Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2019, 64844 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2019, 64844 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister voor Medische Zorg,
Gelet op artikelen 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;
Na op 14 oktober 2019 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2018/2019, 31 765, nr. 452) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg inzake de coördinatiefunctie verblijf;
Besluit:
In deze aanwijzing wordt verstaan onder:
functie tenminste bestaande uit:
○ triage,
○ 24/7 bereikbaarheid en inzicht in beschikbare capaciteit van verblijfsmogelijkheden,
○ monitoring en evaluatie van de uitoefening van de functie en
○ kwaliteit- en effectmeting regionale coördinatiefunctie;
zorg als bedoeld in artikel 2.12 van het Besluit zorgverzekering voor zover het gaat om verblijf dat medisch noodzakelijk is in verband met zorg zoals huisartsen plegen te bieden al dan niet gepaard gaande met verpleging en verzorging of paramedische zorg.
beschrijving, bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onder d, van de wet;
het sorteren en classificeren (indelen) van de aangemelde patiënt met als doel de aard en de urgentie van de zorgbehoefte en de passende (zorg)setting te bepalen. Het betreft een professionele afweging op grond van de actuele zorgvraag, de prognose en de situatie van de patiënt, waarbij naast gebruikmaking van het triageprotocol en beschikbaarheid van relevante kennis en vaardigheden de coördinatiefunctie zeven dagen in de week minimaal tot 22.00 uur toegang heeft tot een intercollegiaal consult van de specialist ouderengeneeskunde als aanvullende expertise nodig is voor de triage;
tarief, bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onder a, van de wet;
Wet marktordening gezondheidszorg;
Nederlandse Zorgautoriteit.
1. De zorgautoriteit stelt ter uitvoering van deze aanwijzing beleidsregels en regels vast ten behoeve van de coördinatiefunctie verblijf voor eerstelijns-verblijf.
2. De zorgautoriteit stelt ter uitvoering van deze aanwijzing beleidsregels en regels ten behoeve van de coördinatiefunctie voor andere vormen van verblijf niet vast dan nadat de minister de zorgautoriteit daartoe bij brief heeft bericht.
1. De zorgautoriteit stelt ten behoeve van het met ingang van 1 januari 2020 in rekening kunnen brengen van tarieven voor prestaties verleend ter uitvoering van de coördinatiefunctie verblijf een of meer prestatiebeschrijvingen vast.
2. Voor de prestatiebeschrijvingen als bedoeld in het eerste lid geldt een vrij tarief.
Een prestatie als bedoeld in artikel 3 kan door een uitvoerder van een coördinatiefunctie in rekening worden gebracht indien daartoe een schriftelijke overeenkomst is gesloten tussen een uitvoerder van de coördinatiefunctie en een ziektekostenverzekeraar.
Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins
Op grond van deze aanwijzing dient de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een of meer prestaties vast te stellen voor de coördinatiefunctie verblijf. De voor de geleverde prestaties in rekening te brengen tarieven zijn vrij ter onderhandeling tussen de uitvoerder van de coördinatiefunctie verblijf en een ziektekostenverzekeraar. De prestaties voor de functie kunnen alleen in rekening worden gebracht aan een ziektekostenverzekeraar waarmee de uitvoerder van de coördinatiefunctie verblijf een overeenkomst heeft gesloten. De contractverplichting kan worden opgelegd, omdat de verzekerde patiënt zich voor de coördinatie richt tot zijn zorgaanbieder en niet tot de uitvoerder van de coördinatiefunctie die zijn zorgaanbieder ondersteunt.
Medio 2018 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een verkenning van bekostigingsopties voor coördinatiefuncties voor zorgvormen met tijdelijk verblijf uitgebracht. De aanleiding voor die verkenning was en is dat veldpartijen de bekostiging van de regionale coördinatiefuncties tijdelijk verblijf enkel via de tarieven en bestaande prestaties eerstelijnsverblijf (ELV) als te complex en versnipperd in de uitvoering ervaren. Daarnaast is het op dit moment niet inzichtelijk welk deel van de vergoeding binnen het tarief specifiek is afgesproken voor de regionale coördinatiefunctie, omdat er tot nu toe geen aparte prestatie is voor de coördinatiefunctie verblijf.
De NZa heeft in juni 2018 de resultaten van de verkenning gepubliceerd1. De NZa geeft daarin aan dat de plaatsbepaling van de coördinatiefuncties voor tijdelijk verblijf in het geheel van zorgverlening onvoldoende duidelijk is. Daarnaast ontbrak een afbakening van de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van coördinatiefuncties voor tijdelijk verblijf. De NZa stelt in haar verkenning dat eerst de functionaliteiten van een coördinatiefunctie duidelijk moeten zijn, voordat tot een passende bekostiging voor de coördinatiefunctie tijdelijk verblijf gekomen kan worden. Door de onduidelijke plaatsbepaling en het ontbreken van duidelijke functionaliteiten op het moment van de verkenning, kon namelijk niet bepaald worden in welke mate er sprake is van zorgverlening door de coördinatiefunctie en hoe bekostiging van de coördinatiefuncties in de systematiek van de Wmg-bekostiging kan worden geplaatst. De NZa heeft daarom alleen op hoofdlijnen bekostigingsopties geschetst.
Naar aanleiding van die verkenning is met Zorgverzekeraars Nederland (ZN) overleg georganiseerd met alle betrokken brancheorganisaties (ActiZ, Verenso, LHV, InEen, V&VN, NVZ, ZorgthuisNL en VNG) met als doel consensus te bereiken over de functionaliteiten van de regionale coördinatiefuncties tijdelijk verblijf en het pad hoe daar te komen. Partijen waren het eens over de volgende functionaliteiten waarover een coördinatiefunctie zou moeten beschikken: beoordeling van de zorgbehoefte (triage), inzicht in beschikbare capaciteit (24/7), afspraken over bereikbaarheid en toeleiding van zorg, evaluatie en monitoring. Vervolgens hebben ZN en ActiZ het voortouw genomen de minimaal gewenste invulling van de functionaliteiten te beschrijven, inclusief bevoegdheden en verantwoordelijkheden, in afstemming met LHV en Verenso. Medio april 2019 is de beschrijving van de functionaliteiten2 naar alle betrokken partijen verstuurd.
Er zijn vier functionaliteiten beschreven waaraan de functie minimaal moet voldoen:
1. Triage conform de omschrijving van het afwegingsinstrument voor opname eerstelijnsverblijf 2.03, waarbij relevante kennis en vaardigheden beschikbaar moeten zijn en er minimaal 7 dagen per week tot 22.00 uur toegang is tot intercollegiaal consult van de specialist ouderengeneeskunde;
2. 24/7 bereikbaarheid en inzicht in beschikbare capaciteit, waarbij er 3 opties gegeven worden voor de invulling hiervan en met de notie dat de gekozen regionale infrastructuur geschikt moet zijn voor toekomstige verbreding naar andere zorgvormen;
3. Monitoring en evaluatie functioneren regionale coördinatiefunctie, op gestructureerde wijze met betrokkenheid van verwijzers en andere gebruikers en periodieke communicatie over de ontwikkeling en voortgang van de coördinatiefunctie;
4. Kwaliteit- en effectmeting regionale coördinatiefunctie, onder verantwoordelijkheid van betreffende zorgaanbieder en zorgverzekeraar en met deelname van verwijzers.
Met deze beschrijving wordt transparant en uniform wat de samenhangende taken en verantwoordelijkheden van de regionale coördinatiefuncties zijn. Het Zorginstituut ziet de beschreven functionaliteiten van de regionale coördinatiefunctie als verzekerde zorg. Hiermee wordt het mogelijk een prestatiebeschrijving te maken ten behoeve van de bekostiging van de coördinatiefunctie verblijf, waardoor een uitvoerder van de coördinatiefunctie de geleverde prestatie in rekening kan brengen bij een zorgverzekeraar. Veldpartijen geven de voorkeur aan lumpsumbekostiging (zonder directe toerekening van de kosten naar de verzekerde). Een verkenning naar de mogelijkheden daartoe is nog niet afgerond. Veldpartijen hebben aangegeven graag een tussenoplossing voor de korte termijn te willen, dus per 2020. Ik geef hier met deze aanwijzing graag gehoor aan.
Door onderscheid te maken in de te declareren prestaties tussen de directe zorg ten behoeve van de patiënt binnen het eerstelijnsverblijf en de coördinatie ervan ten behoeve van zorgverleners wordt de transparantie bevorderd en is het voor zorgverzekeraars mogelijk congruent te handelen bij de inkoop en bekostiging van die coördinatiefunctie.
De organisatie en inrichting van de coördinatiefuncties tijdelijk verblijf in de verschillende regio’s is zo divers en nog in ontwikkeling dat er thans geen mogelijkheid bestaat om een kostenberekening te maken voor een uniform tarief dat dekking geeft aan redelijke kosten van een coördinatiefunctie. De prestatie kent daarom een vrij tarief, waardoor recht kan worden gedaan aan de regionale verschillen.
De prestatie kent een contractvereiste tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar, aangezien het hier geen directe toegang van de patiënt tot de coördinatiefunctie betreft en de prestatie op basis van het gesloten contract alleen aan de contracterende zorgverzekeraar in rekening wordt gebracht. De coördinatiefunctie is een dienst ten behoeve van betrokken zorgverleners en zorgaanbieders in het belang van goede zorg voor de patiënt, ingebed in de regionale afspraken tussen betrokken zorgpartijen.
Met deze oplossing wordt transparante bekostiging van de coördinatiefunctie verblijf beoogd, waarbij voldoende ruimte is om recht te doen aan de regionaal overeengekomen vorm en inhoud van de gemaakte afspraken. De coördinatiefunctie tijdelijk verblijf wordt nu nog bekostigd met een opslag op het tarief van de prestaties eerstelijnsverblijf. Als er door de NZa op grond van de voorgenomen aanwijzing een prestatiebeschrijving is vastgesteld voor de coördinatiefunctie verblijf, kan de functie ook worden bekostigd uit de inkomsten uit de voor die prestatie in rekening gebrachte tarieven.
Met de vaststelling van een prestatiebeschrijving voor de coördinatiefunctie verblijf op basis van de veldnorm ontstaat duidelijkheid over de inhoud van die functie voor zorgaanbieder, zorgverzekeraar, verzekerde en coördinatiefunctie. Dit betekent dat de bestaande afspraken aan die uniformiteit moeten worden aangepast. De zorgverzekeraars en uitvoerders kunnen daar in 2020 naar toe werken.
De voorgenomen aanwijzing richt zich in eerste instantie op het in rekening brengen van een prestatie voor de coördinatiefunctie verblijf naast de bestaande prestaties voor eerstelijnsverblijf. Afhankelijk van bovengenoemde verkenning wordt op termijn geanalyseerd of de prestatie coördinatiefunctie verblijf in de bekostiging ook tot andere vormen van verblijf, bijvoorbeeld geriatrische revalidatiezorg of Wlz-crisiszorg, kan worden uitgebreid. De aanwijzing voorziet erin dat de aanwijzing coördinatiefunctie verblijf bij brief ook tot andere vormen van verblijf kan worden uitgebreid.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-64844.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.