Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 26 november 2019, nr. IENW/BSK-2019/245304, houdende wijziging van de Regeling vergoedingen luchtverkeersdienstverlening BES in verband met een tijdelijke gedeeltelijke vrijstelling

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 22a, vijfde lid, van de Luchtvaartwet BES;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling vergoedingen luchtverkeersdienstverlening BES wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 8, onderdeel d, komt te luiden:

  • d. de gebruikers van luchtvaartuigen, anders dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c, voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2022 voor een bedrag van USD 313,29 per eenheidstarief van de overeenkomstig artikel 2, onderdeel b, te berekenen vergoeding.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

De onderhavige wijzigingsregeling strekt tot wijziging van de Regeling vergoedingen luchtverkeersdienstverlening BES (hierna: de regeling). Daarbij wordt een nieuwe, tijdelijke, gedeeltelijke vrijstelling van de betaling van tarieven voor vergoedingen voor luchtverkeersdienstverlening vastgesteld voor gebruikers van die diensten van, naar en in het Caribisch deel van Nederland.

Op grond van de Luchtvaartwet BES worden de kosten van de luchtverkeersdienstverlening, die door Dutch Carribean Air Navigation Service Provider (hierna: DC-ANSP) wordt verzorgd, vergoed door de gebruikers daarvan. Voor de komende periode is besloten voor de gebruikers van de luchtverkeersdienstverlening een gedeeltelijke vrijstelling toe te passen. Evenals in de jaren 2018/2019 is voor de periode 2020–2022 namelijk gebleken dat toepassing van het internationaal gebruikelijk principe van kostendekkende tarieven vooralsnog tot een onaanvaardbare stijging van tarieven zou leiden met mogelijk sterk negatieve gevolgen voor de luchtvaart en daarmee de sociale en economische situatie in het Caribisch deel van Nederland.

Het vaststellen van een kostendekkend tarief voor naderings- en terminalverkeer op de BES is problematisch vanwege het feit dat, ondanks de beperkte hoeveelheid verkeer, een volwaardige luchtverkeersdienstverlening is vereist en dat de kosten van die dienst worden verdeeld over een beperkt aantal gebruikers van de dienstverlening.

Voor vergelijkbare Nederlandse luchthavens zoals Eelde of Beek geldt dat zij onderdeel uitmaken van de algemene Nederlandse heffingenzone, waarbij de kosten van dienstverlening op Schiphol, Rotterdam, Eelde en Beek worden gedragen door de gezamenlijke gebruikers van die luchthavens - wat vanwege het grote aantal bewegingen op Schiphol betekent dat de kosten verspreid worden over een veel hoger aantal gebruikers en het tarief dus relatief laag kan worden gehouden voor de kleinere luchthavens. Het Caribisch deel van Nederland kan geen onderdeel uitmaken van de gezamenlijke aanpak omdat deze is gebaseerd op Europese regelgeving en de EU-regelgeving is niet over de volle breedte van toepassing op Caribisch Nederland.

Financiële effecten

De vrijstelling is met name mogelijk doordat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bereid is om voor de komende tariefperiode een aantal specifieke kostenposten, ter omvang van circa EUR 425.000 per jaar voor rekening van de Rijksoverheid te laten komen en op de Rijksbegroting geld daarvoor beschikbaar te stellen. In dat kader wordt binnen totale nationale inkomsten uit luchtverkeersleidingstarieven een financiële reservering gemaakt die inzetbaar is voor specifieke doeleinden op het gebied van luchtverkeersdienstverlening.

Administratieve lasten en nalevingskosten

De administratieve lasten liggen met name bij de luchtverkeersdienstverleners (DC-ANSP) en op Bonaire bij Bonaire International Airport (hierna: BIA), die samen verantwoordelijk zijn voor het bijhouden en daaromtrent informeren van de overheid van het gebruik dat wordt gemaakt van de diensten door verschillende gebruikers, en bijbehorende facturering voor dit gebruik op basis van de regeling - inclusief hoogte van het tarief en eventuele vrijstellingen. Met deze wijziging van de regeling is een gedeeltelijke vrijstelling gecreëerd die voor alle betalende gebruikers van toepassing is. Daarom zal dit geen additionele administratieve kosten met zich meebrengen. Er is geen sprake van bijkomende informatieverplichtingen aan de overheid. De luchtverkeersdienstverleners moeten op grond van de regelgeving wel zorgdragen voor de bekendmaking van de tarieven. Dit is wettelijk voorgeschreven. De wijziging van de regeling brengt hierin geen verandering.

Uitvoering en handhaving

In het kader van het toezicht door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat op de taken van de luchtverkeersdienstverleners ter zake van de Caribisch Nederland geldt dat het vaststellen van de tarieven van de luchtverkeersdienstverlening voor het Caribisch deel van Nederland de verantwoordelijkheid is van de Directie Luchtvaart van het Directoraat-Generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken en dat de Hoofddirectie Financiën, Management en Control systeemtoezicht houdt op de vaststelling van de tarieven. De Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT) speelt geen rol in het vaststellen van de tarieven dan wel het vaststellen van vrijstellingen. Vandaar dat deze regeling niet is aangeboden aan de ILT voor een toets op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid.

Consultatie

De achtergrond en onderbouwing van het kostendekkende tarief zijn voorgelegd aan en gewaardeerd door alle gebruikers. Desalniettemin hebben gebruikers hun zorgen geuit over de stijging van het tarief en gevraagd de mogelijkheid te onderzoeken om net als in de periode 2018-2019 een gedeeltelijke vrijstelling in te voeren. De nieuwe gedeeltelijke vrijstelling is 1 januari 2020 - 31 december 2022 van toepassing.

Inwerkingtreding en Vaste verandermomenten

De inwerkingtredingsdatum van deze wijzigingsregeling is vastgesteld op 1 januari 2020. Met de inwerkingtredingsdatum is rekening gehouden met de vaste verandermomenten. Er is wel afgeweken van de publicatietermijn van drie maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding. Een uitzondering hierop is mogelijk wanneer hierdoor aanmerkelijke ongewenste private of publieke voor- of nadelen wordt voorkomen. Van deze uitzonderingsmogelijkheid is gebruik gemaakt. Een spoedige inwerkingtreding is in casu van belang, om gebruikers van luchtverkeersdiensten in staat te stellen tijdig vergoedingen voor die diensten te kunnen voldoen. Dankzij de consultatie waren de betrokken partijen al ruim op tijd op de hoogte van de voorgenomen vrijstelling en konden zij zich daar op voorbereiden.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven