Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 november 2019, kenmerk 1596762-197227-Z, houdende Aanwijzing van de besteedbare middelen ter dekking van de beheerskosten Wlz 2020 (Aanwijzing beheerskosten Wlz 2020)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 4.3 van het Besluit Wfsv;

Besluit:

Artikel 1

De besteedbare middelen ter dekking van de voor de uitvoering van de Wet langdurige zorg te maken beheerskosten bedragen voor het jaar 2020 € 238,313 miljoen.

Artikel 2

Van het in artikel 1 genoemde bedrag is € 85,932 miljoen beschikbaar voor de taken, bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wet langdurige zorg, € 28,647 miljoen voor de Sociale verzekeringsbank voor de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 3.3.3, zevende lid, van de Wet langdurige zorg en € 123,734 miljoen voor de overige bij of krachtens die wet geregelde taken van de Wlz-uitvoerders.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2020.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Algemeen

Deze aanwijzing strekt tot het vaststellen van de besteedbare middelen voor de beheerskosten in het kader van de uitvoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) voor het jaar 2020. Het macrobedrag van de besteedbare middelen voor de beheerskosten Wlz wordt vastgesteld op grond van artikel 4.3 van het Besluit Wfsv. Op basis van deze aanwijzing zal het Zorginstituut Nederland (Zorginstituut) ter uitvoering van deze aanwijzing beleidsregels vaststellen. Het totale bedrag besteedbare middelen voor de beheerskosten Wlz 2020 bedraagt hiermee € 238,313 miljoen. Van dit bedrag is € 198,368 miljoen structureel en € 39,945 miljoen incidenteel beschikbaar.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In artikel 1 van deze aanwijzing wordt het bedrag vastgesteld van de besteedbare middelen voor de beheerskosten in het kader van de uitvoering van de in de Wlz geregelde verzekering. Het bedrag strekt tot dekking van de beheerskosten die de Wlz-uitvoerders en de Sociale verzekeringsbank (SVB) maken.

Artikel 2

Artikel 2 bevat de op basis van artikel 4.3, tweede lid, van het Besluit Wfsv, vereiste onderverdeling van het bedrag van € 238,313 miljoen. Van het genoemde bedrag is € 85,932 miljoen beschikbaar voor de zorgkantoortaken van Wlz-uitvoerders, € 28,647 miljoen voor de Sociale verzekeringsbank voor de uitvoering van de taken horende bij het Wlz-pgb en € 123,734 miljoen voor de overige Wlz-taken van Wlz-uitvoerders. Er volgt nu een onderbouwing van de aanpassingen ten opzichte van 2019. Uitgangspunt voor de berekening van het voor het jaar 2020 vastgestelde bedrag voor besteedbare middelen beheerskosten Wlz vormt het structurele bedrag dat voor het jaar 2019 is vastgesteld, te weten € 180,641 miljoen. Van dit bedrag heeft € 80,395 miljoen betrekking op de zorgkantoortaken en € 100,246 miljoen voor de overige Wlz-taken van Wlz-uitvoerders.

Loon- en prijsontwikkeling 2020

Op grond van door het Centraal Planbureau (CPB) verstrekte cijfers is voor de aanpassing van de totale kosten in verband met loon- en prijsontwikkeling een percentage van 2,16 vastgesteld. De verhoging in verband met deze loon- en prijsontwikkeling komt hiermee uit op € 3,902 miljoen (2,16% van het structurele bedrag 2019 van € 180,641 miljoen).

1 Aanpassingen in verband met ontwikkelingen op het terrein van de zorgkantoortaken

1.1 Uitvoeringskosten persoonsgebonden budget (pgb)

Bij de verdeling van het pgb-uitvoeringsbudget over de zorgkantoren wordt een deel (ter dekking van de variabele uitvoeringskosten pgb) direct aan het aantal pgb-houders gekoppeld en het overige deel via de overige verdeelmaatstaven (zoals een bedrag per Wlz-uitvoerder, per zorgkantoor en per (gewogen) verzekerde) verdeeld. Voor 2020 wordt bij de verdeling van het uitvoeringsbudget rekening gehouden met € 219,70 per pgb-houder. Dit is het bedrag voor 2019 (€ 215,05) gecorrigeerd voor de voorziene loon- en prijsontwikkelingen 2019 (2,16%). Ten opzichte van 2019 wordt uitgegaan van een gelijk aantal pgb-houders, namelijk 43.335.

1.2 Bewuste-keuze-gesprekken nieuwe pgb-houders

Voor 2020 wordt bij de verdeling van het uitvoeringsbudget rekening gehouden met € 291,17 per persoon waarmee een of meerdere gesprekken gevoerd worden. Dit is het bedrag voor 2019 (€ 285,01) gecorrigeerd voor de voorziene loon- en prijsontwikkelingen 2020 (2,16%). Het verwachte aantal personen waarmee gesprekken gevoerd gaan worden bedraagt 8.000. Dit aantal is gelijk aan het aantal waarmee in de tweede nadere aanwijzing voor 2019 structureel rekening is gehouden.

1.3 Huisbezoeken pgb-houders

Voor 2020 wordt bij de verdeling van het uitvoeringsbudget rekening gehouden met € 559,86 per bezochte pgb-houder. Dit is het bedrag voor 2019 (€ 548,02) gecorrigeerd voor de voorziene loon- en prijsontwikkelingen 2020 (2,16%). Het verwachte aantal huisbezoeken bedraagt 15.000.

Dit aantal is gelijk aan het aantal waarmee in de tweede nadere aanwijzing voor 2019 structureel rekening is gehouden.

1.4 PGB 2.0 Portal

In 2020 wordt verder gebouwd aan het PGB 2.0 systeem. De doelstelling van het programma ‘Bouw en invoering PGB 2.0-systeem’ is om op gerichte en effectieve wijze inkleuring te geven aan een verbeterde ondersteuning van de circa 115.000 budgethouders, door het vergaand standaardiseren en digitaliseren van alle processen en systemen die worden gebruikt voor het ondersteunen van de uitvoering van het trekkingsrecht PGB. Het werken met dit nieuwe portaal brengt implementatiekosten met zich mee voor zorgkantoren. Hiervoor wordt aanvullend op het reeds beschikbare budget incidenteel € 2,700 miljoen beschikbaar gesteld in 2020.

Met ingang van 2020 wordt ook werkelijk uitvoering gegeven via het PGB 2.0-systeem. Voor de uitvoeringskosten hiervan wordt € 0,414 miljoen incidenteel toegevoegd.

1.5 Te goeder trouw

De afgelopen jaren zijn stappen gezet om fouten en fraude met het pgb-Wlz in te perken. Indien een budgethouder te goeder trouw is wordt geprobeerd de ten onrechte verkregen gelden bij de veroorzaker te verhalen. Hierover zijn afspraken gemaakt met zorgkantoren zodat zij in die gevallen niet meer bij de budgethouder vorderen, maar zich richten op de veroorzaker. Ook zijn afspraken gemaakt met zorgkantoren om zich bij vorderingen die zijn ontstaan toen die budgethouders nog minderjarig waren te richten op ouder(s) of wettelijk vertegenwoordigers. Die hebben het pgb voor hen aangevraagd en beheerd. Het vorderen bij voorheen minderjarige budgethouders is een onwenselijke situatie. De bovenbedoelde afspraken vergen de nodige extra inspanningen van zorgkantoren. Voor 2020 worden extra middelen beschikbaar gesteld. Voor 2020 betreft het hier incidenteel € 0,686 miljoen.

2 Aanpassingen in verband met ontwikkelingen op het terrein van overige Wlz-taken van Wlz-uitvoerders

2.1 Kwaliteitskader verpleeghuiszorg

Het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg is op 13 januari 2018 opgenomen in het register van het Zorginstituut en per direct in werking getreden. Het kwaliteitskader omschrijft vereisten voor zorgorganisaties op het gebied van kwaliteit en biedt handreikingen hoe daaraan te werken. Het kwaliteitskader formuleert ook meerdere ontwikkelopdrachten, zowel voor de zorgorganisaties als voor sectorpartijen. Wlz-uitvoerders hebben een belangrijke taak in de transitiefase via de zorginkoop. Voor de extra werkzaamheden die hierdoor ontstaan zijn in 2019 structureel extra middelen opgenomen. In 2020 is het bedrag incidenteel lager dan het structureel bedrag. De beschikbare middelen worden daarom in 2020 incidenteel met € 0,207 miljoen verlaagd.

2.2 Openstellen Wlz voor cliënten met een psychische stoornis

Met ingang van 2021 wordt de Wlz opengesteld voor cliënten met een psychische stoornis.

Wlz-uitvoerders zetten in 2020 stappen om zich voor te bereiden op deze uitbreiding van de Wlz per 2021. Voor deze extra werkzaamheden, zoals administratie en zorginkoop, is structureel € 5,000 miljoen beschikbaar gesteld.

2.3 Onafhankelijke cliëntondersteuning (Oco)

Wlz-uitvoerders hebben een plan van aanpak opgesteld voor de inzet van extra middelen, die in het regeerakkoord voor ook cliëntondersteuning Wlz, beschikbaar zijn gesteld. Voor 2020 gaat het incidenteel om een bedrag van € 1,500 miljoen met als inzet de verdere ontwikkeling van een meer bekende, vindbare, kwalitatief betere en beschikbare cliëntondersteuning voor cliënten in de Wlz.

Met ingang van 2019 wordt in gezet op de verdere ontwikkeling van een meer bekende, vindbare, kwalitatief betere en beschikbare cliëntondersteuning voor cliënten in de Wlz. Voor het effect van dit beleid en de bijhorende groei van Oco is € 3 miljoen beschikbaar.

2.4 Zorgchallenge

In 2019 heeft de challenge Verpleeghuizen van de Toekomst plaats gevonden. In deze challenge implementeren verpleeghuizen innovaties en elkaar hierbij op weg helpen. Voor 2020 wordt deze challenge georganiseerd door de Wlz-uitvoerders.

Voor deze challenge is incidenteel in het totaal € 1,200 miljoen beschikbaar. Van dit bedrag is € 0,400 miljoen beschikbaar voor 2019 en is € 0,800 miljoen beschikbaar voor 2020.

2.5 Volwaardig Leven

In het kader van het project volwaardig leven worden verschillende pilots gestart door Wlz-uitvoerders. Voor de pilot ‘Ondersteuning van naasten’ wordt in 2020 in het totaal € 2,000 miljoen beschikbaar gesteld aan de Wlz-uitvoerder Stichting Zorgkantoor Menzis en CZ Zorgkantoor B.V.

In het kader van de actielijn ‘Meer passende zorg en ondersteuning voor specifieke groepen’ wordt € 0,405 miljoen beschikbaar gesteld. In het totaal komt hiermee het bedrag in het kader van volwaardig leven op € 2,405 miljoen.

2.6 Client vertrouwenspersoon

Met oog op de rechtsbescherming van cliënten die vanwege een verstandelijke beperking of psychogeriatrische aandoening extra kwetsbaar zijn, is in de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten de functie van cliëntenvertrouwenspersoon (cvp) gecreëerd. De Wlz-uitvoerders verzorgen vanaf 2020 de inkoop van de cvp en daarbij wordt aandacht besteed aan de ‘beschikbaarheid’ en ‘zichtbaarheid’ van de cvp. Voor de inkoop van de cvp is structureel € 8,825 miljoen beschikbaar.

3 anpassingen in verband met ontwikkelingen op het terrein van de taak van de SVB

Ter dekking van de beheerskosten van de SVB voor het Wlz-pgb wordt in 2020 € 28,647 miljoen beschikbaar gesteld.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven