Beschikking ontwerpvergunning voor het gebruik van frequentieruimte in de band 703-733 MHz en 758-788 MHz ten behoeve van het aanbieden van elektronische communicatiediensten op installaties ter zee, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Plaats: Groningen

Datum: 26 november 2019

Nummer: AT-EZK/[dossiernummer] – VOA [kavelnr ] Gepaard X MHz – Y MHz met U MHz – V MHz

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelezen de aanvraag van [naam];

Gelet op artikel 3.13 en 3.14 van de Telecommunicatiewet en op artikel 15, 16 en 17 van het Frequentiebesluit 2013;

BESLUIT:

§ 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a. e.i.r.p. (Equivalent Isotropically Radiated Power):

het uitgestraalde vermogen in de hoofdstraalrichting ten opzichte van een isotrope straler;

b. maximale gemiddelde e.i.r.p.:

maximum van de gemiddelde e.i.r.p. van de signalen in de gespecificeerde bandbreedte;

c. multilaterale overeenkomst:

overeenkomst, getiteld “Agreement between the Telecommunications Administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, the Netherlands and Switzerland concerning the approval of arrangements between operators of mobile radio communication networks”1;

d. coördinatieovereenkomst:

overeenkomst, getiteld “Agreement between the Telecommunications Administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, the Netherlands and Switzerland on frequency planning and frequency coordination at border areas for terrestrial systems capable of providing electronic communication services in the frequency band 703 – 733 MHz/758-788 MHz”2;

e. gepaarde frequentieruimte:

frequentieruimte met een omvang van 2 x 5 MHz waartussen een afstand is van 55 MHz;

f. aaneengesloten blok frequentieruimte:

aaneengesloten gepaarde frequentieruimte in de band 703 – 733 MHz met 758 – 788 MHz waarvoor vergunningen zijn verleend aan de in artikel 2 genoemde vergunninghouder;

g. aangrenzende banden:

de frequentieruimte beneden 703 MHz, tussen 733 en 758 MHz en boven 788 MHz.

§ 2 Verlening

Artikel 2

  • 1. Aan [naam], ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel [plaats] onder nummer [inschrijfnummer], hierna te noemen: de vergunninghouder, wordt een vergunning verleend voor het gebruik van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik X MHz – Y MHz met U MHz – V MHz [Invullen: het aantal en het frequentiebereik van de aaneengesloten kavels per vergunninghouder van de 700 MHz-vergunningen zoals verdeeld in de veiling als bedoeld in de Regeling aanvraag- en veilingprocedure 700, 1400 en 2100 MHz.] ten behoeve van terrestrische systemen waarmee elektronische communicatiediensten worden aangeboden.

  • 2. Deze vergunning geldt uitsluitend voor gebruik van frequentieruimte op en met betrekking tot installaties ter zee als bedoeld in de Wet installaties Noordzee.

  • 3. De vergunninghouder gebruikt de in het eerste lid genoemde frequentieruimte slechts in overeenstemming met de bestemming in het geldende nationaal frequentieplan.

§ 3 Voorschriften en beperkingen

Artikel 3

  • 1. De vergunninghouder biedt binnen een jaar na het in werking treden van de vergunning een elektronische communicatiedienst aan en blijft deze aanbieden, waarbij gebruik wordt gemaakt van de frequentieruimte, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

  • 2. Deze vergunning heeft een secundaire status. De vergunninghouder mag geen storing veroorzaken op nationaal en internationaal primair gebruik van frequentieruimte en accepteert storing van nationaal en internationaal primair gebruik van frequentieruimte.

Artikel 4

  • 1. Het gebruik van de frequentieruimte vindt plaats met inachtneming van de in de bijlage opgenomen frequentietechnische voorwaarden (zie bijlage “frequentietechnische voorwaarden”).

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid blijft buiten toepassing voor zover:

    • a. de vergunninghouder een schriftelijke overeenkomst heeft gesloten met één of meer andere houders van een vergunning in het frequentiebereik 703 MHz – 733 MHz met 758 MHz- 788 MHz omtrent de frequentietechnische gebruiksvoorwaarden van de vergunde frequentieruimte, en die andere houders een hoger signaalniveau in de aan hen vergunde frequentieruimte gaan ondervinden dan dat bij de toepassing van het eerste lid door de vergunninghouder het geval zou zijn, en

    • b. door de in deze overeenkomst(en) opgenomen bepalingen wordt gewaarborgd dat interferentie op anderen dan die partij zijn bij de overeenkomst(en), wordt voorkomen.

  • 3. Het gebruik van de frequentieruimte vindt zodanig plaats dat er passende bescherming wordt geboden aan systemen in de aangrenzende 470-694 MHz-band, voor zover ze een primaire status hebben, mits deze aangrenzende banden worden gebruikt overeenkomstig de geldende vergunningvoorschriften of verdragen.

  • 4. De vergunninghouder draagt ervoor zorg dat de maximale veldsterktes vanaf de landsgrens met Duitsland en België, zoals vermeld in de geldende coördinatieovereenkomst niet worden overschreden.

  • 5. De veldsterkte wordt berekend op basis van de berekeningsmethode voor mobiel gebruik, opgenomen in de geldende HCM-overeenkomst. Onder HCM overeenkomst wordt de overeenkomst, getiteld “Agreement between the Administrations of Austria, Belgium, the Czech Republic, Germany, France, Hungary, the Netherlands, Croatia, Italy, Liechtenstein, Lithuania, Luxembourg, Poland, Romania, the Slovak Republic, Slovenia and Switzerland on the co-ordination of frequencies between 29,7 MHz and 43,5 GHz for the fixed service and the land mobile service”3 verstaan;

  • 6. De vergunninghouder mag afwijken van het vierde lid voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden vermeld in de geldende multilaterale overeenkomst.

Artikel 5

De vergunninghouder veroorzaakt:

  • a. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radioapparaten in andere radio of ontvangstapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

  • b. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

§ 4 Slotbepaling

Artikel 6

Deze beschikking treedt in werking met ingang van [datum vergunningverlening] en geldt tot en met 31 december 2040.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, namens deze, [naam] [functie] Agentschap Telecom

BIJLAGE FREQUENTIETECHNISCHE VOORWAARDEN

Bijlage horend bij

vergunning d.d. [datum] verleend aan [naam]

Datum

[datum]

Onze referentie

AT-EZK/[dossiernummer] – VOA [kavelnr]

Gepaard X MHz – Y MHz met U MHz – V MHz

De frequentietechnische voorwaarden bedoeld in artikel 4, eerste lid zijn, gebaseerd op CEPT rapport 60:

  • 1. De zendsignalen van de basisstations gebruiken de frequentieband [hoge kant van de duplex U MHz – V MHz]. Voor de zendsignalen van basisstations gelden de volgende maximale gemiddelde e.i.r.p. waarden van het zendsignaal per antenne:

    • a. indien de frequentieband [hoge kant van de duplex U MHz – V MHz] de laagste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van (U-10) MHz tot (U-5): 18 dBm/5 MHz,

      • van (U-5) MHz tot (U) MHz: 22 dBm/5 MHz,

      • van (U) MHz tot (V) MHz: 64 dBm/5 MHz.

    • b. indien de frequentieband [hoge kant van de duplex U MHz – V MHz] de hoogste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden voor V kleiner of gelijk aan 778 MHz:

      • van (U) MHz tot (V) MHz: 64 dBm/5 MHz,

      • van (V) MHz tot (V+5) MHz: 22 dBm/5 MHz,

      • van (V+5) MHz tot (V+10) MHz: 18 dBm/5 MHz

    • c. indien de frequentieband [hoge kant van de duplex: U tot V] MHz niet de laagste of de hoogste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan geldt een waarde 64 dBm/5 MHz.

    • d. indien V= 783 MHz, dan gelden volgende waarden:

      • van (V) MHz tot (V+5) MHz: 22 dBm/5 MHz,

      • van (V+5) MHz tot (V+8) MHz: 4 dBm/200 kHz,

      • van (V+8) MHz tot (V+13) MHz: 17 dBm/5 MHz

    • e. indien V= 788 MHz, dan gelden volgende waarden:

      • van (V) MHz tot (V+3) MHz: 11 dBm/200 kHz,

      • van (V+3) MHz tot (V+8) MHz: 19 dBm/5 MHz,

      • van (V+8) MHz tot (V+13) MHz: 17 dBm/5 MHz

  • 2. Voor frequentieruimte waarvoor aan de vergunninghouder geen vergunning is verleend en waarop het gestelde onder 1 niet van toepassing is, gelden de volgende maximale gemiddelde e.i.r.p. waarden voor ongewenste uitstraling van de zendsignalen van de basisstations op frequenties:

    • lager dan 694 MHz geldt: -23 dBm/8 MHz per cel4

    • van 694 MHz tot 698 MHz geldt: -32 dBm/1 MHz per cel

    • van 698 MHz tot 736 MHz geldt: -50 dBm/5 MHz per cel

    • van 736 MHz tot 748 MHz geldt: -4 dBm/5 MHz per antenne

    • van 748 MHz tot 821 MHz geldt: 16 dBm/5 MHz per antenne

    • van 832 MHz tot 862 MHz geldt: -49 dBm/5 MHz per cel


X Noot
1

De multilaterale overeenkomst is te raadplegen www.agentschaptelecom.nl

X Noot
2

De coördinatieovereenkomsten zijn te raadplegen via www.agentschaptelecom.nl

X Noot
3

De HCM overeenkomst is te raadplegen via de website van HCM, zie www.hcm-agreement.eu

X Noot
4

In multi-sector betekent “cel” één van de sectoren

Naar boven