Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 25 november 2019, nr. MinBuZa.2019.4569-27, houdende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Nicaragua, tot wijziging van Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014 en tot intrekking van Sanctieregeling Maldiven 2018 (Sanctieregeling Nicaragua 2019)

De Minister van Buitenlandse Zaken, handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Financiën;

Gelet op Verordening (EU) nr. 2019/1716 van de Raad van de Europese Unie van 14 oktober 2019 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Nicaragua (PbEU 2019, L 262);

Gelet op Besluit 2019/1737 van de Raad van 17 oktober 2019 tot wijziging van Besluit 2013/798/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (PbEU 2019, L 265);

Gelet op Verordening (EU) 2019/985 van de Raad van 17 juni 2019 tot intrekking van Verordening (EU) 2018/1001 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in de Republiek der Maldiven (PbEU 2019, L160);

Gelet op Besluit (GBVB) 2019/993 van de Raad van 17 juni 2019 tot intrekking van Besluit (GBVB) 2018/1006 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in de Republiek der Maldiven (PbEU 2019, L160);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 2, eerste en tweede lid, artikel 8, eerste lid, en artikel 9 van Verordening (EU) nr. 2019/1716 van de Raad van de Europese Unie van 14 oktober 2019 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Nicaragua (PbEU 2019, L 262).

  • 2. Het verbod te handelen in strijd met artikel 2, eerste lid en tweede lid, van Verordening (EU) nr. 2019/1716, geldt niet in gevallen waarin artikel 3, eerste lid, artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, artikel 6, eerste lid, of artikel 7 van Verordening (EU) nr. 2019/1716 van toepassing is.

Artikel 2

  • 1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, artikel 6, eerste lid, artikel 7, eerste lid, en artikel 8, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 2019/1716 is de Minister van Financiën voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van tegoeden of informatie van financiële aard.

  • 2. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, en artikel 6, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 2019/1716 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van economische middelen of informatie anders dan van financiële aard.

Artikel 3

Artikel 2 van de Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt ‘direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen, dan wel door of uit te voeren naar’ vervangen door ‘direct of indirect te verkopen of te leveren aan, door of uit te voeren naar, dan wel over te dragen aan, daaronder begrepen over te brengen naar,’.

2. Het tweede lid, onderdeel d, wordt vervangen door:

  • d. handvuurwapens en aanverwante uitrusting, uitsluitend bedoeld voor gebruik in internationaal geleide patrouilles ten behoeve van de beveiliging in het Sangha River Tri–national Protected Area alsmede voor gebruik door gewapende wildopzichters van het Chinko Project of het nationaal park Bamingui-Bangoran ter bestrijding van stropen, smokkel van ivoor en wapens, en ter bestrijding van andere activiteiten die in strijd zijn met de nationale wetten of internationale wettelijke verplichtingen van de Centraal-Afrikaanse Republiek, na kennisgeving aan het Comité, bedoeld in paragraaf 57 van Resolutie 2127 (2013) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties;

  • e. wapens met een kaliber van 14,5 mm of minder en specifiek voor die wapens ontworpen munitie en componenten, uitsluitend bedoeld ter ondersteuning van of voor gebruik in het kader van de hervorming van de beveiligingssector in de Centraal-Afrikaanse Republiek en ten behoeve van de veiligheidstroepen van de Centraal-Afrikaanse Republiek, met inbegrip van de civiele rechtshandhavende overheidsinstanties, na kennisgeving aan het Comité, bedoeld in paragraaf 57 van Resolutie 2127 (2013) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

Artikel 4

Sanctieregeling Maldiven 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling Nicaragua 2019.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

TOELICHTING

Deze regeling strekt tot implementatie van de sancties jegens Nicaragua (artikel 1 en 2), tot wijziging van de Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014 (artikel 3) en tot intrekking van de Sanctieregeling Maldiven 2018 (artikel 4).

Nicaragua

Op 14 oktober 2019 heeft de Raad van de Europese Unie Besluit (GBVB) 2019/17201 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Nicaragua vastgesteld. De Raad nam op 21 januari 2019 conclusies aan waarin hij de repressie van de pers en het maatschappelijk middenveld en het gebruik van antiterrorismewetgeving om afwijkende meningen in Nicaragua de kop in te drukken, met klem veroordeelde. De Raad benadrukte dat sinds april 2018 betogingen met bruut geweld worden onderdrukt, hetgeen heeft geleid tot enkele honderden doden en gewonden alsmede de aanhouding van honderden burgers met veel onregelmatigheden en willekeur in detentie- en gerechtelijke procedures.

De blijvende bezorgdheid van de Raad over de aanhoudende verslechtering van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat, zijn de reden voor de voorgestelde gerichte beperkende maatregelen. Het betreffen sancties ten aanzien van personen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen of misbruik van de mensenrechten, voor de onderdrukking van het maatschappelijke middenveld en/of de democratische oppositie in Nicaragua. De sancties gelden eveneens ten aanzien van personen en entiteiten wier acties, beleidsmaatregelen of activiteiten de democratie en de rechtsstaat in Nicaragua anderszins ondermijnen, alsook aan de met hen geassocieerde personen.

De beperkende maatregelen voorzien in reisbeperkingen van vorenbedoelde personen en in de bevriezing van tegoeden en economische middelen van deze personen en entiteiten. De namen zullen worden opgenomen in de bijlage bij Besluit (GBVB) 2019/1720 en in een van de bijlagen bij Verordening (EU) nr. 2019/17162. Aangezien voor het toepassen van reisbeperkingen geen aanvullende regelgeving nodig is, volstaat de onderhavige regeling met implementatie van de bevriezingsmaatregelen vastgesteld in Verordening (EU) nr. 2019/1716.

Van de bevriezingsmaatregel kan bij de Minister van Financiën of, voor zover het betreft economische middelen de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, ontheffing worden gevraagd teneinde te voorzien in de primaire levensbehoeften of voor het doen van buitengewone uitgaven. Voorts voorziet artikel 5 van Verordening (EU) nr. 2019/1716 in de mogelijkheid om bevroren tegoeden of economische middelen vrij te geven voor uitgaven die verband houden met verplichtingen die betrokkene is aangegaan voordat de bevriezingsmaatregel op diens tegoeden en middelen van toepassing werd.

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen jegens Nicaragua zij verwezen naar de website www.rijksoverheid.nl/sancties.

Centraal-Afrikaanse Republiek

De Raad van de Europese Unie heeft op 17 oktober 2019 Besluit 2019/17373 vastgesteld. In dit besluit is onder andere, overeenkomstig Resolutie 2127 (2013) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, sprake van een uitbreiding van de vrijstellingen van het wapenembargo jegens de Centraal-Afrikaanse Republiek. De wijziging van artikel 2 van de Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek voorziet in vorenbedoelde uitbreiding.

Maldiven

De Raad van de Europese Unie heeft in het licht van de huidige situatie in de Republiek der Maldiven besloten de geldende beperkende maatregelen jegens de Maldiven op te heffen. Daartoe zijn Besluit 2018/1006/GBVB en Verordening (EU) 2018/1001, zijnde het besluit en de verordening die ten grondslag lagen aan Sanctieregeling Maldiven 2018, ingetrokken. Derhalve kan laatstgenoemde sanctieregeling eveneens worden ingetrokken.

Ten slotte kan worden gemeld dat de onderhavige regeling strekt tot naleving van internationale verplichtingen en dat uit dien hoofde inwerkingtreding niet plaatsvindt conform de Vaste Verander Momenten-systematiek.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok


X Noot
1

Besluit (GBVB) 2019/1720 van de Raad van 14 oktober 2019 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Nicaragua (PbEU 2019, L 262)

X Noot
2

Verordening (EU) nr. 2019/1716 van de Raad van de Europese Unie van 14 oktober 2019 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Nicaragua (PbEU 2019, L 262)

X Noot
3

Besluit 2019/1737 van de Raad van 17 oktober 2019 tot wijziging van Besluit 2013/798/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (PbEU 2019, L 265)

Naar boven