Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maastricht | Staatscourant 2019, 65975 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maastricht | Staatscourant 2019, 65975 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
De colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Eijsden-
Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul;
partijen zich realiseren dat deze inkoopsamenwerking ziet op het bieden van de beschikbaarheid van kwalitatief en kwantitatief voldoende Wmo-maatwerkvoorzieningen door het aangaan van raamovereenkomsten met zorgaanbieders of de subsidiëring ervan waarmee gemeenten invulling kunnen geven aan de zorgplicht aan hun burgers;
zij de gezamenlijke inkoop opnieuw willen vormgeven met inachtneming van de aanbevelingen uit het evaluatierapport uit 2017 door hiertoe deze samenwerking in een structurele vorm te willen voorgeven door het aangaan van een centrumregeling, waarbij de gemeente Maastricht als centrumgemeente wordt aangewezen;
Tot het aangaan van de “Centrumregeling Verwerving Wmo Ondersteuning regio Maastricht-Heuvelland 2019”,
waarvan de inhoud als volgt luidt:
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
verwerving: het geheel van activiteiten als bedoeld onder j en k gericht op de verwerving van voldoende aanbod van professionele ondersteuning Wmo voor de deelnemende gemeenten, ongeacht de vorm waarin deze verwerving plaats vindt. Hieronder valt inkoop/contractering (privaatrechtelijk) en subsidiëring (publiekrechtelijk) van bepaalde diensten door de centrumge-meente voor de deelnemers;
service-level agreement: het geheel van afspraken die deelnemende gemeenten met de centrumgemeente maken gericht op de wijze waarop invulling wordt gegeven aan deze centrumre-geling. Het service-level agreement heeft een looptijd van 4 jaar, samenvallend met de keuze voor wel/niet afname keuzepakket;
Back-office taken: de aan de verwerving van de Wmo-dienstverlening verbonden ondersteunende taken waaronder contractbeheer, accountmanagement, monitoring van de contractafspraken voor de Wmo, het verstrekken van managementrapportages, rapportages en prognoses ten behoeve van de gemeentelijke P&C- cyclus en de afhandeling van facturen van Wmo-aanbieders.
Artikel 2 - Doelstellingen voor samenwerking en uitgangspunten van de centrumregeling
De deelnemende gemeenten zijn een onderlinge samenwerking aangegaan gericht op de doelstellingen zoals verwoord onder de leden 1 en 2 van dit artikel en op basis van de uitgangspunten zoals verwoord onder de leden 3 tot en met 6 van dit artikel:
Artikel 3 - Centrumgemeente constructie
Artikel 4 - Taken van de centrumgemeente
In aanvulling op het eerste lid kunnen de colleges van de deelnemende gemeenten besluiten ook de backoffice taken verbonden aan de verwerving van de Wmo ondersteuning onder de werking van deze centrumregeling te brengen. Hieronder wordt verstaan het contract- en subsidiebeheer, accountmanagement, monitoring van de contractafspraken voor de Wmo, het verstrekken van managementrapportages , rapportages en prognoses ten behoeve van de gemeentelijke P&C- cyclus en de afhandeling van facturen van Wmo-aanbieders.
Hoofdstuk 2. Bestuurlijke afstemming
Artikel 5 - Portefeuillehoudersoverleg (PHO)
Artikel 6 - Service-level agreement
De wijze waarop de centrumgemeente haar taken als bedoeld in artikel 4 ten behoeve van de deelnemende gemeenten verricht wordt uitgewerkt in een service-level agreement, zoals dat door het college van de centrumgemeente na een positief advies van het PHO met de colleges van de afzonderlijke deelnemende gemeenten wordt aangegaan.
Artikel 8 - Informatie en verantwoording
De centrumgemeente verstrekt de deelnemende gemeenten alle informatie over de uitvoering van deze regeling ten behoeve van de invulling van de verantwoordingsplicht van de deelnemende gemeenten overeenkomstig de artikelen 212 en 213 Gemeentewet op de wijze zoals die in het service-level agreement en uitvoeringsplan zijn beschreven.
De colleges van de deelnemende gemeenten kunnen de centrumgemeente om aanvullende inlichtingen verzoeken. Een verzoek om aanvullende inlichtingen dient schriftelijk dan wel langs elektronische weg te worden ingediend bij het inkoopteam van de centrumgemeente. Voor zover een dergelijk verzoek niet past binnen de afspraken zoals vastgelegd in het uitvoeringsplan maken partijen nadere afspraken over de inzet van extra middelen die hiermee gepaard gaan.
Artikel 10 - Facturering en verrekening
Hoofdstuk 4. Toetreden, wijzigen, uittreden
Een aan de centrumregeling deelnemende gemeente kan uit de centrumregeling treden door een daartoe strekkend besluit van het college van burgemeester en wethouders van die gemeente en na verkregen toestemming van de desbetreffende raad. Dit besluit wordt direct ter kennis van andere deelnemende gemeenten gebracht.
De centrumgemeente regelt in overleg met de deelnemende gemeenten de financiële gevolgen en de overige gevolgen van uittreding. Het PHO heeft hierin een zwaarwegende adviesbevoegdheid. De directe en indirecte kosten die rechtstreeks voortvloeien uit de uittreding komen ten laste van de uittredende gemeente(n).
Artikel 14 - Opheffing regeling
Artikel 15 - Inwerkingtreding en looptijd
Onverminderd het bepaalde in artikel 28 Wgr, verplichten de deelnemende gemeenten zich om in geval van geschillen over de inhoud en uitvoering van deze regeling met elkaar in overleg te treden, waarbij zal worden getracht dergelijke geschillen in der minne te beslechten. Indien dit niet tot een oplossing leidt zal mediation of arbitrage worden ingezet waarbij partijen zich aan de uitkomsten daarvan verbinden.
Het college van de centrumgemeente is belast met de zorg voor de archiefbescheiden ten behoeve van de uitvoering van deze regeling op basis van de archiefverordening van de gemeente Maastricht. Voor zover er sprake is van door deelnemende gemeenten gemandateerde taken, berust de zorg voor de desbetreffende archiefbescheiden bij deze gemeenten.
De centrumgemeente en de deelnemende gemeenten waarborgen, als verwerkingsverantwoorde-lijken conform artikel 4 lid 7 Algemene Verordening Gegevensbescherming, dat bij de onderlinge gegevensuitwisseling de vigerende privacywetgeving wordt nageleefd.
De colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten verrichten de inschrijving in hun register van gemeenschappelijke regelingen, als bedoeld in artikel 27, eerste lid Wgr. Het college van burgemeester en wethouders van de centrumgemeente draagt op de wettelijk voorgeschreven wijze als bedoeld in artikel 26 lid 2 Wgr zorg voor de bekendmaking van de centrumregeling.
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, treden de deelnemende gemeenten met elkaar in overleg.
Deze centrumregeling wordt aangehaald als: Centrumregeling Verwerving Wmo Ondersteuning Maastricht-Heuvelland 2019
Aldus vastgesteld het college van de gemeente Eijsden-Margraten op 19-11-2019.
Aldus vastgesteld het college van de gemeente Gulpen-Wittem op 19-11-2019.
Aldus vastgesteld het college van de gemeente Maastricht op 26 november 2019.
Aldus vastgesteld het college van de gemeente Meerssen op 29 oktober 2019
Aldus vastgesteld het college van de gemeente Vaals op 29 oktober 2019.
Aldus vastgesteld het college van de gemeente Valkenburg aan de Geul op 29 oktober 2019.
Deze centrumregeling treedt in de plaats van de bestuurlijke samenwerking rondom in de inkoop op de schaal van Maastricht-Heuvelland zoals die sinds 2015 op basis van de Wmo2015 heeft gefunctioneerd. Deze samenwerkingsvorm had als nadeel, dat elk jaar de inkoopcontracten in de afzonderlijke colleges dienden te worden vastgesteld en de manager van de gemeente Maastricht telkens afzonderlijk voor de uitvoering diende te worden gemandateerd. Onpraktisch en bovendien vrijblijvend.
Met de voorliggende centrumregeling wordt gemarkeerd, dat gemeenten in Zuid Limburg zich hebben uitgesproken om voor de verwerving van de Wmo-ondersteuning een structurele samenwerking aan te gaan. Daarom wordt in deze regeling uitgegaan van een samenwerking voor onbepaalde tijd. Dit biedt de kans om de regionale inkoopsamenwerking verder te professionaliseren en tevens om het team inkoop van de centrumgemeente een perspectief op duurzame doorontwik-keling en kennisverankering te geven.
Voor alle duidelijkheid: met deze centrumregeling wordt alleen een aantal uitvoerende taken ten behoeve van het kunnen voorzien in voldoende professionele hulp- en ondersteuning verlening in het kader van de Wmo 2015 aan de centrumgemeente opgedragen. De inhoudelijke beleidsvorming op het terrein van Wmo en Beschermd Thuis blijft voorbehouden aan de deelnemende gemeenten. De uitkomsten daarvan vormen de kaders waarbinnen de centrumgemeente zich dient te bewegen bij de uitvoering van de taken voor de deelnemende gemeenten.
Aan de totstandkoming van deze nieuwe centrumregeling ligt een uitgebreide evaluatie van de inkoop en de bestuurlijke samenwerking daarbij ten grondslag. Deze evaluatie en de daarop gebaseerde bestuurlijke besluitvorming hebben tot een aantal fundamentele aanpassingen ten opzichte van de werkwijze tot 2019 geleid.
De regeling kent een aantal uitbreidingopties. De regeling gaat vooralsnog uit van alleen de verwerving van de nieuwe Wmo 2015 taken. Maar desgewenst kunnen hier op een later tijdstip ook andere taken worden toegevoegd, te weten:
Deze taken kunnen zonder aanpassing van de regeling door opname ervan in het Uitvoeringsplan worden opgedragen aan de centrumgemeente.
Omdat een centrumregeling is gebaseerd op de Wet gemeenschappelijke regelingen ligt aan de totstandkoming en wijziging ervan een uitgebreide en zorgvuldige procedure ten grondslag, die in alle betrokken colleges en raden dient te worden doorlopen. In verband hiermee is ervoor gekozen, de aspecten die op de bedrijfsvoering en kostenverdeling betrekking hebben, zoveel mogelijk in een service-level agreement (hierna SLA) op te nemen. Dit SLA raakt de operationele bevoegdheid van de colleges en kan daarmee via een eenvoudiger procedure worden vastgesteld en gewijzigd. De colleges van de centrumgemeente en de (individuele) deelnemende gemeente gaan hiertoe een overeenkomst aan in de vorm van dit SLA. Het SLA maakt geen deel uit van de centrumregeling maar is erop gebaseerd. Omdat de zaken die in het SLA worden geregeld van operationele aard zijn wordt geen afbreuk aan de kaderstellende bevoegdheid van de Raden gedaan.
In de begripsbepalingen zijn de verbreding van het begrip inkoop met subsidiëring, het SLA, het uitvoeringsplan, het basispakket en het keuzepakket als nieuwe elementen benoemd en gedefinieerd. Belangrijk is dat met de verbreding van de inkoopmethoden er ruimte voor het organiseren van pilots wordt geïntroduceerd, bijvoorbeeld door middel van subsidies.
Nieuw in de begripsbepalingen is de term verwerven in plaats van inkopen: hiermee wordt bedoeld dat naast inkopen/contracteren ook subsidiëring van Wmo-aanbieders door de centrumgemeente mogelijk wordt om daarmee voldoende aanbod aan Wmo-ondersteuning te realiseren. De inhoudelijk en financiële kaders daarvan worden wel via het regionale overleg vastgesteld, omdat de regeling ook wordt toegepast ten behoeve van de deelnemende gemeenten.
De doelstelling en de uitgangspunten bij de centrumregeling zijn hier opgenomen en waar nodig toegelicht. Duidelijk is gemaakt dat de regionale samenwerking rond de Wmo verder gaat dan de verwerving van de noodzakelijke professionele ondersteuning. Benadrukt wordt dat deze centrumregeling zich beperkt tot de verwerving van de Wmo-ondersteuning voor de deelnemende gemeenten. Dat de wijze en vorm van verwerving kan bijdragen aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen c.q. het uitvoeren van de transformatieagenda is evident. Dit betekent dan ook dat het belangrijk is dat het inkoopteam, maar zeker ook de gemeentelijke toegangen, nauw betrokken zijn bij de beleidsontwikkeling hierover. Zo vormen de rapportages en kwartaalgesprekken die team inkoop met zorgaanbieders voert belangrijke beleidsinput.
Een belangrijke nuancering is dat de centrumgemeente niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de kwaliteit van de geleverde zorg door zorgaanbieders: de centrumgemeente contracteert zorgaanbieders en ziet via contractmanagement (voor zover van toepassing) toe dat de contractuele afspraken, inclusief de kwaliteiteisen, worden nagekomen en rapporteert bij afwijkingen daarbij via aan het PHO. De kwaliteit van de geleverde zorg is de primaire verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder en van beleid en de gemeentelijke toegangen.
Nieuw in de samenwerking is dat de centrumgemeente ook bevoegd is namens de deelnemende gemeenten op andere wijzen dan door inkoop via aanbesteding in voldoende aanbod van Wmo-ondersteuning te voorzien. Gedacht wordt hierbij expliciet aan subsidiëring. Met de formulering in dit artikel is het niet noodzakelijk dat elke gemeente afzonderlijk een subsidieregeling of verordening vaststelt en de uitvoering ervan aan de centrumgemeente opdraagt, maar kan worden volstaan met een regeling die alleen door de centrumgemeente wordt vastgesteld en uitgevoerd. Uiteraard op basis van een advies van het PHO.
Sturing op de inhoud en financiële sturing door het PHO is gewaarborgd doordat deze dient in te stemmen met de inhoudelijke en financiële kaders van de subsidieregeling zoals die door de centrumgemeente wordt vastgesteld en uitgevoerd. De centrumgemeente coördineert de beleidsmatige aspecten rondom de gesubsidieerde instellingen maar doet dit uiteraard in nauwe afstemming met de het regionale projectteam Wmo en de directiegroep. Dat deze ambtelijke overleggremia in de regeling zelf niet zijn opgenomen in verband met het bestuurlijke karaker ervan doet niets af aan het belang ervan in het feitelijke proces van beleidsontwikkeling en kaderstelling en daarmee aan het opdrachtgeverschap naar de centrumgemeente. Zij zijn immers samen met het inkoopteam van de centrumgemeente de belangrijkste adviseurs van het PHO.
Toegevoegd is een artikellid over de kostenverdeling onder de deelnemers voor de instandhouding van het inkoopteam van de centrumgemeente die in het SLA wordt opgenomen.
Tevens is in dit artikel de mandatering van de deelnemende gemeenten aan de centrumgemeente ten behoeve van de subsidiëring opgenomen. Ook is de bevoegdheid opgenomen om privaatrechte-lijk namens de deelnemende gemeenten te kunnen optreden, met name ten behoeve van de contractering van zorgaanbieders en het contractmanagement. Met de vaststelling van deze regeling zijn afzonderlijke mandaatregelingen en volmachten door de deelnemende gemeenten niet nodig, omdat dat immers in artikel 3 al is geregeld. Wel dient het college van de centrumgemeente (desgewenst) de aan haar opgedragen taken onder te mandateren aan de verantwoordelijke managers en/of medewerkers. De centrumregeling zelf voorziet in de mogelijkheid van een ondermandaat.
De inhoud van het genoemde takenpakket wordt nader uitgewerkt in het SLA en het uitvoeringsplan. De invulling van het basispakket en het keuzepakket is ook niet uitgewerkt, omdat dit om de vier jaar aangepast kan worden via het SLA. Opname in deze centrumregeling zou impliceren dat elke wijziging in deze pakketten tot een aanpassing van de centrumregeling zou moeten leiden. Voor de komende vier jaar omvat het basispakket alle nieuwe Wmo taken, en is er nog geen invulling voor een keuzepakket gemaakt. Dit zal na afloop van de eerste SLA eind 2023 opnieuw aan de orde komen.
Daarnaast bevat dit artikel een aantal keuzeopties, waarvoor de deelnemende gemeenten gezamenlijk kunnen besluiten de daaruit voortvloeiende taken aan de centrumgemeente op te dragen. Deze keuze wordt gemaakt in het SLA en geldt voor de duur van het SLA.
De invulling van het bestuurlijk overleg via het PHO zoals opgenomen in de centrumregeling leidt ertoe dat in het PHO de relatie opdrachtgever (deelnemende gemeenten) en opdrachtnemer (de centrumgemeente) vorm krijgt. Bijzonder aspect daarbij is, dat de centrumge-meente ook deelnemer is en in dit speelveld dus een dubbele rol vervult: zowel (me-de)opdrachtgever als opdrachtnemer. Het zwaarwegende adviesrecht van het PHO naar het college van de centrumgemeente in combinatie met deze mandaatconstructie zorgt ervoor dat de centrumgemeente niet teveel afstand van de deelnemende gemeenten kan innemen. Deze afstand is een veelvuldig gehoord bezwaar van gemeentebesturen en vooral raden die een grote afstand en daarmee gebrek aan sturingsmogelijkheden en invloed ervaren tot de gemeenschappelijke regelingen in de vorm van een openbaar lichaam. Dat is met deze centrumgemeente constructie duidelijk anders. De verhouding opdrachtgever - opdrachtnemer is wederkerig en gelijkwaardig, er is geen sprake van ondergeschiktheid van de opdrachtnemer ten opzichte van de opdrachtgever. De rol van het PHO in de sturing naar de centrumgemeente is niet vrijblijvend maar juist cruciaal: dit komt tot uitdrukking in de zwaarwegende adviesbevoegdheid van het PHO in combinatie met de mandaatconstructie van de centrumregeling. De mandaatconstructie brengt met zich mee dat de deelnemende gemeente ook altijd nog zelf kan besluiten, al zal daar uiteraard alleen in zeer uitzonderlijke situaties gebruik worden gemaakt.
Bij de besluitvorming in het PHO wordt uiteraard gestreefd naar consensus, maar voor het geval dit niet mogelijk blijkt kan wordt overgegaan tot stemming en vindt besluitvorming bij 2/3e meerderheid van stemmen plaats. Daarbij kan desgewenst het minderheidstandpunt ook in de advisering tot uitdrukking komen. Het gaat dan om de advisering aan de centrumgemeente. De term “zwaarwegend” bij het adviesrecht van het PHO is gebruikt om tot uitdrukking te laten komen dat de centrumgemeente alleen in zeer uitzonderlijke situaties van dit advies kan afwijken. Uiteraard zal de centrumgemeente hiervan dan melding maken naar de overige deelnemers.
Aandachtspunt hierbij is nog dat deelnemers, die bepaalde producten uit het keuzepakket niet via de centrumgemeente afnemen, niet aan besluitvorming over deze producten kunnen deelnemen.
Het PHO overlegt in het kader van deze centrumregeling tenminste eenmaal per jaar over de kaders gericht op de verwerving van Wmo-ondersteuning waarbinnen de centrumgemeente de centrumre-geling dient uit te voeren. Daarnaast wordt tenminste tweemaal per jaar de uitvoering van de taken van de centrumgemeente besproken. Deze overleggen worden door de centrumgemeente in samenspraak met de directiegroep voorbereid.
Het PHO wordt tevens ondersteund door de regionale, ambtelijke projectgroep Wmo. Zie ook de toelichting op artikel 3.
Het SLA bevat een aantal afspraken over de kwaliteit van de dienstverlening door de centrumgemeente en een afbakening van de taken, rollen en verantwoordelijkheden onderling. Daarnaast is in het SLA het financiële verdeelmodel opgenomen dat de basis biedt voor de verdeling van de kosten die de centrumgemeente moet maken om de taken voor de deelnemers uit te voeren. Na een positief advies van het PHO wordt het SLA door de centrumgemeente met de afzonderlijke deelnemende gemeenten aangegaan en ondertekend, waarbij tevens de keuze voor het wel of niet afnemen van (onderdelen van) het keuzepakket voor de komende vier jaar wordt vastgelegd. Hoewel uitgegaan is van een looptijd van 4 jaar is tussentijdse aanpassing op verzoek van een of meer deelnemers mogelijk, bijvoorbeeld door onvoorziene effecten van toepassing van de kostenverdeel-sleutel. Voor een dergelijke aanpassing geldt dezelfde werkwijze als bij de vaststelling, dus via een advies van het PHO. Dit meerderheidsadvies is zwaarwegend, maar kan niet bindend zijn omdat dit geen recht doet aan een gelijkwaardige opdrachtgever-opdrachtnemersrelatie.
Het uitvoeringsplan vormt als het ware het jaarplan van het inkoopteam, waarin de werkzaamheden die het komende jaar voor de deelnemende gemeenten zullen worden uitgevoerd en waarin de daarmee gepaard gaande middelen worden benoemd. Deze worden via de kostenver-deelsleutel uit het SLA in een financiële bijdrage per deelnemer vertaald.
Het uitvoeringsplan is niet alleen één-richting verkeer naar de centrumgemeente: ook de bijdrage die van de deelnemende gemeenten worden verwacht in de uitvoering van de taken worden benoemd. Daarbij gaat het niet alleen om het aanleveren van informatie, maar ook aan personele bijdrage aan het proces van bestuurlijk aanbesteden of andere verwervingsmethoden. Zo hebben de afgelopen jaren beleidsmedewerkers van de deelnemende gemeenten deelgenomen aan werkgroepen bij de uitwerking van de arrangementensystematiek, het vormgeven van pilots over resultaatsturing, het formuleren van kwaliteitseisen bij de contracten met zorgaanbieders en dergelijke. Deze regionale samenwerking zal ook in de toekomst worden gecontinueerd ten behoeve van de verwerving van voldoende ondersteuning bij de uitvoering van de Wmo 2015.
Met name in dit artikel komt de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de informatievoorziening tot uitdrukking: de centrumgemeente kan ‘het’ niet alleen. En daar waar de centrumgemeente zich moet baseren op data/informatie van derden (zorgaanbieders, deelnemende gemeenten) is de kwaliteit van de output naar deelnemende gemeenten evenredig aan de input door de deelnemers. Achterstanden bij zorgaanbieders en deelnemende gemeenten zorgen dan voor minder actuele rapportages en dergelijke. Maar ook informatie over de inrichting van de processen bij de deelnemende gemeenten zijn van belang voor een tijdige en adequate aanlevering van informatie door de centrumgemeente. In het SLA wordt deze wederkerige verantwoordelijkheid voor de informatievoorziening nader uitgewerkt.
Bij het lezen van dit artikel moet telkens onderscheid worden gemaakt tussen de kosten voor de door zorgaanbieders verleende zorg en de betaling daarvan door de centrumgemeen-te en de kosten die de centrumgemeente moet maken voor de werkzaamheden die zij voor de deelnemende gemeenten uitvoert. Voor beide kostensoorten ontvangt de centrumgemeente een voorschot van de deelnemende gemeenten zoals uitgewerkt in het SLA en het uitvoeringsplan (ten aanzien van de hoogte van de bevoorschotting).
Dit artikel anticipeert op een eventueel besluit van de Heuvellandgemeenten, die nu nog bij Zorglokaal zijn aangesloten, om de back-officetaken van de Wmo-inkoop bij de centrumge-meente onder te brengen. In 2017 is Zorgned als systeem voor de geautomatiseerde gegevensver-werking in gebruik genomen. Alle deelnemende gemeenten dienen hiervan gebruikt te maken bij de facturering van zorgaanbieders. De deelnemende gemeenten zijn via hun toegang zelf verantwoor-delijk voor de inzet van zorg(aanbieders) en het controleren van de feitelijke levering ervan. Via de toewijzingen (of wijzigingen daarin) stellen zij de centrumgemeente in staat de declaraties van zorgaanbieders af te handelen. Het is dan ook van groot belang dat deze informatie tijdig en adequaat aan de centrumgemeente wordt aangeleverd. Achterstanden hierbij leidt onherroepelijk ook tot achterstanden bij de afwikkeling van facturen door de centrumgemeente. En omdat sinds 2017 zorgaanbieders geen voorschot meer krijgen kunnen zij hierdoor in liquiditeitsproblemen komen. In verband hiermee wordt het declaratieprotocol in 2019 nadrukkelijker ook op de deelnemende gemeenten van toepassing en omgedoopt tot toewijzings-en declaratieprotocol. De strekking van dit artikel wordt nog belangrijker indien de deelnemende gemeenten zouden besluiten ook de back-officetaken rond de inkoop aan de centrumgemeente op te dragen.
De deelnemers aan de centrumregeling kunnen met een gekwalificeerde meerderheid besluiten over toetreding van een nieuwe deelnemer. Hier staat dat de centrumge-meente de gevolgen van de toetreding van een nieuwe deelnemer regelt en eventueel daaraan verbonden voorwaarden. Natuurlijk doet de centrumgemeente dit in nauwe afstemming met en op advies van het PHO.
Ook bij besluitvorming over wijziging van de centrumregeling geldt een gekwalificeer-de meerderheid. Hierin is opgenomen dat de centrumgemeente de gevolgen van een wijziging in de centrumregeling regelt. Hiervoor geldt hetzelfde als in het vorige artikel.
Uittreding uit de regeling moet uiteraard altijd mogelijk zijn, ook al wordt bij het aangaan van deze samenwerking uitgegaan van een regeling voor onbepaalde tijd. Een uittredingsbe-sluit zal geen lichtvaardig besluit zijn, en gaat dan ook gepaard met een ‘opzegtermijn’ van één jaar. Van de centrumgemeente wordt verwacht dat deze de financiële en overige gevolgen van uittreding regelt. Echter, omdat dit mogelijk ook de (financiële) belangen van de overige gemeenten raakt, ligt hiervoor een zwaarwegende adviesbevoegdheid bij het PHO. De kosten voor uittreding komen voor rekening van de uittredende gemeente. Het voert te ver om in het kader van deze regeling uit te werken hoe dit plaatsvindt. Dit zal in de praktijk ook maatwerk zijn.
De onderhavige centrumregeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd, waardoor een bepaling over de eventuele opheffing ervan noodzakelijk is. Dit artikel voorziet hierin.
Naast de gebruikelijke bepaling omtrent inwerkingtreding vormt dit artikel in lid 2 tevens de basis voor de jaarlijkse evaluatie van de samenwerking en de invulling van het Uitvoerings-plan voor het daarop volgende jaar. Indien noodzakelijk kan bij geconstateerde knelpunten ook tot een tussentijdse aanpassing van het SLA worden gekomen. De evaluatie vindt plaats in opdracht van het PHO. De vorm waarin (intern of extern, te interviewen stakeholders e,d,) is ter bepaling van het PHO, die daarover door het ambtelijke projectteam en de directiegroep wordt geadviseerd. Uitgangspunten voor de evaluatie zijn de kwaliteit van uitvoering van deze regeling, die van de service-level agreement en het uitvoeringsplan.
Geschillen over de uitvoering van deze regeling lossen deelnemers als professionele partners in beginsel zelf op. Lukt dit niet dan zal een extern adviseur/mediator of arbitrage worden ingezet, waarbij partijen zich verplichten aan de uitkomst ervan. Dit is in de geest van deze samenwerking echter altijd een maatwerktraject.
De bepaling over archivering bevat verwijzingen naar de verplichtingen uit de Archiefwet 1995. De centrumgemeente is belast met de archivering rondom de inkoop van Wmo-ondersteuning.
In verband met de inwerkingtreding van de AVG en de toenemende aandacht voor de privacybescherming is dit artikel opgenomen. Wellicht ten overvloede, maar de deelnemers aan deze samenwerking dienen zich te houden aan alle voorschriften over de privacy van onze burgers en die van onze aanbieders maar ook aan de regels voor de verwerking van gegevens. Ook is de verantwoordelijkheid hiervoor bij de betrokken partijen benoemd. Dit is in dit artikel nog eens expliciet opgenomen.
De bepalingen uit de Wgr ten aanzien van toezending naar GS, publicatie in de Staatscourant en het bijhouden van een register van gemeenschappelijke regelingen komen in dit artikel tot uitdrukking.
Betreft een standaard slotbepaling, een soort hardheidsclausule voor situaties waarin de regeling niet voorziet.
In de citeertitel “Centrumregeling Verwerving Wmo Ondersteuning Maastricht-Heuvelland 2019” komt tot uitdrukking dat het niet alleen om inkoop maar ook om andere vormen van financiering zoals subsidiering kan gaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-65975.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.