De Minister voor Medische Zorg,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid;
Gelet op de artikelen 42, tweede lid, 43, derde lid, 45, derde en vierde lid, van
de Zorgverzekeringswet;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling zorgverzekering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5.2 wordt ‘2019’ vervangen door ‘2020’ en wordt ‘€ 55.927,00’ vervangen
door ‘€ 57.232,00’.
B
In artikel 5.3 wordt ‘2019’ vervangen door ‘2020’.
C
Artikel 5.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en vierde lid wordt ‘6,95’ vervangen door ‘6,70’.
2. In het tweede en vijfde lid wordt ‘5,70’ vervangen door ‘5,45’.
D
In artikel 5.5 wordt ‘2019’ vervangen door ‘2020’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
TOELICHTING
Algemeen
Met deze wijzigingsregeling wordt de Regeling zorgverzekering (Rzv) op de volgende
punten aangepast:
-
– het maximum bijdrage-inkomen dat voor de heffing van de inkomensafhankelijke bijdrage
(IAB) voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) in aanmerking wordt genomen;
-
– de percentages IAB Zvw overeenkomstig de begroting (Financieel Beeld Zorg) 2020.
Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor de regeldruk. Het betreft hier namelijk
een jaarlijkse wijziging van bedragen en percentages op grond van de Zvw waarvan betrokkenen
elk jaar kennis nemen.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
Het bijdrageloon, bedoeld in artikel 42 van de Zvw, dat voor heffing van de IAB ten
hoogste in aanmerking wordt genomen, bedraagt voor het jaar 2020 € 57.232. Dit bedrag
is gelijk aan het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen dat bij en krachtens
artikel 17, eerste lid, eerste zin, van de Wet financiering sociale verzekeringen
(Wfsv) is geregeld voor het jaar 2020.
Artikel I, onderdeel C
Het percentage aan IAB dat inhoudingsplichtigen ingevolge artikel 45, eerste lid,
van de Zvw over het loon van hun werknemers verschuldigd zijn (hoge percentage), daalt
van 6,95 in 2019 naar 6,70 in 2020. Ook het percentage aan IAB dat verzekeringsplichtigen
ingevolge artikel 45, tweede lid, van de Zvw over hun bijdrage-inkomen verschuldigd
zijn (lage percentage) daalt, namelijk van 5,70 in 2019 naar 5,45 in 2020. De daling
van beide percentages wordt door de volgende factoren veroorzaakt:
-
• Er zal naar schatting een uitgavenstijging plaatsvinden die ook gevolgen heeft voor
de noodzakelijke IAB-opbrengsten. Die leidt, rekening houdend met de ontwikkeling
van de IAB-grondslag, tot een daling van de IAB-bijdrage met 0,02 procentpunt.
-
• Voor 2020 wordt rekening gehouden met een beoogd saldo van -€ 0,9 miljard in het Zorgverzekeringsfonds.
De ontwikkeling van het saldo ten opzichte van 2019 leidt tot een daling van de nominale
premie (met € 17) én een daling van de IAB (met 0,06 procentpunt).
-
• Voor 2020 wordt gerekend met een afbouw van reserves van zorgverzekeraars van € 0,45
miljard. Dit is € 0,1 miljard meer dan de reserve-afbouw waarvan zorgverzekeraars
uitgingen bij hun premiestelling 2019. Omdat de reserveopbouw deel uitmaakt van de
totale uit premies te financieren lasten, dient de hogere reserve-afbouw voor de helft
neer te slaan in een lagere IAB (0,01 procentpunt) en voor de helft in een lagere
nominale premie.
-
• De zorgverzekeraars hebben de nominale premie van 2019 € 48 lager vastgesteld dan
geraamd in de VWS-begroting van 2019 (macro € 0,7 miljard). Dit heeft als effect gehad
dat de nominale premie in 2019 lager is uitgekomen dan zou moeten uit de 50/50-verhouding
van nominale premie en IAB. In de raming wordt ervan uitgegaan dat in 2020 weer wordt
voldaan aan de 50/50-verhouding. Dat leidt tot een stijging van de nominale premie
met € 26 en tot een daling van de IAB met 0,11 procentpunt.
-
• De ontwikkelingen bij de overige posten (beheerskosten en overige lasten verzekeraars
en overige baten van het fonds) plus afrondingsverschillen leiden per saldo tot kleine
bijstellingen van de inkomensafhankelijke bijdrage.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins