- niet over voedingskabel rijden

- voorzichtig bij vorst of als er blad op de rails ligt

Naar boven