Verkeersmaatregel Spoorweglaan

Logo Maastricht

Ruimte / Mobiliteit / 2019-33231

Burgemeester en Wethouders van Maastricht

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Overwegende, dat de Spoorweglaan een erftoegangsweg is;

dat er bouwwerkzaamheden worden uitgevoerd aan station Maastricht;

dat er geen ruimte aan de voorzijde buiten het busstation van het stationsgebouw is voor het leveren van bouwmaterialen;

dat er overleg is gevoerd met de NS over het toelaten van een extra laad- en losplaats alsook met het handhaven van de laad- en losplaats bij het busstation;

dat er dus een laad- en losplaats wordt gerealiseerd op het parkeerterrein ten oosten van de Bourgognestraat;

dat de parkeermogelijkheid op dit parkeerterrein volledig als laad- en losplaats wordt ingericht;

dat deze maatregelen worden genomen om de veiligheid op de weg te verzekeren, weggebruikers en passagiers te beschermen en voor het in stand houden van weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat plaatsing van de in dit besluit genoemde verkeerstekens geschiedt zoals weergegeven in de tekening;

dat betreffende straat in beheer en onderhoud is bij de gemeente Maastricht;

dat te nemen verkeersmaatregelen besproken zijn met de Districtchef van politiedistrict Maastricht;

gelet op het bepaalde in de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het “Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer” en paragraaf 4 van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens;

 

BESLUITEN:

 

 

  • 1.

    in te trekken het bepaalde ten aanzien van de Spoorweglaan in hun besluit van 15 juni 2018, Ruimte / Mobiliteit / 2018-17936;

  • 2.

    door het plaatsen van het bord E7 van Bijlage I van het RVV 1990, in fluorescerend gele uitvoering, het parkeerterrein tegenover de aansluiting van de Bourgognestraat op de Spoorweglaan, aan te wijzen als parkeerplaats voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen, waarbij tevens expliciet wordt vermeld in het bord: ‘uitsluitend bestemd voor laden en lossen’;

  • 3.

    door het in stand houden van de borden B1 en B6 van Bijlage I van het RVV 1990 en haaientanden de Spoorweglaan aan te wijzen als voorrangsweg, met uitzondering van het deel ter hoogte van de Duitse Poort, met dien verstande dat bestuurders op de kruisende wegen van de Spoorweglaan voorrang dient te verlenen aan bestuurders op de Spoorweglaan;

  • 4.

    door het in stand houden van de borden C2 en C3 van Bijlage I van het RVV 1990 bij de ingang van de fietstunnel gelegen bij de aansluiting met de Bourgognestraat aan te wijzen als eenrichtingsverkeer gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee in de richting van de Scharnerweg;

  • 5.

    door het in stand houden van de borden C2 en C4 van Bijlage I van het RVV 1990 aan te wijzen als eenrichtingsweg de parallelweg gelegen aan de oostzijde van de Spoorweglaan gesloten voor alle motorvoertuigen in de richting van de Bourgognestraat;

  • 6.

    door het in stand houden van het bord C16 van Bijlage I van het RVV 1990 de fietstunnel gelegen bij de aansluiting met de Bourgognestraat gesloten te verklaren voor voetgangers;

  • 7.

    door het in stand houden van de borden D2 van Bijlage I van het RVV 1990 alle bestuurders te gebieden het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl op het bord aangeeft;

  • 8.

    door het in stand houden van de borden E5 van Bijlage I van het RVV 1990 de 14 parkeervakken gelegen aan de oostzijde van de Spoorweglaan voor het Stationsplein aan te wijzen als taxistandplaats, tevens parkeerverbod voor andere voertuigen;

  • 9.

    door het plaatsen van onderborden bij de borden E6 van Bijlage I van het RVV 1990 met de tekst “max. 2 uur” aan te wijzen als algemene gehandicaptenparkeerplaats met een parkeerduur van maximaal twee uur, twee parkeerplaatsen aan de oostzijde van de Spoorweglaan nabij de ingang van het station;

  • 10.

    door het in stand houden van het bord E7 van Bijlage I van het RVV 1990 aan te wijzen als gelegenheid voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen, tevens parkeerverbod voor andere voertuigen, een strook gelegen ter hoogte van Spoorweglaan 1;

  • 11

    door het in stand houden van de borden L2 van Bijlage I van het RVV 1990 en de zebramarkering aan te wijzen als voetgangersoversteekplaats, als bedoeld in artikel 49 van het RVV 1990 de oversteekplaatsen ten oosten van de aansluiting met de Stationsstraat;

12. door het in stand houden van een onderbroken streep en fietsvignetten aan te wijzen als fietsstrook, als bedoeld in artikel 1n van het RVV 1990, de stroken aan de west- en oostzijde van de Spoorweglaan

Maastricht, 14 november 2019

Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,

Wethouder Duurzaamheid, Mobiliteit en Kenniseconomie,

voor deze,

Teammanager Mobiliteit,

E. Westbroek

Dit besluit is op de in de gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht van 14 november 2019 tot en met 26 december 2019, waarvan mededeling is gedaan in de Staatscourant van 14 november 2019.

Bezwaar en voorlopige voorziening

Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend.

U kunt het bezwaarschrift digitaal of schriftelijk indienen.

Als u het bezwaarschrift digitaal wilt indienen, kunt u dit doen via www.gemeentemaastricht.nl/bezwaar. U vindt hier een formulier waarmee u bezwaar kunt maken.

U kunt het bezwaarschrift ook per post indienen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

. de naam en het adres van de indiener;

. de dagtekening;

. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

. de gronden van het bezwaar.

Wij verzoeken u in het bezwaarschrift ook uw telefoonnummer en (zo mogelijk) uw

e-mailadres te vermelden.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.

Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 950 te 6040 AZ te Roermond.

Van de verzoekster van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

Bijlage

 

Naar boven