Verkeersbesluit éénrichtingverkeer ’t Steegje te Odoorn

Logo Borger-Odoorn

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borger-Odoorn;

 

Gelet op de relevante wetgeving in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

 

Gelet op het Mandaatbesluit Borger-Odoorn, laatste versie;

 

Overwegingen ten aanzien van het besluit

 

Wettelijke grondslag:

Op grond van artikel 18, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 is burgemeester en wethouders de bevoegdheid toegekend verkeersbesluiten te nemen en dat deze bevoegdheid in de gemeente Borger-Odoorn op grond van het Mandaatbesluit Borger-Odoorn 2012 is gemandateerd aan de Manager Grondgebiedszaken;

 

Besluitverplichting;

Op grond van artikel 15, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW genoemde verkeerstekens, alsmede voor de onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

 

Dat uit oogpunt van:

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer,

    kortom de belangen en doelstellingen genoemd in artikel 2, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994;

 

Het gewenst is om:

voor ’t Steegje in Odoorn éénrichtingsverkeer vast te stellen, met uitzondering voor fietsers en bromfietsers;

 

Motivering:

’t Steegje in Odoorn is een smalle straat met een onoverzichtelijke bocht. Conflicten tussen fietsers en gemotoriseerd verkeer kwamen met enige regelmaat voor. Te smal om elkaar op verkeerskundig verantwoorde wijze te passeren en geen veilig doorzicht. Bovendien was daardoor sprake van een gevaarlijk kruispunt tussen Het Steegje en de Valtherweg;

 

Overleg politie:

In overeenstemming met artikel 24 BABW is overleg gepleegd met de gemachtigde van de korpschef van de nationale politie regio Noord-Nederland. De politie heeft bij brief van 14-01-2019, kenmerk 20181107000118 meegedeeld negatief te adviseren en geeft daarvoor de volgende gronden:

het is de politie onduidelijk wat de verkeersintensiteit is, die een dergelijk verkeersmaatregel zou kunnen rechtvaardigen;

het zou te verwachten zijn, dat aanwonenden van ’t Steegje zelf het éénrichtingsvoorschrift zouden kunnen negeren, wat tot gevolg kan hebben dat anderen het ook negeren;

het instellen van éénrichting weer tot andere verkeersonveilige situaties kan leiden zoals het met hogere snelheid rijden langs kwetsbare weggebruikers zoals voetgangers en fietsers;

dat de politie niet de gelegenheid heeft de handhaving van deze aspecten;

dat volgens de politie de oplossing meer gezicht zou kunnen worden in een aanpassing van de weginrichting zoals de toegang tot deze weg minder aantrekkelijk te maken voor het sluipverkeer;

 

dat het college naar aanleiding van het overleg met de politie heeft overwogen, dat ’t Steegje een lengte heeft van ca. 135 en een relatief vrij smal profiel voor tweerichtingsverkeer. Waardoor juist conflicten tussen fietsend en gemotoriseerd verkeer zich voor doen. Deze aspecten rechtvaardigen volgens het college het instellen van éénrichtingsverkeer los van de verkeersintensiteit, mede omdat er nauwelijks sprake zal zijn van omrijhinder;

 

dat alle aanwonenden van ’t Steegje unaniem de wens hebben tot instellen van éénrichtingsverkeer;

 

dat bovendien volgens het college het rijden met hoge snelheid over een dergelijk kort stukje (klinker)weg niet wordt verwacht, zodat volgens hem het door de politie genoemde gevaar voor voetgangers en fietsers niet hoeft te bestaan;

 

dat het college daarom het advies van de politie niet zal opvolgen, maar dat niettemin de situatie na het instellen van éénrichtingsverkeer zal worden gemonitord en bij ongewenste gevolgen zal worden ingegrepen ;

 

BESLUIT:

 

  • 1.

    voor ’t Steegje in Odoorn éénrichtingsverkeer vast te stellen, met uitzondering voor fietsers en bromfietsers door plaatsing van de borden C2 en C3, voorzien van onderborden, uit bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens

  • 2.

    het gestelde onder 1. uit te voeren conform de bij dit besluit behorende en gevoegde verkeersbordenkaart.

 

Exloo, 5 februari 2019.

Namens burgemeester en wethouders,

J.Gorseling,

Manager Grondgebiedszaken.

 

MEDEDELINGEN

 

Inwerkingtreding

Het verkeersbesluit treedt in werking direct na bekendmaking ervan in de Staatscourant.

 

Bezwaar- of beroepsclausule

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden tegen dit besluit binnen zes weken na de dag van bekendmaking een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet gericht worden aan het college van burgemeester en wethouders van Borger-Odoorn, Postbus 3, 7875 ZG Exloo.

Het maken van bezwaar heeft geen opschortende werking op de inwerkingtreding van dit besluit.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a.

    naam en adres van de indiener(s);

  • b.

    de dagtekening;

  • c.

    een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift gericht is (“Verkeersbesluit 1-richtingverkeer 't Steegje Odoorn”);

  • d.

    de gronden van het bezwaar.

Bij de Voorzieningenrechter van de Afdeling Bestuursrecht van de rechtbank Noord-Nederland, Postbus 150, 9700 AD Groningen, kan een verzoek om voorlopige voorziening (waaronder schorsing) worden ingediend. Zo’n verzoek kan pas worden gedaan als het bezwaarschrift is ingediend en onverwijlde spoed dat vereist. Voor de behandeling van het verzoek wordt een bedrag aan griffierecht geheven.

 

 

 

Naar boven