Regeling van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 21 november 2019, nr. Min-BuZa.2019.4571-32, tot wijziging van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 met betrekking tot subsidieverstrekking voor activiteiten verricht door maatschappelijke organisaties in het kader van een strategisch partnerschap

Gelet op de artikelen 2 en 3 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 wordt als volgt gewijzigd:

Afdeling 4 komt te luiden:

Afdeling 4. Mensenrechten, SDG’s; strategische partnerschappen

Artikel 4.1

Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder:

SDG’s:

door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 25 september 2015 in resolutie A/RES/70/1 vastgestelde duurzame ontwikkelingsdoelen;

strategisch partnerschap:

een in een partnerschapsovereenkomst verankerd samenwerkingsverband van de minister met maatschappelijke organisaties verenigd in een alliantie;

alliantie:

een samenwerkingsverband van maatschappelijke organisaties die onderling een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten;

maatschappelijke organisatie:

een niet op winst gerichte, niet aan een overheidsinstantie statutair of feitelijk verbonden organisatie met een maatschappelijk oogmerk, beschikkend over rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht, die niet door een overheidsinstantie is opgericht, dan wel die na oprichting door een overheidsinstantie geheel verzelfstandigd is;

penvoerder:

één van de alliantiepartners die namens de alliantie een subsidieaanvraag indient.

Artikel 4.2

De minister kan met het oog op de bevordering van de SDG’s, het naleven van internationale mensenrechtenstandaarden en de versterking van democratie en rechtsstatelijkheid subsidie verlenen aan maatschappelijke organisaties voor activiteiten op het terrein van capaciteitsversterking van maatschappelijke organisaties in hun rol als pleiter en beïnvloeder verricht in het kader van een strategisch partnerschap.

Artikel 4.3

Voor subsidie op grond van deze afdeling kunnen uitsluitend penvoerders van een alliantie in aanmerking komen.

Artikel 4.4
  • 1. Subsidie wordt met toepassing van artikel 7, tweede lid, van het Subsidiebesluit verleend.

  • 2. In afwijking van artikel 6, eerste lid, van het Subsidiebesluit maakt de minister uiterlijk twaalf maanden voorafgaand aan het subsidietijdvak zijn beleidsregels bekend.

  • 3. De beoordeling van de aanvragen geschiedt in drie fasen, waarvan de eerste twee zijn gericht op de selectie van partners voor een strategisch partnerschap en de derde op de verstrekking van subsidie aan de alliantie, alsmede het sluiten van een partnerschapsovereenkomst.

  • 4. Na de tweede fase maakt de minister het subsidieplafond voor toepassing van deze afdeling bekend.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

TOELICHTING

Deze wijziging van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 legt de wettelijke basis voor subsidieverlening in het kader van strategische partnerschappen als voorzien in het beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld. De hoofdlijnen daarvan zijn uiteengezet in de kamerbrieven van 20 juni 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 34 592, nr. 66) en 4 november 2019 (Kamerstukken II 2019/2020, 34 952, nr. 87).

Het kabinet zet met het nieuwe beleidskader in op een krachtig maatschappelijk middenveld dat opkomt voor de behoeften en rechten van burgers. Dit bevordert het sociale contract tussen burgers en overheid en draagt bij aan een duurzame en inclusieve samenleving.

Verenigd in een partnerschap met maatschappelijke organisaties, alsook met het ministerie en de posten, kunnen allianties van maatschappelijke organisaties synergie ontwikkelen en impact bereiken.

Geselecteerde partners zullen met het ministerie in overleg gaan om tezamen invulling te geven aan het te vormen strategisch partnerschap, met afspraken over wederzijdse rollen, verwachtingen, inzet en ambities, met oog voor de autonome rol van maatschappelijke organisaties.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

Naar boven