TOELICHTING
Algemeen
De subsidieregeling collectieve erkenning Indisch en Moluks Nederland wordt op een
drietal punten gewijzigd.
De belangrijkste wijziging betreft het beoordelingsmechanisme. Aanvragen werden beoordeeld
op volgorde van binnenkomst van complete aanvragen, ook wel ‘wie het eerst komt, wie
het eerst maalt’ genoemd. Dit wordt vervangen door een systeem van loting. Daarnaast
wordt het maximaal aan te vragen subsidiebedrag per jaar verlaagd van € 25.000 naar
€ 20.000. Tot slot is de indieningstermijn aangepast. Aanvragen kunnen ieder jaar
worden ingediend vanaf 15 januari tot 15 februari.
Achtergrond van de wijzigingen
Inmiddels hebben er in het kader van de Subsidieregeling collectieve erkenning Indisch
en Moluks Nederland twee aanvraagrondes plaatsgevonden. Conform deze subsidieregeling
is in 2019 gekeken of de subsidieregeling op dezelfde wijze kan worden gecontinueerd.
Hiertoe heeft Regioplan onderzoek uitgevoerd, waarbij gekeken werd of er verbeteringen
in de uitvoering van de subsidieregeling mogelijk zijn. Het vinden van geschikte alternatieven
voor het beoordelingsmechanisme ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’ stond bij
het onderzoek centraal. Daarbij zijn uiteraard de bij de collectieve erkenning betrokken
partijen, die zijn vertegenwoordigd in de zogenaamde Ronde Tafel, betrokken en zijn
voormalig aanvragers geraadpleegd.
Na twee aanvraagrondes kwam het beeld naar voren dat aanvragers om een aantal redenen
moeite hadden met de beoordeling op volgorde van binnenkomst van complete aanvragen.
Zo leende de systematiek zich er niet voor om kleine gebreken, zoals bijvoorbeeld
het ontbreken van de benodigde handtekening(en), te herstellen. Daarnaast zijn er
op het moment dat de aanvraagrondes opengingen, zoveel aanvragen ontvangen, dat het
subsidieplafond in beide gevallen al binnen enkele minuten was bereikt. Zodoende speelde
de ‘technische vaardigheid’ van de aanvrager om zo snel mogelijk een aanvraag in te
dienen een te grote rol.
Met de wijzigingen in de onderhavige regeling wordt aan bovengenoemde bezwaren tegemoetgekomen.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
In deze wijzigingsregeling wordt meegenomen dat een rechtspersoon per aanvraagronde
slechts één aanvraag kan indienen. Dit geldt voor beide categorieën van aanvragen.
Hiervoor is gekozen om zo veel mogelijk aanvragers de kans te geven op een subsidie.
Om dezelfde reden is gekozen om geen subsidie te verlenen aan rechtspersonen die nog
een project hebben lopen dat gesubsidieerd wordt op grond van onderhavige subsidieregeling.
Onderdeel B
De maximum aan te vragen bedragen worden verlaagd van € 25.000 naar € 20.000 per jaar.
Daar zijn twee redenen voor.
De eerste reden ziet op het vergroten van het aantal gehonoreerde subsidies. Tijdens
de eerste twee subsidierondes zijn zeer veel aanvragen ingediend. Vanwege het bereiken
van het subsidieplafond is het merendeel van deze aanvragen afgewezen. Met het verlagen
van de bedragen komt een groter deel van de aanvragen voor verlening in aanmerking.
Daarnaast loopt het beschikbare subsidiebedrag per jaar de komende jaren af naar € 333.000,–.
Met het verlagen van de bedragen kunnen er ook in de toekomst meerdere projecten per
jaar gesubsidieerd blijven worden. Daar het gaat om een ‘bescheiden’ verlaging van
de bedragen kunnen er tegelijkertijd nog steeds projecten van een grotere schaal worden
opgezet.
Onderdeel C
Na overleg met de leden van de Ronde Tafel is besloten om over te gaan tot een loting
van de aanvragen, samen met de reeds uitgevoerde lichte inhoudelijke toets door VWS,
namelijk of het project bijdraagt aan de doelstellingen van de collectieve erkenning,
te weten: educatie, kennis-museaal en of culturele activiteiten.
Dit systeem leent zich er meer voor om kleine gebreken te herstellen en legt minder
druk op de technische vaardigheid van de aanvrager. Bovendien is dit een neutrale
en eerlijke manier van toekenning, welke overeenkomt met de geest van de regeling.
Namelijk dat het aan de gemeenschap zelf is om te bepalen wat bijdraagt aan de collectieve
erkenning van Indisch en Moluks Nederland.
Hoe komt het subsidieproces er nu uit te zien?
Aanvragen kunnen worden ingediend binnen het daartoe bestemde tijdvak. Vervolgens
vindt onder alle binnengekomen aanvragen een loting plaats. De loting vindt plaats
door een notaris en de daaruit resulterende rangschikking wordt schriftelijk vastgelegd.
De aanvragen komen op volgorde van de loting in aanmerking voor subsidie.
Het resultaat van de loting wordt op de website van DUS-I gepubliceerd.
Er wordt geloot in twee categorieën op basis van de hoogte van totaal aangevraagde
bedragen. Namelijk, aangevraagde bedragen van € 5.000 tot € 30.000 en aangevraagde
bedragen van € 30.000 tot en met € 60.000. In welke categorie de aanvrager valt, wordt
bepaald door het aangevraagde bedrag. Het uiteindelijke verleningsbedrag kan hoger
of lager uitvallen. Dit maakt niet uit voor deze categorisering.
Op basis van de loting wordt een lijst vastgesteld met de volgorde van aanvragers.
Hieruit blijkt welke aanvragen kans maken om binnen het subsidieplafond te vallen.
Deze aanvragers worden vervolgens in de gelegenheid gesteld hun aanvraag nader aan
te vullen, mocht dit nodig zijn. Aanvragers wordt tweemaal de kans geboden een aanvraag
te completeren. In eerste instantie krijgt de aanvrager drie weken de tijd om de aanvraag
compleet te maken. Indien nog steeds incompleet, dan wordt een reactietermijn van
twee weken gehanteerd. Deze termijnen wijken af en zijn soepeler dan de beleidsregels
die DUS-I normaliter hanteert. Indien de aanvraag incompleet blijft, dan wordt deze
alsnog buiten behandeling gesteld. Aanvragen die lager op de ‘lotinglijst’ staan,
komen dan alsnog voor subsidie in aanmerking.
Indien het beschikbare bedrag binnen een categorie niet wordt uitgeput, terwijl alle
aanvragen de mogelijkheid hebben gekregen om hun aanvragen te complementeren, dan
wordt het resterende bedrag beschikbaar gesteld voor aanvragen uit de andere categorie.
Het totaal beschikbare bedrag zal het beschikbare subsidieplafond voor dat jaar nooit
overschrijden.
Daarnaast wordt bij de aanvragen die op grond van de loting binnen het subsidieplafond
vallen een ‘lichte’ inhoudelijke toets uitgevoerd. Hierbij wordt gekeken of het project
bijdraagt aan de collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland op het gebied
van kennis- museaal, educatie en of cultuur. Mocht het evident zijn dat een aanvraag
hier niet aan voldoet, bijvoorbeeld omdat deze ziet op contextgebonden zorg, dan wordt
de aanvraag afgewezen. Bij twijfel worden extra vragen gesteld.
Indien aanvragen die binnen het subsidieplafond vallen, alsnog worden afgewezen of
buiten behandeling worden gesteld, dan schuift de volgende aanvraag op basis van de
loting door en komt deze in aanmerking voor subsidie.
Aanvragen die op grond van de loting buiten het subsidieplafond vallen worden afgewezen.
Onderdeel D
Aanvragen kunnen ieder jaar worden ingediend van 15 januari tot 15 februari. De indiendingstermijn
is zodoende met één maand ingekort. Hiertoe is besloten omdat de aanvragers dan minder
lang op hun beslissing hoeven te wachten. Er wordt namelijk geloot onder alle ingediende
aanvragen. Pas na de sluitingsdatum kan gestart worden met het behandelen van dossiers.
Bij een beoordeling op volgorde van binnenkomst van complete aanvragen, was dit niet
het geval. Bovendien leert de ervaring dat de meeste aanvragen kort na het openstellen
van een regeling worden ingediend.
Daarnaast is in dit artikel aangegeven dat de Minister in elk gegeven jaar tot uiterlijk
13 weken na sluiting van het moment van indiening van aanvragen de tijd heeft om op
aanvragen te besluiten. De termijn vangt pas na sluiting van de indieningstermijn
aan, omdat daarna pas zal worden overgegaan tot beoordeling van de aanvragen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis