De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op artikel 4aa, vierde lid, onderdeel b, juncto, eerste lid, onderdeel a, van
de Wegenverkeerswet 1994;
BESLUIT:
ARTIKEL I
Artikel 1, onderdeel a, onder 4°, van de Regeling taken Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen
vervalt onder vervanging van de puntkomma door een punt in artikel 1, onderdeel a,
onder 3°.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling voorziet in het schrappen van de wettelijke taak van het Centraal Bureau
Rijvaardigheidsbewijzen (hierna: het CBR) om de examens voor heftruckbestuurders en
reachtruckbestuurders af te nemen.
Voor bestuurders van heftrucks en reachtrucks nam het CBR tot 1 januari 2019 theorie-
en praktijkexamens af. In de praktijk zijn drie ontwikkelingen zichtbaar die het schrappen
van deze taak rechtvaardigen. Ten eerste bieden diverse commerciële partijen gelijksoortige
dienstverlening aan, namelijk een opleiding met een gecombineerd examen.
Ten tweede gebruikten werkgevers de examens om invulling te geven aan de in de wetgeving
omtrent arbeidsomstandigheden neergelegde instructieplicht van werkgevers. De genoemde
examens zijn echter niet verplicht om de functie van heftruck of reachtruckbestuurder
uit te oefenen. Aangezien de examens ook gevolgd kunnen worden bij commerciële partijen,
hoeft deze taak niet langer door het CBR te worden uitgevoerd.
Ten derde liepen de examenaantallen bij het CBR al meerdere jaren terug, waardoor
investeringen voor het actueel houden van de opleiding onder druk zijn komen te staan.
Als gevolg van deze ontwikkelingen is overheidshandelen niet langer gerechtvaardigd.
Daarom is in overleg met sociale partners en opleidingsinstituten besloten de examinering
en het toezicht op de examens door het CBR stop te zetten.
Kosten
Aangezien de examinering voor hef-en reachtruckbestuurders is overgenomen door commerciële
partijen, is er sprake van een verschuiving van de kosten. De kosten voor de burger
veranderen daarom niet. Om die reden is een ontwerp van deze regeling niet voorgelegd
aan het Adviescollege toetsing regeldruk.
Internetconsultatie
Over de regeling heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden. De regeling heeft
geen noemenswaardige gevolgen voor burgers, bedrijven en instellingen, brengt geen
ingrijpende verandering teweeg in de rechten en plichten van burgers en bedrijven
en heeft evenmin ingrijpende gevolgen voor de uitvoeringspraktijk.
Inwerkingtreding
Met de inwerkingtredingsdatum is rekening gehouden met de vaste verandermomenten.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga