Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2019, 65884 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2019, 65884 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Archiefwet 1995, de Archiefwet BES, de Erfgoedwet, de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, de Mediawet 2008, de Wet College voor toetsen en examens, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet overige OCW-subsidies, de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, het Besluit bekostiging WEC, het Besluit bekostiging WPO, het Besluit informatievoorziening WPO/WEC, het Besluit informatievoorziening WVO, het Besluit instelling Jos Brinkprijs, het Besluit tot instelling van de Joke Smitprijs, het Besluit trekkende bevolking WPO, het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies, het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008, het Toetsbesluit PO, het Vergoedingenbesluit Adviescolleges, de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2020 en de Regeling prestatiebox primair onderwijs 2015–2020.
Besluiten:
De volgende regelingen worden ingetrokken:
a. Benoemingsbesluit Landelijke Commissie voor Geschillen Medezeggenschap deelnemers en ouders MBO 2015–2019
b. Besluit overwerkvergoeding en onregelmatigheidstoeslag duikteam ROB/NISA
c. Besluit toeslagen duikteam ROB/NISA
d. Instellingsbesluit Begeleidingscommissie Onderwijs Bewijs
e. Instellingsbesluit Commissie onderzoek financiële problematiek Amarantis
f. Instellingsbesluit Onafhankelijke Toetsingscommissie Onderwijs Bewijs II
g. Rechtspositieregeling personeel Stichting voor Huishoudelijke Voorlichting ten Plattelande 1985
h. Regeling bekostiging regionale procesbegeleider leerlingendaling PO en VO
i. Regeling G.O.- en vakbondsfaciliteiten
j. Regeling OCW dagarrangementen en combinatiefuncties
k. Vergoedingenregeling Onderwijsraad
In artikel 1 van het Aanwijzingsbesluit ambtenaren Erfgoedinspectie tot toezichthoudende ambtenaren Archiefwet 1995 en Archiefwet BES wordt ‘aangesteld’ vervangen door ‘aangewezen’.
In artikel 1 van het Besluit aanwijzing ambtenaren Erfgoedinspectie als inspecteurs Erfgoedwet wordt ‘aangesteld’ vervangen door ‘aangewezen’.
In artikel 4, tweede lid, van het Besluit instelling Adviescommissie tot benoeming leden Adviescommissie restitutieverzoeken cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog wordt ‘overeenkomstig het Reisbesluit binnenland’ vervangen door ‘overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
De Bezoldigingsregeling Commissariaat voor de Media en Stimuleringsfonds voor de pers wordt als volgt gewijzigd:
A
De artikelen 2 en 12 worden als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
2. In het vierde lid wordt ‘de artikelen 21 en 22 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
B
In de artikelen 3 en 13 wordt ‘het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland’ vervangen door ‘hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
In artikel 42, tweede lid, van de Eerste Regeling bekostiging personeel PO 2019–2020 en vaststelling bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO 2019–2020 wordt ‘aangesteld’ vervangen door ‘benoemd’.
Artikel 9 van het Instellingsbesluit Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
2. In het derde lid wordt ‘op de voet van het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland’ vervangen door ‘overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
Het instellingsbesluit Commissie Kwaliteitsafspraken mbo wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 10 wordt ‘van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
B
In artikel 11, eerste lid, onderdeel c, wordt ‘als bedoeld in het reisbesluit binnenland’ vervangen door ‘overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
Artikel 10 van het Instellingsbesluit Commissie macrodoelmatigheid mbo wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
2. In het derde lid wordt ‘op de voet van het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland’ vervangen door ‘overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
In artikel 13, eerste lid, van het Instellingsbesluit Commissie sectorplan Bèta en Techniek en de Commissie sectorplan Social Sciences and Humanities wordt ‘van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
Artikel 13 van het Instellingsbesluit Expertgroep toetsen PO wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
2. In het derde lid wordt ‘op de voet van het Reisbesluit binnenland’ vervangen door ‘overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
Artikel 7 van het Instellingsbesluit jury excellente scholen in het primair, speciaal en voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
2. In het vierde lid wordt ‘op de voet van het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland’ vervangen door ‘overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
Artikel 3 van het Mandaatbesluit Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland 2019 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘het aanstellen en ontslaan van personeel’ vervangen door ‘het aangaan en beëindigen van arbeidsovereenkomsten met het personeel’ en wordt ‘rechtspositie’ vervangen door ‘arbeidsvoorwaarden’.
2. In het vierde lid, onderdeel a, wordt ‘worden aangesteld’ vervangen door ‘in dienst worden genomen’.
3. In het vierde lid, aanhef en onderdeel b, wordt ‘aangestelde’ vervangen door ‘in dienst genomen’.
4. In het vierde lid, onderdeel e, wordt ‘de aanname’ vervangen door ‘het in dienst nemen’.
Artikel 8 van de Regeling Commissie beoordeling uitingen maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
2. In het vijfde lid wordt ‘op de voet van het Reisbesluit binnenland’ vervangen door ‘overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
Bijlage 6 van de Regeling informatievoorziening WPO/WEC wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 2.3 wordt ‘aanstelling’ vervangen door ‘benoeming’.
2. In de tabel in onderdeel 2.3.2 wordt in regel 17, derde kolom, ‘De aanduiding of de aanstelling of benoeming voor bepaalde duur of van onbepaalde duur is, bedoeld in artikel 53 WPO en artikel 56 WEC’ vervangen door ‘De aanduiding of de benoeming voor bepaalde duur of van onbepaalde duur is’.
3. In de tabel in onderdeel 2.3.5 wordt in regel 54, derde kolom, onder 2, ‘aangesteld’ vervangen door ‘benoemd’.
4. In onderdeel 2.4 wordt ‘De aanduiding of de aanstelling of benoeming in vaste dienst of tijdelijke dienst is, bedoeld in artikel 53 van de WPO en artikel 56 van de WEC’ vervangen door ‘De aanduiding of de benoeming in vaste dienst of tijdelijke dienst is’.
5. Onderdeel 4.1 komt te luiden:
Ten behoeve van de gegevensleveringen moet onderscheid gemaakt worden tussen benoemingen enerzijds en arbeidsrelaties anderzijds. In dit PvE is een arbeidsrelatie een unieke combinatie van instelling, persoon, functie en aard dienstverband. In een aantal situaties kan er één akte van benoeming zijn, terwijl er voor de gegevensleveringen meer dan één arbeidsrelatie tussen een bevoegd gezag en een persoon moet worden onderscheiden. Dat betreft de volgende situaties:
6. Onderdeel 4.2 komt te luiden:
Een bevoegd gezag kan een persoon benoemen om bij één instelling of bij meer instellingen werkzaam te zijn. Als er sprake is van een benoeming waarbij de benoemde bij meer dan één instelling van een bevoegd gezag werkzaam is, dan is er in het kader van dit PvE sprake van meer dan één arbeidsrelatie. Dit ongeacht of er voor de werkzaamheden aan de verschillende instellingen één dan wel verschillende aktes van benoeming dan wel arbeidsovereenkomsten zijn opgemaakt. Er moeten ten minste evenveel arbeidsrelaties worden onderscheiden als het aantal instellingen waar een persoon werkzaam is. De gegevens die op basis van het PvE personeel en salarisgegevens geleverd moeten worden, moeten voor elke arbeidsrelatie afzonderlijk worden geregistreerd en geleverd.
Bijlage 4 van de Regeling informatievoorziening WVO wordt als volgt gewijzigd:
1. De tabel in onderdeel 2.1.2 wordt als volgt gewijzigd:
a. In regel 17, vierde kolom, vervalt ‘aanstelling of’ en wordt ‘aanstelling’ vervangen door ‘benoeming’.
b. In regel 22, vierde kolom, wordt ‘aanstellingsperiode’ vervangen door ‘benoemingsperiode’.
2. In onderdeel 2.2 wordt 'Arbeidsrelatie versus aanstelling/benoeming' vervangen door 'Arbeidsrelatie versus benoeming' en wordt ‘Ten behoeve van de gegevensleveringen moet onderscheid gemaakt worden tussen aanstellingen of benoemingen enerzijds en arbeidsrelaties anderzijds. In het vervolg worden alleen de termen benoemen, benoemde en benoeming(en) gebruikt. Voor het openbaar onderwijs dient hiervoor aanstellen, aangestelde resp. aanstelling(en) gelezen te worden.’ vervangen door 'Ten behoeve van de gegevensleveringen moet onderscheid gemaakt worden tussen benoemingen enerzijds en arbeidsrelaties anderzijds.'.
In artikel 3, tweede lid, onderdelen g en h, van de Regeling tegemoetkoming kosten opleidingsscholen 2019 vervalt ‘of aangesteld’.
Artikel 10 van de Regeling toekenning Joke Smitprijs wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
2. In het derde lid wordt ‘op de voet van het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland’ vervangen door ‘overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
Artikel 10 van de Regeling toekenning Jos Brinkprijs wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
2. In het derde lid wordt ‘op de voet van het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland’ vervangen door ‘overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
In artikel 1.2, eerste lid, onderdeel a, van de Subsidieregeling gender- en LHBTI-gelijkheid 2017–2022 wordt ‘van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
De Subsidieregeling lerarenbeurs wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 14, onderdeel c, wordt ‘aangesteld’ vervangen door ‘benoemd’.
B
In artikel 21, aanhef, wordt ‘voltijdsaanstelling’ vervangen door ‘voltijdsbenoeming’ en wordt ‘deeltijdsaanstelling’ vervangen door ‘deeltijdsbenoeming’.
De Subsidieregeling praktijkleren wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 9, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, en onderdeel b, onder 1°, en het tweede lid, onderdeel b, vervalt ‘of aanstelling bij’.
B
In artikel 29 wordt ‘aanstelling’ vervangen door ‘arbeidsovereenkomst’.
In artikel 3, tweede en derde lid, van de Subsidieregeling tegemoetkoming vervangingskosten schoolleiders primair onderwijs wordt ‘voltijdsaanstelling’ vervangen door ‘voltijdsbenoeming’ en wordt ‘deeltijdsaanstelling’ vervangen door ‘deeltijdsbenoeming’.
In artikel 1, onder onderdeel b van de definitie van ‘dienstbetrekking’, van de Subsidieregeling Tel mee met Taal wordt ‘aanstelling’ vervangen door ‘ arbeidsovereenkomst’ en wordt na ‘artikel 1 van de Ambtenarenwet’ ingevoegd ‘2017’.
Artikel 1 van het Vacatiegeldenbesluit klachtadviescommissie Inspectie van het onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
2. In het vierde lid wordt ‘op de voet van het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland’ vervangen door ‘overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
In de artikelen 3 en 4 van het Vergoedingenbesluit AWTI wordt ‘van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
Artikel 1 van het Vergoedingsbesluit Landelijke geschillencommissie medezeggenschap hoger onderwijs 2014 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
2. In het vierde lid wordt ‘op de voet van het Reisbesluit binnenland’ vervangen door ‘overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
De Vergoedingenregeling College voor toetsen en examens wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt ‘bezoldiging’ vervangen door ‘vergoeding’ en wordt ‘van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
B
In artikel 2 wordt ‘van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
In de artikelen 1, 2 en 2a, onderdeel a, van de Vergoedingenregeling Raad voor cultuur wordt ‘van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984’ vervangen door ‘zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
Met de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Stb. 2017, 123) (hierna: Wnra) wordt het private arbeidsrecht van toepassing op ambtenaren. De Wnra treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Het doel van deze wet is de rechtspositie van ambtenaren zoveel mogelijk gelijk te stellen aan die van werknemers in de private sector, die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. Voor de inwerkingtreding is eerst nog aanpassings- en invoeringswetgeving nodig, waarmee alle wet- en regelgeving die de rechtspositie van ambtenaren raakt, wordt aangepast aan het private arbeidsrecht.
De Wet tot wijziging van enige wetten in verband met de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren in het onderwijs1 bevat die aanpassingswetgeving voor de onderwijssectoren en maakt het daarmee mogelijk dat de Wnra voor de onderwijssectoren (primair en voorgezet onderwijs, universiteiten, onderzoekinstellingen en UMC’s) in werking kan treden. De beoogde datum van inwerkingtreding van die aanpassingswetgeving is 1 januari 2020. Naast wetten in formele zin en algemene maatregelen van bestuur, dient ook een aantal ministeriële regelingen te worden aangepast.
De onderhavige regeling voorziet in de intrekking of wijziging van enkele ministeriële regelingen. Deze wijzigingen vloeien voort uit de Wnra en de Wet tot wijziging van enige wetten in verband met de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren in het onderwijs.
Een belangrijk uitgangspunt van deze wijzigingsregeling is dat het uitsluitend gaat om technische aanpassingen. Met inwerkingtreding van de Wnra vervallen de huidige rechtspositieregelingen van ambtenaren. De arbeidsvoorwaarden van ambtenaren worden voortaan niet in algemeen verbindende voorschriften, maar in de cao geregeld. Het Algemeen Rijksambtenarenreglement (hierna: ARAR), het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rechtsambtenaren 1984 (hierna: BBRA), het Reisbesluit Binnenland en het Reisbesluit buitenland zijn voorbeelden van besluiten die vervallen op het moment van inwerkingtreding van de Wnra. Waar verwezen werd naar deze besluiten of waar deze besluiten de grondslag vormden van regelingen was aanpassing dus noodzakelijk. Voortaan wordt in plaats van naar deze rechtspositieregelingen verwezen naar de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren. Een ander soort technische wijziging houdt verband met het normaliseren van de ambtelijke aanstelling naar een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. Zo wordt ‘aanstelling’ vervangen door ‘arbeidsovereenkomst’ en wordt ‘aangesteld’ vervangen door ‘benoemd’.
De invoering van de Wnra heeft gevolgen voor de regeldruk. Deze zijn echter al in beeld gebracht in de Wnra zelf (Stb. 2017, 123).
Aan deze ministeriële regeling zijn geen extra administratieve lasten of regeldruk verbonden.
DUO heeft dit besluit beoordeeld op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. DUO heeft geconstateerd dat er geen gevolgen zijn voor de bekostiging.
De betrokken sociale partners – werkgeversverenigingen en vakbonden – zijn geconsulteerd. Zij hebben aangegeven dat zij geen opmerkingen hebben.
Met dit artikel worden verschillende regelingen ingetrokken. Een deel van deze regelingen bevat ambtelijke termen, maar zijn inmiddels materieel uitgewerkt. Deze regelingen zijn expliciet ingetrokken. Het gaat om de volgende regelingen:
– Benoemingsbesluit Landelijke Commissie voor Geschillen Medezeggenschap deelnemers en ouders MBO 2015–2019;
– Instellingsbesluit Begeleidingscommissie Onderwijs Bewijs;
– Instellingsbesluit Commissie onderzoek financiële problematiek Amarantis;
– Instellingsbesluit Onafhankelijke Toetsingscommissie Onderwijs Bewijs II;
– Rechtspositieregeling personeel Stichting voor Huishoudelijke Voorlichting ten Plattelande 1985;
– Regeling bekostiging regionale procesbegeleider leerlingendaling PO en VO;
– Regeling G.O.- en vakbondsfaciliteiten;
– Regeling OCW dagarrangementen en combinatiefuncties, en;
– Vergoedingenregeling Onderwijsraad.
Daarnaast worden een tweetal regelingen ingetrokken die enkel een grondslag hebben in het BBRA. Met de normalisering vervalt deze grondslag. Deze regelingen zijn, uit het oogpunt van kenbaarheid en in overeenstemming met aanwijzing 6.24 van de Aanwijzingen voor de regelgeving, expliciet ingetrokken. Het gaat om de volgende regelingen:
– Besluit overwerkvergoeding en onregelmatigheidstoeslag duikteam ROB/NISA, en;
– Besluit toeslagen duikteam ROB/NISA.
Het Benoemingsbesluit Landelijke Commissie voor Geschillen Medezeggenschap deelnemers en ouders MBO 2015–2019 regelt de benoeming en de vergoeding van de leden van de commissie van 1 maart 2015 tot en met 28 februari 2019. Dit besluit heeft vanaf 28 februari 2019 dus geen betekenis meer en wordt om die reden ingetrokken.
Het Instellingsbesluit Begeleidingscommissie Onderwijs Bewijs regelt de instelling van een commissie voor de begeleiding van gehonoreerde projectvoorstellen in het kader van het actieprogramma Onderwijs Bewijs en regelt haar taken en bevoegdheden. Het programma Onderwijs Bewijs is afgerond en de begeleidingscommissie is opgeheven per 31 december 2016. Gezien het tijdsverloop kan deze regeling worden ingetrokken.
Het Instellingsbesluit Commissie onderzoek financiële problematiek Amarantis voorziet in de instelling van de Commissie onderzoek financiële problematiek Amarantis en regelt haar taken en bevoegdheden. Dit besluit vervalt met ingang van de eerste dag van de zesde maand nadat de Commissie de laatste rapportage heeft uitgebracht. De commissie heeft op 14 februari 2013 haar rapport (Kamerstuk 33 495, nr. 6) uitgebracht. Gezien het tijdsverloop kan deze regeling worden ingetrokken.
Het Instellingsbesluit Onafhankelijke Toetsingscommissie Onderwijs Bewijs II regelt de instelling van een onafhankelijke commissie voor de toetsing van projectvoorstellen in het kader van het actieprogramma Onderwijs Bewijs II en regelt haar taken en bevoegdheden. De commissie is opgeheven per 1 juli 2011. Gezien het tijdsverloop kan deze regeling worden ingetrokken.
De Rechtspositieregeling personeel Stichting voor Huishoudelijke Voorlichting ten Plattelande 1985 regelt de rechtspositie van het personeel van de ‘Stichting voor Huishoudelijke Voorlichting ten Plattelande’. Gezien het tijdsverloop kan deze regeling worden ingetrokken.
De Regeling bekostiging regionale procesbegeleider leerlingendaling PO en VO heeft betrekking op de bekostiging, waarmee de minister ondersteuning biedt aan schoolbesturen om de gevolgen van dalende leerlingaantallen op te vangen, in het schooljaar 2014–2015, schooljaar 2015–2016 en schooljaar 2016–2017. Gezien het tijdsverloop kan deze regeling worden ingetrokken.
De Regeling G.O.- en vakbondsfaciliteiten heeft betrekking op de wijze van toekenning van de G.O.- en vakbondsfaciliteiten voor het primair en voortgezet onderwijs, tot aan het moment van opname van deze middelen in de lumpsum van de scholen. Aangezien deze middelen inmiddels opgenomen zijn in de lumpsum kan deze regeling worden ingetrokken.
Krachtens deze regeling kan de minister een specifieke uitkering verlenen voor activiteiten gericht op versterking van de sociale infrastructuur door middel van combinatiefuncties en sluitende dagarrangementen voor kinderen tot en met 16 jaar, teneinde de combinatie van arbeid en zorg te vergemakkelijken. Een project had een looptijd tot en met uiterlijk 31 december 2008. Gezien het tijdsverloop kan deze regeling worden ingetrokken.
In de Vergoedingenregeling Onderwijsraad worden de vergoeding voor de leden en voorzitter van de Onderwijsraad vastgesteld. De vergoedingen worden vastgesteld krachtens de schalen van Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. De wettelijke grondslag van deze regeling, het Vergoedingenbesluit adviescolleges, is op 13 februari 2009 komen te vervallen. Daarbij is geen vervangende grondslag gevonden voor de regeling en om die reden wordt deze regeling ingetrokken.
Tijdens het onderwaterarcheologisch veldwerk zijn de werkweken en arbeidstijden noodzakelijkerwijs anders ingericht dan die in het algemeen binnen de rijksoverheid gangbaar zijn. Om daarbij toch aan de bepalingen in de Arbeidstijdenwet (ATW) te voldoen, wordt er met dit besluit voor gezorgd dat elke medewerker bezien over meerweekse periodes voldoende in vrije tijd wordt gecompenseerd. Daarbij is gekozen voor het toekennen van vaste toelagen, waarbij rekening wordt gehouden met het meerjarig gemiddelde per dag. De wettelijke grondslag van deze regeling, het BBRA, vervalt met de normalisering en om die reden wordt deze regeling ingetrokken.
Met deze regeling is er ruimte geschept voor een beloningsbeleid dat beter is afgestemd op het duikend personeel van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek sector Nederlands Instituut voor Scheeps- en onderwater Archeologie. De wettelijke grondslag van deze regeling, het BBRA, vervalt met de normalisering en om die reden wordt deze regeling ingetrokken.
Zoals reeds in het algemeen deel toegelicht vindt er aanpassing van de regelingen plaats aan het feit dat ambtenaren voortaan werkzaam zijn krachtens een arbeidsovereenkomst. De term ‘aanstelling’ kan vervallen. Het personeel in de onderwijssectoren valt niet meer onder de Ambtenarenwet 2017.2 Al het personeel is werkzaam op basis van een akte van benoeming, hetgeen in de praktijk betekent dat zij een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht hebben. Derhalve wordt de term ‘aanstelling’ steeds vervangen door ‘benoeming’. Ten aanzien van de ambtenaren werkzaam bij de erfgoedinspectie geldt dat zij worden aangewezen in een functie vanwege de taken en bevoegdheden die er aan zijn verbonden. Deze aanwijzing komt naast de arbeidsovereenkomst. Ten aanzien van deze ambtenaren wordt de term ‘aangesteld’ vervangen door ‘aangewezen’. Hier volgt een overzicht van de meest voorkomende terminologische aanpassingen:
Bestuursrechtelijke terminologie |
Privaatrechtelijke terminologie |
---|---|
aanstellen |
benoemen |
aanstelling |
benoeming/ arbeidsovereenkomst |
aangesteld |
benoemd/ aangewezen/ in dienst genomen |
voltijdsaanstelling |
voltijdsbenoeming |
deeltijdsaanstelling |
deeltijdsbenoeming |
Rechtspositie |
arbeidsvoorwaarden |
In meerdere regelingen werd verwezen naar rechtspositieregelingen van ambtenaren, die vanaf de datum van inwerkingtreding van artikel I van de Wnra onder het private arbeidsrecht vallen. Deze verwijzingen zorgden ervoor dat in de betreffende regeling op specifieke punten werd aangesloten bij de bepalingen die voor rijksambtenaren golden. Daarbij kon worden verwezen naar de rechtspositiebesluiten voor rijksambtenaren, zoals het ARAR, het BBRA, het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland. Deze rechtspositiebesluiten hadden hun grondslag in de Ambtenarenwet en vervallen krachtens artikel 17, eerste lid, van de Ambtenarenwet 2017 op de datum van inwerkingtreding van artikel I van de Wnra.
De arbeidsvoorwaarden van de sector Rijk worden voortaan privaatrechtelijk geregeld, meestal in cao’s. De verwijzingen naar deze arbeidsvoorwaarden in regelingen behoefden om deze reden aanpassing. Vanwege het uitgangspunt van een louter technische omzetting zijn hiermee geen inhoudelijke wijzigingen in de rechtspositie aangebracht. Waar is aangesloten bij de arbeidsvoorwaarden van bijvoorbeeld rijksambtenaren, blijft dat zo. Om dat te bewerkstelligen wordt voortaan verwezen naar de voor die ambtenaren laatstelijk gesloten cao. Het woord ‘laatstelijk’ maakt duidelijk dat met de rechtspositionele bepaling aangesloten wordt bij de meest recente cao. Daardoor werken wijzigingen in de cao door in de betreffende bepalingen.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020. Dit tijdstip is hetzelfde als het tijdstip, waarop artikel I van de Wnra in werking treedt.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-65884.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.