Verkeersbesluit in verband met de aanleg van een rotonde op het kruispunt Muntweg N351 / Kuinderweg N331 te Emmeloord, provincie Flevoland

Logo Flevoland

Gelet op:

artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990,

Overwegende:

Dat de Muntweg N351 en de Kuinderweg N331 beide zijn gecategoriseerd als gebiedsontsluitingswegen;

Dat de Muntweg N351 en de Kuinderweg N331 beide zijn gelegen buiten de bebouwde kom;

Dat op de Muntweg N351 en de Kuinderweg N331 conform RVV 1990 artikel 21 een wettelijke maximumsnelheid geldt van 80 km/h;

Dat de betreffende wegen bij de provincie Flevoland in beheer en onderhoud zijn;

Dat de huidige situatie bij de Muntweg N351 en de Kuinderweg N331 een voorrangsgeregeld kruispunt betreft;

Dat in de huidige situatie als voorrangsgeregeld kruispunt de doorstroming van het verkeer op momenten onvoldoende is.

Dat als gevolg van de groei van het verkeer en de ontwikkeling van bedrijventerrein De Munt B te Emmeloord de doorstroming op het voorrangsgeregelde kruispunt Muntweg N351 / Kuinderweg N331 steeds meer negatief wordt beïnvloed en daardoor wordt beperkt;

Dat de belemmering in de doorstroming van het verkeer op het kruispunt ook een negatief effect heeft op de verkeersveiligheid op het kruispunt;

Dat in het tweede en derde kwartaal van 2019 niet-jaarlijks onderhoud is uitgevoerd aan de Muntweg N351 en de Kuinderweg N331;

Dat het niet-jaarlijks onderhoud bestaat uit de ombouw van een voorrangsgeregeld kruispunt naar een rotonde;

Dat een rotonde een verkeerveiliger kruispuntvorm is in vergelijking met een voorrangsgeregeld kruispunt vanwege minder potentiele conflicten op het kruispunt en de rijsnelheden op een rotonde lager liggen;

Dat door de aanleg van een rotonde een verbetering van de doorstroming bewerkstelligt tussen de A6 en het bedrijventerrein de Munt, en in de richting van Steenwijkerland en Weststellingwerf;

Dat op grond van artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 het gewenst is om deze verkeersmaatregel toe te passen in het kader van het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers alsmede het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

Dat bovengenoemde maatregelen zijn weergegeven op bijgevoegde situatietekeningen PFL190117 en PFL190118, welke onlosmakelijk deel uitmaken van dit besluit;

Dat overleg heeft plaatsgevonden met de politie Flevoland district Noord, zoals voorgeschreven in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

Besluit Gedeputeerde Staten van Flevoland:

 

  • I.

    Om de huidige situatie, te weten een voorrangsgeregeld kruispunt Muntweg N351 – Kuinderweg N331 te Emmeloord te wijzigen naar een rotonde;

  • II.

    Dat voor de realisatie van de rotonde de volgende borden en verkeerstekens worden geplaatst;

    • a.

      voor de aanwijzing van een weg als voorrangsweg; bord B01 (voorrangsweg) conform bijlage 1 van het RVV 1990;

    • b.

      voor het instellen van een voorrangsregeling; bord B06 (verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg) conform bijlage 1 van het RVV 1990;

    • c.

      voor het instellen van een verplichte rijrichting; bord D01 (rotonde: verplichte rijrichting) conform bijlage 1 van het RVV 1990;

    • d.

      voor het instellen van een verplichte rijrichting; bord D02 (gebod voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft) conform bijlage 1 van het RVV 1990;

    • e.

      voor het aanwijzen van een verplicht fiets/bromfietspad; bord G12a (fiets/bromfietspad) conform bijlage 1 van het RVV 1990;

    • f.

      voor het instellen van een voorrangsregeling; het aanbrengen van haaientanden zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990

 

Een en ander conform de bij dit besluit behorende tekeningen.

 

Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking van dit besluit en ligt gedurende 6 weken, samen met de bij dit besluit behorende situatietekeningen, ter inzage bij het provinciehuis, Visarenddreef 1, Lelystad.

 

Aldus besloten op grond van de door Gedeputeerde Staten van Flevoland d.d. 10 september 2013 met kenmerk 1529235 vastgesteld Algemeen mandaat, volmacht en machtigingenbesluit Flevoland 2013 en in mandaat besloten door het hoofd van de afdeling Infrastructuur, drs. R van der Werff.

 

Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na datum na publicatie schriftelijk bij ons bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en voorzien van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar.

 

Nadere informatie over de bezwaarprocedure treft u aan in het hierna volgende informatieblad.

 

Dit besluit is genomen op 19 november 2019.

 

Informatieblad bezwaarprocedure Gedeputeerde Staten van Flevoland

Bezwaar

Tegen onze besluiten kunt u op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na datum van verzending ervan bij ons schriftelijk bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend en voorzien te zijn van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Verzoek om voorlopige voorziening Wanneer u van mening bent dat, in afwachting van de behandeling van uw bezwaarschrift, een voorlopige voorziening moet worden getroffen, kunt u een verzoek daartoe indienen bij de voorzieningenrechter. Het adres is Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, voorlopige voorzieningen, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Uw verzoek om voorlopige voorziening wordt pas in behandeling genomen wanneer u griffierecht heeft betaald. De rechtbank laat u weten hoe hoog het griffierecht is en op welke wijze u dit kunt overmaken.

Overslaan van de bezwaarschriftenprocedure Op grond van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht kunt u in uw bezwaarschrift aangeven dat u de bezwaarschriftenprocedure wilt overslaan en rechtstreeks in beroep wilt gaan bij de bestuursrechter. In artikel 7:1 a tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat wij een dergelijk verzoek in ieder geval moeten afwijzen wanneer: A) het bezwaarschrift is gericht tegen het niet op tijd nemen van een besluit. B) tegen het besluit door een andere belanghebbende ook een ander bezwaarschrift is ingediend waarin zo’ n verzoek niet is gedaan en dit bezwaarschrift ontvankelijk is. Wij stemmen alleen in met het verzoek om de bezwaarschriftenprocedure over te slaan, wanneer de zaak daarvoor geschikt is. Wanneer dit het geval is, zenden wij het bezwaarschrift door aan de bevoegde rechter.

Proceskostenvergoeding Tot slot wijzen wij u er nog op dat u op grond van artikel 7:15, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht bij ons – voordat wij een besluit hebben genomen op uw bezwaarschrift – een verzoek kunt indienen om de kosten die u redelijkerwijs in verband met de behandeling van uw bezwaarschrift moet maken, te vergoeden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kosten van rechtsbijstand, kosten van een getuige/deskundige; reis- en verblijfkosten, kosten van uittreksels uit openbare registers, telefoongesprekken. Bij het indienen van zo’n verzoek moet u het bedrag van de vergoeding aangeven en stukken overleggen waaruit blijkt dat u deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt. Bij het besluit dat wij op het bezwaarschrift nemen, wordt tegelijkertijd een besluit genomen op een ingediend verzoek om vergoeding van de kosten.

 

 

Naar boven