Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2019, 64599 | Interne regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2019, 64599 | Interne regelingen |
Met ingang van 1 januari 2019 wordt Hoofdstuk 17 van het Pensioenreglement van ABP integraal vervangen door de volgende tekst:
Pensioenreglement voor militairen
Dit reglement geldt vanaf 1-1-2019
Inhoudsopgave
1. |
Leeswijzer |
2 |
2 |
Deelnemen aan de pensioenregeling voor militairen |
4 |
3 |
U neemt deel aan de pensioenregeling voor militairen |
4 |
3.1 |
Start van uw pensioenopbouw |
4 |
3.2 |
U heeft een partner |
5 |
3.3 |
U heeft kinderen jonger dan 25 jaar |
6 |
3.4 |
U wordt ziek |
6 |
3.5 |
U gaat uit elkaar |
7 |
3.6 |
U krijgt meer of minder salaris |
9 |
3.7 |
U heeft verlof |
9 |
3.8 |
U krijgt ontslag of u neemt ontslag |
9 |
3.8.1 |
U krijgt leeftijdsontslag |
10 |
3.8.2 |
U krijgt ontslag |
10 |
3.8.3 |
U neemt zelf ontslag |
11 |
3.9 |
U overlijdt, uw partner of ex-partner overlijdt of uw kind overlijdt |
11 |
3.10 |
U stopt met pensioen opbouwen bij ABP. De keuzes die u kunt maken |
13 |
3.11 |
Uw keuzes als u met pensioen gaat |
14 |
4 |
U bouwt geen pensioen meer bij ons op |
14 |
4.1 |
Uw deelname stopt |
14 |
4.2 |
U heeft een partner |
15 |
4.3 |
U heeft kinderen jonger dan 25 jaar |
15 |
4.4 |
U wordt ziek |
16 |
4.5 |
U gaat uit elkaar |
16 |
4.6 |
U overlijdt, uw partner of uw ex-partner overlijdt of uw kind overlijdt |
16 |
5 |
Uw keuzes als u met pensioen gaat |
18 |
5.1 |
U gaat met pensioen op uw pensioenleeftijd |
18 |
5.2 |
U wilt meer pensioen |
19 |
6. |
U bent met pensioen |
19 |
6.1 |
U krijgt een partner |
19 |
6.2 |
U heeft kinderen jonger dan 25 jaar |
20 |
6.3 |
U gaat uit elkaar |
20 |
6.4 |
U overlijdt of uw partner of uw ex-partner overlijdt |
20 |
7. |
Premie en pensioenberekeningen |
21 |
7.1 |
Pensioenopbouw ouderdomspensioen |
21 |
7.1.1 |
Uw pensioengevend inkomen |
22 |
7.1.2 |
De franchise (het bedrag waarover u geen pensioen opbouwt) |
24 |
7.1.3 |
Het opbouwpercentage (het percentage waarmee u jaarlijks pensioen opbouwt) |
25 |
7.1.4 |
De meetelwaarde |
25 |
7.1.5 |
Uw deeltijdpercentage |
26 |
7.2 |
Partnerpensioen en wezenpensioen |
28 |
7.3 |
Maximale bedragen voor uw pensioen |
29 |
7.4 |
Hoogte pensioenpremie |
29 |
7.4.1 |
Het Ministerie van Defensie betaalt uw premie niet |
30 |
7.5 |
Verhogen van uw pensioen (indexeren) |
30 |
7.6 |
Verlagen van uw pensioen |
31 |
8 |
Wij kunnen uw pensioen in één keer betalen (Afkopen) |
31 |
9 |
U verandert van werkgever en u wilt uw opgebouwde pensioen meenemen (Waardeoverdracht) |
32 |
10 |
Situaties waarin wij niet uitkeren |
33 |
11 |
Gemoedsbezwaren |
33 |
12 |
Informatie die u aan ons moet doorgeven en informatie die u van ons krijgt |
34 |
13 |
Vragen of klachten |
36 |
14 |
Regelingen waar u voor kunt kiezen |
37 |
14.1 |
ABP ExtraPensioen |
37 |
14.2 |
Nettopensioen |
38 |
1. |
Wat is een nettopensioenregeling? |
38 |
2. |
Deelname en start |
39 |
3. |
Einde regeling, eerder stoppen of overlijden |
41 |
4. |
Premie en kosten |
42 |
5. |
Opbouw voor extra ouderdomspensioen |
44 |
6. |
U gaat uit elkaar |
44 |
7. |
Fiscale maximering en afkopen |
44 |
8. |
Verhogen en verlagen van pensioen |
45 |
9. |
Jaarlijks overzicht opgebouwde waarde |
45 |
14.3 |
Andere situaties waarin u bij ons aanvullend pensioen kunt opbouwen |
45 |
15 |
Vaststelling pensioenreglement |
45 |
Bijlage 1 Tabellenboek met voorbeelden |
46 |
|
Bijlage 2 Begrippenlijst |
58 |
|
Bijlage 3 Bedragen en percentages |
60 |
|
Bijlage 4 Bestanddelen pensioengevend inkomen (stand 1 januari 2019) |
62 |
In dit ‘Pensioenreglement voor militairen’ vindt u uw rechten en plichten van uw militair pensioen bij ABP.
Wilt u een overzicht wat deze pensioenregeling inhoudt? In laag 1 en in laag 2 (op de ABP site) vindt u in het kort de belangrijkste informatie over uw pensioenregeling. Dit is laag 3. Hierin vindt u alle rechten en plichten over uw pensioen.
Wat is er geregeld?
Bijvoorbeeld is er partnerpensioen? Of kan ik eerder met pensioen en wat zijn dan de voorwaarden?
De antwoorden op uw vragen zijn afhankelijk van de levensfase waarin u zich bevindt.
• U neemt deel aan de pensioenregeling voor militairen (hoofdstuk 3)
• U bouwt geen pensioen meer bij ons op (hoofdstuk 4)
• Uw keuzes als u met pensioen gaat (hoofdstuk 5)
• U bent met pensioen (hoofdstuk 6)
Let op!
In dit pensioenreglement vragen we bij een Let op!-tekst uw aandacht voor bijzondere situaties of zaken die voor u van belang kunnen zijn.
Hoe berekent ABP de hoogte van het pensioen?
Hoe hoog is mijn pensioen, of wat krijgt mijn partner als ik overlijd? Dit is onder andere afhankelijk van het aantal dienstjaren, uw inkomen, uw burgerlijke staat en eventueel uw arbeidsongeschiktheid.
Dit leest u in hoofdstuk 7.
Let op! Heeft u vóór 2019 pensioen opgebouwd bij ABP? Of krijgt u al pensioen op 1 januari 2019?
De pensioenregeling voor militairen is op 1 januari 2019 gewijzigd. In dit reglement leest u hoe de pensioenopbouw vanaf 1 januari 2019 is geregeld.
Werkte u vóór 2019 als militair? Dan heeft u vóór 2019 pensioen opgebouwd. Voor de berekening van uw opgebouwde pensioen tot en met 31 december 2018 blijft het oude pensioenreglement 2018 (Hoofdstuk 17 (link)) gelden. Dat geldt ook voor de op 31 december 2018 lopende pensioenuitkeringen, zoals bijvoorbeeld ouderdomspensioen of Anw-compensatie. Vanaf 1 januari 2019 is op deze opgebouwde pensioenen en uitkeringen het pensioenreglement voor militairen 2019 van toepassing. Ook latere wijzigingen in dit pensioenreglement zijn van toepassing. Behalve als dat leidt tot een andere berekening van uw pensioen of uitkering. Zie ook het kader hieronder.
Kader Hieronder staan de bepalingen van dit pensioenreglement die in ieder geval van toepassing zijn op de pensioenen of pensioenuitkeringen, opgebouwd en/of toegekend voor 1 januari 2019. |
Let op! Door het toepassen van de hieronder genoemde bepalingen kan uw pensioen hoger of lager worden. Bijvoorbeeld door indexatie van uw pensioen. Of omdat u zelf kiest voor het ruilen van partnerpensioen voor meer ouderdomspensioen. |
– Paragraaf 3.5 U gaat uit elkaar – Paragraaf 3.9 U overlijdt, uw partner of ex-partner overlijdt of uw kind overlijdt – Paragraaf 3.10 U stopt met pensioen opbouwen bij ABP. De keuzes die u kunt maken – Paragraaf 3.11 Uw keuzes als u met pensioen gaat – Hoofdstuk 4 U bouwt geen pensioen meer bij ons op – Hoofdstuk 5 Uw keuzes als u met pensioen gaat – Hoofdstuk 6 U bent met pensioen – Paragraaf 7.5 Verhogen van uw pensioen (indexeren) – Paragraaf 7.6 Verlagen van uw pensioen – Hoofdstuk 8 Wij kunnen uw pensioen in één keer betalen (Afkopen) – Hoofdstuk 9 U verandert van werkgever en wilt uw opgebouwde pensioen meenemen (Waardeoverdracht) – Hoofdstuk 10 Situaties waarin wij niet uitkeren – Hoofdstuk 12 Informatie die u aan ons moet doorgeven en informatie die u van ons krijgt – Hoofdstuk 13 Vragen of klachten – Hoofdstuk 14 Regelingen waar u voor kunt kiezen – Hoofdstuk 15 Vaststelling pensioenreglement – De bijlagen bij dit reglement voor zover die bijlagen betrekking hebben op de hiervoor genoemde onderwerpen. |
Verschillende type vragen
In dit pensioenreglement leest u wat uw rechten en plichten zijn. Hoeveel pensioen u heeft opgebouwd vindt u in MijnABP. Wilt u weten hoe dit bedrag is opgebouwd, dan vindt u dat in hoofdstuk 7 Premie- en pensioenberekeningen.
Samengevat:
Type vraag |
Aard v.d. vraag |
Voor wie |
Waar antwoord |
---|---|---|---|
Wat |
Wat is er geregeld |
Voor iedereen, zie ook de overgangsbepalingen |
Pensioenreglement |
Hoeveel |
Hoogte pensioen |
Voor iedereen anders |
MijnABP (informatief) |
Hoe tot stand gekomen |
Uitleg over rekenwijze |
Voor iedereen hetzelfde, maar zie ook de overgangsbepalingen |
• H 7 Premie en pensioenberekeningen • Bijlage pensioenreglement |
Begrippen en definities
We gebruiken begrippen en definities om de vragen efficiënter te beantwoorden. Als u wilt weten of we hetzelfde bedoelen kunt u de toelichting in de begrippenlijst opzoeken. In sommige gevallen ziet u ook een link staan naar een ander onderdeel van het reglement waar we het begrip uitgebreid toelichten.
MijnABP
In MijnABP vindt u het pensioen dat u ontvangt als u op uw pensioenleeftijd met pensioen gaat. In dit bedrag hebben wij uw hele diensttijd als militair, opgebouwd voor en vanaf 1 januari 2019, meegeteld. En ook alle diensttijd bij andere ABP-werkgevers of als burger bij het Ministerie van Defensie telt hierin mee. Hier kunt u ook uitrekenen wat andere keuzes voor uw pensioen zullen betekenen. De pensioenbedragen die daarin staan zijn geen onderdeel van dit pensioenreglement.
Let op! Wij kunnen in MijnABP niet op ieder moment het exacte bedrag laten zien. Dat doen we op het moment dat u met pensioen gaat, of eerder als u daar naar vraagt. Het bedrag dat u in MijnABP ziet is daarom informatief. U kunt er geen rechten aan ontlenen. Dat geldt voor alle informatie die u in MijnABP ziet.
Schriftelijk
Brief of digitaal.
We/ons
De ‘Stichting Pensioenfonds ABP’ of het ABP-bestuur.
U/ik
We spreken u aan in 3 situaties:
• U bent deelnemer aan deze pensioenregeling (zie begrip deelnemers), of;
• U heeft gewerkt als militair maar bent nog niet gepensioneerd, of;
• U bent gepensioneerd.
Zij/hij
Als we over uw partner spreken. Vanwege de leesbaarheid gebruiken we hij en zij willekeurig door elkaar.
De pensioenregeling voor militairen en hun nabestaanden wordt uitgevoerd door Stichting pensioenfonds ABP.
Let op! Bent u ook in dienst bij een andere ABP-werkgever? Of werkt u ook als burgermedewerker bij het Ministerie van Defensie?
Dan geldt voor u voor dat deel van uw pensioenopbouw het pensioenreglement van ABP.
Wanneer bent u deelnemer in deze pensioenregeling?
U bent deelnemer in de volgende situaties:
• U bent militair
• U bent geen militair meer en u ontvangt op basis van dat vorige dienstverband bij het Ministerie van Defensie:
– een UGM-uitkering, of;
– een ontslag- of werkloosheidsuitkering, of;
– een arbeidsongeschiktheidspensioen.
U bent deelnemer zolang u deze uitkering ontvangt.
• U neemt vrijwillig deel aan de pensioenregeling voor militairen.
Let op! Bent u reservist?
U bent deelnemer gedurende de hele kalendermaand waarin u in werkelijke dienst bent. Na deze maand stopt u met pensioen opbouwen tot het moment dat u weer opgeroepen wordt. Uw pensioenopbouw berekenen we over de daadwerkelijk gewerkte tijd.
Ontvangt u een UGM-uitkering, een ontslaguitkering of werkloosheidsuitkering?
U bent deelnemer tot uiterlijk de dag waarop uw uitkering is gestopt (zie bijlage 2 Begrippenlijst).
U heeft gemoedsbezwaren om aan deze regeling deel te nemen.
Als u gemoedsbezwaren heeft tegen iedere vorm van verzekering kunnen we u vrijstelling geven om aan deze regeling mee te doen. De regels die hiervoor gelden staan in hoofdstuk 11 Gemoedsbezwaren.
In dit hoofdstuk kunt u vinden waar u als deelnemer recht op heeft.
Hieronder vindt u situaties waarin u vragen over uw pensioen kunt hebben.
3.1 |
Start van uw pensioenopbouw |
3.2 |
U heeft een partner |
3.3 |
U heeft kinderen jonger dan 25 jaar |
3.4 |
U wordt ziek |
3.5 |
U gaat uit elkaar |
3.6 |
U krijgt meer of minder salaris |
3.7 |
U heeft verlof |
3.8 |
U krijgt ontslag of u neemt ontslag |
3.9 |
U overlijdt, uw partner overlijdt of uw kind overlijdt |
3.10 |
U stopt met pensioen opbouwen bij ABP. De keuzes die u kunt maken |
3.11 |
Uw keuzes als u met pensioen gaat |
Heeft u een nieuwe baan en gaat u werken als militair? Dan gaat u pensioen bij ons opbouwen; zie hoofdstuk 7.1 Pensioenopbouw ouderdomspensioen. Het Ministerie van Defensie meldt u aan bij ABP, u hoeft zelf niets te doen. U krijgt daarover van ons een brief.
Werkte u hiervoor bij een andere ABP-werkgever of als burgermedewerker bij het Ministerie van Defensie? En bouwde u pensioen op bij ABP?
Dan rekenen wij uw opgebouwde pensioen bij ABP om naar militair pensioen in dit pensioenreglement. Wij informeren u hierover. Wilt u niet dat we omrekenen? Dan kunt u dit aan ons doorgeven. Dit kan totdat u met pensioen gaat. Als wij niet omrekenen krijgt u twee pensioenen van ABP. Ook kan niet omrekenen nadelig zijn voor uw partnerpensioen omdat uw partner geen recht meer heeft op partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar over diensttijd voor 1 januari 2018.
Heeft u vragen over omrekenen? Neem dan contact met ons op. Kijk in Hoofdstuk 13 Vragen of klachten.
Werkte u hiervoor bij een andere werkgever die niet bij ABP was aangesloten?
Werkte u hiervoor bij een andere werkgever? En heeft u daar pensioen opgebouwd? Dan kunt u ervoor kiezen de waarde van dat pensioen mee te nemen naar ABP. U leest hier meer over in hoofdstuk 9 Waardeoverdracht.
Ontving u al een arbeidsongeschiktheidspensioen toen u als militair ging werken?
Voor het gedeelte dat u arbeidsongeschikt bent, bouwt u misschien premievrij pensioen op. Dit doet dan uw vorige pensioenuitvoerder. Uw vorige pensioenuitvoerder bepaalt of u premievrij pensioen blijft opbouwen.
Wilt u iets weten over uw pensioen?
In hoofdstuk 12 Informatie die u aan ons moet doorgeven en informatie die u van ons krijgt leest u hier meer over.
Heeft u een partner? Om voor partnerpensioen in aanmerking te komen, gelden de onderstaande voorwaarden.
Aan welke voorwaarden moet u voldoen?
1. Bent u getrouwd of heeft u een geregistreerd partnerschap?
Bent u getrouwd? Of heeft u een geregistreerd partnerschap? En woont u in Nederland? Dan krijgt uw partner automatisch partnerpensioen. U hoeft dan niets te doen. Woont u in het buitenland? Dan krijgen wij niet automatisch door dat u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft. Dan moet u dit aan ons doorgeven.
2. Woont u samen, maar bent u niet getrouwd en heeft u geen geregistreerd partnerschap?
Woont u samen, maar u bent niet getrouwd en heeft u geen geregistreerd partnerschap? Dan kan uw partner ook partnerpensioen krijgen. Daarvoor gelden de voorwaarden die hieronder staan:
• U en uw partner hebben een notarieel gesloten samenlevingscontract. In dat samenlevingscontract moet staan dat u over en weer bijdraagt aan de kosten van levensonderhoud.
• U en uw partner wonen in dezelfde woning. En in de basisadministratie personen staat u allebei ingeschreven op dit adres.
• Uw partner is niet uw ouder, grootouder, overgrootouder of uw kind, kleinkind of achterkleinkind.
• U of uw partner zijn niet ook getrouwd met iemand anders en hebben ook geen geregistreerd partnerschap of een partnerschap in onze regeling met iemand anders.
• U moet zelf aan ons doorgeven dat u samenwoont. Als u dit doorgeeft, stuur dan een kopie van het samenlevingscontract mee. Op het moment dat u dit aan ons doorgeeft, moeten u en uw partner ouder zijn dan 18 en u mag nog niet de AOW-leeftijd hebben bereikt. Zie ook Hoofdstuk 12 Informatie die u aan ons moet doorgeven.
Wanneer eindigt voor ons uw partnerschap?
Uw partnerschap eindigt voor ons op de dag:
• dat u niet meer samenwoont, getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft. Een scheiding en het einde van geregistreerd partnerschap krijgen wij door van de gemeente. Als u niet meer samenwoont moet u ons dat schriftelijk doorgeven.
• dat uw partner overlijdt;
• dat u of uw partner trouwt of een geregistreerd partnerschap krijgt met iemand anders;
• dat u of uw partner bij iemand anders als partner met een samenlevingscontract bij ons geregistreerd staat;
• dat u niet reageert op onze periodieke vraag om uw partnerschap aan ons te bevestigen. U krijgt van ons dan een termijn van zes weken om uw partnerschap schriftelijk te bevestigen. Reageert u niet binnen 6 weken? Dan herhalen wij dit verzoek. Uw partnerschap eindigt dan zes weken nadat u het herhaalde verzoek heeft ontvangen en u hier niet binnen 6 weken op reageert.
Als u overlijdt, krijgen uw kinderen pensioen. Dit noemen we wezenpensioen. In MijnABP ziet u hoeveel wezenpensioen uw kinderen krijgen als u overlijdt.
Wat moet u doen als u kinderen heeft?
Als u kinderen heeft, hoeft u dit niet aan ons door te geven. Deze gegevens krijgen wij namelijk van uw gemeente.
Let op! Woont u in het buitenland? Dan moet u wél aan ons doorgeven dat u kinderen heeft.
Welke kinderen krijgen wezenpensioen?
Als u overlijdt, krijgen uw kinderen wezenpensioen als:
• ze jonger zijn dan 25 jaar, en;
• ze in de BRP als uw kind ingeschreven staan, of;
• de kinderen (niet uw biologische kinderen) deel uitmaken van uw gezin en waarvoor u de kosten voor levensonderhoud betaalde, of;
• u als biologische vader volgens de wet of door een notariële akte de kosten voor levensonderhoud moet betalen.
Uw kinderen moeten het wezenpensioen bij ons aanvragen. Zie ook 3.9 U overlijdt, uw partner of ex-partner overlijdt of uw kind overlijdt.
Let op! Kinderen die u voor adoptie heeft afgestaan krijgen geen wezenpensioen als u overlijdt.
Let op! Kinderen (niet uw biologische kinderen) die deel gaan uitmaken van uw gezin of waarvoor u als biologisch vader de kosten van levensonderhoud moet betalen, moet u wel aanmelden (zie ook hoofdstuk 12 Informatie die u aan ons moet doorgeven en informatie die u van ons krijgt)
Wordt u ziek? En werkt u op dat moment als militair? Dan krijgt u de eerste twee jaar salaris van het Ministerie van Defensie. Hoe hoog uw salaris in deze periode is, staat in het Inkomstenbesluit militairen. U en het Ministerie van Defensie betalen in deze periode samen de volledige pensioenpremie.
Wat gebeurt er als u als gevolg van ziekte ontslagen wordt?
Wordt u ontslagen en heeft u recht op een WIA-uitkering? Dan heeft u mogelijk recht op Militair ArbeidsongeschiktheidsPensioen. Dit krijgt u van het Ministerie van Defensie. Daarnaast heeft u mogelijk recht op Militair InvaliditeitsPensioen van het Ministerie van Defensie.
Wij gaan door met pensioen opbouwen en u hoeft geen premie meer te betalen voor het gedeelte dat u arbeidsongeschikt bent. Hoeveel u opbouwt vindt u in de tabel hieronder. Hiermee beginnen we op het moment dat u ontslagen wordt en het Militair ArbeidsongeschiktheidsPensioen is toegekend. We stoppen hiermee op het moment dat u geen recht meer heeft op een Militair ArbeidsongeschiktheidsPensioen.
Let op! Heeft u recht op een Militair Invaliditeitspensioen?
Over het Militair Invaliditeitspensioen bouwt u geen pensioen bij ons op.
Als u ziek bent, geldt het volgende zolang u in dienst blijft:
Uw pensioenopbouw loopt door op basis van het pensioengevend inkomen voor u ziek werd.
Als u een Militair ArbeidsongeschiktheidsPensioen ontvangt, geldt vanaf de datum van uw ontslag:
Uw pensioenopbouw loopt door over het arbeidsongeschikte deel op basis van het inkomen dat u ontving voordat u ziek werd. Ontvangt u geen Militair Arbeidsongeschiktheidspensioen meer dan stopt ook uw pensioenopbouw voor dit deel.
Arbeidsongeschiktheidspercentage |
Mate waarin pensioenopbouw doorloopt |
Mate waarin pensioenopbouwdoorloopt bij arbeidsongeschiktheid door een ongeluk op het werk of een beroepsziekte |
---|---|---|
80% of meer |
70% |
100% |
65% tot 80% |
56% |
80% |
55% tot 65% |
42% |
60% |
45% tot 55% |
35% |
50% |
35% tot 45% |
28% |
40% |
Van het UWV ontvangen wij rechtstreeks informatie over uw WIA-uitkering en wijzigingen daarin.
Let op! Bent u gedeeltelijk arbeidsongeschikt en werkt u nog bij een andere werkgever?
Als u ook bij die werkgever ziek wordt, verandert de mate waarin de pensioenopbouw doorloopt vanaf het moment dat u ontslagen wordt bij die werkgever.
U ontving al een WIA-uitkering toen u in dienst kwam?
Voor het gedeelte dat u arbeidsongeschikt was vóórdat u als militair in dienst kwam, bouwt u bij ons geen pensioen op.
Gaat u uit elkaar? Dan heeft dit de volgende gevolgen voor uw pensioen.
U gaat uit elkaar |
|
---|---|
U bent getrouwd of u heeft een geregistreerd partnerschap |
Uw ex-partner heeft recht op: • een gedeelte van uw ouderdomspensioen; • partnerpensioen. |
U woont samen met een samenlevingscontract en u heeft dat aan ons doorgegeven |
Uw ex-partner: • heeft geen recht op een gedeelte van uw ouderdomspensioen; • heeft wel recht op partnerpensioen. |
Hieronder staat wat dit betekent voor:
• uw ouderdomspensioen;
• het partnerpensioen;
• het wezenpensioen.
Wanneer speelt ouderdomspensioen een rol als u uit elkaar gaat?
Ouderdomspensioen speelt alleen een rol als u:
• getrouwd was, of;
• een geregistreerd partnerschap eindigt.
Woonde u samen, maar was u niet getrouwd en had u geen geregistreerd partnerschap? Dan heeft uit elkaar gaan geen invloed op uw ouderdomspensioen.
Wat gebeurt er met uw ouderdomspensioen als u uit elkaar gaat?
Als u en uw partner een geregistreerd partnerschap stoppen, gaan scheiden of gaan scheiden van tafel en bed, dan heeft uw partner recht op een deel van uw ouderdomspensioen. U kunt kiezen uit drie manieren om dit te regelen:
• Uw ex-partner krijgt de helft van het ouderdomspensioen dat u tijdens dit partnerschap heeft opgebouwd (dit heet verevenen). Let op! Uw ex-partner heeft geen recht op het ouderdomspensioen dat u heeft opgebouwd voordat u ging trouwen of een geregistreerd partnerschap aanging. Zo tellen ook salarisstijgingen die u geniet nadat u en uw partner uit elkaar zijn gegaan, niet mee voor het deel van het ouderdomspensioen voor uw ex-partner.
• We splitsen het pensioen. Uw ex-partner krijgt een eigen pensioen (dit heet conversie).
• U kunt ook afspreken om het pensioen niet te verdelen. Dit moet dan wel zijn opgenomen in huwelijkse voorwaarden of een scheidingsconvenant.
Let op! U moet binnen twee jaar na uw scheiding aan ons doorgeven welke keuze u samen heeft gemaakt.
Hieronder leest u wat de verschillen zijn.
Verevenen |
Conversie (splitsen) |
|
---|---|---|
Wat houdt het in? |
U deelt uw ouderdomspensioen met uw ex-partner. |
We splitsen uw pensioen, zodat uw ex-partner een eigen ouderdomspensioen krijgt. Als u en uw ex-partner hiervoor kiezen, zetten we het te verevenen deel van uw ouderdomspensioen + het partnerpensioen om in een eigen ouderdomspensioen voor uw ex-partner. |
Hoe hoog wordt het ouderdomspensioen voor uw ex-partner? Zie 7.2 Partnerpensioen en wezenpensioen voor de wijze waarop we dat berekenen |
In de wet staat dat als u uit elkaar gaat u en uw ex-partner allebei de helft krijgen van het ouderdomspensioen dat u tijdens uw relatie heeft opgebouwd. Maar u mag hierover samen ook andere afspraken maken. |
Het pensioen van uw ex-partner bestaat uit: • de helft van uw ouderdomspensioen dat u heeft opgebouwd tijdens de relatie, plus: • het partnerpensioen dat uw ex-partner zou krijgen als u zou overlijden. Dit partnerpensioen rekenen we om naar ouderdomspensioen. U kunt ook een andere verdeling van het ouderdomspensioen afspreken. |
Aan wie betalen wij het ouderdomspensioen? |
Als u binnen twee jaar de verevening aanvraagt keren wij uit aan uw ex-partner. Geeft u binnen deze tijd niets aan ons door? Dan maken we het pensioen aan u over en bent u zelf verantwoordelijk voor de verdeling. |
Wij keren uit aan uw ex-partner. Na conversie heeft u geen verplichtingen meer naar uw ex-partner. |
Wanneer start het ouderdomspensioen voor uw ex-partner? |
Op dezelfde dag waarop u uw ouderdomspensioen gaat ontvangen. Gaat u eerder of later met pensioen? Dan start de uitbetaling aan uw ex-partner ook eerder of later. |
• Vanaf AOW-leeftijd van uw ex-partner, of vanaf scheidingsdatum indien de scheiding na AOW-leeftijd plaats vindt; • Uw ex-partner kan zoals alle deelnemers kiezen om het ouderdomspensioen eerder of later te laten in gaan; |
Wanneer stopt het ouderdomspensioen van uw ex-partner |
• Wanneer u overlijdt; • Wanneer uw ex-partner overlijdt; • Als u en uw ex-partner weer een partnerschap met elkaar beginnen. |
Wanneer uw ex-partner overlijdt. |
Uw ex-partner overlijdt |
Als uw ex-partner overlijdt, is dit ouderdomspensioen weer voor u. |
Er verandert niets. |
U en uw ex-partner beginnen weer een partnerschap met elkaar. |
Als u en uw ex-partner weer een partnerschap met elkaar beginnen, is dit ouderdomspensioen weer voor u. |
Er verandert niets. |
Indexeren en verlagen |
Als wij beslissen om het pensioen te verhogen of te verlagen geldt dat ook voor het pensioen dat voor uw ex-partner is bedoeld. |
Let op! Als uw pensioen onder het wettelijke grensbedrag zit, mogen we uw pensioen niet verdelen. Over de wettelijke grens leest u meer in hoofdstuk 8 Wij kunnen uw pensioen in een keer betalen (Afkopen)
U krijgt een nieuwe partner. Wat gebeurt er dan?
Krijgt u een nieuwe partner? Dan gelden voor uw partner ook de regels van hoofdstuk 3.2 U heeft een partner.
Wanneer speelt partnerpensioen een rol als u uit elkaar gaat?
Partnerpensioen speelt een rol als u:
• getrouwd was, of;
• een geregistreerd partnerschap eindigt, of;
• een samenlevingscontract had.
Wat gebeurt er met het partnerpensioen als u gaat scheiden of uit elkaar gaat?
Als u en uw partner gaan scheiden of uit elkaar gaan, dan gebeurt er het volgende met het partnerpensioen:
• Als u overlijdt, krijgt uw ex-partner partnerpensioen. Het gaat om het partnerpensioen dat u had opgebouwd (zie hoofdstuk 7.2 Partnerpensioen) op het moment dat u uit elkaar ging. Zo tellen ook salarisstijgingen die u geniet nadat u en uw partner uit elkaar zijn gegaan, niet mee voor het partnerpensioen voor uw ex-partner.
• U en uw ex-partner kunnen samen besluiten dat uw ex-partner geen partnerpensioen krijgt als u overlijdt. U moet dit dan schriftelijk aan ons doorgeven.
• Heeft u er bij uw scheiding voor gekozen het pensioen te splitsen, zodat uw ex-partner een eigen pensioen krijgt? Dan zit het partnerpensioen in het pensioen van uw ex-partner. Als u overlijdt, gebeurt er dus niets.
Krijgt u een nieuwe partner? Dan krijgt uw nieuwe partner partnerpensioen als u overlijdt. Wel trekken we daar het partnerpensioen van uw ex-partner of ex-partners vanaf.
Wat gebeurt er als uw ex-partner eerder dan u overlijdt?
Het partnerpensioen dat bestemd was voor uw ex-partner, is nu voor een eventuele nieuwe partner. U kunt dit partnerpensioen als u met pensioen gaat ook ruilen voor een hoger ouderdomspensioen. Heeft u een nieuwe partner? Dan moet uw partner hiermee akkoord gaan.
• We gaan voor uw pensioenopbouw uit van uw pensioengevend (zie hoofdstuk 7.1.1 uw pensioengevend inkomen) inkomen per 1 januari of van het moment dat u in dienst trad. Een tussentijdse salarisverhoging of -verlaging telt mee voor het volgende jaar.
• Als uw salaris hoger of lager wordt door een andere deeltijdfactor houden we daar rekening mee vanaf de datum van die wijziging.
• Krijgt u een andere functie en daardoor een lager salaris? Is dit gebaseerd op een collectieve arbeidsovereenkomst of een andere collectieve regeling van arbeidsvoorwaarden? En gebeurt dit binnen 10 jaar voor de pensioenleeftijd? Dan berekenen we uw pensioenopbouw met uw oude pensioengevend inkomen. En niet met uw nieuwe, lagere salaris. Dit pensioengevend inkomen passen we ieder jaar per 1 januari aan met wijziging van de salarissen in uw sector.
• De verlaging van uw salaris als gevolg van het tijdelijk verkorten van uw arbeidsduur heeft geen gevolgen voor uw pensioenopbouw. Dat geldt ook voor de verhoging van uw salaris bij een tijdelijke verlenging van uw arbeidsduur. Of en voor welk percentage inkomensbestanddelen pensioengevend zijn, vindt u in bijlage 4.
• Wij maken geen verschil tussen betaald of onbetaald verlof. Voor uw pensioenopbouw verandert er niets voor zover dit is toegestaan binnen de Wet op de loonbelasting. In uw arbeidsrelatie kunnen wel andere afspraken over het onbetaald verlof en over de verdeling van de premie tussen u en het Ministerie van Defensie staan.
• Bouwt u tijdens uw onbetaald verlof bij een andere werkgever pensioen op? Of geniet u politiek verlof? En is de totale pensioenopbouw hoger dan de fiscaal toegestane opbouw? We beperken uw pensioenopbouw bij ABP dan tot de fiscaal toegestane opbouw. Verdere regels hierover vindt u op Abp.nl (abp.nl/uw-situatie-verandert/verlof).
• Bent u met levensloopverlof? En is uw inkomen tijdens het levensloopverlof minder dan 70% van het pensioengevend inkomen dat u zou hebben gehad als u geen levensloopverlof had? Dan bouwt u pensioen op op basis van het lagere inkomen. Is uw inkomen gelijk aan of meer dan 70% van het pensioengevend inkomen dat u zou hebben gehad als u geen levensloopverlof had? Dan bouwt u pensioen op over dat volledige pensioengevend inkomen.
Let op! Duurt uw levensloopverlof langer dan één jaar? Dan telt de tijd na het eerste jaar niet meer mee voor uw pensioenopbouw. U kunt er wel voor kiezen om vrijwillig pensioen op te bouwen tijdens uw levensloopverlof. U betaalt dan zelf de volledige premie.
Wat gebeurt er met uw pensioen in de volgende twee situaties?
• U krijgt ontslag.
• U neemt zelf ontslag.
Wat gebeurt er met uw pensioenopbouw als u leeftijdsontslag krijgt?
Bent u vijf jaar jonger dan uw AOW-leeftijd? Dan krijgt u leeftijdsontslag en heeft u recht op een UGM-uitkering van het Ministerie van Defensie. Er zijn ook militairen die al op een jongere leeftijd recht hebben op een UGM-uitkering. Bijvoorbeeld als u onder de oude Diensteinderegeling valt of als u uw inverdientijd gebruikt om eerder met UGM te gaan. Wilt u meer weten over uw recht op UGM-uitkering? Neem dan contact op met het Ministerie van Defensie.
Als u een UGM-uitkering ontvangt, dan loopt uw pensioenopbouw voor 50% door. U en het Ministerie van Defensie betalen de premie.
Let op! Heeft u als gevolg van operationele inzet inverdientijd opgebouwd vanaf 1 januari 2019? Dan geldt hiervoor een andere meetelwaarde (zie hoofdstuk 7.1 Pensioenopbouw Ouderdomspensioen).
In de tabel hieronder hebben we op een rij gezet wat er met uw pensioenpremie gebeurt als u leeftijdsontslag krijgt.
Wat gebeurt er? |
Wie betaalt de pensioenpremie? |
Hoeveel pensioenpremie moet er betaald worden? |
---|---|---|
U krijgt leeftijdsontslag en een UGM-uitkering. |
U en het Ministerie van Defensie betalen de premie. |
50% |
U gaat (eerder) met leeftijdsontslag en u zet uw inverdientijd opgebouwd vanaf 1 januari 2019 in. |
U en het Ministerie van Defensie betalen de premie. Het Ministerie van Defensie betaalt de premie voor de extra opbouw. Als uw inverdientijd volledig is opgebruikt geldt weer de normale opbouw en premieverdeling. Het Ministerie van Defensie informeert u hierover. |
100% |
U gaat eerder met leeftijdsontslag en u zet uw inverdientijd opgebouwd vóór 1 januari 2019 in |
U en het Ministerie van Defensie betalen de premie. |
50% |
Wat gebeurt er met uw pensioenopbouw als u wordt ontslagen?
• Krijgt u ontslag en krijgt u van uw het Ministerie van Defensie een ontslaguitkering? Dan loopt de pensioenopbouw voor 50% door.
• Krijgt u ontslag en krijgt u een werkloosheidsuitkering? Zolang u recht heeft op deze uitkering, bouwen we 50% van uw pensioen op.
• Krijgt u ontslag, krijgt u een WIA-uitkering en krijgt u een arbeidsongeschiktheidspensioen? Dan hangt de opbouw van uw pensioen af van twee zaken:
– mate van arbeidsongeschiktheid;
– of u arbeidsongeschikt bent door een ongeluk op het werk of een beroepsziekte. De percentages staan hieronder in een tabel.
Mate van arbeidsongeschiktheid? |
U bent arbeidsongeschikt. Hoeveel pensioen bouwt u op? |
U bent arbeidsongeschikt door een ongeluk op het werk of een beroepsziekte. Hoeveel pensioen bouwt u op? |
---|---|---|
80% of meer |
70% |
100% |
65% – 80% |
56% |
80% |
55% – 65% |
42% |
60% |
45% – 55% |
35% |
50% |
35% – 45% |
28% |
40% |
Voorbeeld
Bent u 50% arbeidsongeschikt? En komt dat door uw werkzaamheden als militair? Dan loopt uw pensioenopbouw voor 50% door.
• In de situaties die hierboven staan, kunt u ervoor kiezen om aanvullend tot 100% van uw pensioen op te bouwen. Kiest u hiervoor? Dan moet u dit doorgeven binnen negen maanden nadat u recht kreeg op een van deze uitkeringen. U betaalt de premie voor de aanvulling volledig zelf. Hoeveel premie u betaalt, leest u in bijlage 3 Bedragen en percentages.
Heeft u recht op een ontslag- of een werkloosheidsuitkering of een arbeidsongeschiktheidsuitkering?
• Bent u arbeidsongeschikt (zie hoofdstuk 3.4 U wordt ziek) en wordt u daardoor ontslagen? U en het Ministerie van Defensie hoeven dan geen pensioenpremie meer te betalen.
• Krijgt u ontslag en krijgt u een UGM-uitkering van het Ministerie van Defensie? De opbouw loopt dan voor 50% door. Dan betalen u en het Ministerie van Defensie samen de helft van de pensioenpremie.
• Krijgt u ontslag en krijgt u een werkloosheidsuitkering? De opbouw loopt dan voor 50% door. U betaalt geen premie meer. Het Ministerie van Defensie betaalt de volledige pensioenpremie.
• Krijgt u een werkloosheidsuitkering? En krijgt u tegelijk een arbeidsongeschiktheidspensioen dat samenhangt met dezelfde arbeidsverhouding? Dan bouwt u over uw werkloosheidsuitkering pensioen op volgens de tabel hieronder:
Arbeidsongeschiktheidspercentage |
Mate waarin pensioenopbouw doorloopt |
---|---|
65% tot 80% |
22% |
55% tot 65% |
29% |
45% tot 55% |
32,5% |
35% tot 45% |
36% |
U bouwt tegelijkertijd pensioen op vanwege uw arbeidsongeschiktheid. Hoeveel pensioen u opbouwt, ziet u in de tabel in hoofdstuk 3.4 U wordt ziek.
• Krijgt u een werkloosheidsuitkering? En bent u arbeidsongeschikt door een ongeluk op het werk of een beroepsziekte? Dan bouwt u over de werkloosheidsuitkering pensioen op volgens de tabel hieronder:
Arbeidsongeschiktheidspercentage |
Mate waarin pensioenopbouw doorloopt |
---|---|
65% tot 80% |
10% |
55% tot 65% |
20% |
45% tot 55% |
25% |
35% tot 45% |
30% |
U bouwt tegelijkertijd pensioen op vanwege uw arbeidsongeschiktheid door een ongeluk op het werk of een beroepsziekte. Hoeveel pensioen u opbouwt, ziet u in de tabel in hoofdstuk 3.4 U wordt ziek.
In de tabel hieronder hebben we op een rij gezet wat er met uw pensioenpremie gebeurt als u wordt ontslagen:
Wat gebeurt er? |
Wie betaalt de pensioenpremie? |
Hoeveel pensioenpremie moet er betaald worden? |
---|---|---|
U bent arbeidsongeschikt en u wordt daardoor ontslagen. |
U en het Ministerie van Defensie zijn geen premie meer verschuldigd. |
n.v.t. |
U krijgt ontslag en u krijgt een UGM-uitkering. |
U en het Ministerie van Defensie betalen de premie. De verhouding tussen wat u betaalde en wat het Ministerie van Defensie betaalde, verandert niet. |
50% |
U krijgt ontslag en u krijgt een werkloosheidsuitkering. |
Het Ministerie van Defensie betaalt de premie. |
50% |
Wat gebeurt er met uw pensioen als u zelf ontslag neemt?
Neemt u zelf ontslag? En gaat u geen pensioen opbouwen bij een andere pensioenuitvoerder? Dan kunt u vrijwillig pensioen bij ons blijven opbouwen. Dit kan binnen de fiscale grenzen. De premie betaalt u dan wel helemaal zelf. Als u dat wilt, moet u dat binnen negen maanden na uw ontslag aan ons vragen.
U kunt maximaal drie jaar vrijwillig bij ons pensioen blijven opbouwen. We gaan daarbij uit van uw oude salaris. Bent u ondernemer en bent u verplicht om inkomstenbelasting te betalen? Dan mag u maximaal vijf jaar vrijwillig pensioen bij ons blijven opbouwen. Bijvoorbeeld als u zzp’er bent.
Wat gebeurt er in de volgende situaties?
• U overlijdt.
• Uw partner overlijdt of uw ex-partner overlijdt.
• Uw kind overlijdt.
Als u overlijdt, krijgen uw partner en uw kinderen pensioen:
• Uw partner (zie hoofdstuk 3.2 U heeft een partner) krijgt partnerpensioen.
• Uw kinderen (zie hoofdstuk 3.3 U heeft kinderen) krijgen wezenpensioen.
Wanneer krijgt uw partner partnerpensioen?
Uw partner krijgt partnerpensioen vanaf de dag na uw overlijden tot en met de laatste dag van de maand waarin uw partner overlijdt. Uw partner krijgt dit partnerpensioen steeds in de tweede helft van de maand. Dit geldt ook voor een eventuele ex-partner.
Wanneer krijgt uw partner geen partnerpensioen?
• U woont samen, maar u heeft dit niet aan ons doorgegeven.
• Als uw partnerschap begint nadat u uw AOW-leeftijd heeft bereikt.
• Als u het volledige partnerpensioen heeft geruild voor hoger ouderdomspensioen.
• Als uw partner u opzettelijk van het leven heeft beroofd of daaraan medeplichtig is en hiervoor veroordeeld is.
Wanneer krijgt uw ex-partner geen partnerpensioen?
In de volgende situaties krijgt uw ex-partner geen partnerpensioen als u overlijdt:
• Als u dit met uw ex-partner heeft vastgelegd en wij dit bevestigd hebben.
• Als u en uw ex-partner er na uw scheiding voor gekozen hebben om het pensioen te splitsen.
• Als u uw partnerrelatie start op of nadat u uw AOW-leeftijd heeft bereikt.
• Als uw ex-partner u opzettelijk van het leven heeft beroofd of daaraan medeplichtig is en hiervoor veroordeeld is.
Hoeveel partnerpensioen krijgt uw partner?
Uw partner krijgt 70% van uw pensioen dat u zou hebben opgebouwd tot uw pensioenleeftijd.
Heeft u een ex-partner? Dan trekken we van het partnerpensioen eerst partnerpensioen af dat al bestemd is voor één of meerdere ex-partner(s).
Let op! Heeft u een ex-partner en heeft u uw pensioen verevend? En overlijdt uw ex-partner? Dan is dat partnerpensioen weer beschikbaar voor een eventuele nieuwe partner. Als u met pensioen gaat kunt u dit partnerpensioen ook ruilen voor ouderdomspensioen.
De hoogte van het partnerpensioen staat in MijnABP. In hoofdstuk 7.2 Het partnerpensioen en wezenpensioen ziet u hoe we dit pensioen berekenen. Hierbij is het volgende van belang:
• Overlijdt u op of nadat u de AOW-leeftijd heeft bereikt en is uw relatie na uw AOW-leeftijd begonnen? Dan krijgt uw partner geen partnerpensioen.
• Heeft u ABP ExtraPensioen? Dan tellen we dit op bij het partnerpensioen of wezenpensioen.
• Heeft u gekozen voor nettopensioen? De hoogte van het partnerpensioen is afhankelijk van het pakket dat u heeft gekozen. Zie nettopensioenregeling.
Hoeveel partnerpensioen krijgt uw ex-partner?
Als u overlijdt, dan krijgt uw ex-partner 70% van uw pensioen dat u heeft opgebouwd tot uw scheiding. Daar trekken we eerst partnerpensioen van af dat al bestemd is voor één of meerdere eerdere ex-partner(s).
De hoogte van het partnerpensioen staat in MijnABP. In hoofdstuk 7.2 Partnerpensioen en wezenpensioen ziet u hoe we dit pensioen berekenen.
Wanneer krijgen mijn kinderen wezenpensioen?
Uw kinderen (zie 3.3 U heeft kinderen) krijgen wezenpensioen vanaf de dag na uw overlijden. Zij krijgen dit wezenpensioen steeds in de tweede helft van de maand.
Let op! Uw kind, uw partner of de verzorger van uw kind moet het partnerpensioen en wezenpensioen zelf schriftelijk bij ons aanvragen.
Wanneer stopt het wezenpensioen?
In de volgende situaties krijgen uw kinderen geen wezenpensioen meer:
• Het wezenpensioen stopt op de laatste dag van de maand waarin uw kind 25 wordt.
• Als uw kind overlijdt. Het wezenpensioen stopt dan op de laatste dag van de maand waarin uw kind overlijdt.
• Als uw kind wettig kind is geworden van een ander.
Hoeveel wezenpensioen krijgen uw kinderen?
In hoofdstuk 7.2 Partnerpensioen en wezenpensioen ziet u hoe we het wezenpensioen berekenen.
Wat gebeurt er met uw ouderdomspensioen als uw partner overlijdt?
Als uw partner eerder dan u overlijdt, verandert er aan uw pensioen bij ons niets. Het opgebouwde partnerpensioen is dan voor een eventuele nieuwe partner of kunt u ruilen voor een hoger ouderdomspensioen. Zie ook 3.2 U heeft een partner.
Wat gebeurt er met uw ouderdomspensioen als uw ex-partner overlijdt?
Overlijdt uw ex-partner? Dan hangt het ervan af wat u heeft afgesproken bij uw scheiding.
• Heeft u afgesproken dat u allebei de helft van uw pensioen krijgt uitbetaald? Of een andere verdeling? En overlijdt uw ex-partner? Dan betalen we dit pensioen weer aan u uit.
• Heeft u afgesproken dat u het pensioen splitst? Dan heeft uw ex-partner een eigen pensioen. Overlijdt uw ex-partner? Dan gebeurt er dus niets.
• Heeft u ervoor gekozen om het pensioen niet te verdelen? Dan gebeurt er niets.
Wat gebeurt er met het partnerpensioen als uw ex-partner overlijdt?
Uw ex-partner had recht op een partnerpensioen als u overlijdt. Als uw ex-partner eerder overlijdt dan u, dan is dit partnerpensioen voor uw huidige of een eventuele nieuwe partner. Voorwaarde is dat het partnerpensioen nog niet is ingegaan en dat u uw nieuwe partner aanmeldt voordat u uw AOW-leeftijd heeft bereikt.
U kunt dit partnerpensioen als u met pensioen gaat ook ruilen voor een hoger ouderdomspensioen.
Let op! Een nieuwe partner heeft geen recht op partnerpensioen als u uw nieuwe partnerschap aanmeldt nadat u uw AOW-leeftijd heeft bereikt.
Wat gebeurt er met uw pensioen als uw kind overlijdt?
Als uw kind overlijdt, dan verandert er aan uw pensioen bij ons niets. Heeft u nog meer kinderen, dan krijgen zij wezenpensioen als u overlijdt. U leest hier (zie hoofdstuk 3.3 U heeft kinderen) welke kinderen wezenpensioen kunnen krijgen.
Hoeveel wezenpensioen krijgen uw kinderen?
Het overlijden van uw kind kan gevolgen hebben voor de hoogte van het wezenpensioen van uw andere kinderen. De hoogte van het wezenpensioen vindt u in MijnABP. Hoe we dat berekenen vindt u in hoofdstuk 7.2 Het partner- en wezenpensioen.
In de volgende situaties stopt u met pensioen opbouwen bij ABP:
• U stopt met werken als militair en u heeft na uw ontslag geen recht (meer) op een
– UGM-, ontslag- of werkloosheidsuitkering, of;
– Militair arbeidsongeschiktheidspensioen.
• U stopt met vrijwillig pensioen opbouwen bij ABP.
Dit leest u in Hoofdstuk 4 U bouwt geen pensioen meer bij ons op.
Welke keuzes kunt u maken?
Stopt u met pensioen bij ons op te bouwen? Dan kunt u een aantal keuzes maken:
• Als de hoogte van uw pensioen € 484,09 of meer bruto per jaar is, kunt u uw pensioen van ABP meenemen naar een ander pensioenfonds.
In hoofdstuk 9 Waardeoverdracht leest u meer informatie.
• U kunt bij ons pensioen blijven opbouwen. In hoofdstuk 3.8 U krijgt ontslag of u neemt ontslag leest u meer informatie.
• Gaat u bij een andere ABP-werkgever werken? Of als burger bij het Ministerie van Defensie? Dan geldt voor u het pensioenreglement van ABP.
Wij rekenen uw opgebouwde militair pensioen om naar pensioen in het pensioenreglement van ABP. Wij informeren u hierover. Wilt u niet dat we omrekenen? Dan kunt u dit aan ons doorgeven. Dit kan totdat u met pensioen gaat. Uw partner moet hiermee instemmen. Als wij niet omrekenen krijgt u twee pensioenen van ABP. Ook kan het nadelig zijn voor uw partnerpensioen omdat uw partner geen recht meer heeft op partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar over diensttijd voor 1 januari 2018.
Let op! Bent u reservist?
U bent deelnemer gedurende de hele kalendermaand waarin u in werkelijke dienst bent. Na deze maand stopt u met pensioen opbouwen tot het moment dat u weer opgeroepen wordt. Uw pensioenopbouw berekenen we over de daadwerkelijk gewerkte tijd.
Bouwt u geen pensioen meer bij ons op? Dan blijft het pensioen dat u heeft opgebouwd gewoon staan. In dit hoofdstuk staat welke regels voor u gelden als u gewezen deelnemer bent.
4.1 |
Uw deelname stopt. Waar heeft u nog recht op en welke keuzes kunt u maken? |
4.2 |
U heeft een partner |
4.3 |
U heeft kinderen jonger dan 25 jaar |
4.4 |
U wordt ziek |
4.5 |
U gaat uit elkaar |
4.6 |
U overlijdt, uw partner of ex-partner overlijdt of uw kind overlijdt |
Wanneer stopt u met pensioen opbouwen bij ABP?
In de volgende situaties stopt u met pensioen opbouwen bij ABP:
• U stopt met werken als militair en u heeft na uw ontslag geen recht meer op een
– UGM-, ontslag- of werkloosheidsuitkering, of een;
– arbeidsongeschiktheidspensioen.
• U stopt met vrijwillig pensioen opbouwen bij ABP.
Wat gebeurt er met het pensioen dat u al heeft opgebouwd?
Stopt u met pensioen opbouwen bij ABP? Dan blijft het pensioen dat u tot die tijd heeft opgebouwd, gewoon staan. Dit geldt ook voor het opgebouwde partner- en het wezenpensioen.
Let op! Als u in dienst was voor 1 januari 2018 heeft u niet in alle jaren partner- en wezenpensioen opgebouwd. Zie hoofdstuk 7.2 Partner- en wezenpensioen. Let op! Stopt uw deelname en bedraagt uw pensioen niet meer dan € 2,– bruto per jaar, dan vervalt uw pensioen. Dit is wettelijk verplicht.
Welke keuzes kunt u maken als u stopt met pensioen opbouwen bij ABP?
Stopt u met pensioen opbouwen bij ABP? Dan kunt u een aantal keuzes maken:
• U kunt uw pensioen meenemen naar een ander pensioenfonds
Bouwt u geen pensioen meer bij ons op en heeft u een nieuwe baan met een pensioenregeling? En is de hoogte van uw pensioen € 484,09 bruto per jaar of meer? U kunt de waarde van uw pensioen meenemen naar uw nieuwe pensioenuitvoerder. In hoofdstuk 9 Waardeoverdracht leest u hierover meer informatie.
Let op! Is de hoogte van uw pensioen minder dan € 484,09 maar meer dan € 2,– bruto per jaar? En bouwt u pensioen op bij een andere pensioenuitvoerder? Dan draagt ABP de waarde van uw pensioen automatisch over naar uw nieuwe pensioenuitvoerder. U krijgt hierover een brief van ons. Daarin leest u ook wat u moet doen als u niet wil dat ABP uw pensioen automatisch overdraagt.
• U kunt vrijwillig blijven deelnemen bij ABP
U kunt vrijwillig doorgaan in deze regeling (zie hoofdstuk 3.10 U stopt met pensioen opbouwen. De keuzes die u kunt maken). De premie betaalt u dan wel helemaal zelf. Als u dat wilt, moet u dat binnen 9 maanden na uw ontslag aan ons doorgeven.
U kunt maximaal drie jaar vrijwillig pensioen bij ons opbouwen. Bent u ondernemer en bent u verplicht om inkomstenbelasting te betalen? Bent u bijvoorbeeld ZZP’er? Dan mag u maximaal vijf jaar vrijwillig pensioen bij ons opbouwen.
• U gaat werken bij een andere ABP-werkgever of als burger bij het Ministerie van Defensie? Dan wordt u deelnemer in de pensioenregeling van ABP.
Wij rekenen uw opgebouwde militair pensioen om naar pensioen in het pensioenreglement van ABP. Wij informeren u hierover. Wilt u niet dat we omrekenen? Dan kunt u dit aan ons doorgeven. Dit kan totdat u met pensioen gaat. Uw partner moet hiermee instemmen. Als wij niet omrekenen krijgt u twee pensioenen van ABP. Ook kan het nadelig zijn voor uw partnerpensioen omdat uw partner geen recht meer heeft op partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar over diensttijd voor 1 januari 2018.
Stopt u met pensioen opbouwen bij ons? Dan blijft het pensioen dat u bij ABP heeft opgebouwd, gewoon staan. Dat geldt ook voor het opgebouwde partnerpensioen. In hoofdstuk 3.2 U heeft een partner leest u wat u moet doen om uw partner aan te melden.
Als u overlijdt, krijgt uw partner partnerpensioen?
Als u overlijdt, dan krijgt uw partner partnerpensioen. Dit partnerpensioen is 70% van uw ouderdomspensioen dat u had opgebouwd toen u uit dienst ging.
De hoogte van het partnerpensioen staat in MijnABP. In hoofdstuk 7.2 Het partnerpensioen en wezenpensioen ziet u hoe we dit pensioen berekenen.
Let op! Als u in dienst was voor 1 januari 2018 heeft u niet in alle jaren partner- en wezenpensioen opgebouwd. Zie hoofdstuk 7.2 Partner- en wezenpensioen.
Wat gebeurt er met het partnerpensioen als u een nieuwe partner krijgt?
Krijgt u voor uw AOW-leeftijd een nieuwe partner? En heeft u partnerpensioen opgebouwd? Dan kan uw nieuwe partner een partnerpensioen krijgen als u overlijdt.
Bent u gewezen deelnemer? Dan hebben uw kinderen nog steeds recht op wezenpensioen als u overlijdt. In MijnABP ziet u hoeveel wezenpensioen uw kinderen krijgen als u overlijdt.
Wat moet u doen als u kinderen krijgt?
Als u kinderen krijgt nadat u gewezen deelnemer bent geworden, dan hoeft u dit niet aan ons door te geven. Deze gegevens krijgen wij namelijk van uw gemeente.
Let op! Woont u in het buitenland? Dan moet u wél aan ons doorgeven dat u kinderen heeft.
Meer informatie
Meer informatie over wezenpensioen leest u hier:
• In hoofdstuk 3.3 U heeft kinderen jonger dan 25 jaar leest u welke kinderen wezenpensioen krijgen.
• In hoofdstuk 3.9 U overlijdt, uw partner of ex-partner overlijdt of uw kind overlijdt, leest u wanneer uw kinderen wezenpensioen krijgen.
• In hoofdstuk 7.2 Het partnerpensioen en wezenpensioen leest u hoeveel wezenpensioen uw kinderen krijgen.
Bent u ziek geworden toen u nog als militair werkte? Zie hoofdstuk 3.4 U wordt ziek. Of bent u ziek geworden nadat u uit dienst was en ligt de oorzaak van uw ziekte bij uw werk als militair? Neem dan contact op met het Ministerie van Defensie.
Gaat u scheiden of uit elkaar? Dan heeft dit gevolgen voor het pensioen dat u heeft opgebouwd bij uw ABP-werkgever. Hieronder staat wat er gebeurt met:
• uw ouderdomspensioen;
• partnerpensioen, en;
• wezenpensioen.
Wat gebeurt er met uw ouderdomspensioen als u uit elkaar gaat?
Als u en uw partner een geregistreerd partnerschap stoppen, gaan scheiden of gaan scheiden van tafel en bed zie 3.5 U gaat uit elkaar.
Wat gebeurt er met het partnerpensioen als u uit elkaar gaat of gaat scheiden?
Als u en uw partner een geregistreerd partnerschap stoppen, gaan scheiden of gaan scheiden van tafel en bed zie 3.5 U gaat uit elkaar.
De hoogte van het partnerpensioen staat in MijnABP. In hoofdstuk 7.2 Partnerpensioen en wezenpensioen ziet u hoe we dit pensioen berekenen.
Wanneer krijgt uw ex-partner geen partnerpensioen?
Uw ex-partner krijgt geen partnerpensioen als u met uw ex-partner schriftelijk heeft vastgelegd dat uw ex-partner geen partnerpensioen krijgt en wij dat bevestigd hebben.
Zie ook hoofdstuk 3.9 U overlijdt, uw partner of ex-partner overlijdt of uw kind overlijdt wanneer uw partner geen partnerpensioen krijgt als u overlijdt.
Wat gebeurt er met het wezenpensioen als u uit elkaar gaat?
Als u en uw partner gaan scheiden of uit elkaar gaan, verandert het wezenpensioen niet.
Meer informatie over wezenpensioen leest u hier:
• In hoofdstuk 3.3 U heeft kinderen jonger dan 25 jaar leest u welke kinderen wezenpensioen krijgen.
• In hoofdstuk 3.9 U overlijdt, uw partner of ex-partner overlijdt of uw kind overlijdt, leest u wanneer uw kinderen wezenpensioen krijgen.
• In hoofdstuk 7.2 Het partnerpensioen en wezenpensioen leest u hoeveel wezenpensioen uw kinderen krijgen.
Wat gebeurt er in de volgende situaties?
• U overlijdt.
• Uw partner overlijdt of uw ex-partner overlijdt.
• Uw kind overlijdt.
Als u overlijdt, dan krijgen:
• Uw partner partnerpensioen (zie hoofdstuk 3.2 U heeft een partner);
• Uw kinderen wezenpensioen (zie hoofdstuk 3.3 U heeft wezenpensioen).
Hoeveel partnerpensioen krijgt uw partner of ex-partner?
De hoogte van het partnerpensioen staat in MijnABP. In hoofdstuk 7.2 Partnerpensioen en wezenpensioen ziet u hoe we dit pensioen berekenen.
Als u overlijdt, krijgt uw ex-partner partnerpensioen. Het gaat om het partnerpensioen dat u had opgebouwd (zie hoofdstuk 7.2 Partnerpensioen) op het moment dat u uit elkaar ging. U en uw ex-partner kunnen samen besluiten dat uw ex-partner geen partnerpensioen krijgt als u overlijdt. U moet dit dan schriftelijk aan ons doorgeven.
Heeft u er bij uw scheiding voor gekozen het pensioen te splitsen, zodat uw ex-partner een eigen pensioen krijgt? Dan zit het partnerpensioen in het pensioen van uw ex-partner. Als u overlijdt, gebeurt er dus niets.
Heeft uw partner recht op partnerpensioen?
Krijgt u voor uw AOW-leeftijd een nieuwe partner? En heeft u partnerpensioen opgebouwd? Dan krijgt uw nieuwe partner partnerpensioen als u overlijdt.
Zie hoofdstuk 3.9 U overlijdt, uw partner of ex-partner overlijdt of uw kind overlijdt.
Wanneer krijgt uw (ex-)partner geen partnerpensioen?
Zie hoofdstuk 3.9 U overlijdt, uw partner of ex-partner overlijdt of uw kind overlijdt wanneer uw partner geen partnerpensioen krijgt als u overlijdt.
Uw kinderen ontvangen wezenpensioen
Als u geen pensioen meer bij ons opbouwt, dan krijgen uw kinderen wezenpensioen als u overlijdt, zie 3.9 U overlijdt, uw partner of ex-partner overlijdt of uw kind overlijdt.
Hoeveel wezenpensioen krijgen uw kinderen?
De hoogte van het wezenpensioen vindt u in MijnABP. Hoe we dat berekenen vindt u in hoofdstuk 7.2 Het partner- en wezenpensioen.
Wat gebeurt er met uw ouderdomspensioen als uw partner overlijdt?
Als uw partner overlijdt, wijzigt er niets in uw ouderdomspensioen.
Wat gebeurt er met het partnerpensioen als uw partner overlijdt?
Als uw partner overlijdt, is het partnerpensioen bestemd voor een eventuele nieuwe partner als u overlijdt.
Let op! Een nieuwe partner heeft geen recht op partnerpensioen als het partnerschap is begonnen nadat u uw AOW-leeftijd heeft bereikt.
Wat gebeurt er met uw ouderdomspensioen als uw ex-partner overlijdt?
Overlijdt uw ex-partner? Was u gehuwd of had u een geregistreerd partnerschap? Dan hangt het ervan af wat u heeft afgesproken bij uw scheiding (zie hoofdstuk 3.5 U gaat uit elkaar).
Wat gebeurt er met het partnerpensioen als uw ex-partner overlijdt?
Overlijdt uw ex-partner en had u het pensioen niet gesplitst (zie hoofdstuk 3.5 U gaat uit elkaar)? Het opgebouwde partnerpensioen komt bij het partnerpensioen voor uw huidige of uw nieuwe partner. Gaat u met pensioen, dan kunt u het partnerpensioen ook gebruiken om uw eigen pensioen te verhogen.
Als u met pensioen gaat, kunt u een aantal keuzes maken. U kunt deze keuzes ook combineren.
Uw keuzes
5.1 |
U gaat met pensioen op uw pensioenleeftijd |
5.2 |
U wilt meer pensioen |
Let op! Heeft u meegedaan aan de levensloopregeling? En heeft u levenslooptegoed dat u nog niet heeft gebruikt voor levensloopverlof? Dan kunt u dit omzetten in ouderdomspensioen. Uw ouderdomspensioen wordt hierdoor hoger. Uw totale pensioenopbouw mag niet meer worden dan u fiscaal had mogen opbouwen. U maakt de keuze een dag voor u met pensioen gaat of uiterlijk de dag voor het bereiken van de AOW-leeftijd.
Let op! Maakt u gebruik van Nettopensioen of neemt u aanvullend vrijwillig deel aan ons pensioen? De keuzes die u maakt gelden dan automatisch ook hiervoor.
Let op! De keuze die u maakt kunt u niet meer terugdraaien.
Welke keuzes u kunt maken, hangt af van uw situatie op het moment dat u met pensioen gaat.
U kunt.... |
||
---|---|---|
Uw situatie |
Met pensioen op uw pensioen-lft |
U wilt meer pensioen |
U werkt als militair |
X |
X |
U bent gewezen deelnemer maar u bouwt vrijwillig pensioen bij ons op. |
X |
X |
U krijgt AOW en u bouwt vrijwillig pensioen bij ons op |
Nvt |
X |
U heeft recht op een WIA-uitkering, een arbeidsongeschiktheidspensioen, een UGM-uitkering of een werkloosheidsuitkering. |
X |
X |
U bouwt geen pensioen meer bij ons op (gewezen deelnemer). |
X |
X |
U en uw ex-partner hebben bij de scheiding het pensioen gesplitst (conversie). In deze situatie heeft uw ex-partner een keuze |
X |
- |
Wat is uw pensioenleeftijd?
De pensioenleeftijden in deze pensioenregeling zijn de AOW-leeftijd of de 65-jarige leeftijd. We gaan er standaard van uit dat u met pensioen gaat op uw AOW-leeftijd.
In de volgende situaties is uw pensioendatum/pensioenleeftijd altijd uw 65ste verjaardag:
– U heeft gekozen voor de oude Diensteinderegeling (oDER);
– U bent ontslagen als militair vóór 1 januari 2017 en bent nog deelnemer in deze pensioenregeling;
– U ontvangt op 31 december 2018 een UGM-uitkering;
– U bouwt geen pensioen meer op in deze regeling en wordt in 2019 65 jaar.
Wat moet u doen om pensioen te krijgen?
U krijgt van ons het formulier ‘Met pensioen gaan’. Dit formulier krijgt u 6 maanden voordat u uw pensioenleeftijd bereikt. Met het formulier vraagt u uw ABP-pensioen bij ons aan.
Heeft u dit formulier niet gekregen? Neemt u dan contact (zie hoofdstuk 13 Heeft u vragen of klachten) met ons op.
Wanneer krijgt u uw pensioen?
U krijgt uw pensioen vanaf de dag waarop u uw pensioenleeftijd bereikt. Wij betalen uw pensioen in de tweede helft van iedere maand. Wij betalen dit tot de laatste dag van de maand waarin u overlijdt.
U kunt uw ouderdomspensioen verhogen door partnerpensioen te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen.
Hieronder leggen we dit uit.
Wanneer kunt u kiezen om partnerpensioen te ruilen?
U kunt uw ouderdomspensioen verhogen door hiervoor partnerpensioen te ruilen. Wij kunnen dit pas voor u regelen als uw partner ons hiervoor toestemming heeft gegeven.
U kunt hiervoor kiezen op het moment dat u met pensioen gaat.
Let op! Als u ervoor kiest om partnerpensioen te ruilen, kunt u dat later niet meer veranderen.
Wat als u geen partner heeft?
Ook als u geen partner heeft, kunt u uw eigen pensioen verhogen door het partnerpensioen te ruilen. We regelen dit voor u op het moment dat u met pensioen gaat. Wij vragen u dan dit te bevestigen.
Wat gebeurt er met uw ouderdomspensioen als u ruilt?
Kiest u ervoor om uw partnerpensioen te ruilen voor ouderdomspensioen? Dan rekenen we opnieuw uit hoeveel pensioen u krijgt. We gebruiken hiervoor de rekenregels die in bijlage 1 Tabellenboek van dit reglement staan. Daar staat ook een rekenvoorbeeld.
In MijnABP kunt u ook zelf berekenen hoeveel pensioen u krijgt als u een deel van uw pensioen ruilt.
Wanneer kunt u uw partnerpensioen niet ruilen?
• Bent u gescheiden? En heeft uw partner geen afstand gedaan van het partnerpensioen of heeft u gekozen om het pensioen te splitsen? Dan kunt u dit deel van het partnerpensioen niet ruilen.
• Uw pensioen is lager dan de afkoopgrens. Dit is een bedrag dat de overheid elk jaar vaststelt. Is uw pensioen lager dan dit bedrag, dan mogen we uw totale pensioen in één keer uitbetalen.
• Het partnerpensioen voor uw partner wordt lager dan de afkoopgrens nadat u het heeft geruild.
In dit hoofdstuk kunt u vinden waar u als gepensioneerde recht op heeft.
Hieronder vindt u situaties waarin u vragen over uw pensioen kunt hebben.
6.1 |
U krijgt een partner |
6.2 |
U heeft kinderen jonger dan 25 jaar |
6.3 |
U gaat uit elkaar |
6.4 |
U overlijdt, uw partner overlijdt of uw ex-partner overlijdt |
Bent u met pensioen en krijgt u een partner (zie hoofdstuk 3.2 U heeft een partner)? Dan heeft uw partner misschien recht op partnerpensioen. Dit hangt af van de leeftijd waarop u een partner heeft gekregen:
• U krijgt een partner op of nadat u uw AOW-leeftijd heeft bereikt
Als u overlijdt, heeft uw partner geen recht op partnerpensioen.
• U krijgt een partner voordat u uw AOW-leeftijd heeft bereikt
Krijgt u een relatie voordat u uw AOW-leeftijd bereikt? Dan heeft uw partner wel recht op partnerpensioen als u overlijdt. In de volgende hoofdstukken leest u wat de regels zijn voor partnerpensioen:
– In hoofdstuk 3.2 U heeft een partner leest u welke partners recht hebben op partnerpensioen.
– In hoofdstuk 7.2 Partnerpensioen en wezenpensioen leest u hoe hoog het partnerpensioen is
Heeft u kinderen (zie hoofdstuk 3.3 U heeft kinderen)? Dan krijgen uw kinderen wezenpensioen als u overlijdt. De hoogte van het wezenpensioen vindt u in MijnABP. Hoe we dat berekenen vindt u in hoofdstuk 7.2 Het partnerpensioen en wezenpensioen.
Als u en uw partner een geregistreerd partnerschap stoppen of gaan scheiden kan dit gevolgen voor uw ouderdomspensioen en het partnerpensioen hebben. Gaat u scheiden van tafel en bed dan kan dit gevolgen hebben voor het ouderdomspensioen. Bent u niet getrouwd of heeft u geen geregistreerd partnerschap en u en uw partner gaan uit elkaar dan kan dit gevolgen hebben voor het partnerpensioen. Heeft u keuzes gemaakt toen u met pensioen ging? Dan blijven die keuzes staan als u uit elkaar gaat. In hoofdstuk 3.5 U gaat uit elkaar leest u hoeveel ouderdoms- en partnerpensioen uw ex-partner krijgt.
Wat gebeurt er met uw pensioen in de volgende situaties?
• U overlijdt.
• Uw partner overlijdt of uw ex-partner overlijdt.
• Uw kind overlijdt.
Als u overlijdt, dan wordt uw ouderdomspensioen in de maand van overlijden ongewijzigd uitgekeerd. Daarna stopt uw pensioen. Uw partner (zie hoofdstuk 3.2 U heeft een partner) en uw kinderen (zie hoofdstuk 3.3 U heeft kinderen) kunnen dan mogelijk pensioen krijgen:
• Uw partner kan een partnerpensioen krijgen.
• Uw kinderen kunnen een wezenpensioen krijgen.
• Uw partner, kinderen of nabestaanden kunnen een overlijdensuitkering krijgen.
Wanneer krijgt uw (ex-)partner partnerpensioen?
Uw partner krijgt partnerpensioen vanaf de dag na uw overlijden tot en met de laatste dag van de maand waarin uw partner overlijdt. Wij betalen dit partnerpensioen steeds in de tweede helft van de maand.
Het bovenstaande geldt ook voor een eventuele ex-partner.
Hoe berekenen we het partnerpensioen voor uw partner?
De hoogte van het partnerpensioen staat in MijnABP. In hoofdstuk 7.2 Partnerpensioen en wezenpensioen ziet u hoe we dit pensioen berekenen.
Wanneer krijgt uw (ex-)partner geen partnerpensioen?
Zie hoofdstuk 3.9 U overlijdt, uw partner of ex-partner overlijdt of uw kind overlijdt wanneer uw partner geen partnerpensioen krijgt als u overlijdt.
Hoeveel partnerpensioen krijgt uw partner?
Als u overlijdt, dan krijgt uw partner 70% van uw ouderdomspensioen. Daar trekken we eerst de volgende bedragen van af:
• Partnerpensioen dat u heeft geruild voor een hoger ouderdomspensioen.
• Partnerpensioen dat uw eventuele ex-partners al krijgen.
Hoeveel partnerpensioen krijgt uw ex-partner?
Uw ex-partner ontvangt 70% van uw ouderdomspensioen dat u had opgebouwd op het moment dat u uit elkaar bent gegaan.
De hoogte van het partnerpensioen staat in MijnABP. In hoofdstuk 7.2 Partnerpensioen en wezenpensioen ziet u hoe we dit pensioen berekenen.
Wat gebeurt er als uw ex-partner overlijdt voordat u overlijdt?
Uw ex-partner had recht op een partnerpensioen als u overlijdt. Als uw ex-partner overlijdt voordat u overlijdt, is dit partnerpensioen voor uw huidige of eventuele nieuwe partner. Dit geldt niet voor het pensioen dat u heeft gesplitst toen u uit elkaar ging. Voorwaarde is dat uw nieuwe partnerschap voor uw AOW-leeftijd is begonnen.
U heeft een partner én een ex-partner?
Krijgt u voor uw AOW-leeftijd een nieuwe partner(zie hoofdstuk 3.2 U heeft een partner)? Dan krijgt uw nieuwe partner partnerpensioen als u overlijdt. Wel trekken we daar eerst het partnerpensioen van uw ex-partner of ex-partners van af.
Uw partner, kinderen of nabestaanden ontvangen een overlijdensuitkering
• Deze overlijdensuitkering is een eenmalig bedrag van twee maanden ouderdomspensioen.
• Heeft u geen partner op het moment dat u overlijdt? Dan betalen wij de overlijdensuitkering aan uw kinderen die recht hebben op wezenpensioen.
• Heeft u ook geen kinderen die recht hebben op wezenpensioen? Dan betalen wij de overlijdensuitkering aan uw meerderjarige kinderen, uw broers, uw zussen en uw ouders. Dit doen we alleen als u hun kostwinner was op het moment dat u overleed.
• Heeft u ook geen meerderjarige kinderen, broers, zussen of ouders? Dan kunnen we de overlijdensuitkering betalen aan iemand die uw uitvaart regelt en de laatste rekeningen van uw ziekte betaalt. Dit doen we alleen als er in uw erfenis niet genoeg geld is voor uw uitvaart en de laatste rekeningen van uw ziekte.
• Heeft uw partner of uw kind of hebben uw kinderen of nabestaanden u opzettelijk van het leven beroofd of is hij of zijn zij daaraan medeplichtig en daarvoor veroordeeld? Dan krijgt de veroordeelde geen overlijdensuitkering.
Uw kinderen ontvangen wezenpensioen
Als u met pensioen bent, blijven uw kinderen recht houden op wezenpensioen (zie 3.9 U overlijdt, uw partner of ex-partner overlijdt of uw kind overlijdt).
Hoeveel wezenpensioen krijgen uw kinderen?
De hoogte van het wezenpensioen vindt u in MijnABP. Hoe we dat berekenen vindt u in hoofdstuk 7.2 Het partner- en wezenpensioen.
7.1 |
Pensioenopbouw ouderdomspensioen |
|
7.1.1 |
Uw pensioengevend inkomen |
|
7.1.2 |
De franchise (het bedrag waarover u geen pensioen opbouwt) |
|
7.1.3 |
Het opbouwpercentage (het percentage waarmee u jaarlijks uw pensioen opbouwt) |
|
7.1.4 |
Het aantal jaren dat u pensioen opbouwt en de meetelwaarde |
|
7.1.5 |
Uw deeltijdpercentage (het aantal uren dat u per week werkt) |
|
7.2 |
Partnerpensioen en wezenpensioen |
|
7.3 |
Maximale bedragen voor uw pensioen |
|
7.4 |
Hoogte pensioenpremie |
|
7.5 |
Verhogen van uw pensioen (Indexering) |
|
7.6 |
Verlaging van uw pensioen |
In MijnABP ziet u hoeveel pensioen u tot nu toe heeft opgebouwd.
Pensioen dat u in een jaar opbouwt
U bouwt ieder jaar een stukje van uw pensioen op. Dat berekenen we als volgt:
Pensioengrondslag x opbouwpercentage x deeltijdpercentage x meetelwaarde
Rekenvoorbeeld opbouw ouderdomspensioen (bruto bedragen) Leeftijd: 25 jaar Dienstverband: fulltime Pensioengevend inkomen: € 27.000 Franchise (op jaarbasis): € 12.450 Pensioengrondslag: € 27.000 – € 12.450 = € 14.550 Opbouwpercentage: 1,788% |
Als alles hetzelfde blijft, wordt de pensioenberekening als volgt: Pensioenopbouw per jaar: 1,788% van € 14.550= € 260,15 Bij doorwerken tot 62 jaar: 37 jaar (van 25ste tot 62ste) x € 260,15 = € 9.625,70 Daarna UGM van 62 tot 67 jaar: 5 jaar x € 260,15 x 50% = € 650,39 Pensioen op pensioenleeftijd: € 9.625,70 + € 650,39 = € 10.276,09 Vanaf uw AOW-leeftijd komt daar de AOW-uitkering bij. |
Wat speelt een rol bij uw pensioenopbouw?
De ABP-regeling voor militairen is een middelloonregeling. Ieder jaar bouwt u een stukje van uw pensioen op. Dit doet u op basis van uw pensioengevend inkomen (zie hoofdstuk 7.1.1 pensioengevend inkomen). Elk jaar dat u werkt berekenen wij het pensioen dat u in dat jaar heeft opgebouwd.
De volgende onderdelen spelen daarbij een rol:
7.1.1 |
Uw pensioengevend inkomen |
7.1.2 |
De franchise (het bedrag waarover u geen pensioen opbouwt) |
7.1.3 |
Het opbouwpercentage (het percentage waarmee u jaarlijks uw pensioen opbouwt) |
7.1.4 |
Het aantal jaren dat u pensioen opbouwt en de meetelwaarde |
7.1.5 |
Uw deeltijdpercentage (het aantal uren dat u per week werkt) |
Deze onderdelen lichten we hierna toe.
Hoe berekenen we het totale ouderdomspensioen dat u in alle jaren heeft opgebouwd?
Hiervoor tellen we de volgende zaken bij elkaar op:
+ |
Het pensioen dat u ieder jaar bij ons heeft opgebouwd inclusief indexaties en verlagingen. |
+ |
Het pensioen uit vrijwillige regelingen. |
+ |
Het pensioen dat u heeft meegenomen van een andere pensioenuitvoerder. |
+ |
Het partnerpensioen dat u heeft omgeruild voor een hoger ouderdomspensioen. |
Totaal |
Uw opgebouwde ouderdomspensioen dat u ieder jaar gaat ontvangen. Dit vindt u in MijnABP. |
Let op! Heeft u pensioen opgebouwd met ABP ExtraPensioen of met de Nettopensioenregeling? In MijnABP ziet u hoeveel pensioen u ongeveer kan verwachten op basis van wat u tot nu aan kapitaal heeft opgebouwd. Pas op het moment dat u met pensioen gaat, kunnen we definitief uitrekenen hoeveel extra ouderdomspensioen u daarvoor krijgt. Heeft u doorgegeven dat u pensioen heeft verevend? Dan vindt u hier uw pensioen na verevening. Dit geldt ook als u uw pensioen heeft gesplitst.
Uw pensioengevend inkomen is uw vaste salaris dat u van het Ministerie van Defensie krijgt. Ook bepaalde vaste en variabele onderdelen van uw inkomen worden bij uw pensioengevend inkomen opgeteld. Dit is geregeld in artikel 23a van het Inkomstenbesluit militairen. Ter informatie staat in bijlage 4 een overzicht van de inkomstenbestanddelen die meetellen voor uw pensioengevend inkomen. Niet alle bestanddelen tellen evenveel mee. Er zijn:
• bestanddelen die volledig (100%) meetellen;
• bestanddelen die voor de helft (50%) meetellen;
• bestanddelen die niet meetellen.
Hoe berekenen we uw pensioengevend inkomen?
• We berekenen uw pensioengevend inkomen op 1 januari. We rekenen de bedragen om naar een jaarbedrag.
• Bent u in de loop van het jaar begonnen met werken als militair? Dan berekenen we uw pensioengevend inkomen op het moment dat u in dienst bent gekomen.
• Wij passen uw pensioengevend inkomen alleen door het jaar aan als een rechter ons dit verplicht of wanneer op het moment van aanlevering blijkt dat uw gegevens fout door het Ministerie van Defensie zijn aangeleverd.
• Verandert in het jaar uw inkomen? Dan nemen we dat mee in uw pensioengevend inkomen per 1 januari van het komende jaar. Als uw pensioengevend inkomen per 1 januari verandert, nemen we dat mee in datzelfde jaar.
• Heeft u variabele inkomensbestanddelen (hoogte of duur)? Dan tellen wij deze op bij het inkomen van volgend jaar.
• Werkt u in deeltijd? (zie hoofdstuk 7.1.5 Uw deeltijdpercentage). Dan berekenen we uw pensioengevend inkomen en de franchise in verhouding tot het aantal uur dat u werkt. Verandert dit? Dan verwerken we dat vanaf de datum van die wijziging.
• Ontvangt u in de loop van het jaar een salarisverhoging die eigenlijk al per 1 januari van dat jaar of van een jaar daarvoor zou ingaan (terugwerkende kracht)? Dan nemen we dit mee in het pensioengevend inkomen op 1 januari nadat u deze verhoging heeft ontvangen.
Voor de opbouw van uw ouderdomspensioen en partnerpensioen geldt een maximum pensioengevend inkomen waarover u bij ons verplicht pensioen opbouwt (zie hoofdstuk 7.4 Maximale bedragen voor uw pensioen?). Dit volgt uit de Wet op de loonbelasting.
Hoe hoog is uw pensioengevend inkomen als u recht heeft op een werkloosheidsuitkering?
Heeft u recht op een werkloosheidsuitkering? Dan berekenen we de opbouw van uw pensioen met het salaris dat u kreeg voordat u ontslag kreeg. Dit pensioengevend inkomen veranderen we ieder jaar op 1 januari met de gewogen gemiddelde salarisverhogingen voor de sectoren die bij ABP aangesloten zijn.
Hoe hoog is uw pensioengevend inkomen als u recht heeft op een UGM- of ontslaguitkering?
Heeft u recht op een UGM- of ontslaguitkering? Dan berekenen we de opbouw van uw pensioen met het salaris waarover uw uitkering is berekend.
Hoe hoog is uw pensioengevend inkomen als u ziek bent of verlof heeft of om een andere persoonlijke reden geen of minder salaris ontvangt?
Bent u ziek? Of heeft u verlof? Dan berekenen we de opbouw van uw pensioen alsof u niet ziek zou zijn geworden of met verlof zou zijn gegaan. Uw pensioenopbouw loopt door voor zover dit is toegestaan binnen de Wet op de loonbelasting. Zie ook 3.7 U heeft verlof.
Bent u met levensloopverlof? En is uw inkomen tijdens het levensloopverlof minder dan 70% van het pensioengevend inkomen dat u zou hebben gehad als u geen levensloopverlof had? Dan bouwt u pensioen op op basis van het lagere inkomen. Is uw inkomen gelijk aan of meer dan 70% van het pensioengevend inkomen dat u zou hebben gehad als u geen levensloopverlof had? Dan bouwt u pensioen op over dat volledige pensioengevend inkomen.
Duurt uw levensloopverlof langer dan één jaar? Dan telt de tijd na het eerste jaar niet meer mee voor uw pensioenopbouw. U kunt er wel voor kiezen om vrijwillig pensioen op te bouwen tijdens uw levensloopverlof. U betaalt dan zelf de volledige premie.
Hoe hoog is uw pensioengevend inkomen als u een lager salaris krijgt?
Aanvaardt u binnen 10 jaar voor de pensioenleeftijd een nieuwe baan of een andere functie met een lager salaris bij uw eigen of een andere ABP-werkgever? Dan geldt het pensioengevend inkomen vóór het aanvaarden van het lagere salaris als uw pensioengevend inkomen voor de jaren erna. Dit inkomen passen we ieder jaar per 1 januari aan met de wijziging van de salarissen in uw sector. Is de tijd tussen het aanvaarden van een nieuwe baan met een lager salaris en uw pensioenleeftijd meer dan 10 jaar? Dan bouwt u pensioen op over dat lagere salaris.
Hoe hoog is uw pensioengevend inkomen als u arbeidsongeschikt bent?
Bent u ontslagen omdat u arbeidsongeschikt bent geworden? Dan berekenen we de opbouw van uw pensioen met het inkomen uit het Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen.
Uw pensioenopbouw in het laatste jaar
Voor de opbouw van uw pensioen in het jaar dat u met pensioen gaat nemen we uw pensioengevend inkomen van het jaar daarvoor. We gebruiken de franchise, het opbouwpercentage en het deeltijdpercentage van het jaar waarin u met pensioen gaat.
Bij de pensioenopbouw houden we er rekening mee dat iedereen AOW gaat ontvangen. Een deel van uw inkomen nemen we daarom niet mee bij de berekening van uw pensioen. Dit gedeelte heet de franchise, dit is het bedrag waarover u geen pensioen opbouwt. De franchise hoeft niet gelijk te zijn aan de hoogte van de AOW. De franchise trekken we van uw pensioengevend inkomen (zie hoofdstuk 7.1.1 Uw pensioengevend inkomen) af.
Hoogte franchise (het bedrag waarover u geen pensioen opbouwt omdat u AOW krijgt)
Uw franchise is afhankelijk van uw pensioengevend inkomen. Is uw pensioengevend inkomen boven een bepaalde grens, dan is uw franchise ook hoger. Dit geldt ook als u een UGM-uitkering ontvangt.
Pensioengevend inkomen |
Franchise |
---|---|
Tot € 41.544,83 |
€ 12.450 |
Gelijk aan of hoger dan € 41.544,83 |
€ 13.800 |
Let op! De franchise die wordt gebruikt voor berekening van de premie voor ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen is € 12.450 (zie hiervoor hoofdstuk 7.4 Hoogte pensioenpremie).
Let op! Ontvangt u op 1 januari 2019 al een UGM-uitkering? Dan bouwt u pensioen op in deze pensioenregeling met een franchise van € 19.450. Deze franchise is niet afhankelijk van de hoogte van uw pensioengevend inkomen. De tabel hierboven is niet van toepassing.
Kan de hoogte van de franchise veranderen?
Ja, dat kan. ABP kan de hoogte van de franchise aanpassen als de hoogte van de AOW verandert. We kijken dan naar de AOW voor gehuwden. De veranderingen van de AOW voor gehuwden moet meer dan € 50 zijn ten opzichte van de laatste wijziging van onze franchise. Wij ronden de franchise af op € 50.
Pensioengrondslag
Ieder jaar berekenen we op 1 januari uw pensioengrondslag. Uw inkomen min de franchise noemen we de pensioengrondslag. Over de pensioengrondslag berekenen we uw pensioenopbouw.
Over een paar onderdelen (zie hoofdstuk 7.1.1 Uw pensioengevend inkomen) van uw salaris bouwt u geen pensioen op. Het salaris waarover u pensioen opbouwt is het pensioengevend inkomen.
Pensioengevend inkomen per 1 januari |
Franchise (het bedrag waarover u geen pensioen opbouwt omdat u AOW krijgt) |
Pensioengrondslag (het bedrag waarover we uw pensioen berekenen) |
Hoogte van het opbouwpercentage
Uw opbouwpercentage is afhankelijk van de hoogte van uw pensioengevend inkomen. Dit geldt ook als u een UGM-uitkering ontvangt.
Pensioengevend inkomen |
Opbouwpercentage |
---|---|
Tot € 41.544,83 |
1,788% |
Gelijk aan of hoger dan € 41.544,83 |
1,875% |
Let op! Ontvangt u op 1 januari 2019 al een UGM-uitkering? Dan bouwt u pensioen op in deze pensioenregeling met een opbouwpercentage van 1,875%. Dit opbouwpercentage is niet afhankelijk van de hoogte uw pensioengevend inkomen. De tabel hierboven is niet van toepassing.
Wat als u een UGM-, ontslag- of werkloosheidsuitkering krijgt, of met verlof bent? Of als u arbeidsongeschikt bent?
In deze gevallen tellen niet alle jaren dat u pensioen opbouwt volledig mee voor uw pensioen. Dat gebeurt maar voor een deel. Dit drukken we uit in een percentage. Dit percentage noemen we de meetelwaarde en dat kan liggen tussen de 0 en 100%.
Uw meetelwaarde als u een UGM-uitkering krijgt
Wij tellen de tijd dat u recht heeft op een UGM-uitkering voor de helft (50%) mee. Over de inverdientijd kan de meetelwaarde anders zijn. Zie ook de toelichting hieronder.
Inverdientijd
Bent u tijdens uw dienstverband bijvoorbeeld uitgezonden op een missie of bent u op oefening geweest? Dan heeft u mogelijk inverdientijd opgebouwd bij het Ministerie van Defensie. Deze tijd kunt u in overleg met het Ministerie van Defensie gebruiken om eerder te stoppen met werken. U krijgt uw UGM-uitkering dan ook eerder. Voor de hoogte van uw pensioenopbouw over de inverdientijd is van belang wanneer u de inverdientijd heeft opgebouwd. Dat leggen we hieronder uit. Heeft u vragen over uw inverdientijd? Neem dan contact op met het Ministerie van Defensie.
Heeft u inverdientijd opgebouwd vanaf 1 januari 2019?
Heeft u inverdienaantijd opgebouwd vanwege operationele inzet na 1 januari 2019? Over deze tijd loopt uw pensioenopbouw voor 100% door. U en het Ministerie van Defensie betalen de premie. De verhouding tussen wat u betaalt en wat het Ministerie van Defensie betaalt, verandert. Het Ministerie van Defensie betaalt alle premie over de eerste 50% opbouw. Over de tweede 50% betalen u en het Ministerie van Defensie de premie samen volgens de normale verdeling. Zodra de inverdientijd is opgebruikt, bouwt u weer 50% pensioen op en geldt de normale premieverdeling.
Heeft u inverdientijd opgebouwd vóór 1 januari 2019
Heeft u inverdientijd opgebouwd vóór 1 januari 2019? En zet u deze in om eerder te stoppen met werken? Dan loopt uw pensioenopbouw voor 50% door. U en het Ministerie van Defensie betalen de premie. De verhouding tussen wat u betaalt en wat het Ministerie van Defensie betaalt, verandert niet.
Uw meetelwaarde als u een ontslag- of werkloosheidsuitkering krijgt
Wij tellen de tijd dat u recht heeft op een werkloosheidsuitkering voor de helft (50%) mee.
Let op! Heeft u tegelijkertijd recht op een werkloosheidsuitkering en op een arbeidsongeschiktheidspensioen? Dan gelden andere meetelwaardes (zie hoofdstuk 3.8 U krijgt ontslag of u neemt ontslag).
Uw meetelwaarde als u met verlof bent
• Wij tellen de tijd dat u verlof heeft voor 100% mee.
• Heeft u tijdens uw verlof ergens anders pensioen opgebouwd? Dan kunnen voor de pensioenopbouw tijdens uw verlof andere regels gelden. Neem hierover contact met ons op.
• Bent u met levensloopverlof? En is uw inkomen tijdens het levensloopverlof minder dan 70% van het pensioengevend inkomen dat u zou hebben gehad als u geen levensloopverlof had? Dan bouwt u pensioen op op basis van het lagere inkomen. Is uw inkomen meer dan 70% van het pensioengevend inkomen dat u zou hebben gehad als u geen levensloopverlof had? Dan bouwt u pensioen op over dat volledige pensioengevend inkomen.
Let op! Duurt uw levensloopverlof langer dan één jaar? Dan telt de tijd na het eerste jaar niet meer mee voor uw pensioenopbouw. U kunt er wel voor kiezen om vrijwillig pensioen op te bouwen tijdens uw levensloopverlof. U betaalt dan zelf de volledige premie.
Uw meetelwaarde als u arbeidsongeschikt bent en om die reden een arbeidsongeschiktheidspensioen krijgt.
U bent arbeidsongeschikt en niet meer in dienst?
We tellen de tijd dat u arbeidsongeschikt bent als volgt mee:
Arbeidsongeschiktheidspercentage |
Meetelwaarde |
---|---|
80% of meer |
70% |
65% tot 80% |
56% |
55% tot 65% |
42% |
45% tot 55% |
35% |
35% tot 45% |
28% |
Bent u arbeidsongeschikt door een ongeluk op het werk of een beroepsziekte?
We tellen de tijd dat u arbeidsongeschikt bent als volgt mee:
Arbeidsongeschiktheidspercentage |
Meetelwaarde |
---|---|
80% of meer |
100% |
65% tot 80% |
80% |
55% tot 65% |
60% |
45% tot 55% |
50% |
35% tot 45% |
40% |
Voor het gedeelte dat u arbeidsgeschikt bent, blijft u pensioen opbouwen op basis van uw situatie toen u nog in dienst was. U blijft daarover premie betalen.
Werkt u in deeltijd? Dan houden we rekening met uw deeltijdpercentage. In het rekenvoorbeeld hieronder staat hoe we dat doen.
Rekenvoorbeeld • Een volledige werkweek bij uw werkgever is 38 uur. • Uw deeltijdpercentage is 50, u werkt 19 uur. • Uw pensioengevend inkomen is € 25.000. • Uw pensioengevend inkomen bij een volledige werkweek is: € 25.000 / 0,5= € 50.000. • Uw franchise bij een volledige werkweek is € 13.800. • Uw pensioengrondslag bij een volledige werkweek is: € 50.000 – € 13.800 = € 36.200 • U bouwt pensioen op over € 36.200 x 0,5 = € 18.100 |
Werkt u in deeltijd en zou u met uw voltijdpercentage boven het fiscaal maximum komen?
Rekenvoorbeeld • Een volledige werkweek bij uw werkgever is 38 uur. • Uw deeltijdpercentage is 50, u werkt 19 uur. • Uw pensioengevend inkomen is € 70.000. • Uw franchise bij een volledige werkweek is € 13.800. • Uw pensioengevend inkomen bij een volledige werkweek is: € 70.000 / 0,5= € 140.000 • Het fiscaal maximum is € 107.593 • Uw pensioengrondslag is € 107.593 – € 13.800 = € 93.793 • U bouwt pensioen op over € 93.793 x 0,5 = € 46.896,50 |
Wat gebeurt er als u langer werkt dan een volledige werkweek en daarmee uw inkomen boven het fiscaal maximum uitkomt?
Er is een fiscale grens aan het pensioengevend inkomen waarover iemand pensioen mag opbouwen. Dat heet het fiscale maximum. Werkt u meer dan een volledige werkweek? Dan kan u een deeltijdspercentage van meer dan 100% hebben. Dat is het geval als u 40 uur werkt, terwijl een volledige werkweek bij uw werkgever 38 uur is. Hierdoor kan uw pensioengevend inkomen boven het fiscale maximum uitkomen. In dat geval passen we uw deeltijdpercentage aan. Hieronder ziet u een voorbeeld hoe we dit berekenen.
Rekenvoorbeeld • Een volledige werkweek bij uw werkgever is 38 uur. • U werkt 40 uur. • Uw deeltijdpercentage is 40/38 = 1,052632. • Uw pensioengevend inkomen bij 36-urige werkweek is: € 103.000. • Uw franchise bij een volledige werkweek is € 13.800. • Uw pensioengevend inkomen bij een 40-urige werkweek is € 108.421 (103.000 x 1,052632). |
Het pensioengevend inkomen van € 103.000 is lager dan het bedrag dat in de wet staat. Maar het pensioengevend inkomen van € 108.421 is hoger dan het bedrag dat in de wet staat. Daarom verlagen we uw deeltijdpercentage als volgt: Fiscaal maximum/uw pensioengevend inkomen bij een volledige werkweek € 107.593/ € 103.000 = 1,0446. Dit is uw nieuwe deeltijdpercentage. |
Uw bouwt pensioen op over: (Fulltime pensioengevend inkomen – franchise) x aangepaste deeltijdpercentage (€ 103.000 – € 13.800) x 1,0446 = € 93.178,32 |
Uw deeltijdpercentages in andere situaties
Ziekte, verlof e.d. |
Hetzelfde deeltijdpercentage als voor uw ziekte, verlof e.d. |
---|---|
Werkloosheidsuitkering, UGM-uitkering en ontslaguitkering |
Werkloosheidsuitkering op grond van de Werkloosheidswet Uw deeltijdpercentage is een breuk. Dit berekenen we als volgt: • Uw werkloosheidsuitkering op jaarbasis gedeeld door uw uitkeringspercentage. Als uw dagloon hoger is dan het maximum dagloon vermenigvuldigen we deze uitkomst met de breuk van het dagloon gedeeld door het maximum dagloon; • Dit bedrag delen we daarna door uw pensioengevend inkomen. Werkloosheidsuitkering van uw (vroegere) werkgever Ontvangt u een werkloosheidsuitkering van uw (vroegere) werkgever in aanvulling op of aansluiting aan de werkloosheidsuitkering op grond van de Werkloosheidswet dan bouwt u pensioen op voor hetzelfde percentage als waarvoor u recht heeft op die uitkering. UGM-uitkering of ontslaguitkering Het deeltijdpercentage is hetzelfde als voor ontslag. |
Werken na uw ontslag |
U gaat tijdens uw UGM-uitkering weer werken Bent u volledig met ontslag en gaat u na uw ontslag weer werken bij een bij ABP aangesloten werkgever of als burger bij het Ministerie van Defensie? Dan verandert er niets in uw deeltijdpercentage voor de pensioenopbouw tijdens UGM. Er zijn wel fiscale grenzen voor deze pensioenopbouw. Als deze overschreden worden, kan de pensioenopbouw lager zijn. U gaat weer werken en u ontvangt een werkloosheidsuitkering (WW) Ontvangt u een werkloosheidsuitkering op grond van de Werkloosheidswet en gaat u na uw ontslag weer werken? Of gaat u meer uren werken in uw bestaande functie? Dan berekenen wij uw deeltijdpercentage opnieuw over de nieuw vastgestelde werkloosheidsuitkering. U gaat weer werken en u ontvangt een ontslag- of werkloosheidsuitkering van het Ministerie van Defensie Ontvangt u een werkloosheidsuitkering van het Ministerie van Defensie in aanvulling op of aansluitend aan de werkloosheidsuitkering op grond van de Werkloosheidswet? Of ontvangt u een ontslaguitkering? En gaat u na uw ontslag weer werken? Of gaat u na uw gedeeltelijk ontslag meer uren werken in uw bestaande functie? Dan verlagen we uw deeltijdpercentage in dezelfde mate als waarin uw ontslag- of werkloosheidsuitkering wordt verlaagd. |
Arbeidsongeschiktheid |
Uw deeltijdpercentage is het gewogen gemiddelde van uw deeltijdpercentage in het jaar voor u recht kreeg op arbeidsongeschiktheidspensioen. |
Hoe hoog is het partnerpensioen als u overlijdt voordat u met pensioen gaat?
Als u overlijdt voordat u met pensioen gaat, zijn er twee mogelijkheden:
1. U bent deelnemer.
2. U bouwt geen pensioen meer bij ons op.
1. U bent deelnemer
Bent u deelnemer en overlijdt u voordat u met ouderdomspensioen bent gegaan? Dan is het partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen dat u gekregen zou hebben als u op uw pensioenleeftijd met pensioen zou zijn gegaan. We houden er rekening mee dat u gedurende 5 jaar een UGM uitkering zou hebben ontvangen met 50% pensioenopbouw. Ook houden we rekening met uw inverdientijd.
2. U bouwt geen pensioen meer bij ons op
Bouwt u geen pensioen meer bij ons op? En overlijdt u? Dan krijgt uw partner partnerpensioen. Dit is 70% van het pensioen dat u had opgebouwd toen u uit dienst ging.
Hoe hoog is het partnerpensioen als u overlijdt nadat u met pensioen bent gegaan?
Dan gelden deze regels:
• Uw partner krijgt 70% van uw ouderdomspensioen.
• We gaan uit van uw ouderdomspensioen op de pensioenrekenleeftijd (nu 68 jaar). Dit is de leeftijd die we gebruiken om uw pensioen uit te kunnen rekenen. Gaat u eerder dan uw 68e met pensioen? Dan berekenen we uw pensioen op basis van het pensioen dat u op uw 68e zou ontvangen.
• Heeft u partnerpensioen geruild voor meer ouderdomspensioen? Voor de berekening van het partnerpensioen halen we hier het geruilde partnerpensioen vanaf.
• Heeft u ex-partners? Dan trekken we van het partnerpensioen eerst af wat al bestemd is voor één of meerdere ex-partners(s).
Hoe hoog is het pensioen van uw ex-partner?
In hoofdstuk 3.5 Uit elkaar leest u hoe hoog het pensioen van uw ex-partner is.
Hoeveel wezenpensioen krijgen uw kinderen (zie 3.3 U heeft kinderen) die jonger zijn dan 25 jaar?
• U bouwt pensioen op of u bent met pensioen
– Overlijdt u en is er een verzorger van de kinderen? Dan krijgen uw kinderen ieder 14% van het pensioen dat u krijgt of zou krijgen op uw AOW-leeftijd.
– Overlijdt u en is er geen verzorger van de kinderen? Dan krijgen uw kinderen ieder 28% van het pensioen dat u krijgt of zou krijgen op AOW-leeftijd.
– Overlijdt de verzorger later ook? Dan krijgen uw kinderen ieder 28% van het pensioen dat u krijgt of zou krijgen op AOW-leeftijd.
• U bouwt geen pensioen meer bij ons op
– Overlijdt u en is er een verzorger van de kinderen? Dan krijgen uw kinderen ieder 14% van het pensioen dat u had opgebouwd op het moment dat u overlijdt.
– Overlijdt u en is er geen verzorger? Dan krijgen uw kinderen ieder 28% van uw pensioen dat u had opgebouwd op het moment dat u overlijdt.
– Overlijdt de verzorger later ook? Dan krijgen uw kinderen ieder 28% van uw pensioen dat u had opgebouwd op het moment dat u overlijdt.
Let op! We betalen in totaal maximaal 70% van uw ouderdomspensioen aan wezenpensioen voor uw kinderen. Heeft u meer dan 5 kinderen? Dan krijgen al uw kinderen een gelijk deel van deze 70%. Is er geen partner of verzorger? Dan geldt dit al vanaf 3 kinderen.
Wanneer beoordelen we opnieuw hoeveel wezenpensioen uw kinderen krijgen?
In een aantal situaties berekenen we opnieuw hoeveel wezenpensioen uw kinderen krijgen:
• Als de verzorger van uw kinderen overlijdt.
• Als het wezenpensioen van een kind stopt om de volgende redenen:
– een kind wordt 25;
– een kind overlijdt.
De nieuwe situatie gaat dan de volgende maand in.
Is er een maximum pensioengevend inkomen voor de premieberekening en mijn pensioenopbouw?
Voor het pensioengevend inkomen geldt per 1 januari 2019 als fiscaal maximum: € 107.593. Heeft u een pensioengevend inkomen boven € 107.593? Dan kunt u in onze regeling netto pensioen (zie hoofdstuk 14 Regelingen waar u voor kunt kiezen) boven het deel van € 107.593 vrijwillig pensioen opbouwen. Het fiscaal maximum wordt ieder jaar door de wetgever vastgesteld.
Let op! Werkt u in deeltijd? Dan geldt er een lager fiscaal maximum. Dit is dan het deeltijdpercentage maal € 107.593.
Let op! Er is geen maximum pensioengevend inkomen voor uw arbeidsongeschiktheidspensioen.
Hoe hoog mag het partnerpensioen maximaal zijn?
Het partnerpensioen is maximaal 70% van uw ouderdomspensioen. Dit geldt ook als u ouderdomspensioen ruilt voor partnerpensioen.
Hoe hoog is het wezenpensioen maximaal?
Het wezenpensioen is 14% of 28% maar in totaal voor alle wezen samen maximaal 70% van uw ouderdomspensioen.
Wie bepaalt de hoogte van de pensioenpremie?
Het bestuur van ABP bepaalt de hoogte van de pensioenpremie. De wijze waarop is beschreven in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Het Ministerie van Defensie is verplicht deze premies aan ABP af te dragen.
Wie betaalt mijn premie?
Het Ministerie van Defensie betaalt de premie aan ABP zolang u in dienst bent of zolang u recht heeft op een ontslag- of werkloosheidsuitkering van het Ministerie van Defensie. Het Ministerie van Defensie houdt uw deel van de premie in op uw salaris. In de pensioenovereenkomst vindt u de hoogte van de bijdrage die het Ministerie van Defensie inhoudt op uw salaris.
Waarover berekenen we de premie bij de pensioenen?
Het bedrag waarover we het percentage berekenen kan per soort pensioen verschillen. Dat komt door de verschillen in de franchises en of er een maximum geldt. Dit leest u in onderstaande tabel.
Ouderdomspensioen Nabestaandenpensioen |
|
---|---|
Waarover |
Pensioengevend inkomen min franchise. |
Franchise |
€ 12.450 |
Maximum |
Pensioengevend inkomen € 107.5931 |
Wanneer wordt er premie ingehouden? |
U werkt als militair, neemt vrijwillig deel, of u heeft recht op een UGM- of werkloosheidsuitkering. |
Werkt of werkte u in deeltijd? We berekenen de premie dan naar evenredigheid van uw deeltijdpercentage.
Let op! Ontvangt u op 1 januari 2019 al een UGM-uitkering? Dan bedraagt de franchise voor de berekening van de premie € 19.450
Kan de hoogte van de franchise veranderen?
Ja, dat kan. ABP stelt de franchise vast.
We kijken voor de franchise van het ouderdomspensioen naar de AOW voor gehuwden.
De veranderingen moeten meer dan € 50 zijn ten opzichte van de laatste wijziging van onze franchise. Wij ronden de franchise af op € 50.
Wat als u geen salaris van het Ministerie van Defensie krijgt?
Er is een aantal situaties waarin andere regels gelden voor de hoogte van uw pensioenpremie. Bijvoorbeeld als u een werkloosheidsuitkering krijgt. Deze situaties en de regels die daarbij horen, staan hieronder.
• Wat als u een werkloosheidsuitkering krijgt?
Heeft u recht op een werkloosheidsuitkering? Dan is de premie voor ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen 50% van de premie voor u werkloos werd. We berekenen de premie met het pensioengevend inkomen dat u kreeg voordat u werkloos werd. Dit pensioengevend inkomen veranderen we ieder jaar op 1 januari met de gewogen gemiddelde salarisverhogingen voor de sectoren die bij ABP aangesloten zijn.
• Wat als u een UGM-uitkering of ontslaguitkering krijgt?
Heeft u recht op een UGM-uitkering of een ontslaguitkering? Dan is de premie voor uw ouderdomspensioen, partnerpensioen, wezenpensioen 50% van de premie. We berekenen de premie met het salaris waarmee uw UGM-uitkering is berekend.
Let op! Heeft u inverdientijd opgebouwd vanwege operationele inzet na 1 januari 2019? En gebruikt u deze om eerder met UGM te gaan? Dan betalen u en het Ministerie van Defensie samen de volledige premie.
• Wat als u een arbeidsongeschiktheidspensioen krijgt?
Heeft u recht op een arbeidsongeschiktheidspensioen en bent u ontslagen? Dan betaalt u geen premie voor ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen voor het deel dat u arbeidsongeschikt bent. Voor het deel dat u arbeidsgeschikt bent en u nog als militair werkt, betaalt u wel gewoon de premie.
• Wat als u verlof heeft?
Heeft u verlof en loopt uw pensioenopbouw (zie hoofdstuk 7.1.4 uw meetelwaarde als u met verlof gaat) ongewijzigd door? Dan verandert er niets in hoogte van de premie. In de pensioenovereenkomst kunnen wel andere afspraken staan over de verdeling van de premie tussen u en het Ministerie van Defensie.
Bent u met levensloopverlof? En is uw inkomen tijdens het levensloopverlof minder dan 70% van het pensioengevend inkomen dat u zou hebben gehad als u geen levensloopverlof had? Dan bouwt u pensioen op op basis van het lagere inkomen. Ook de premie die u en het Ministerie van Defensie betalen, wordt dan verminderd.
Let op! Duurt uw levensloopverlof langer dan één jaar? Dan telt de tijd na het eerste jaar niet meer mee voor uw pensioenopbouw. U kunt er wel voor kiezen om vrijwillig pensioen op te bouwen tijdens uw levensloopverlof. U betaalt dan zelf de volledige premie.
Betaalt het Ministerie van Defensie uw premie niet? Dan blijven al uw afspraken tot en met hoofdstuk 13 gewoon gelden. U blijft dus wel gewoon pensioen opbouwen. Dit geldt niet als u bij ons vrijwillig deelneemt aan een aanvullende regeling. Als u verlof of buitengewoon verlof heeft gelden andere regels, zie 3.7 U heeft verlof en de tekst hierboven.
Wij hebben de ambitie om ieder jaar uw pensioen volledig te verhogen met de Consumentenprijsindex. We noemen dit indexeren. We streven er ook naar, om eventueel in het verleden gemiste indexatie te na-indexeren of een eventuele verlaging van pensioenen te beëindigen. Voorwaarde is dat de financiële situatie van ABP voldoende is.
Bij het verhogen van uw pensioen gelden de volgende uitgangspunten:
• Voorwaarde is steeds dat als volgens het bestuur de financiële situatie dat toestaat, wij ieder jaar uw pensioen volledig verhogen met de Consumentenprijsindex. Dit gaat dan niet met terugwerkende kracht.
• Om te zien of de financiële situatie het toestaat kijken we naar de beleidsdekkingsgraad (gemiddelde dekkingsgraad van de laatste 12 maanden) per 31 oktober van het voorafgaande jaar. Deze moet minimaal 110% zijn.
• De indexatie is voorwaardelijk. Deelnemers hebben ook door verhogingen in het verleden niet automatisch recht op een verhoging in de toekomst.
• De verhoging geldt voor pensioen dat u heeft opgebouwd, voor voorwaardelijk pensioen en voor pensioen dat al is ingegaan.
• We financieren de indexatie uit de premies en uit het beleggingsrendement. We vormen geen bestemmingsreserve om te kunnen indexeren.
In de ABTN leest u meer over de regels voor indexering.
Premiehoogte en indexeren
We houden er bij de vaststelling van de hoogte van de premie rekening mee dat we willen indexeren. In de ABTN beschrijven we hoe we de hoogte van de premie bepalen.
Consumentenprijsindex
We gebruiken de consumentenprijsindex, alle huishoudens, niet afgeleid, zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (in de maand september, tot twee cijfers achter de komma). We nemen de index van het voorafgaande jaar en kijken dan naar de stijging of daling van deze index in de periode van 1 september van het voorafgaande jaar tot 1 september van het lopende jaar.
Het bestuur kan uw pensioen verlagen. De voorwaarden hiervoor zijn beschreven in de ABTN.
We berekenen de verlagingen zowel over het pensioen dat u al heeft opgebouwd als het pensioen dat al is ingegaan. Als we uw pensioen moeten verlagen, gaan we dat niet compenseren door andere uitkeringen te verhogen.
Als we moeten verlagen, zal het bestuur u hierover schriftelijk informeren.
De pensioenaanspraken die zijn opgebouwd vóór 1 juni 2001 worden door Defensie separaat gefinancierd. Een eventueel door ABP toegepaste korting is niet van toepassing op deze pensioenaanspraken. De tot 1 januari 2019 toegepaste werkwijze voor deze pensioenaanspraken blijft derhalve ná 1 januari 2019 van toepassing.
U kunt uw pensioen niet in één keer laten betalen, aan iemand anders overdragen, er afstand van doen of als onderpand gebruiken. Maar in bepaalde situaties mogen wij uw hele pensioen wel in één keer betalen. Dat noemen we afkopen.
Wanneer mogen wij pensioen in één keer betalen?
Is uw bruto pensioen hoger dan € 2 maar lager dan € 484,09 per jaar (2019)? Dan mogen wij uw hele pensioen in één keer aan u betalen. Op de volgende momenten zullen wij pensioen in één keer betalen:
• Als u overlijdt.
We betalen dan het nabestaandenpensioen in één keer aan uw nabestaanden.
• Als u uw pensioenleeftijd bereikt.
We betalen dan uw ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen in één keer aan u uit. Wij informeren u daarover. Wilt u niet dat wij dit in één keer betalen of wilt u het later? Dan kunt u dat ons op dat moment laten weten.
Let op!
• Betalen wij uw pensioen in één keer? Dan moeten we hiervan belasting af halen. Hoeveel dit is, staat in de wet.
• Hebben wij uw pensioen in één keer betaald? Dan krijgen u en uw nabestaanden daarna geen pensioen meer van ons.
Let op!
• Is uw pensioen maximaal € 2 bruto per jaar? En is uw deelname aan onze pensioenregeling vóór 1 januari 2019 gestopt? Dan betalen wij uw pensioen in één keer. U krijgt hierover een brief van ons. Daarin staat wat u moet doen. Reageert u niet op die brief, dan vervalt uw pensioen.
Let op!
• Stopt uw deelname aan onze pensioenregeling op of na 1 januari 2019? Dan vervalt uw pensioen van maximaal € 2 bruto per jaar. Dat is wettelijk verplicht.
Hoe berekenen wij hoeveel we betalen?
Afkoopvoet
De afkoopwaarde berekenen wij op basis van de afkoopvoet. Uw leeftijd (in jaren en dagen) bepaalt de afkoopvoet voor uw ouderdomspensioen.
Bij het nabestaandenpensioen bepaalt de leeftijd van uw partner (in jaren en dagen) op het moment dat u overlijdt de afkoopvoet die we gebruiken. In bijlage 1 Tabellenboek ziet u hoe we dat doen.
De afkoopwaarde berekenen we als volgt:
Waarde ouderdomspensioen x afkoopvoet ouderdomspensioen
Waarde partnerpensioen x afkoopvoet partnerpensioen
Waarde wezenpensioen x afkoopvoet wezenpensioen
Wilt u de waarde van uw ABP-pensioen meenemen naar een andere pensioenuitvoerder? Of andersom: wilt u de waarde van een ander pensioen meenemen naar uw ABP-pensioen? Dit heet waardeoverdracht. Bij waardeoverdracht volgen wij de regels van de Pensioenwet.
In welke situaties kunt u uw pensioen meenemen (individuele waardeoverdracht)?
U kunt uw pensioen meenemen in deze situaties:
1. U heeft pensioen opgebouwd bij een andere pensioenuitvoerder. U gaat als militair werken en u bouwt pensioen op bij ABP. U wilt de waarde van het andere pensioen meenemen naar ABP.
2. U heeft pensioen opgebouwd bij ABP. U gaat werken bij een andere werkgever en u bouwt pensioen op bij een andere pensioenuitvoerder. U wilt de waarde van uw ABP-pensioen meenemen naar uw nieuwe pensioenuitvoerder.
Wat moet u doen om uw pensioen mee te nemen?
Geldt deze situatie voor u? En wilt u de waarde van uw pensioen meenemen? Geef dit dan aan ons door. Op onze website vindt u hiervoor een formulier. Uw partner moet ook schriftelijk akkoord geven. Als de hoogte van uw pensioen bij een andere pensioenuitvoerder lager is dan € 484,09 bruto per jaar, draagt die pensioenuitvoerder uw pensioen mogelijk automatisch naar ABP over. Is deze situatie van toepassing op u? Vraag dit dan na bij de andere pensioenuitvoerder.
Hoe werkt het als u uw opgebouwde pensioen van uw vorige werkgever wilt meenemen naar ons?
Uw vorige pensioenuitvoerder bepaalt de waarde die u meekrijgt. Hiermee berekenen wij wat wij toevoegen aan uw ouderdomspensioen, het partnerpensioen en het wezenpensioen. Gaat u hiermee akkoord? Dit verwerken wij dan in uw opgebouwd pensioen. In MijnABP vindt u uw totale pensioen, inclusief het pensioen dat u heeft meegenomen.
Heeft u pensioen opgebouwd bij ABP?
Wilt u de waarde van uw pensioen meenemen naar een andere pensioenuitvoerder? Dan kunt u dit doorgeven aan de pensioenuitvoerder waar u nu pensioen opbouwt.
Let op! Als de hoogte van uw pensioen minder is dan € 484,09 maar meer dan € 2,– bruto per jaar dan draagt ABP uw pensioen automatisch over naar de pensioenuitvoerder waar u pensioen opbouwt. U hoeft hier zelf niets voor te doen. U krijgt hierover een brief van ons. Daarin leest u ook wat u moet doen als u niet wil dat ABP uw pensioen automatisch overdraagt.
Kunt u uw pensioen altijd meenemen?
Nee, de Pensioenwet staat overdracht in een aantal gevallen (tijdelijk) niet toe. Bijvoorbeeld als de financiële situatie van de pensioenuitvoerder dit niet toestaat.
Collectieve waardeoverdracht
Gaat u niet individueel over naar een andere pensioenuitvoerder? Dan is individuele waardeoverdracht niet mogelijk. Het meenemen van uw pensioen naar uw nieuwe pensioenuitvoerder is in dat geval alleen mogelijk op basis van een collectieve waardeoverdracht. Uw werkgever kan uw oude en nieuwe pensioenuitvoerder vragen om daaraan mee te werken.
Overdracht als u overstapt naar de pensioenregeling van ABP
U stopt als militair en gaat u bij een andere ABP-werkgever of als burger bij het Ministerie van Defensie werken? Dan geldt voor u het pensioenreglement van ABP. Wij rekenen uw opgebouwde militair pensioen om naar pensioen in het pensioenreglement van ABP. Wij informeren u hierover. Wilt u niet dat we omrekenen? Dan kunt u dit aan ons doorgeven. Dit kan totdat u met pensioen gaat. Uw partner moet hiermee instemmen. Als wij niet omrekenen krijgt u twee pensioenen van ABP. Ook kan het nadelig zijn voor uw partnerpensioen omdat uw partner geen recht meer heeft op partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar over diensttijd voor 1 januari 2018.
Wij keren geen partner- of wezenpensioen uit
Als de rechter uw (ex-)partner veroordeeld heeft omdat hij u opzettelijk om het leven heeft gebracht of daaraan medeplichtig is, dan krijgt uw (ex-)partner geen partnerpensioen. Dit geldt ook als de rechter uw kind veroordeeld heeft omdat hij u opzettelijk om het leven heeft gebracht of daaraan medeplichtig is. Dan krijgt het betreffende kind geen wezenpensioen.
Let op! Er zijn meer situaties waarin wij geen partner- of wezenpensioen uitkeren. Bijvoorbeeld als u gaat samenwonen en dat niet aan ons doorgeeft, dan heeft uw partner geen recht op partnerpensioen. Zie ook 3.9 U overlijdt, uw partner of ex-partner overlijdt of uw kind overlijdt.
Als u gemoedsbezwaren heeft tegen iedere vorm van verzekering en daarom geen verzekeringen voor u zelf of voor anderen heeft gesloten, kunnen we besluiten dat u niet aan de pensioenregeling voor militairen hoeft mee te doen. In plaats daarvan moet u dan wel deelnemen aan een spaarregeling zonder verzekering. In dit hoofdstuk leest u hoe dat werkt.
Wat moet u doen als u geen pensioen wilt?
• Stap 1
Vraag aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) of u een zogenaamde ‘vrijstelling voor gemoedsbezwaren’ kunt krijgen. De SVB noemt dit ook wel een ‘ontheffing wegens gemoedsbezwaren zoals afgegeven door de SVB’.
• Stap 2
Stuur daarna uw verzoek met ‘vrijstelling voor gemoedsbezwaren’ naar het ABP-bestuur. Schrijf in dit verzoek dat u geen verzekeringen wilt hebben, omdat dit niet past bij uw levensovertuiging. Schrijf erbij dat u daarom ook helemaal geen verzekeringen heeft en ook geen pensioen wilt. Zet uw naam en uw handtekening onder dit verzoek.
• Stap 3
U krijgt een brief van ons terug. Daarin staat of wij het met uw verzoek eens zijn. Als wij het hiermee eens zijn, gaat u sparen. Als wij het hiermee niet eens zijn, moet u meedoen met de pensioenregeling voor militairen.
Hoe werkt het als u geen pensioen opbouwt, maar spaart?
Spaart u omdat een pensioen niet bij uw levensovertuiging past? Dan werkt dat zo:
• U en het Ministerie van Defensie betalen iedere maand hetzelfde bedrag als bij een pensioen. Dit geld maken wij iedere maand over op uw spaarrekening bij ABP.
• Over uw spaargeld krijgt u rente. De rente op uw spaarrekening is de 10-jaars deposito rente van ING. Wij maken deze rente een keer per jaar over op uw spaarrekening.
• U krijgt ieder jaar een opgave van ons. Daarin staat hoeveel u gespaard heeft en hoeveel rente u gekregen heeft.
Wanneer krijgt u het spaargeld van ons?
• Dat kan op zijn vroegst vanaf uw 60e en op zijn laatst vanaf uw 68e. Als u niets aangeeft is dat vanaf uw 68e.
• Wij keren uw opgebouwde spaartegoed uit gedurende 15 jaar. Ieder jaar ontvangt u een deel.
Wat gebeurt er als u overlijdt voordat u het spaargeld gekregen heeft?
Als dat gebeurt, betalen we het spaargeld dat we van u hebben aan uw partner.
• Vanaf de dag dat u overlijdt, betalen wij elk jaar aan uw partner het opgebouwde spaartegoed uit. Dit doen we 15 jaar lang. Ieder jaar ontvangt uw partner een deel.
• U heeft geen partner of uw partner overlijdt na u en u heeft een of meer kinderen onder 25 jaar? (zie hoofdstuk 3.3 U heeft kinderen):
– op basis van het bedrag dat er nog is op het moment van overlijden stellen we nieuwe vaste jaarlijkse bedragen vast die we aan de wezen gaan betalen;
– we betalen vanaf dat moment het overgebleven spaartegoed aan uw kinderen onder 25 jaar;
– we betalen jaarlijks bedragen. We berekenen de bedragen tot het eind van de maand waarin uw kind 25 wordt.
• U heeft geen partner of uw partner overlijdt na u en u heeft geen kinderen onder 25 jaar?
– We betalen het overgebleven gespaarde bedrag in een keer uit aan uw erfgenamen.
U overlijdt nadat wij uw spaartegoed zijn gaan uitkeren
• We betalen de jaarlijkse bedragen op dezelfde manier uit aan uw partner. Dit doen we voor de resterende tijd van de oorspronkelijke 15 jaar.
• U heeft geen partner, maar wel een of meer kinderen onder 25 jaar:
– op basis van het bedrag dat er nog is op moment van overlijden van uw partner bepalen we de nieuwe vaste bedragen die we aan de wezen gaan betalen;
– we betalen uit aan uw kinderen onder 25 jaar;
– we berekenen bedragen tot het eind van de maand waarin uw kind 25 wordt.
• Uw partner overlijdt na u en u heeft kinderen onder 25 jaar?
– We berekenen de uitkering opnieuw en betalen deze tot het eind van de maand waarin uw kind 25 wordt.
• U heeft geen partner of uw partner overlijdt na u en u heeft geen kinderen onder 25 jaar?
– We betalen het overgebleven gespaarde bedrag in een keer uit aan uw erfgenamen.
Wat moet u aan ons doorgeven?
Verandert er iets in uw situatie? Geef dat dan direct aan ons door. U kunt dat in de meeste gevallen ook in MijnABP doen.
Als er iets in uw situatie verandert, horen we dat vaak van het Ministerie van Defensie of van de gemeente waar u woont. Maar sommige dingen horen we niet van hen en moet u aan ons doorgeven. Hieronder staan de veranderingen die u aan ons door moet geven:
• Als u samenwoont of gaat samenwonen zonder geregistreerd partnerschap of zonder te trouwen. U moet dat bij ons melden en verklaren dat u voldoet aan de voorwaarden. Als u dit doorgeeft, stuur dan een kopie van het samenlevingscontract mee. (zie ook hoofdstuk 3.2 U heeft een partner). Dat kunt u ook via MijnABP doen.
Let op! Het is belangrijk om dit aan ons door te geven als u gebruik wilt maken van partnerpensioen. Als u gaat samenwonen en dat niet aan ons doorgeeft heeft uw partner geen recht op partnerpensioen.
• U beëindigt het samenwonen met een samenlevingscontract of u voldoet niet meer aan de voorwaarden (zie hoofdstuk 3.2 U heeft een partner).
• U gaat scheiden of u eindigt uw geregistreerd partnerschap en u wilt uw pensioen verdelen (verevenen of splitsen) of spreekt met uw ex-partner af dat uw ex-partner geen recht heeft op partnerpensioen. (zie 3.5 U gaat uit elkaar).
Let op! Als u wilt verevenen of splitsen moet u dat binnen twee jaar aan ons doorgeven.
• Als kinderen (niet uw biologische kinderen) deel gaan uitmaken van uw gezin of als u de kosten voor levensonderhoud van die kinderen gaat betalen.
• Wijziging van uw bankrekeningnummer als u een pensioen ontvangt.
• Een nieuw e-mailadres als u al eerder een e-mailadres aan ons heeft doorgegeven.
• Als u naar het buitenland verhuist. Ook als u een correspondentieadres in Nederland houdt of als u in het buitenland woont en een partnerschap aangaat.
• U woont in het buitenland:
– als u gaat trouwen, samenwonen of geregistreerd partnerschap begint, moet u uw partner zelf bij ons aanmelden. Dit geldt ook als u deze relatie beëindigt.
– uw nabestaanden moeten uw overlijden doorgeven;
– als u verhuist moet u uw nieuwe adres aan ons doorgeven.
• U wilt extra pensioen opbouwen met ABP ExtraPensioen (zie hoofdstuk 14 Vrijwillige voorzieningen).
• Als u met pensioen wilt gaan.
• U gaat tijdens uw verlof werken bij een niet ABP-werkgever.
Hieronder staat welke informatie u van ons krijgt, en hoe vaak u deze informatie van ons krijgt.
• Als u start als deelnemer
Als u begint met pensioen opbouwen bij ABP ontvangt u van ons Pensioen 1-2-3. Hierin staat welke regels er gelden en in welke gevallen u zelf iets moet doen.
• UPO
Dit is het Uniform Pensioen Overzicht. Als deelnemer krijgt u dit ieder jaar van ons. In uw UPO staat hoeveel pensioen u tot nu toe heeft opgebouwd. Er staat ook in hoeveel pensioen u krijgt als u met pensioen gaat. Uw UPO staat ook in MijnABP.
• Pensioenoverzicht als u met pensioen bent
Bent u met pensioen? Dan sturen wij u ieder jaar een pensioenoverzicht. Daarin staat hoeveel pensioen u krijgt. En hoeveel het partnerpensioen en het wezenpensioen is.
• Pensioenoverzicht als u nu geen pensioen meer bij ons opbouwt
Heeft u eerder pensioen bij ons opgebouwd, maar doet u dat nu niet meer? Dan zetten wij elk jaar voor u een pensioenoverzicht klaar in MijnABP. Daarin staat hoeveel pensioen u bij ons heeft opgebouwd. Er staat ook bij welke verhoging wij bij dit pensioen optellen als we indexeren. Dit overzicht krijgt u daarnaast ook elke vijf jaar toegestuurd.
• Pensioenoverzicht voor uw ex-partner
Heeft u pensioen bij ons opgebouwd en bent u uit elkaar? En heeft uw ex-partner niet afgezien van partnerpensioen? Dan sturen wij uw ex-partner elke vijf jaar een pensioenoverzicht. Daarin staat hoeveel partnerpensioen uw ex-partner krijgt.
• Beëindigingsbrief
Stopt uw deelname aan onze regeling? Dan stopt u ook met pensioen opbouwen bij ons. Wij sturen u dan een beëindigingsbrief en informeren u over het pensioen dat u bij ons heeft opgebouwd. Dit ziet u op MijnABP. Er staat ook in welke keuzes u voor uw pensioen nog kunt maken.
• Met pensioen gaan
U krijgt van ons het formulier ‘Met pensioen gaan’. Dit formulier krijgt u 6 maanden voordat u uw pensioenleeftijd bereikt. Met het formulier vraagt u uw ABP-pensioen bij ons aan.
• Verlaging van uw pensioen
Als we uw pensioen moeten verlagen, zal het bestuur u hierover schriftelijk informeren. Zie ook 7.6 Verlagen van uw pensioen.
Hieronder staat waar u meer informatie over uw pensioen kunt vinden.
• Www.abp.nl en MijnABP
Op www.abp.nl vindt u dit pensioenreglement. Verandert er iets in onze pensioenregels? Dan informeren we u daarover. We verwerken de verandering ook in ons pensioenreglement.
In MijnABP vindt u informatie over uw persoonlijke situatie en wat dit betekent voor uw pensioen. Hier kunt u ook:
• de hoogte van uw opgebouwde pensioenen zien;
• uw contactgegevens wijzigen;
• uw pensioengegevens inzien;
• berekeningen maken;
• offertes aanvragen;
• uw pensioen aanvragen;
• alle informatie vinden over uw pensioenregeling.
• Pensioenregister
In het pensioenregister ziet u hoeveel pensioen u in totaal heeft opgebouwd, bij uw ABP-werkgever en bij andere werkgevers. Hiervoor gaat u naar Mijnpensioenoverzicht.
• Jaarverslag ABP
In ons jaarverslag staat wat er in dat jaar met de ABP-pensioenen gebeurd is. Bijvoorbeeld de kosten die wij betaald hebben om de pensioenpremies te beheren en bij te houden. U vindt hier o.a. de kosten die wij betaald hebben voor alle ABP-pensioenen bij elkaar, ook de kosten per deelnemer en relevante informatie over onze beleggingen. U vindt ons jaarverslag op www.abp.nl.
Heeft u vragen over uw pensioen? Bel dan met onze klantenservice. Dat kan op maandag tot en met vrijdag van 8.00–17.30 uur.
Welk telefoonnummer u moet bellen, hangt af van uw situatie en uw vraag. U vindt onze telefoonnummers op www.abp.nl.
Op onze sociale media kunt u ook antwoorden op uw vragen vinden:
• Op onze Facebookpagina houden we u op de hoogte van actualiteiten en algemene zaken rondom uw pensioen.
• Via Twitter melden wij het laatste nieuws over pensioen. U kunt ons op Twitter ook vragen stellen.
• U kunt ook met ons chatten.
• U vindt ons ook op YouTube. Bekijk hier animaties en filmpjes over uw pensioen bij ABP en over onze producten.
Neem dan contact op met het Ministerie van Defensie.
Heeft u een klacht over ABP? Dan kunt u een brief sturen naar dit adres:
ABP Klachtenregeling
Postbus 4800
6401 JL Heerlen
Als u het niet eens bent over hoe wij het reglement in uw geval toepassen en voelt u zich daardoor benadeeld? U kunt dit schriftelijk aan ons laten weten. Dit heet bezwaar maken. Wij reageren zo snel mogelijk op uw bezwaar.
U kunt een beroep doen op onze hardheidsclausule.
We voeren onze regels uit zoals we dat in dit reglement beschrijven. Als het reglement niet voorziet in uw situatie of als een precieze uitvoering volgens dit reglement tot een onbillijke uitkomst zou leiden, beslist het bestuur. Het bestuur besluit in de bedoeling van het reglement. Zo’n besluit kan alleen ten gunste van de deelnemer genomen worden.
Wilt u naast de basisregeling vrijwillig aanvullend pensioen opbouwen? Dat kan op verschillende manieren. In dit hoofdstuk leest u meer over drie soorten extra pensioenen:
14.1 |
ABP ExtraPensioen |
14.2 |
Nettopensioen |
14.3 |
Een andere aanvulling op uw pensioen |
Als deelnemer aan deze pensioenregeling kunt u met ABP ExtraPensioen bijsparen voor:
• ouderdomspensioen, en;
• nabestaandenpensioen.
ABP ExtraPensioen is een premieovereenkomst. U kunt hieraan deelnemen zolang u deelnemer aan de pensioenregeling voor militairen bent. U stort dan via het Ministerie van Defensie een bedrag vanuit uw brutosalaris of bruto uitkering.
• U bepaalt binnen de fiscale ruimte zelf hoeveel extra premie u wilt inleggen.
• U kunt op elk moment stoppen met het betalen van deze extra premies en eventueel later toch weer beginnen.
• De inleg geeft iedere maand hetzelfde rendement als het ABP-rendement. Dit geldt alleen niet in de laatste twee maanden voordat u met pensioen gaat. Zie voor een toelichting Wat gebeurt er als u met pensioen gaat?
• Wij bepalen ieder jaar de hoogte van de kosten die we inhouden. Deze kosten berekenen we over het saldo waarover we het rendement berekenen.
• Inleggarantie: U krijgt altijd minimaal de premies terug die u heeft betaald.
U kiest zelf hoeveel premie u voor uw ABP ExtraPensioen betaalt. Het verschil tussen het bedrag dat u maximaal wettelijk mag opbouwen en het bedrag dat u al aan pensioen opbouwt, is uw fiscale ruimte. Het pensioen dat u met ABP ExtraPensioen opbouwt, mag niet hoger zijn dan uw fiscale ruimte.
Het Ministerie van Defensie haalt dit bedrag af van uw brutosalaris of bruto uitkering en maakt het geld aan ons over.
Als u met pensioen gaat zetten wij het totaal van uw inleg en het rendement om in een maandelijkse uitkering volgens de regels van de basisregeling. Het rendement van de laatste twee maanden bepalen we dan op basis van een fictief rendement. Dit rendement vindt u in bijlage 3 Bedragen en percentages.
Als we de ABP-pensioenen verhogen, dan verhogen we dit aanvullend pensioen met hetzelfde percentage.
Dat hangt af of u op het moment van overlijden nog pensioen opbouwde in ABP ExtraPensioen of niet.
U bouwt pensioen op bij ABP en u overlijdt:
Uw saldo gaat naar het nabestaandenpensioen.
U bouwt geen pensioen meer op bij ABP en u overlijdt:
Uw saldo was toen u stopte als deelnemer bij ABP al omgezet in een ouderdoms- en nabestaandenpensioen.
Heeft u een partner of kinderen?
Het bedrag dat u heeft opgebouwd zetten we om in partner- en wezenpensioen (zie bijlage 1 tabellenboek). Dit is aanvullend op het partner- en wezenpensioen dat we vanuit de ABP-regeling aan uw partner uitkeren.
Heeft u geen partner of kinderen?
Het bedrag dat u heeft opgebouwd komt bij de algemene pensioenreserve van ABP.
U kunt stoppen met ABP ExtraPensioen opbouwen wanneer u dat wilt. Neem daarvoor contact met ons op. Bent u gestopt met ABP ExtraPensioen opbouwen en wilt u er later toch weer mee doorgaan? Dat kan ook. Neem daarvoor ook contact met ons op.
Wanneer stopt ABP ExtraPensioen vanzelf en welke gevolgen heeft dat?
In deze situaties stopt deze regeling:
• Als u overlijdt. Wij keren dan uit aan uw partner tot het moment dat zij overlijdt.
• Als u stopt als deelnemer bij ABP kunt u:
– het opgebouwde bedrag meenemen naar de pensioenuitvoerder van uw nieuwe werkgever;
– het opgebouwde bedrag laten staan. Wij zetten het opgebouwde bedrag dan om in pensioen conform de basisregeling.
• Als u met pensioen gaat. Ook dan zetten wij het opgebouwde bedrag om in pensioen conform de basisregeling.
Het rendement van de laatste twee maanden voordat we uw inleg en rendement omzetten in een maandelijkse uitkering, bepalen we op basis van een fictief rendement. Dit rendement vindt u in bijlage 3 bedragen en percentages
Let op! Als het Ministerie van Defensie een regeling kan aanbieden die minimaal gelijkwaardig is aan deze nettopensioenregeling, dan is hij niet verplicht deze regeling aan te bieden.
1. |
Wat is een nettopensioenregeling? |
2. |
Deelname en start |
3. |
Einde regeling, eerder stoppen of overlijden |
4. |
Premie en kosten |
5. |
Opbouw voor extra ouderdomspensioen |
6. |
U gaat uit elkaar |
7. |
Fiscale maximering en afkopen |
8. |
Verhogen of verlagen van pensioen |
9. |
Jaarlijks overzicht opgebouwde waarde |
– Bijlage 1 Tabellenboek met voorbeelden paragraaf 7 |
Ieder jaar wordt vastgesteld wat het maximale pensioengevend inkomen is waarover Nederlandse werknemers pensioen kunnen opbouwen waarvan de premie aftrekbaar is voor de belasting. U vindt dit bedrag op deze website: www.abp.nl/pensioen-bij-abp/soorten-pensioen/nettopensioen. Is uw inkomen hoger dan dit maximale pensioengevend inkomen? Dan kunt u boven het grensbedrag met NettoPensioen aanvullend ouderdomspensioen opbouwen of partnerpensioen regelen.
De premie betaalt u uit uw netto inkomen. Niet uit het bruto inkomen zoals bij de basisregeling. De premies zijn dus niet aftrekbaar, maar de uitkeringen later zijn niet belast.
Hoe werkt het?
De belangrijkste kenmerken van de ABP nettopensioenregeling:
• Vrijwillig. Het is een vrijwillige regeling: u bepaalt zelf of u aan deze regeling deelneemt.
• Als u in de basisregeling geen premie meer hoeft te betalen bij arbeidsongeschiktheid, geldt dat ook voor de nettopensioenregeling. Uw deelname loopt gewoon door op basis van uw pensioengevend inkomen voor u arbeidsongeschikt werd. U hoeft daarvoor geen premie meer te betalen. Dit geldt niet als uw arbeidsongeschiktheid was te verwachten toen u begon in deze regeling.
• Het is een premieovereenkomst zonder beleggingsvrijheid. Naarmate u ouder wordt, bouwt ABP het beleggingsrisico af (volgens een zogenaamde Lifecycle).
• Als u stopt in de basisregeling, stopt u automatisch met deze netto pensioenregeling. Het opgebouwde kapitaal rendeert dan niet meer. Wij zetten dan uiterlijk na 4 maanden het opgebouwde kapitaal om in pensioen. Dit pensioen komt bij uw pensioen van uw basisregeling.
• Als u alleen stopt met deze nettopensioenregeling, maar doorgaat in de basisregeling, blijft uw kapitaal renderen op basis van de Lifecycle die bij uw leeftijd hoort.
Wanneer kunt u deelnemen?
U kunt deelnemen als uw pensioengevend inkomen hoger is dan € 107.593 (2019) en:
• u in dienst bent als militair;
• u als militair in dienst was van het Ministerie van Defensie en op basis daarvan een uitkering ontvangt vanwege:
– leeftijdsontslag;
– werkloosheid;
– arbeidsongeschiktheid.
Wij kijken dan naar uw pensioengevend inkomen van voor uw uitkering of het moment voordat u ziek werd.
Let op! Als u in deeltijd werkt, geldt er voor u een lager maximaal pensioengevend inkomen. (zie hoofdstuk 7.4 Maximale bedragen voor uw pensioen)
U kiest een pakket
U kiest voor een Opbouw-, Risico- of voor het Totaalpakket
• Het Opbouwpakket is een beschikbare premieregeling.
Hiermee bouwt u een geldbedrag op. Dit geldbedrag zetten we om in pensioen als u met pensioen gaat.
• Het Risicopakket is een risicoverzekering.
Dit betekent dat u premie betaalt voor de verzekering. Niet om kapitaal op te bouwen. De verzekering keert aan uw partner en kinderen pensioen uit als u overlijdt voordat u met pensioen gaat.
• Met het Totaalpakket heeft u zowel het Opbouwpakket als het Risicopakket.
Opbouwpakket
Het Opbouwpakket is een beschikbare premieregeling.
• Dit betekent dat u op de eerste dag van de maand op basis van uw leeftijd een percentage van uw salaris aan premie stort. De beschikbare premie. Hiermee bouwt u, na aftrek van kosten en premies (zie paragraaf 4 Premie en kosten) een geldbedrag op. Dit geldbedrag zetten we om in pensioen als u met pensioen gaat. We zetten het geldbedrag ook om:
– als u overlijdt in partnerpensioen en wezenpensioen, en;
– als u stopt in de basisregeling in pensioen.
• De hoogte van uw pensioen wordt bepaald door:
– de inleg (premie);
– de rendementen daarop en de kosten die we verrekenen. Deze rendementen kunnen fluctueren;
– de tarieven die gelden als u het opgebouwde geldbedrag omzet in pensioen.
• De hoogte van het nabestaandenpensioen:
U overlijdt en u neemt nog deel aan de basisregeling?
Uiterlijk een maand nadat u bent overleden, zetten we het opgebouwde bedrag om in pensioenuitkeringen voor uw partner- en wezenpensioen:
– heeft u geen partner als u overlijdt? Dan keren we uit aan uw kinderen;
– heeft u geen partner en geen kinderen onder 25 jaar? Dan voegen we het opgebouwde bedrag toe aan onze reserves.
U overlijdt nadat u bent gestopt in de basisregeling?
Als u stopt in de basisregeling zetten we het opgebouwde bedrag om in ouderdomspensioen, met het volgende nabestaandenpensioen:
– partnerpensioen: 70% van het ouderdomspensioen;
– wezenpensioen: 14% van het ouderdomspensioen.
Risicopakket
Het Risicopakket is een risicoverzekering.
• Dit betekent dat u premie betaalt voor de verzekering. Niet om kapitaal op te bouwen.
• U kunt alleen voor het risicopakket kiezen als u een partner heeft. Gaat u later een partnerschap aan, dan kunt u alsnog kiezen voor het risicopakket. Zie paragraaf 2 U kunt altijd kiezen.
• De verzekering keert aan uw partner en kinderen pensioen uit als u overlijdt voordat u met pensioen gaat. Dit geldt niet als uw overlijden op basis van uw gezondheid redelijkerwijs was te verwachten toen u begon in deze regeling.
• Deze verzekering stopt als u stopt met deze regeling.
• De hoogte van het partnerpensioen: 52,5% van uw pensioengevend inkomen boven het fiscaal maximum.
• De hoogte van het wezenpensioen: 10,5% van uw pensioengevend inkomen boven het fiscaal maximum.
Deze percentages gelden voor het ouderdomspensioen dat u opgebouwd zou hebben met uw pensioengevend inkomen boven het fiscaal maximum als u tot uw 68e in dienst was gebleven. We rekenen dan vanaf het moment dat u met het risicopakket begon.
Totaalpakket
Met het totaalpakket heeft u zowel het Opbouwpakket als het Risicopakket.
• U bouwt pensioen op in een beschikbare premieregeling. Dit betekent dat u op basis van uw leeftijd een percentage van uw salaris aan premie stort. De beschikbare premie. Op de beschikbare premie houden we kosten in zie paragraaf 4 Premie en kosten. U bouwt een geldbedrag op met de beschikbare premie min de kosten die we inhouden. Dit geldbedrag zetten we om in pensioen als u met pensioen gaat.
• U overlijdt en u neemt nog deel aan deze regeling?
Zie Risicopakket.
• U overlijdt nadat u bent gestopt in deze regeling?
Zie Opbouwpakket
De pakketten samengevat
Totaalpakket |
Opbouwpakket |
Risicopakket |
|
---|---|---|---|
Na pensionering Kapitaal opbouwen voor extra: • Ouderdomspensioen • Partnerpensioen • Wezenpensioen Overlijden voor pensionering Opgebouwd kapitaal voor extra: • Partnerpensioen • Wezenpensioen |
X |
X |
|
Overlijden vóór u met pensioen gaat en tijdens deelname aan netto pensioen Extra risico verzekeren: • Partnerpensioen • Wezenpensioen |
X |
X |
U kunt altijd kiezen
U kunt altijd beginnen met deze regeling.
• Dat kunt u doen binnen zes maanden nadat u in dienst bent getreden of nadat uw inkomen hoger geworden is dan het maximaal pensioengevend inkomen.
• Dat kunt u ook doen binnen zes maanden nadat u een partner heeft gekregen.
• Wilt u na zes maanden beginnen? Dan kunnen wij medische waarborgen vragen. Dit geldt ook als u later wilt switchen.
Let op! Als u in uw basisregeling keuzes maakt zoals eerder of later met pensioen gaan, gelden die ook voor deze regeling
U kunt met de opbouw in het totaal- en opbouwpakket de volgende keuzes maken:
• U kunt ervoor kiezen niet 100%, maar 25%, 50% of 75% van de premie (zie paragraaf 4 Premie en kosten) in te leggen.
Let op! Deze percentages gelden niet voor de risicoverzekeringen partner- en wezenpensioen. Als u hiervoor gekozen heeft, is dat voor 100%.
• U kunt een keer per jaar dit percentage wijzigen. Deze wijziging gaat in vanaf de eerste dag van de maand dat u hierom verzoekt. Maar niet eerder dan wanneer wij uw verzoek ontvangen hebben. Als u uw percentage verhoogt vragen wij om een gezondheidsverklaring en kunnen wij een medisch onderzoek laten doen (zie ook 2 Deelname en start, u besluit later mee te willen doen).
Ben ik direct verzekerd?
Ja, als u kiest voor het Totaal- of Risicopakket bent u direct verzekerd voor het partnerpensioen en wezenpensioen. Ook als we om een gezondheidsverklaring of medisch onderzoek vragen.
Als wij op grond van het medisch onderzoek u niet willen verzekeren dan vervalt de risico dekking. De risicodekking vervalt ook als u niet aan een medisch onderzoek wil meewerken. U moet dan wel de risicopremie tot dat moment betalen.
Wanneer kan ik beginnen?
De eerste dag van de maand die volgt nadat u aangeeft dat u mee wilt doen. Voor de wijze van aanmelding heeft ABP regels opgesteld. Hiervoor kunt u contact met ons opnemen.
U besluit later mee te willen doen.
Is dit meer dan zes maanden nadat u mee had kunnen doen? Wij vragen dan om een gezondheidsverklaring. Deze verklaring kan voor ons aanleiding geven tot verder medisch onderzoek. De kosten voor dit onderzoek en de kosten van de gezondheidsverklaring betaalt u zelf. Dit onderzoek geeft een van de volgende uitkomsten:
• u wordt vanaf dat moment toegelaten tot de regeling;
• u wordt toegelaten tot de regeling, maar met een hogere premie voor het overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico;
• u kunt wel deelnemen voor een hoger ouderdomspensioen en daarmee een hoger nabestaandenpensioen. U kunt u niet verzekeren voor het overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico.
U heeft al het risicopakket en wilt dit uitbreiden met het opbouwpakket.
U was al toegelaten tot de regeling en had zich verzekerd voor het overlijdensrisico (het risicopakket). Wilt u dit risicopakket uitbreiden met het opbouwpakket? Wij vragen dan om een gezondheidsverklaring. Deze verklaring kan voor ons aanleiding geven tot verder medisch onderzoek. De kosten voor dit onderzoek en de kosten van de gezondheidsverklaring betaalt u zelf. Dit onderzoek geeft een van de volgende uitkomsten:
• u wordt vanaf dat moment toegelaten tot het opbouwpakket;
• u kunt wel deelnemen voor een hoger ouderdomspensioen en daarmee een hoger nabestaandenpensioen. U kunt zich niet verzekeren voor het arbeidsongeschiktheidsrisico.
De premie voor het risicopakket blijft gelijk. Voor de uitbreiding betaalt u extra premie.
Wanneer stopt mijn deelname?
Uw deelname aan de nettopensioenregeling stopt uiterlijk vijf jaar na de dag waarop u uw AOW-leeftijd heeft bereikt.
Uw deelname stopt eerder als:
• uw pensioengevend inkomen lager dan € 107.593 wordt. Dit bedrag wordt ieder jaar door de wetgever vastgesteld;
• u niet meer deelneemt aan de verplichte pensioenregeling van ABP;
• twee maanden achter elkaar geen premie is betaald;
• u overlijdt. Uw deelname stopt de dag erna;
• u (eerder) met pensioen gaat in de basisregeling;
• u en uw partner uit elkaar gaan, dan stopt het risicopakket automatisch;
• deze nettopensioenregeling eindigt;
• u zelf ervoor kiest om te stoppen. Uw deelname stopt op zijn vroegst op de eerste dag van de maand nadat wij uw verzoek hebben ontvangen. U kan niet met terugwerkende kracht stoppen.
Wat gebeurt er als ik met pensioen ga?
• Wij zetten uw opgebouwde waarde om in pensioen. De uitkeringen zijn netto. Uw opgebouwd kapitaal valt onder de vrijstellingsregeling in Box III.
• De keuzes die u maakt in de basisregeling over eerder, later of gedeeltelijk met pensioen gaan, gelden automatisch ook voor de nettopensioenregeling.
• Gaat u met pensioen dan kijken wij naar het pensioen dat u uit deze regeling en uit de basisregeling op uw AOW-leeftijd zou ontvangen. Zijn deze pensioenen samen lager dan de wettelijk bepaalde grens? Dan kopen wij uw pensioen op dezelfde manier af als in de basisregeling. Zie Hoofdstuk 8 Wij kunnen uw pensioen in één keer betalen (Afkopen).
Kan ik eerder stoppen?
Ja, u kunt aan het eind van iedere maand stoppen. Uw opgebouwde bedrag blijft dan renderen op basis van de Lifecycle die bij uw leeftijd hoort.
Als u geen deelnemer meer bent in de basisregeling, stopt uw nettopensioenregeling automatisch. Het tot dan opgebouwde kapitaal zetten we na vier maanden om in pensioen.
Als u in de basisregeling de keuze maakt om ouderdomspensioen te ruilen voor partnerpensioen, geldt dit automatisch ook voor de nettopensioenregeling.
Als u gaat werken bij een werkgever die ook een nettopensioenregeling heeft, kunt u de waarde van het pensioen laten overdragen. U kunt dit pensioen ook bij ABP laten staan.
Wat gebeurt er als mijn deelname aan de basisregeling stopt voordat ik met pensioen ga?
Had u gekozen voor het Totaal- of Risicopakket?
We stoppen de risicodekkingen voor het partner- en wezenpensioen.
Bouwde u extra pensioen op met het Totaal- of opbouwpakket?
We stoppen de beleggingen en bepalen de waarde als uw deelname stopt. Het tot dan opgebouwde kapitaal zetten we uiterlijk na vier maanden om in pensioen.
Gaat u nettopensioen opbouwen bij een andere uitvoerder of verzekeraar? Dan kunt u de waarde van het nettopensioen overdragen.
Wat gebeurt er met mijn nettopensioenregeling als ik overlijd?
Had u gekozen voor het Opbouwpakket?
We zetten de opgebouwde waarde om in partner- en wezenpensioen.
Had u gekozen voor Risicopakket?
U had extra partner- en wezenpensioen verzekerd. Zolang u deelneemt keren deze verzekeringen vanaf het moment van overlijden pensioen uit aan uw partner en kinderen.
Had u gekozen voor Totaalpakket?
U had extra partner- en wezenpensioen verzekerd, maar ook kapitaal opgebouwd voor partner- en wezenpensioen. Deze verzekeringen keren samen met de opgebouwde waarde in partner- en wezenpensioen vanaf het moment van overlijden pensioen uit aan uw partner en kinderen.
Let op! We keren geen partner- en wezenpensioen uit als u overlijdt aan iets wat op basis van uw gezondheidstoestand te verwachten was toen u begon in deze regeling.
Premiebetaling
Het Ministerie van Defensie houdt uw premie in op uw netto salaris. Het Ministerie van Defensie betaalt iedere 4 weken of iedere maand voor de laatste dag van de maand uw premie.
Let op! Ontvangt u een werkloosheidsuitkering? Dan betaalt u de premie rechtstreeks aan ons. Ontvangt u een UGM- of ontslaguitkering? Dan wordt de premie op uw uitkering ingehouden.
Let op! Als wij twee maanden geen premie ontvangen, stopt de regeling. U bent dan nog wel verplicht over die twee maanden premie te betalen.
Hoeveel premie leg ik in voor extra pensioenopbouw?
De hoogte van uw maandelijkse premie waarmee u ouderdomspensioen opbouwt bepalen we op basis van de volgende staffel (rekenrente 3%):
Leeftijdsklassen tot 68 jaar |
Percentage |
---|---|
15 tot en met 19 |
3,9 |
20 tot en met 24 |
4,4 |
25 tot en met 29 |
5,1 |
30 tot en met 34 |
5,8 |
35 tot en met 39 |
6,7 |
40 tot en met 44 |
7,7 |
45 tot en met 49 |
8,9 |
50 tot en met 54 |
10,2 |
55 tot en met 59 |
11,8 |
60 tot en met 64 |
13,6 |
65 tot en met 67 |
15,1 |
De premie bedraagt dan het percentage dat hoort bij uw leeftijd op de eerste dag van de maand van inleg. We vermenigvuldigen dat percentage met het deel van uw pensioengevend inkomen dat boven het fiscale maximum ligt. Peildatum is 1 januari.
Leeftijdsbepaling voor de risicopremies
De risicopremies voor het partner- en wezenpensioen en voor premievrije deelneming bij arbeidsongeschiktheid berekenen we op jaarbasis. Bij het partner- en wezenpensioen gaan we daarbij uit van het opgebouwde kapitaal per 1 januari van het jaar (zie bijlage nettopensioen risicopremie partner- en wezenpensioen).
Was u op 30 september 2015 al arbeidsongeschikt en had u voor die tijd recht op premievrijstelling?
Wij kunnen de risicopremie voor het risicogedekt partnerpensioen en wezenpensioen verhogen met een opslag. Deze opslag geldt zolang u deelneemt aan deze regeling.
Deze opslag geldt niet voor het gedeelte waarvoor u premievrijstelling heeft. Hiervan kunnen we afwijken als de premievrijstelling in de basisregeling verandert.
Kosten
Het Ministerie van Defensie houdt uw premie in op uw netto loon en betaalt die aan ons. Als u arbeidsongeschikt bent en recht heeft op premievrijstelling in de basisregeling, heeft u vrijstelling van premiebetaling en houdt het Ministerie van Defensie uw premie niet in.
Hieronder vindt u een overzicht van de premies en kosten:
Hoe berekend |
Wie bepaalt |
Totaalpakket |
Opbouw-pakket |
Risico-pakket |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bruto premie |
Deelnemers-percentage. De fiscale staffel is het maximum |
• Belastingdienst bepaalt fiscale staffel • Deelnemer bepaalt zijn deelnemerspercentage |
Ja |
Ja |
Nee |
||
Risicopremie overlijden |
Percentage van verzekerd bedrag en leeftijd u en uw partner |
ABP |
Ja |
Nee |
Ja |
||
Inleg voor pensioen |
Bruto premie min risicopremie overlijden |
ABP |
Ja |
Ja |
Nee |
||
Opslag premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid |
Percentage bruto premie op basis van uw leeftijd |
ABP |
Deze opslag wordt naast de bruto premie extra in rekening gebracht en vervalt bij arbeidsongeschiktheid. |
||||
Opslag uitvoeringskosten |
Vast bedrag van € 35 p/j |
ABP |
Deze opslag wordt naast de bruto premie extra in rekening gebracht. Stopt bij einde deelname. |
||||
Beleggings- en beheerkosten. Dit zijn: • Aankoopkosten • Verkoopkosten • Bewaarkosten • De kosten die wij maken voor het beleggen volgens het Lifecycle principe |
De beheerkosten zijn afhankelijk van uw leeftijd (zie tabel) en variëren tussen 0,07% en 0,12% van uw opgebouwde kapitaal. Deze percentages verrekenen we met de beleggingen tot we de beleggingen omzetten in pensioen. |
ABP |
Ja |
Ja |
Nee |
Hoe wordt mijn premie belegd?
De premie beleggen we vanaf de eerste werkdag van de maand. We beleggen dan de premie van afgelopen maand.
Lifecycle principe
Het netto pensioen beleggen we volgens het zogenoemde Lifecycle principe. Bent u jong en de pensioendatum nog ver weg? Dan wordt er met meer risico belegd, met kans op een hoger rendement. Naarmate uw pensioendatum nadert, wordt het risico op de beleggingen verminderd.
U heeft dus geen beleggingsvrijheid. De beleggingsmix loopt automatisch mee met uw leeftijd. Het verloop van de Lifecycle treft u aan als bijlage.
Beleggingsmix
De nettopensioenregeling maakt gebruik van dezelfde beleggingsfondsen waar ABP ook in belegt voor de basis pensioenregeling.
Gaat u uit elkaar terwijl u nog deelneemt aan het opbouwpakket en totaalpakket in de nettopensioenregeling?
Als u en uw partner een geregistreerd partnerschap stoppen, gaan scheiden of gaan scheiden van tafel en bed zie 3.5 U gaat uit elkaar, dan gelden de Pensioenwet en de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding.
Partnerpensioen voor uw ex-partner
We berekenen hoeveel partnerpensioen uw ex-partner zal krijgen als u overlijdt. De waarde hiervan halen we af van het kapitaal en reserveren we voor uw ex-partner voor als u komt te overlijden.
Ouderdomspensioen
Het kapitaal dat overblijft nadat we de waarde van het partnerpensioen voor uw ex-partner eraf hebben gehaald, verdelen we in een deel voor u en een deel voor uw ex-partner. Dit doen we volgens de afspraken die u daarover heeft gemaakt met uw ex-partner.
Gaat u scheiden terwijl u niet meer deelneemt aan de basisregeling of als u met pensioen bent?
aUw kapitaal hebben we dan al omgezet in pensioen. We splitsen op uw verzoek dit gedeelte van uw ouderdomspensioen in een deel voor u en een deel voor uw ex-partner. Als u overlijdt, heeft uw ex-partner recht op het partnerpensioen dat u heeft opgebouwd tot het moment dat u ging scheiden.
Had u gekozen voor het Totaal- of Risicopakket?
De risicoverzekeringen voor extra partner- en wezenpensioen stoppen.
Wij toetsen of u niet te veel pensioen opbouwt
In de volgende situaties toetsen we of u niet te veel pensioen opbouwt:
• Bij waardeoverdracht.
• Als u uw opgebouwde kapitaal omzet in pensioen.
Het nettopensioen is gemaximeerd op het pensioen dat u maximaal kunt opbouwen of uitgekeerd kan krijgen (bij risicopakket). Uw uiteindelijke ouderdomspensioen mag als u 40 jaar zou deelnemen niet meer bedragen dan 75% van het volgende bedrag:
• Uw gemiddeld pensioengevend inkomen boven het fiscaal maximum maal de nettofactor
• De nettofactor is:
– De nettofactor is 100% -/- belastingtarief hoogste belastingschijf.
– De nettofactor is met ingang van 1 januari 2019 vastgesteld op 48,25%.
Het fiscaal maximum voor het nabestaandenpensioen is als volgt:
• partnerpensioen: 52,5% van uw gemiddelde netto pensioengevend inkomen boven het fiscale maximum.
• wezenpensioen: 10,5% van uw gemiddelde netto pensioengevend inkomen boven het fiscale maximum.
Is het pensioen na omzetting hoger dan dit maximum? Dan vervalt dit deel van het kapitaal aan ABP.
Afkopen
U kunt uw pensioen niet in een keer laten betalen, aan iemand anders overdragen, er afstand van doen of als onderpand gebruiken. In bepaalde situaties kunnen wij uw hele pensioen wel in een keer betalen. We kijken hierbij naar het pensioen dat u uit deze regeling en uit de basisregeling op uw pensioenleeftijd zou ontvangen. Het pensioen uit deze regeling wordt maal een nettofactor gedaan. Dat noemen we afkopen (zie hoofdstuk 8 Wij kunnen uw pensioen in een keer betalen).
Wordt nettopensioen ook geïndexeerd?
Nadat we de opgebouwde waarde hebben omgezet in pensioen, loopt ook dit pensioen mee met de indexeringen die we doen in de basisregeling. Wel kan de indexatie voor de nettopensioenregeling lager zijn dan voor de pensioenen uit de basisregeling. Dat is het geval als de levensverwachting van de deelnemers aan de nettopensioenregeling sneller stijgt dan die van de deelnemers aan de basisregeling. Wij passen deze maatregel dan toe, totdat de toename van de verplichtingen zijn gecompenseerd. Een eventuele korting voor de basisregeling vanwege de financiële positie van het fonds, geldt ook voor de nettopensioenregeling.
U krijgt van ons ieder jaar een overzicht van:
• het opgebouwde kapitaal;
• de hoogte van het partner- en wezenpensioen dat u met het risicopakket heeft afgesloten.
• een opgave van het mogelijk te bereiken kapitaal en het daarmee opgebouwde pensioen op de eerste dag van de maand waarin u 68 wordt. Wij vermelden dan ook de veronderstellingen die we daarbij hanteren. U kunt hier ook altijd naar vragen.
Wilt u een andere aanvulling op uw pensioen dan ABP ExtraPensioen of Nettopensioen? Dan kunt u vrijwillig blijven deelnemen aan onze regeling. U betaalt zelf de premie. Dit kan in de volgende situaties:
• Werkt u niet meer als militair of bij een andere ABP-werkgever? Dan kunt u doorgaan met pensioen opbouwen. Als u dit wilt, geef dat dan binnen 9 maanden aan ons door. Deze voortzetting is maximaal:
– Voor een IB-ondernemer (o.a. ZZP’er) 5 jaar;
– in alle andere gevallen 3 jaar.
• Ontvangt u een UGM-, ontslag- of werkloosheidsuitkering? Of ontvangt u een arbeidsongeschiktheidspensioen? Ook over het deel dat u in deze situatie niet opbouwt, kunt u pensioen opbouwen. Als u dit wilt, geef dat dan binnen 9 maanden aan ons door.
• Heeft u levensloopverlof? En bent u in het tweede jaar van dit verlof? Dan kunt u de pensioenopbouw vrijwillig voortzetten
Wij kunnen met u over aanvullend pensioen ook aparte afspraken maken. Deze moeten wel passen binnen wet- en regelgeving. Deze afspraken zetten we dan in een overeenkomst.
Neemt u dan contact met ons op.
De werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties zoals die zijn vermeld in de WPA bepalen de inhoud van de pensioenregeling na voorafgaande instemming of op initiatief van het sectoroverleg Defensie. Die pensioenregeling leggen wij vast in het pensioenreglement. Het bestuur stelt het pensioenreglement vast. Het bestuur is ook bevoegd om aanvullende regels te maken over de uitvoering van de regeling voor zover dat past binnen de afspraken die werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties over de pensioenregeling gemaakt hebben.
In deze bijlage vindt u ruilfactoren en rekenvoorbeelden die gebruikt worden bij de verdeling. De ruilfactoren zijn afhankelijk van uw leeftijd. Alle bedragen zijn bruto bedragen.
Let op! De voorbeelden gelden als u na 2018 in dienst bent gekomen. Was u daarvoor al in dienst? U kunt voor uw situatie een berekening uitvoeren via MijnABP.
Let op! De voorbeelden zijn bedoeld om uit te leggen hoe we rekenen. Uw situatie zal afwijken van de voorbeelden. Wilt u weten wat de bedragen in uw situatie en bij een combinatie van keuzes zijn? Ga dan naar MijnABP.
Inhoudsopgave Bijlage 1
1. |
Partnerpensioen ruilen voor extra ouderdomspensioen |
2. |
Afkopen |
3. |
Berekening ABP ExtraPensioen |
4. |
Berekening Nettopensioen |
Voorbeeld:
• U gaat op uw 65e met pensioen.
• Leeftijd van uw partner is niet van belang.
• Uw ouderdomspensioen is op uw 65e € 1.000 per maand.
• U heeft een partnerpensioen als u overlijdt na uw 65e van € 700 per maand.
• Het partnerpensioen dat u heeft opgebouwd kan u optellen bij uw ouderdomspensioen. We rekenen met een uitruilfactor van 0,228 (zie tabel onder bijlage 3). Uitruilen van € 700 partnerpensioen levert een extra ouderdomspensioen op van € 700 x 0,228 (2019) = 159,60 euro
• Uw ouderdomspensioen wordt:
€ 1.000 + € 159,60 = € 1.159,60.
• Als u overlijdt ontvangt uw partner geen partnerpensioen.
Afkoopfactoren ouderdomspensioen bij ingang ouderdomspensioen
Leeftijd |
OP |
OOP |
---|---|---|
65 |
16,605 |
7,024 |
66 |
16,090 |
6,979 |
67 |
15,567 |
6,926 |
68 |
15,038 |
6,864 |
69 |
14,502 |
6,792 |
70 |
13,961 |
6,711 |
71 |
13,415 |
6,619 |
72 |
12,866 |
6,516 |
73 |
12,313 |
6,402 |
74 |
11,760 |
6,276 |
75 |
11,206 |
6,139 |
Afkoopfactoren nabestaandenpensioen bij ingang ouderdomspensioen
Leeftijd |
Volledig kapitaalgedekt PP1 |
---|---|
PP |
|
65 |
3,099 |
66 |
3,105 |
67 |
3,121 |
68 |
3,123 |
69 |
3,119 |
70 |
3,108 |
71 |
3,090 |
72 |
3,063 |
73 |
3,027 |
74 |
2,981 |
75 |
2,926 |
Opgebouwd vanaf 1-1-2018, uitruilbaar, TPP (tijdelijk partnerpensioen ter compensatie loonheffing) n.v.t., PP bevat wezenpensioen
Afkoopfactoren nabestaandenpensioen bij ingang ouderdomspensioen
Leeftijd |
Kapitaalgedekt PP65+1 |
Volledig kapitaalgedekt PP2 |
||
---|---|---|---|---|
PP |
TPP |
PP |
TPP |
|
65 |
3,094 |
0,120 |
2,189 |
0,080 |
66 |
3,101 |
0,093 |
2,200 |
0,060 |
67 |
3,118 |
0,053 |
2,208 |
0,033 |
68 |
3,122 |
0,013 |
2,211 |
0,013 |
69 |
3,118 |
0,000 |
2,209 |
0,000 |
70 |
3,108 |
0,000 |
2,202 |
0,000 |
71 |
3,090 |
0,000 |
2,190 |
0,000 |
72 |
3,063 |
0,000 |
2,171 |
0,000 |
73 |
3,027 |
0,000 |
2,146 |
0,000 |
74 |
2,981 |
0,000 |
2,115 |
0,000 |
75 |
2,926 |
0,000 |
2,077 |
0,000 |
Voorbeeld van de toepassing van de tabel:
• U gaat op uw 65e met pensioen.
• U heeft bij ons een jaarlijks ouderdomspensioen vanaf uw 68e van € 300 per jaar. Als u overlijdt is het partnerpensioen 70% x 300 = € 210 per jaar.
• We toetsen uw ouderdomspensioen dat u zou krijgen vanaf uw 65e. We moeten uw ouderdomspensioen dus vervroegen van 68 naar 65 jaar. Deze bedraagt dan € 300 x 0,825 (2019) = € 247,50.
• Zowel het ouderdomspensioen als het partnerpensioen zijn lager dan de afkoopgrens.
• In 2019 geldt op 65 jaar voor uw ouderdomspensioen een afkoopfactor van 16,605. De afkoopfactor van het partnerpensioen opgebouwd vanaf 1-1-2018 is dan 3,099.
• U ontvangt van ons (€ 247,50 x 16,605) + (€ 210 x 3,099) = € 4.109,74 + € 650,79 = € 4.760,53.
• Op dit bruto bedrag wordt o.a. loonheffing nog ingehouden, dus wat u op uw bankrekening ontvangt is lager.
• U ontvangt géén maandelijkse pensioenen meer van ons.
Afkoopfactoren Partnerpensioen en Partnerpensioen voor ex-partner bij overlijden
Leeftijd |
PP |
TPP |
---|---|---|
16 |
31,483 |
28,153 |
17 |
31,339 |
27,926 |
18 |
31,190 |
27,694 |
19 |
31,038 |
27,455 |
20 |
30,880 |
27,209 |
21 |
30,719 |
26,957 |
22 |
30,552 |
26,698 |
23 |
30,380 |
26,432 |
24 |
30,203 |
26,158 |
25 |
30,020 |
25,877 |
26 |
29,832 |
25,588 |
27 |
29,638 |
25,290 |
28 |
29,438 |
24,985 |
29 |
29,231 |
24,670 |
30 |
29,019 |
24,310 |
31 |
28,800 |
23,939 |
32 |
28,574 |
23,585 |
33 |
28,341 |
23,190 |
34 |
28,102 |
22,773 |
35 |
27,855 |
22,354 |
36 |
27,601 |
21,945 |
37 |
27,340 |
21,511 |
38 |
27,070 |
21,054 |
39 |
26,793 |
20,571 |
40 |
26,508 |
20,073 |
41 |
26,215 |
19,571 |
42 |
25,914 |
19,069 |
43 |
25,605 |
18,565 |
44 |
25,287 |
18,019 |
45 |
24,961 |
17,442 |
46 |
24,627 |
16,864 |
47 |
24,284 |
16,252 |
48 |
23,932 |
15,623 |
49 |
23,572 |
14,990 |
50 |
23,202 |
14,320 |
51 |
22,823 |
13,648 |
52 |
22,436 |
12,938 |
53 |
22,040 |
12,227 |
54 |
21,634 |
11,474 |
55 |
21,219 |
10,719 |
56 |
20,794 |
10,004 |
57 |
20,361 |
9,201 |
58 |
19,918 |
8,351 |
59 |
19,465 |
7,497 |
60 |
19,004 |
6,592 |
61 |
18,533 |
5,684 |
62 |
18,054 |
4,824 |
63 |
17,566 |
3,964 |
64 |
17,069 |
2,913 |
65 |
16,563 |
1,614 |
66 |
16,050 |
0,465 |
67 |
15,529 |
0,000 |
68 |
15,000 |
0,000 |
69 |
14,466 |
0,000 |
70 |
13,926 |
0,000 |
71 |
13,382 |
0,000 |
72 |
12,833 |
0,000 |
73 |
12,283 |
0,000 |
74 |
11,730 |
0,000 |
75 |
11,178 |
0,000 |
76 |
10,627 |
0,000 |
77 |
10,080 |
0,000 |
78 |
9,539 |
0,000 |
79 |
9,005 |
0,000 |
80 |
8,480 |
0,000 |
81 |
7,968 |
0,000 |
82 |
7,470 |
0,000 |
83 |
6,988 |
0,000 |
84 |
6,522 |
0,000 |
85 |
6,075 |
0,000 |
86 |
5,649 |
0,000 |
87 |
5,246 |
0,000 |
88 |
4,867 |
0,000 |
89 |
4,510 |
0,000 |
90 |
4,178 |
0,000 |
91 |
3,870 |
0,000 |
92 |
3,583 |
0,000 |
93 |
3,317 |
0,000 |
94 |
3,072 |
0,000 |
95 |
2,848 |
0,000 |
96 |
2,644 |
0,000 |
97 |
2,457 |
0,000 |
98 |
2,287 |
0,000 |
99 |
2,133 |
0,000 |
100 |
1,994 |
0,000 |
101 |
1,871 |
0,000 |
102 |
1,762 |
0,000 |
103 |
1,665 |
0,000 |
104 |
1,580 |
0,000 |
105 |
1,507 |
0,000 |
106 |
1,446 |
0,000 |
107 |
1,396 |
0,000 |
108 |
1,352 |
0,000 |
109 |
1,313 |
0,000 |
110 |
1,280 |
0,000 |
111 |
1,250 |
0,000 |
112 |
1,225 |
0,000 |
113 |
1,202 |
0,000 |
114 |
1,182 |
0,000 |
115 |
1,163 |
0,000 |
116 |
1,143 |
0,000 |
117 |
1,116 |
0,000 |
118 |
1,067 |
0,000 |
119 |
0,959 |
0,000 |
120 |
0,691 |
0,000 |
Afkoopfactoren wezenpensioen
Leeftijd |
Wezenpensioen |
---|---|
0 |
18,057 |
1 |
17,549 |
2 |
17,026 |
3 |
16,489 |
4 |
15,936 |
5 |
15,369 |
6 |
14,785 |
7 |
14,185 |
8 |
13,568 |
9 |
12,934 |
10 |
12,282 |
11 |
11,612 |
12 |
10,923 |
13 |
10,215 |
14 |
9,487 |
15 |
8,739 |
16 |
7,969 |
17 |
7,178 |
18 |
6,365 |
19 |
5,530 |
20 |
4,670 |
21 |
3,787 |
22 |
2,879 |
23 |
1,946 |
24 |
0,986 |
25 |
0,000 |
Vaststelling contante waarde afkoop kleine pensioenen:
De afkoopwaarde van kleine pensioenen berekenen we door de opgebouwde pensioenaanspraken te vermenigvuldigen met deze factoren. We kopen kleine pensioenen af bij pensioneren of overlijden. Voor tussenliggende leeftijden berekenen we de factoren naar verhouding. Is uw kind bijvoorbeeld precies 9,5 jaar? Dan berekenen we de factor als volgt: 12,934 + 12,282= 25,216. Omdat uw kind precies 9,5 jaar is delen we de factor door 2. De afkoopfactor wordt dan 12,608.
Is uw kind bijvoorbeeld 9 jaar en drie maanden? Dan wordt de afkoopfactor in dit voorbeeld:
12,934 – 12,282 = 0,652.
3/12 van 0,652 = 0,163.
De afkoopfactor wordt dan 12,934 – 0,163 = 12,771.
Voorbeeld gebruik van de tabellen:
• Stel u overlijdt op uw 45e.
• U had op dat moment € 400 ouderdomspensioen en € 280 partnerpensioen opgebouwd.
• U heeft een partner van 43 jaar en u heeft een kind van 12 jaar.
• Uw kind ontvangt 14% van uw ouderdomspensioen, dat is € 56 wezenpensioen.
Omdat het nabestaandenpensioen onder de afkoopgrens van € 484,09 (2019) ligt, kopen wij het als volgt af:
• Partnerpensioen: 280 x 25,605 = € 7.169,40
• Wezenpensioen: 14% x 400 x 10,923 = € 611,69
Als u met pensioen gaat zetten we de opgebouwde waarde om in ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen. Dit doen we door de opgebouwde waarde te delen door de factor van uw leeftijd bij pensionering.
Wij gaan dan de opgebouwde waarde omzetten in ouderdomspensioen op uw 68e en partnerpensioen als u overlijdt. Dit doen we door het opgebouwde kapitaal te delen door de bij uw leeftijd horende factor. Het partnerpensioen is dan 70% van uw ouderdomspensioen.
Zit uw leeftijd er bijvoorbeeld precies tussen in? Dan rekenen we met een factor die precies tussen de bij die twee leeftijden behorende factoren in ligt. Bent u bijvoorbeeld 41 jaar en zes maanden? Dan berekenen we de factor als volgt: 9,487+ 9,729 = 19,216.
Omdat u precies 41,5 bent, delen we de factor door 2. De omzettingsfactor wordt dan 9,608.
Voorbeeld:
• U heeft € 100.000 opgebouwd kapitaal.
• U bent precies 45 jaar.
• Als u uit dienst gaat wordt € 100.000 op dat moment omgezet in ouderdom- en partnerpensioen
– uw ouderdomspensioen wordt dan € 100.000/10,495 (2019) = € 9.528,35 per jaar.
– het partnerpensioen wordt dan 70% van € 9.528,35 = € 6.669,84.
– het wezenpensioen wordt dan 14% van € 9.528,35 = € 1333,96 per jaar (per halve wees).
Leeftijd |
Middelloonregeling militairen (AKP) |
---|---|
15 |
4,846 |
16 |
4,976 |
17 |
5,108 |
18 |
5,243 |
19 |
5,383 |
20 |
5,522 |
21 |
5,668 |
22 |
5,818 |
23 |
5,973 |
24 |
6,131 |
25 |
6,292 |
26 |
6,454 |
27 |
6,623 |
28 |
6,800 |
29 |
6,982 |
30 |
7,162 |
31 |
7,349 |
32 |
7,542 |
33 |
7,737 |
34 |
7,936 |
35 |
8,142 |
36 |
8,355 |
37 |
8,572 |
38 |
8,795 |
39 |
9,022 |
40 |
9,253 |
41 |
9,487 |
42 |
9,729 |
43 |
9,976 |
44 |
10,230 |
45 |
10,495 |
46 |
10,761 |
47 |
11,030 |
48 |
11,309 |
49 |
11,591 |
50 |
11,883 |
51 |
12,180 |
52 |
12,486 |
53 |
12,799 |
54 |
13,116 |
55 |
13,441 |
56 |
13,775 |
57 |
14,116 |
58 |
14,466 |
59 |
14,827 |
60 |
15,199 |
61 |
15,579 |
62 |
15,979 |
63 |
16,393 |
64 |
16,815 |
65 |
17,257 |
66 |
17,722 |
67 |
18,201 |
68 |
18,696 |
69 |
18,120 |
70 |
17,533 |
71 |
16,937 |
72 |
16,331 |
73 |
15,713 |
74 |
15,088 |
75 |
14,455 |
Leeftijd |
Middelloonregeling militairen |
---|---|
n.v.t. |
20,282 |
We berekenen de verhoging van het partnerpensioen als volgt:
De som van uw inleg en rendement gedeeld door 20,282. Deze factor is niet afhankelijk van uw leeftijd op het moment dat u overlijdt.
Voorbeeld:
• Op het moment dat u overlijdt, heeft u € 54.000 opgebouwd.
• Het partnerpensioen is: € 54.000/20,282 = € 2.662,46 per jaar, zolang uw partner leeft.
– Lifecycleverloop en beheerkosten
– Beleggingsmix
– Factoren voor omzetting en ruilfactoren
– Risicopremie partner- en wezenpensioen
– Risicopremie arbeidsongeschiktheid
Horizon |
Aandelen Ontwikkelde Markten |
Aandelen Opkomende Markten |
Vastgoed |
Grondstoffen |
Bedrijfsobligaties |
Staatsobligaties |
Indexleningen |
Staatsobligaties Lange Looptijden |
Beheertarief bruto (jaarbasis) |
Kortingspercentage1 |
Beheertarief netto (jaarbasis) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
0 |
24,00% |
8,00% |
6,00% |
2,00% |
10,00% |
50,00% |
0,00% |
0,00% |
0,294% |
73,94% |
0,077% |
1 |
27,00% |
9,00% |
6,75% |
2,25% |
10,00% |
40,50% |
2,25% |
2,25% |
0,310% |
73,94% |
0,081% |
2 |
29,40% |
9,80% |
7,35% |
2,45% |
10,00% |
32,80% |
4,10% |
4,10% |
0,322% |
73,94% |
0,084% |
3 |
31,80% |
10,60% |
7,95% |
2,65% |
10,00% |
25,90% |
5,55% |
5,55% |
0,334% |
73,94% |
0,087% |
4 |
34,20% |
11,40% |
8,55% |
2,85% |
10,00% |
19,80% |
6,60% |
6,60% |
0,347% |
73,94% |
0,090% |
5 |
36,00% |
12,00% |
9,00% |
3,00% |
10,00% |
15,00% |
7,50% |
7,50% |
0,356% |
73,94% |
0,093% |
6 |
37,80% |
12,60% |
9,45% |
3,15% |
10,00% |
10,80% |
8,10% |
8,10% |
0,365% |
73,94% |
0,095% |
7 |
39,60% |
13,20% |
9,90% |
3,30% |
10,00% |
7,20% |
8,40% |
8,40% |
0,375% |
73,94% |
0,098% |
8 |
40,80% |
13,60% |
10,20% |
3,40% |
10,00% |
4,40% |
8,80% |
8,80% |
0,381% |
73,94% |
0,099% |
9 |
42,00% |
14,00% |
10,50% |
3,50% |
10,00% |
2,00% |
9,00% |
9,00% |
0,387% |
73,94% |
0,101% |
10 |
43,20% |
14,40% |
10,80% |
3,60% |
10,00% |
0,00% |
9,00% |
9,00% |
0,393% |
73,94% |
0,102% |
11 |
44,40% |
14,80% |
11,10% |
3,70% |
10,00% |
0,00% |
8,00% |
8,00% |
0,399% |
73,94% |
0,104% |
12 |
45,60% |
15,20% |
11,40% |
3,80% |
10,00% |
0,00% |
7,00% |
7,00% |
0,406% |
73,94% |
0,106% |
13 |
46,20% |
15,40% |
11,55% |
3,85% |
10,00% |
0,00% |
6,50% |
6,50% |
0,409% |
73,94% |
0,107% |
14 |
46,80% |
15,60% |
11,70% |
3,90% |
10,00% |
0,00% |
6,00% |
6,00% |
0,412% |
73,94% |
0,107% |
15 |
48,00% |
16,00% |
12,00% |
4,00% |
10,00% |
0,00% |
5,00% |
5,00% |
0,418% |
73,94% |
0,109% |
16 |
48,60% |
16,20% |
12,15% |
4,05% |
10,00% |
0,00% |
4,50% |
4,50% |
0,421% |
73,94% |
0,110% |
17 |
49,20% |
16,40% |
12,30% |
4,10% |
10,00% |
0,00% |
4,00% |
4,00% |
0,424% |
73,94% |
0,111% |
18 |
49,80% |
16,60% |
12,45% |
4,15% |
10,00% |
0,00% |
3,50% |
3,50% |
0,427% |
73,94% |
0,111% |
19 |
49,80% |
16,60% |
12,45% |
4,15% |
10,00% |
0,00% |
3,50% |
3,50% |
0,427% |
73,94% |
0,111% |
20 |
50,40% |
16,80% |
12,60% |
4,20% |
10,00% |
0,00% |
3,00% |
3,00% |
0,430% |
73,94% |
0,112% |
21 |
51,00% |
17,00% |
12,75% |
4,25% |
10,00% |
0,00% |
2,50% |
2,50% |
0,434% |
73,94% |
0,113% |
22 |
51,00% |
17,00% |
12,75% |
4,25% |
10,00% |
0,00% |
2,50% |
2,50% |
0,434% |
73,94% |
0,113% |
23 |
51,60% |
17,20% |
12,90% |
4,30% |
10,00% |
0,00% |
2,00% |
2,00% |
0,437% |
73,94% |
0,114% |
24 |
51,60% |
17,20% |
12,90% |
4,30% |
10,00% |
0,00% |
2,00% |
2,00% |
0,437% |
73,94% |
0,114% |
25 |
52,20% |
17,40% |
13,05% |
4,35% |
10,00% |
0,00% |
1,50% |
1,50% |
0,440% |
73,94% |
0,115% |
26 |
52,20% |
17,40% |
13,05% |
4,35% |
10,00% |
0,00% |
1,50% |
1,50% |
0,440% |
73,94% |
0,115% |
27 |
52,80% |
17,60% |
13,20% |
4,40% |
10,00% |
0,00% |
1,00% |
1,00% |
0,443% |
73,94% |
0,115% |
28 |
52,80% |
17,60% |
13,20% |
4,40% |
10,00% |
0,00% |
1,00% |
1,00% |
0,443% |
73,94% |
0,115% |
29 |
52,80% |
17,60% |
13,20% |
4,40% |
10,00% |
0,00% |
1,00% |
1,00% |
0,443% |
73,94% |
0,115% |
30 |
52,80% |
17,60% |
13,20% |
4,40% |
10,00% |
0,00% |
1,00% |
1,00% |
0,443% |
73,94% |
0,115% |
31 |
53,40% |
17,80% |
13,35% |
4,45% |
10,00% |
0,00% |
0,50% |
0,50% |
0,446% |
73,94% |
0,116% |
32 |
53,40% |
17,80% |
13,35% |
4,45% |
10,00% |
0,00% |
0,50% |
0,50% |
0,446% |
73,94% |
0,116% |
33 |
53,40% |
17,80% |
13,35% |
4,45% |
10,00% |
0,00% |
0,50% |
0,50% |
0,446% |
73,94% |
0,116% |
34 |
53,40% |
17,80% |
13,35% |
4,45% |
10,00% |
0,00% |
0,50% |
0,50% |
0,446% |
73,94% |
0,116% |
35 |
53,40% |
17,80% |
13,35% |
4,45% |
10,00% |
0,00% |
0,50% |
0,50% |
0,446% |
73,94% |
0,116% |
>35 |
54,00% |
18,00% |
13,50% |
4,50% |
10,00% |
0,00% |
0,00% |
0,00% |
0,449% |
73,94% |
0,117% |
ABP ontvangt een korting op de beheertarieven afhankelijk van onder meer de ontwikkeling van het belegd vermogen. De korting over een maand wordt na afloop van die maand vastgesteld. Op de beheerkosten voor de belegging van het nettopensioenkapitaal wordt dezelfde korting toegepast (netto beheertarief). In bovenstaand schema is een verwacht kortingspercentage voor 2019 opgenomen, dat berekend is op basis van de beleggingsmix van oktober 2018 en het daarbij horend belegd vermogen van € 418,1 miljard. Bij de daadwerkelijke aftrek van de netto beheertarieven op het pensioenkapitaal in een maand wordt rekening gehouden met het kortingspercentage over die maand.
Aanwendfactoren omzetting verworven kapitaal bij einde deelneming en pensionering (peil 1 oktober 2019).
Leeftijd |
Factor |
Leeftijd |
Factor |
Leeftijd |
Factor |
Leeftijd |
Factor |
---|---|---|---|---|---|---|---|
21 |
14,836 |
36 |
19,666 |
51 |
24,180 |
66 |
25,655 |
22 |
15,135 |
37 |
19,998 |
52 |
24,359 |
67 |
26,079 |
23 |
15,438 |
38 |
20,331 |
53 |
24,529 |
68 |
26,510 |
24 |
15,746 |
39 |
20,670 |
54 |
24,725 |
69 |
26,951 |
25 |
16,055 |
40 |
21,016 |
55 |
24,887 |
70 |
27,401 |
26 |
16,369 |
41 |
21,363 |
56 |
25,041 |
71 |
27,861 |
27 |
16,686 |
42 |
21,691 |
57 |
25,192 |
72 |
28,338 |
28 |
16,998 |
43 |
22,006 |
58 |
25,297 |
||
29 |
17,321 |
44 |
22,325 |
59 |
25,395 |
||
30 |
17,648 |
45 |
22,623 |
60 |
25,515 |
||
31 |
17,974 |
46 |
22,901 |
61 |
25,602 |
||
32 |
18,310 |
47 |
23,183 |
62 |
25,643 |
||
33 |
18,648 |
48 |
23,461 |
63 |
25,569 |
||
34 |
18,990 |
49 |
23,730 |
64 |
25,438 |
||
35 |
19,328 |
50 |
23,961 |
65 |
25,421 |
Aanwendfactoren omzetting verworven kapitaal bij overlijden (peil 1 oktober 2019).
Leeftijd |
Aanwending |
---|---|
21 |
65,274 |
22 |
64,761 |
23 |
64,236 |
24 |
63,699 |
25 |
63,149 |
26 |
62,586 |
27 |
62,010 |
28 |
61,421 |
29 |
60,816 |
30 |
60,197 |
31 |
59,565 |
32 |
58,918 |
33 |
58,245 |
34 |
57,558 |
35 |
56,865 |
36 |
56,147 |
37 |
55,411 |
38 |
54,660 |
39 |
53,899 |
40 |
53,120 |
41 |
52,322 |
42 |
51,506 |
43 |
50,673 |
44 |
49,825 |
45 |
48,964 |
46 |
48,090 |
47 |
47,194 |
48 |
46,280 |
49 |
45,353 |
50 |
44,409 |
51 |
43,449 |
52 |
42,478 |
53 |
41,489 |
54 |
40,489 |
55 |
39,474 |
56 |
38,447 |
57 |
37,401 |
58 |
36,347 |
59 |
35,288 |
60 |
34,208 |
61 |
33,117 |
62 |
32,019 |
63 |
30,904 |
64 |
29,779 |
65 |
28,663 |
66 |
27,564 |
67 |
26,453 |
68 |
25,315 |
69 |
24,198 |
70 |
23,157 |
71 |
22,168 |
72 |
21,182 |
73 |
20,201 |
74 |
19,227 |
75 |
18,262 |
76 |
17,307 |
77 |
16,365 |
78 |
15,438 |
79 |
14,528 |
80 |
13,637 |
81 |
12,770 |
82 |
11,925 |
83 |
11,108 |
84 |
10,322 |
85 |
9,568 |
86 |
8,849 |
87 |
8,165 |
88 |
7,517 |
89 |
6,908 |
90 |
6,340 |
91 |
5,811 |
92 |
5,321 |
93 |
4,869 |
94 |
4,456 |
95 |
4,076 |
96 |
3,729 |
97 |
3,413 |
98 |
3,128 |
99 |
2,872 |
100 |
2,643 |
Uitruil |
Factor |
Toelichting |
---|---|---|
Van PP naar OP68 |
0,228 |
Uitruil van 1 euro PP2018 leidt tot een verhoging van het OP op 68 jaar met 0,228 euro |
Van OP 68 naar PP |
0,311 |
Uitruil van 1 euro PP2018 leidt tot een verlaging van het OP op 68 jaar met 0,311 euro |
De risicopremie voor het risico gedekt partnerpensioen en wezenpensioen.
Om de premie voor het risico gedekt partnerpensioen vast te stellen gaan we uit van de factor bij de leeftijd van de deelnemer in de kolom sterftekans. Deze vermenigvuldigen we met het risicokapitaal. Het risicokapitaal is het verschil tussen de factor bij leeftijd partner in kolom aanwending maal fiscaal maximaal partnerpensioen en het al gespaarde kapitaal.
Leeftijd |
Sterftekans |
Aanwending |
---|---|---|
21 |
0,0001 |
49,079 |
22 |
0,0001 |
48,753 |
23 |
0,0001 |
48,419 |
24 |
0,0001 |
48,077 |
25 |
0,0001 |
47,726 |
26 |
0,0001 |
47,367 |
27 |
0,0001 |
46,998 |
28 |
0,0002 |
46,620 |
29 |
0,0002 |
46,232 |
30 |
0,0002 |
45,834 |
31 |
0,0002 |
45,427 |
32 |
0,0002 |
45,009 |
33 |
0,0002 |
44,575 |
34 |
0,0002 |
44,130 |
35 |
0,0002 |
43,680 |
36 |
0,0002 |
43,213 |
37 |
0,0003 |
42,733 |
38 |
0,0003 |
42,243 |
39 |
0,0003 |
41,745 |
40 |
0,0003 |
41,233 |
41 |
0,0004 |
40,709 |
42 |
0,0004 |
40,170 |
43 |
0,0004 |
39,619 |
44 |
0,0005 |
39,056 |
45 |
0,0005 |
38,483 |
46 |
0,0006 |
37,900 |
47 |
0,0007 |
37,299 |
48 |
0,0007 |
36,684 |
49 |
0,0008 |
36,057 |
50 |
0,0009 |
35,416 |
51 |
0,0010 |
34,762 |
52 |
0,0011 |
34,097 |
53 |
0,0012 |
33,414 |
54 |
0,0014 |
32,722 |
55 |
0,0015 |
32,015 |
56 |
0,0017 |
31,294 |
57 |
0,0019 |
30,556 |
58 |
0,0021 |
29,807 |
59 |
0,0024 |
29,050 |
60 |
0,0027 |
28,273 |
61 |
0,0030 |
27,480 |
62 |
0,0034 |
26,679 |
63 |
0,0038 |
25,856 |
64 |
0,0042 |
25,019 |
65 |
0,0048 |
24,185 |
66 |
0,0054 |
23,363 |
67 |
0,0061 |
22,524 |
68 |
0,0070 |
21,652 |
69 |
0,0079 |
20,793 |
70 |
0,0090 |
20,004 |
71 |
0,0103 |
19,259 |
72 |
0,0118 |
18,510 |
73 |
n.v.t. |
17,757 |
74 |
n.v.t. |
17,001 |
75 |
n.v.t. |
16,244 |
76 |
n.v.t. |
15,486 |
77 |
n.v.t. |
14,730 |
78 |
n.v.t. |
13,978 |
79 |
n.v.t. |
13,231 |
80 |
n.v.t. |
12,492 |
81 |
n.v.t. |
11,764 |
82 |
n.v.t. |
11,047 |
83 |
n.v.t. |
10,346 |
84 |
n.v.t. |
9,664 |
85 |
n.v.t. |
9,004 |
86 |
n.v.t. |
8,367 |
87 |
n.v.t. |
7,756 |
88 |
n.v.t. |
7,173 |
89 |
n.v.t. |
6,619 |
90 |
n.v.t. |
6,099 |
91 |
n.v.t. |
5,611 |
92 |
n.v.t. |
5,155 |
93 |
n.v.t. |
4,732 |
94 |
n.v.t. |
4,343 |
95 |
n.v.t. |
3,984 |
96 |
n.v.t. |
3,653 |
97 |
n.v.t. |
3,351 |
98 |
n.v.t. |
3,078 |
99 |
n.v.t. |
2,830 |
100 |
n.v.t. |
2,609 |
De risicopremie voor premievrije voortzetting bij arbeidsongeschiktheid
De risicopremie voor premievrije voortzetting van de deelneming bij arbeidsongeschiktheid in de zin van de WIA. De risicopremie is gelijk aan onderstaand percentage vermenigvuldigd met ofwel de premie volgens de premiestaffel (bij opbouw- of totaalpakket) ofwel de risicopremie voor partnerpensioen (bij alleen risicopakket).
Leeftijdsklasse |
Opslag |
---|---|
15 t/m 19 |
0,0 |
20 t/m 24 |
0,0 |
25 t/m 29 |
0,1 |
30 t/m 34 |
0,2 |
35 t/m 39 |
0,3 |
40 t/m 44 |
0,4 |
45 t/m 49 |
0,4 |
50 t/m 54 |
0,4 |
55 t/m 59 |
0,4 |
60 t/m 64 |
0,1 |
65 t/m 67 |
0,0 |
ABP-werkgever |
Een werkgever die aangesloten is bij ABP. Het maakt niet uit of dat verplicht is op basis van de WPA of vrijwillig is op basis van de statuten. |
---|---|
ABTN |
ABTN staat voor Actuarieel en Bedrijfstechnische Nota. Met de ABTN maken we ons actuariële en bedrijfstechnische beleid transparant. De onderdelen van de ABTN waar we naar verwijzen, beschouwen we als toelichting op het pensioenreglement. De ABTN wordt door het bestuur vastgesteld. |
AMAR |
AMAR: Algemeen militair ambtenarenreglement. |
Anw-uitkering |
De Anw (Algemene nabestaaandenwet) is een basispensioen van de overheid. Zie SVB.nl |
AOW-leeftijd |
De leeftijd waarop u recht heeft op AOW. Zie SVB.nl. |
AOW-uitkering |
De AOW (Algemene Ouderdomswet) is een basispensioen van de overheid. Zie SVB.nl |
Arbeidsongeschikt |
Arbeidsongeschikt in de zin van de WIA. |
Arbeidsongeschikt door een ongeluk op het werk of een beroepsziekte |
U bent arbeidsongeschikt geworden door een ziekte of gebrek dat (grotendeels) is veroorzaakt door uw werkzaamheden of door de omstandigheden waaronder u uw werkzaamheden moest verrichten. En de ziekte of het gebrek is niet ontstaan door uw eigen schuld. |
Arbeidsongeschiktheidspensioen |
Arbeidsongeschiktheidspensioen dat u ontvangt op basis van het Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen. |
Arbeidsrelatie |
De documenten die uw arbeidsverhouding met het Ministerie van Defensie regelen. Zoals de Militaire Ambtenarenwet en het AMAR. Maar ook een Cao of een akte van aanstelling. |
Basisregeling |
De pensioenregeling voor militairen, zonder aanvullende keuzes. |
Bruto pensioen |
Op uw bruto pensioen houden wij loonbelasting en premies in. |
Cao |
Daar waar we Cao zeggen kunt u ook rechtspositieregeling, collectieve arbeidsovereenkomst, individuele aanstelling- of individuele arbeidsovereenkomst lezen. |
Consumentenprijsindex |
Prijsindex van alle huishoudens, niet afgeleid, zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (in de maand september), gemeten over de periode van 1 september van het voorafgaande jaar tot 1 september van het lopende jaar. |
Dagloon |
Het loon dat u volgens de berekening van het UWV op jaarbasis verdiende in een periode van een jaar voordat u arbeidsongeschikt werd. Ook als u dit loon bij verschillende werkgevers heeft verdiend. Het UWV bepaalt uw dagloon. Maximum dagloon: (bruto) dagloon waar het UWV mee rekent voor de berekening van de WIA-uitkeringen (2019: € 214,28). |
Dienstverhouding |
Een publiekrechtelijke aanstelling of arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. |
Fiscale ruimte |
De ruimte die de fiscale wetgeving biedt om pensioen op te bouwen. |
Gepensioneerde |
Degene die een ouderdomspensioen ontvangt van ABP. |
Gewezen deelnemer |
Iemand die pensioen heeft opgebouwd bij ABP, maar dat nu niet meer doet en nog niet met pensioen is. Wordt ook wel slaper genoemd. |
Invaliditeitspensioen |
De aanvulling op de WAO werd invaliditeitspensioen genoemd. Dit geldt als u voor 1-1-2004 arbeidsongeschikt bent geworden. |
Inverdientijd |
Tijd opgebouwd tijdens uitzending of oefening. Deze tijd kunt u in overleg met het Ministerie van Defensie gebruiken om eerder te stoppen met werken. U krijgt uw UGM-uitkering dan ook eerder. Over de inverdientijd opgebouwd vanaf 1 januari 2019 bouwt u 100% pensioen op. Voor vragen over uw inverdientijd kunt u bij het Ministerie van Defensie terecht. |
IVA |
Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (onderdeel van de WIA) |
Leeftijdsontslag |
U wordt ontslagen omdat u een bepaalde leeftijd heeft bereikt. Deze leeftijd is geregeld in het AMAR. Na het ontslag ontvangt u een UGM-uitkering. |
Oorspronkelijk ouderdomspensioen |
Het ouderdomspensioen dat u opgebouwd zou hebben op uw pensioenrekenleeftijd, zonder gebruik te maken van de keuzemogelijkheden, zoals ruilen, vervroegen van pensioen. |
Meetelwaarde |
U bouwt ieder jaar pensioen op. De mate waarin we de opbouw gedurende een jaar meetellen noemen we de meetelwaarde. |
Militair |
U bent volgens de Militaire Ambtenarenwet 1931 aangesteld bij het beroepspersoneel van de krijgsmacht of bij het reservepersoneel van de krijgsmacht |
Nabestaandenpensioen |
Partnerpensioen, Wezenpensioen en partnerpensioen voor een ex-partner. |
Ontslaguitkering |
Een wachtgelduitkering zoals geregeld in de militaire wachtgeldregeling 1961 |
Partnerpensioen ex-partner |
Pensioen voor uw ex-partner als u overlijdt. Dit wordt ook wel bijzonder partnerpensioen genoemd. |
Pensioen |
We gebruiken de term pensioen in de volgende situaties: • Waarde die u opbouwt om later uitkeringen van te ontvangen als u met pensioen gaat, als u overlijdt of arbeidsongeschikt wordt. • De uitkeringen die u krijgt na uw pensioendatum, die uw partner, ex-partner of kinderen ontvangen na uw overlijden of als u arbeidsongeschikt wordt. Als we het over een specifiek pensioen hebben noemen we dat bij naam: ouderdomspensioen, partnerpensioen, partnerpensioen ex-partner, wezenpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen. |
Pensioendatum of pensioenleeftijd |
De leeftijd waarop u bij ABP met pensioen gaat. Wij gaan ervan uit dat dit de datum is dat u recht krijgt op AOW. In de volgende situaties is uw pensioendatum/pensioenleeftijd altijd uw 65ste verjaardag: – U heeft gekozen voor de oude Diensteinderegeling (oDER); – U bent ontslagen als militair vóór 1 januari 2017 en bent nog deelnemer in deze pensioenregeling; – U ontvangt op 31 december 2018 een UGM-uitkering; – U bouwt geen pensioen meer op in deze regeling en wordt in 2019 65 jaar. |
Pensioenovereenkomst |
De afspraken over het pensioen tussen de sectorwerkgevers en de centrales van overheidspersoneel. |
Pensioenrekenleeftijd |
Dit is de datum waarop de opbouw van uw pensioen is gebaseerd. Uw pensioenrekenleeftijd is 68 jaar. Preciezer gezegd: de eerste dag van de maand na uw 68e verjaardag. Dit is de leeftijd die we gebruiken om uw pensioen uit te kunnen rekenen. Gaat u eerder of later dan uw 68e met pensioen? Dan berekenen we uw pensioen op basis van het pensioen dat u op uw 68e zou ontvangen. |
Pensioenuitvoerder |
Een pensioenfonds of een verzekeraar waar pensioen wordt opgebouwd. |
Pensioenregeling |
Hiermee bedoelen de beschrijving van uw rechten en plichten ten aanzien van uw pensioen bij ABP. Uw pensioenregeling beschrijven we in dit pensioenreglement. |
Sectoren |
Bij ABP zijn de volgende sectoren aangesloten: • Rijk • Defensie • Politie • Rechterlijke Macht • Gemeenten • Provincies • Waterschappen • Primair onderwijs • Voortgezet onderwijs • Middelbaar beroepsonderwijs • Hoger Beroepsonderwijs • Wetenschappelijk Onderwijs • Academische ziekenhuizen • Onderzoekinstellingen • Energie- en Nutsbedrijven/Waterbedrijven; • Sector Overig |
UGM |
Dit is de Uitkeringswet Gewezen Militairen. Militairen krijgen op basis van deze wet een uitkering van het Ministerie van Defensie. Tijdens de periode dat u de uitkering ontvangt, bouwt u (gedeeltelijk) pensioen op. |
UGM-uitkering |
Een uitkering zoals geregeld in de Uitkeringswet gewezen militairen. |
Verlof |
Verlof zoals dat geregeld is in Hoofdstuk 8 van het AMAR. |
Verzorger |
Onder verzorger wordt verstaan: • de ouder van de wees als de wees is geboren tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap; • de persoon die de wees heeft erkend; • de persoon die de wees heeft geadopteerd; • de pleegouder van de wees indien dit voldoende aannemelijk wordt gemaakt; • de persoon die op hetzelfde woonadres is ingeschreven in de basisadministratie, bedoeld in de Wet Basisregistratie personen, en in het levensonderhoud van de wees voorziet. |
WAO |
Arbeidsongeschiktheidsregeling die is vervangen door de WIA. |
Werkloosheidsuitkering |
Uitkering op grond van de Werkloosheidswet of in aanvulling of aansluiting daarop. Deze uitkering moet voortkomen uit een ontslag uit een dienstverhouding als militair. |
WIA |
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. |
WPA |
Wet privatisering ABP. |
Omschrijving |
Datum |
||
---|---|---|---|
01-01-2019 |
|||
6.5 |
Maxima |
Aftoppingsgrens pensioengevend inkomen |
€ 107.593 |
7.1.2 |
Franchise |
Franchise premiegrondslag OP/NP |
€ 12.450 (u heeft geen UGM-uitkering op 1-1-2019) € 19.450 (u heeft een UGM-uitkering op 1-1-2019) |
6.6 |
Premie |
Premie OP/NP |
23,3% |
7.1.2 |
De franchise en opbouwpercentage |
Franchise opbouw OP |
€ 13.800 (bij opbouwpercentage 1,875%; inkomen gelijk of hoger dan € 41.544,83) |
€ 12.450 (bij opbouwpercentage 1,788%; inkomen tot € 41.544,83) € 19.450 (bij opbouwpercentage 1,875%; u heeft een UGM-uitkering op 1-1-2019) |
|||
5.1.3 |
U wilt meer ouderdomspensioen |
Ruilvoet omzetten PP65+ naar OP op 65 jaar |
0,181 Uitruil van 1 euro PP65+ leidt tot een verhoging van het OP op 65 jaar met 0,181 euro |
Ruilvoet omzetten PP65+ naar OP op 67 jaar |
0,205 Uitruil van 1 euro PP65+ leidt tot een verhoging van het OP op 67 jaar met 0,205 euro |
||
Ruilvoet omzetten PP65+ naar OP op 68 jaar |
0,219 Uitruil van 1 euro PP65+ leidt tot een verhoging van het OP op 68 jaar met 0,219 euro |
||
Ruilvoet omzetten PP2018 naar OP op 65 jaar |
0,188 Uitruil van 1 euro PP2018 leidt tot verhoging van het OP op 65 jaar met 0,188 euro |
||
Ruilvoet omzetten PP2018 naar OP op 67 jaar |
0,213 Uitruil van 1 euro PP2018 leidt tot verhoging van het OP op 67 jaar met 0,213 euro |
||
Ruilvoet omzetten PP2018 naar OP op 68 jaar |
0,228 Uitruil van 1 euro PP2018 leidt tot verhoging van het OP op 68 jaar met 0,228 euro |
||
Overgangbepaling A bij art 17.6.9a |
Ruilvoet omzetten OP65 naar PP65+ |
0,250 Uitruil van 1 euro PP65+ leidt tot verlaging van het OP vanaf 65 jaar met 0,250 euro |
|
Ruilvoet omzetten OP65 naar PP2018 |
0,257 Uitruil van 1 euro PP2018 leidt tot verlaging van het OP vanaf 65 jaar met 0,257 euro |
||
Ruilvoet omzetten OP67 naar PP65+ |
0,284 Uitruil van 1 euro PP65+ leidt tot verlaging van het OP vanaf 67 jaar met 0,284 euro |
||
Ruilvoet omzetten OP67 naar PP2018 |
0,292 Uitruil van 1 euro PP2018 leidt tot verlaging van het OP vanaf 67 jaar met 0,292 euro |
||
Ruilvoet omzetten OP68 naar PP65+ |
0,303 Uitruil van 1 euro PP65+ leidt tot verlaging van het OP vanaf 68 jaar met 0,303 euro |
||
Ruilvoet omzetten OP68 naar PP2018 |
0,311 Uitruil van 1 euro PP2018 leidt tot verlaging van het OP vanaf 68 jaar met 0,311 euro |
||
Hoofdstuk 17 Overgangsbepaling: A13 bij par. 7 B12 bij par. 7 bij art. 17.9.5 |
Maximum compensatie premiebetaling over nabestaandenpensioen |
€ 6.909,30 € 6.909,30 € 6.909,30 |
|
13 |
ABP ExtraPensioen |
Vast rendement Kosten |
0,0% per maand 0,04% per maand (afgerond) |
Werking tabel: aanspraken OP worden verminderd met in te kopen aanspraken PP65- maal factor genoemd in tabel.
van OP68 |
van OP67 |
van OP65 |
|
---|---|---|---|
Leeftijd |
naar PP65- |
naar PP65- |
naar PP65- |
15 |
0,0672 |
0,0636 |
0,0571 |
16 |
0,0684 |
0,0647 |
0,0581 |
17 |
0,0696 |
0,0658 |
0,0591 |
18 |
0,0707 |
0,0669 |
0,0601 |
19 |
0,0715 |
0,0676 |
0,0607 |
20 |
0,0719 |
0,0680 |
0,0610 |
21 |
0,0723 |
0,0683 |
0,0613 |
22 |
0,0726 |
0,0686 |
0,0616 |
23 |
0,0730 |
0,0690 |
0,0619 |
24 |
0,0733 |
0,0693 |
0,0621 |
25 |
0,0736 |
0,0695 |
0,0624 |
26 |
0,0739 |
0,0699 |
0,0626 |
27 |
0,0743 |
0,0702 |
0,0629 |
28 |
0,0746 |
0,0705 |
0,0632 |
29 |
0,0749 |
0,0708 |
0,0634 |
30 |
0,0752 |
0,0710 |
0,0636 |
31 |
0,0755 |
0,0713 |
0,0639 |
32 |
0,0758 |
0,0716 |
0,0641 |
33 |
0,0761 |
0,0718 |
0,0643 |
34 |
0,0763 |
0,0720 |
0,0644 |
35 |
0,0765 |
0,0722 |
0,0646 |
36 |
0,0766 |
0,0723 |
0,0647 |
37 |
0,0767 |
0,0724 |
0,0647 |
38 |
0,0767 |
0,0723 |
0,0647 |
39 |
0,0766 |
0,0723 |
0,0646 |
40 |
0,0765 |
0,0721 |
0,0644 |
41 |
0,0763 |
0,0719 |
0,0642 |
42 |
0,0759 |
0,0715 |
0,0638 |
43 |
0,0754 |
0,0711 |
0,0634 |
44 |
0,0748 |
0,0704 |
0,0628 |
45 |
0,0739 |
0,0696 |
0,0621 |
46 |
0,0729 |
0,0687 |
0,0612 |
47 |
0,0717 |
0,0675 |
0,0601 |
48 |
0,0703 |
0,0661 |
0,0589 |
49 |
0,0686 |
0,0646 |
0,0575 |
50 |
0,0668 |
0,0628 |
0,0559 |
51 |
0,0646 |
0,0608 |
0,0540 |
52 |
0,0622 |
0,0585 |
0,0520 |
53 |
0,0595 |
0,0560 |
0,0497 |
54 |
0,0565 |
0,0532 |
0,0472 |
55 |
0,0533 |
0,0500 |
0,0444 |
56 |
0,0497 |
0,0466 |
0,0414 |
57 |
0,0457 |
0,0429 |
0,0380 |
58 |
0,0414 |
0,0388 |
0,0344 |
59 |
0,0367 |
0,0344 |
0,0305 |
60 |
0,0316 |
0,0296 |
0,0262 |
61 |
0,0260 |
0,0244 |
0,0216 |
62 |
0,0200 |
0,0187 |
0,0165 |
63 |
0,0135 |
0,0126 |
0,0112 |
64 |
0,0065 |
0,0061 |
0,0054 |
De inhoud van deze bijlage wordt veranderd als artikel 23a Inkomstenbesluit militairen gewijzigd wordt.
Inkomensbestanddeel |
Categorie |
Vast of variabel |
Pensioengevend in pensioenregeling |
---|---|---|---|
BEZOLDIGING |
SALARIS |
VAST |
100% |
GARANTIETOELAGE MINIMUMLOON |
SALARIS |
VAST |
100% |
OVERBRUGGINGSTOELAGE |
SALARIS |
VAST |
100% |
FUNCTIONERINGSTOELAGE IN PG |
SALARIS |
VAST |
100% |
BESCH OVERBRUGGINGSTOELAGE |
SALARIS |
VAST |
100% |
VAKANTIE-UITK BETALING |
VU |
VAST |
100% |
EINDEJAARSUITKERING |
EJU |
VAST |
100% |
VEB IN PG |
VEB |
VAST |
100% |
VLIEGTOELAGE |
FUNCTIETOELAGE |
VAST |
100% |
GARANTIEVLIEGTOELAGE LID 2 |
FUNCTIETOELAGE |
VAST |
100% |
GARANTIEVLIEGTOELAGE LID 3 |
FUNCTIETOELAGE |
VAST |
100% |
BREVETTOEL 1E PARTIJ |
FUNCTIETOELAGE |
VAST |
100% |
BREVETTOEL SOLISTENPARTIJ |
FUNCTIETOELAGE |
VAST |
100% |
ATA-TOELAGE IN PG |
FUNCTIETOELAGE |
VAST |
100% |
TOMS IN PG |
FUNCTIETOELAGE |
VAST |
100% |
AANVULLENDE TOMS IN PG |
FUNCTIETOELAGE |
VAST |
100% |
WAARNEMINGSTOEL RANG 100% |
FUNCTIETOELAGE |
VARIABEL |
100% |
TECHNISCHE TOELAGE |
FUNCTIETOELAGE |
VAST |
100% |
AFBOUW TECHNISCHE TOELAGE |
FUNCTIETOELAGE |
VAST |
100% |
FUNCTIONERINGSGRATIFICATIE |
FUNCTIETOELAGE |
VARIABEL |
100% |
TOEL BEDRIJFSHULPVERLENING |
FUNCTIETOELAGE |
VARIABEL |
100% |
FUNCTIETOESLAG BHV |
FUNCTIETOELAGE |
VARIABEL |
100% |
TOEL 1E MEDISCHE BIJSTAND |
FUNCTIETOELAGE |
VARIABEL |
100% |
PREMIE-BBT (IN BEDRAG) |
AANST & BINDING |
VARIABEL |
100% |
PREMIEBEROEPS BEPAALDE TIJD |
AANST & BINDING |
VARIABEL |
100% |
VOORSCHOT PREMIE BBT |
AANST & BINDING |
VARIABEL |
100% |
BINDINGSPREMIE (BETALING) |
AANST & BINDING |
VARIABEL |
100% |
BEHOUDPREMIE |
AANST & BINDING |
VARIABEL |
100% |
AANSTELLINGSPREMIE |
AANST & BINDING |
VARIABEL |
100% |
VOORSCHOT AANSTELLINGSPREM. |
AANST & BINDING |
VARIABEL |
100% |
TOELAGE ONREGELM DIENST |
ONREGELMATIGE DIENST |
VARIABEL |
100% |
AFBOUWTOELAGE ONR DIENST |
ONREGELMATIGE DIENST |
VARIABEL |
100% |
VERSCHUIVINGSTOELAGE MILITAIR |
ONREGELMATIGE DIENST |
VARIABEL |
100% |
TOELAGE BBE |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
VERG EXTRA WERKDRUK BSB |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
TEG XTRA WERKDR PERSBEV BSB |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
CONSIGNATIE EN INZETVERG |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
TOELAGE DSI-UIM |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
BIJSTANDSTOELAGE |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
TOELAGE DUIKPERSONEEL |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
TOELAGE RECOMPRESSIETOESTEL |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
TOELAGE DECOMPRESSIETOESTEL |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
TOELAGE GRAVENDIENST |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
TOELAGE MUNITIE-OPRUIMERS |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
TOEL MUNITIEWERKZAAMHEDEN |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
ONDERZEEBOOTTOELAGE |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
TOELAGE MOUNTAINLEADERS |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
TOELAGE HELIKOPTERREDDER |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
TOELAGE PARACHUTESPRONG |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
TOELAGE TANKINSTRUCTEUR |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
ONTBERINGSTOELAGE |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
VLIEGGELD |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
BIJZONDER VLIEGGELD |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
TOELAGE WERKZAAMHEDEN IN ANTENNEMAST |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
TOELAGE MIJNENDIENST |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
TOELAGE VERBLIJF ONDERWATERLABORATORIUM |
RISICO & INCONVENIENTEN |
VARIABEL |
100% |
TIJDELIJKE TOELAGE LOONGEBOUW |
OVERIGE TOELAGEN |
100% |
|
TOELAGE WONINGHUUR KMAR |
OVERIGE TOELAGEN |
VAST |
100% |
OEFENTOELAGE VROB |
EXTRA BESLAGLEGGING |
VARIABEL |
50% |
TOEL BESCHIK-/BEREIKB VROB |
EXTRA BESLAGLEGGING |
VARIABEL |
50% |
VERGOEDING BIJZONDERE INZET |
EXTRA BESLAGLEGGING |
VARIABEL |
50% |
REISTIJD DIENSTREIZEN ZZF |
EXTRA BESLAGLEGGING |
VARIABEL |
50% |
VERGOEDING ZZF-DAGEN |
EXTRA BESLAGLEGGING |
VARIABEL |
50% |
VERG ZZF-DAGEN RESERVIST |
EXTRA BESLAGLEGGING |
VARIABEL |
50% |
VAARTOELAGE VROB |
EXTRA BESLAGLEGGING |
VARIABEL |
50% |
REGELING VVHO GRATIFICATIE |
VVHO |
VARIABEL |
50% |
TEGEM VERLENG ARBEIDSDUUR |
ARBEIDSDUUR |
0% |
|
INH VERKORTING ARBEIDSDUUR |
ARBEIDSDUUR |
0% |
|
VERG TEGOED SPAARUREN |
ARBEIDSDUUR |
0% |
|
VERG NIET VERL VAKANTIEUREN |
ARBEIDSDUUR |
0% |
|
VERR. TEV. GENOT. VAK. UREN |
ARBEIDSDUUR |
0% |
|
JUBILEUMGRAT BHV-ER/EHBO-ER |
FUNCTIETOELAGE |
0% |
|
TOELAGE OVERWERK VROB |
EXTRA BESLAGLEGGING |
0% |
|
TOEL TVV VRIJE TIJD VROB |
EXTRA BESLAGLEGGING |
0% |
|
BESCH DIENSTTIJDGRATIF. |
GRATIFICATIES |
0% |
|
BESCH DIENSTTIJDGRATIF. |
GRATIFICATIES |
0% |
|
DIENSTTIJDGRATIFICATIE |
GRATIFICATIES |
0% |
|
DIENSTTIJDGRATIFICATIE |
GRATIFICATIES |
0% |
|
BELONING IDEEENCOMMISSIES |
GRATIFICATIES |
0% |
|
DIENSTTIJDGRATIFICATIE |
GRATIFICATIES |
0% |
|
TEG ONKOSTEN PERS BEV BSB |
ONKOSTEN |
0% |
|
TOEL VN-OPERATIES ONBELAST |
ONKOSTEN |
0% |
|
FISC. RIJBEWIJS, TE BETALEN |
ONKOSTEN |
0% |
|
HAVENVERGOEDING |
ONKOSTEN |
0% |
Op 31 december 2018 worden de volgende bepalingen van Hoofdstuk 17 van het Pensioenreglement van ABP gewijzigd:
1. In Overgangsbepaling A16 bij paragraaf 7 wordt lid 7 vervangen door de volgende tekst:
‘ 7. In afwijking van het zesde lid, onder a, geldt in 2015, 2016, 2017, 2018 en vanaf 2019 dat de partner ook recht heeft op de compensatie vanaf de eerste dag van de maand van het bereiken van de leeftijd van 65 jaar en deze eindigt op de dag waarop de partner de AOW-leeftijd bereikt.’
2. In Overgangsbepaling A19 bij paragraaf 7 wordt lid 7 vervangen door de volgende tekst:
‘ 7. In afwijking van het zesde lid, onder a, geldt in 2015, 2016, 2017, 2018 en vanaf 2019 dat de partner ook recht heeft op de compensatie vanaf de eerste dag van de maand van het bereiken van de leeftijd van 65 jaar en deze eindigt op de dag waarop de partner de AOW-leeftijd bereikt.’
3. In Overgangsbepaling B21 bij paragraaf 7 wordt lid 7 vervangen door de volgende tekst:
‘ 7. In afwijking van het zesde lid, onder a, geldt in 2015, 2016, 2017, 2018 en vanaf 2019 dat de partner ook recht heeft op de compensatie vanaf de eerste dag van de maand van het bereiken van de leeftijd van 65 jaar en deze eindigt op de dag waarop de partner de AOW-leeftijd bereikt.’
4. In Overgangsbepaling B24 bij paragraaf 7 wordt lid 7 vervangen door de volgende tekst:
‘ 7. In afwijking van het zesde lid, onder a, geldt in 2015, 2016, 2017, 2018 en vanaf 2019 dat de partner ook recht heeft op de compensatie vanaf de eerste dag van de maand van het bereiken van de leeftijd van 65 jaar en deze eindigt op de dag waarop de partner de AOW-leeftijd bereikt.’
5. In Overgangsbepaling A13 bij paragraaf 7:
– vervalt in de titel de zinsnede ‘in verband met een overlijden voor 1 januari 2018’.
– vervalt in het tweede lid de zinsnede ‘wanneer de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde overlijdt voor 65 jaar’.
– wordt het vijfde lid vervangen door een nieuw lid 5 luidende:
5. In afwijking van het eerste, tweede en vierde lid geldt in 2015, 2016, 2017, 2018 en vanaf 2019 dat de partner ook recht heeft op de compensatie vanaf de eerste dag van de maand van het bereiken van de leeftijd van 65 jaar en deze eindigt op de dag waarop de partner de AOW-leeftijd bereikt.
6. In Overgangsbepaling B12 bij paragraaf 7:
– vervalt in de titel de zinsnede ‘in verband met een overlijden voor 1 januari 2018’.
– vervalt in het tweede lid de zinsnede ‘wanneer de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde overlijdt voor 65 jaar’.
– wordt het vijfde lid vervangen door een nieuw lid 5 luidende:
5. In afwijking van het eerste, tweede en vierde lid geldt in 2015, 2016, 2017, 2018 en vanaf 2019 dat de partner ook recht heeft op de compensatie vanaf de eerste dag van de maand van het bereiken van de leeftijd van 65 jaar en deze eindigt op de dag waarop de partner de AOW-leeftijd bereikt.
7. In Overgangsbepaling A18 bij paragraaf 7 wordt in het eerste lid onder a. het woord ‘gepensioneerde’ vervangen door ‘partner’. En wordt er een tweede lid toegevoegd luidende:
2. ‘In afwijking van het eerste lid onder a. geldt vanaf 2019 dat de partner ook recht heeft op de compensatie vanaf de eerste dag van de maand van het bereiken van de leeftijd van 65 jaar en deze eindigt op de dag waarop de partner de AOW-leeftijd bereikt.’
8. In Overgangsbepaling B23 bij paragraaf 7 wordt in het eerste lid onder a. het woord ‘gepensioneerde’ vervangen door ‘partner’. En wordt er een tweede lid toegevoegd luidende:
3. ‘In afwijking van het eerste lid onder a. geldt vanaf 2019 dat de partner ook recht heeft op de compensatie vanaf de eerste dag van de maand van het bereiken van de leeftijd van 65 jaar en deze eindigt op de dag waarop de partner de AOW-leeftijd bereikt.’
9. Na artikel 17.14.7 wordt een nieuw artikel toegevoegd luidende:
‘Artikel 17.14.8 Beëindiging/overgang naar nieuw pensioenreglement
1. De pensioenopbouw volgens de bepalingen van dit hoofdstuk met bijlagen eindigt op 31 december 2018. Vanaf 1 januari 2019 geldt voor de pensioenaanspraken en -rechten die tot en met 31 december 2018 zijn opgebouwd en de pensioenaanspraken die vanaf 1 januari 2019 worden verworven het Pensioenreglement voor militairen 2019 van ABP, dit met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde. Waar in dit artikel gesproken wordt over het Pensioenreglement voor militairen 2019, wordt daaronder mede verstaan een toekomstige wijziging van dat reglement.
2. De bepalingen van dit hoofdstuk blijven gelden voor de berekening van de voor 1 januari 2019 opgebouwde pensioenaanspraken én de voor 1 januari 2019 ingegane pensioenuitkeringen van beroepsmilitairen en reservisten. De berekening van de backservice 2018 is geregeld in lid 7 van artikel 17.6.3, voor zover er sprake is van diensttijd waarop deze bepaling van toepassing is. De op 31 december 2018 opgebouwde pensioenaanspraken en ingegane pensioenuitkeringen zijn op de volgende wijze vastgesteld:
a. voor de beroepsmilitair die op 31 december 2018 deelnemer is: de tot en met 31 december 2018 opgebouwde aanspraken op ouderdoms-, partner- en wezenpensioen zijn vastgesteld met toepassing van de bepalingen in dit hoofdstuk zoals die luidden op 31 december 2018.
Onder beroepsmilitair wordt voor toepassing van dit onderdeel a ook verstaan de gewezen beroepsmilitair die recht heeft op:
a.1.: een arbeidsongeschiktheidspensioen;
a.2.: een ontslaguitkering of een werkloosheidsuitkering of;
a.3.: een suppletie,
een en ander zoals bedoeld in art. 17.2.2. en de Overgangsbepaling bij art. 17.2.2. van dit hoofdstuk zoals dat luidde op 31 december 2018;
b. voor de beroepsmilitair die voor 1 januari 2019 gewezen deelnemer is geworden:
de op 31 december 2018 opgebouwde pensioenaanspraken bestaande uit de premievrije aanspraken op ouderdoms-, partner en wezenpensioen die zijn vastgesteld op grond van artikel 17.2.3 zoals dat gold op het tijdstip van het eindigen van de deelneming, met inbegrip van de daarna tot en met 31 december 2018 op grond enige bepaling van dit reglement doorgevoerde wijziging (verhogingen en verlagingen) in die aanspraken;
c. voor de beroepsmilitair die voor 1 januari 2019 gepensioneerde is geworden met recht op ouderdomspensioen, alsmede voor de nabestaanden en bijzondere partners met een voor 1 januari 2019 ingegaan (bijzonder) partnerpensioen of wezenpensioen: de op 31 december 2018 vastgestelde pensioenen bestaande uit het ingegaan ouderdoms-, partner- of wezenpensioen, vastgesteld op grond van de bepalingen van dit reglement zoals die golden bij ingang van de pensioenen, met inbegrip van de daarna tot en met 31 december 2018 op grond enige bepaling van dit reglement doorgevoerde wijziging (verhogingen en verlagingen) in die pensioenen;
3. De opgebouwde pensioenaanspraken en ingegane pensioenuitkeringen als omschreven in lid 2 van dit artikel zijn rechten die behouden blijven, met dien verstande evenwel dat met ingang van 1 januari 2019 het Pensioenreglement voor militairen 2019 van ABP op deze aanspraken en uitkeringen van toepassing is. Deze toepassing van het Pensioenreglement voor militairen 2019 betekent dat de voor 1 januari 2019 vastgestelde pensioenaanspraken en -uitkeringen kunnen worden aangepast op grond van onder meer de regels over het verhogen (indexeren) en verlagen van pensioen als opgenomen in het Pensioenreglement voor militairen 2019. De toepassing van het Pensioenreglement voor militairen 2019 doet daarentegen niet af aan de berekening van de pensioenaanspraken en -rechten als bedoeld in lid 2 van dit artikel.
4. De beroepsmilitair die op of na 1 januari 2019 deelnemer is op grond van het Pensioenreglement voor militairen 2019 van ABP, verwerft vanaf 1 januari 2019 uitsluitend nog pensioenaanspraken met toepassing van dat Pensioenreglement.’
10. In artikel 17.5.7 wordt in de eerste zin van het tweede lid tussen ‘17.11.1’ en ‘is aangepast’ ingevoegd ‘met de sectorale loonontwikkeling in plaats van met de in artikel 17.11.1 genoemde prijsontwikkeling’.
11. De eerste zin van artikel 17.6.3 lid 7 wordt vervangen door de volgende zin: ‘De backservice 2018 over pensioengeldige diensttijd tot 1 januari 2019 wordt per 31 december 2018 vastgesteld’.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-64599.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.