De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Handelende in overeenstemming met de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
en van Financiën;
Gelet op de artikelen 11, eerste en tweede lid, 17, eerste lid, 18, eerste en tweede
lid, 27, 31, 36 en 95, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen en
artikel 1.10, derde lid, van de Wet kinderopvang;
Besluit:
Artikel 1. Premiepercentage algemene ouderdomsverzekering
Het premiepercentage voor de algemene ouderdomsverzekering, bedoeld in artikel 11,
eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, is voor het jaar 2020 17,90%.
Artikel 2. Premiepercentage nabestaandenverzekering
Het premiepercentage voor de nabestaandenverzekering, bedoeld in artikel 11, tweede
lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, is voor het jaar 2020 0,10%.
Artikel 3. Maximum premieloon
Het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, eerste zin, van de Wet financiering
sociale verzekeringen, bedraagt voor het jaar 2020 voor een loontijdvak van een jaar:
€ 57.232.
Artikel 4. Premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds
-
1. Het percentage van de lage premie, bedoeld in artikel 27, eerste, tweede en derde
lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, is voor het jaar 2020 2,94%.
-
2. Het percentage van de hoge premie, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet
financiering sociale verzekeringen, is voor het jaar 2020 7,94%.
Artikel 5. Premie Uitvoeringsfonds voor de overheid
Het premiepercentage, bedoeld in artikel 31 van de Wet financiering sociale verzekeringen,
is voor het jaar 2020 0,68%.
Artikel 6. Basispremie Arbeidsongeschiktheidsfonds
Het premiepercentage, bedoeld in artikel 36 van de Wet financiering sociale verzekeringen,
is voor het jaar 2020 6,77%.
Artikel 7. Opslag tot dekking kinderopvangtoeslag
De premieopslag, bedoeld in artikel 1.10, eerste lid, van de Wet kinderopvang, is
voor het jaar 2020 0,50%.
Artikel 8. Minimumloonsomgrens Whk sector Grootwinkelbedrijf
In bijlage 1, onderdeel 19, Grootwinkelbedrijf, van de Regeling Wfsv wordt ‘loonsom
WW’ vervangen door ‘premieplichtig loon Werkhervattingskas’ en ‘€ 6.280.751’ vervangen
door ‘€ 6.436.514’.
Artikel 9. Inwerkingtreding
Artikel 10. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tot vaststelling premiepercentages werknemers-
en volksverzekeringen, maximumpremieloon werknemersverzekeringen en opslag kinderopvangtoeslag
2020.
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling stelt de percentages vast die gelden voor de premieheffing voor de Algemene
Ouderdomswet (AOW) en Algemene nabestaandenwet (Anw), het Algemeen Werkloosheidsfonds
(AWf), het Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo) en het Arbeidsongeschiktheidsfonds
(Aof) en de opslag op de basispremie Aof voor de kinderopvangtoeslag. Daarnaast wordt
het maximumpremieloon vastgesteld voor de heffing van de premies werknemersverzekeringen.
Tot slot wordt de loongrens voor indeling in de sector grootwinkelbedrijf geïndexeerd.
De maximumpremieloonbedragen voor tijdvakken korter dan het premiejaar die als grondslag
gelden voor de premies en opslag geregeld in de artikelen 4 tot en met 7, worden voor
de andere loontijdvakken door herleiding bepaald. Deze bedragen zullen door de Belastingdienst
worden bekendgemaakt. In verband met invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans worden
met ingang van 2020 geen premies meer geheven voor sectorfondsen. Er wordt daarom
geen percentage meer vastgesteld voor de vervangende sectorpremie.
Tot en met 2019 werd voor het AWf een uniforme premie geheven. Voor de premie ten
behoeve van het AWf worden met ingang van 2020 voor het eerst twee percentages vastgesteld.
Een lage premie wordt geheven over loon uit schriftelijke arbeidsovereenkomsten voor
onbepaalde tijd niet zijnde oproepovereenkomsten (vaste contracten), loon uit schriftelijke
overeenkomsten op grond van de beroepsbegeleidende leerweg, loon van werknemers tot
21 jaar met niet meer dan 48 verloonde uren per 4 weken of 52 verloonde uren per maand,
en voor AWf-premie over uitkeringen. De hoge premie is van toepassing op loon uit
overige dienstbetrekkingen, en ingeval van herziening van de lage AWf-premie naar
de hoge AWf-premie met terugwerkende kracht.
Artikelsgewijs
Artikel 1
Het premiepercentage voor de AOW bedraagt op grond van artikel 11, eerste lid, van
de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) ten hoogste 18,25%. Het premiepercentage
AOW wordt gehandhaafd op het niveau van 17,90%.
Artikel 2
Het premiepercentage voor de Anw wordt op hetzelfde niveau vastgesteld als in 2019
op 0,10%. Hiermee wordt het vermogensoverschot langzaam afgebouwd.
Artikel 3
Het maximumpremieloon, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wfsv wordt jaarlijks
op grond van artikel 18 herzien met ingang van 1 januari naar de mate waarin het minimumloon
per dag wordt herzien, en blijft gedurende het gehele kalenderjaar van kracht. Het
jaarbedrag wordt als heel bedrag vastgesteld, afgerond naar beneden, zonder decimalen
achter de komma. Het maximumbijdrageloon voor de inkomensafhankelijke bijdrage voor
de Zorgverzekeringswet wordt door de Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport
vastgesteld op hetzelfde bedrag als het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen.
Artikel 4
In verband met invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans worden met ingang van 2020
voor de premieheffing ten behoeve van het AWf twee premiepercentages vastgesteld.
Een lage premie wordt geheven over loon uit schriftelijke arbeidsovereenkomsten voor
onbepaalde tijd niet zijnde oproepovereenkomsten (vaste contracten), loon uit schriftelijke
overeenkomsten op grond van de beroepsbegeleidende leerweg, loon van werknemers tot
21 jaar met niet meer dan 48 verloonde uren per 4 weken of 52 verloonde uren per maand,
en voor AWf-premie over uitkeringen. Dit is geregeld in artikel 27, eerste, tweede
en derde lid, van de Wfsv, en artikel 2.3 van het Besluit Wfsv, zoals deze luiden
met ingang van 1 januari 2020. De hoge premie is van toepassing op loon uit overige
dienstbetrekkingen en ingeval van herziening van de lage AWf-premie naar de hoge AWf-premie
met terugwerkende kracht (flexcontracten). De hoge premie is 5 procentpunt hoger dan
de lage premie. Dit is geregeld in artikel 27, eerste lid, van de Wfsv en artikel
2.2 van het Besluit Wfsv, zoals deze luiden met ingang van 1 januari 2020.
Artikel 5
Het premiepercentage voor het Uitvoeringsfonds voor de overheid wordt verlaagd van
0,78% naar 0,68%. Dit is het gevolg van de omstandigheid dat de WGA-staartlasten niet
langer uit het Ufo (en de sectorfondsen) worden betaald, maar uit het Aof.
Artikel 6
De basispremie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds is voor 2020 6,77% en daarmee
0,31 procentpunt hoger vastgesteld dan in 2019. In het basispad van het Regeerakkoord
zit al een stijging van de basispremie WAO/WIA. Daarnaast wordt de basispremie iets
verhoogd om te compenseren voor lagere zorgpremies, voor het verplaatsen van de compensatieregeling
transitievergoeding van AWf naar het Aof en voor het verplaatsen van de WGA-staartlasten
van sectorfondsen en Ufo naar het Aof.
Artikel 7
Het percentage van de opslag voor de dekking van de uitgaven voor de kinderopvangtoeslag,
die met ingang van het kalenderjaar 2015 een opslag op de basispremie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds
is, blijft gehandhaafd op het niveau van 0,50%.
Artikel 8
De wijziging in dit artikel betreft de jaarlijkse indexering van de loongrens voor
de sector Grootwinkelbedrijf aan de hand van de ontwikkeling van de contractlonen.
De sectorindeling is vanaf 2020 niet meer van belang voor de WW-premie voor de sectorfondsen,
maar alleen nog van belang voor de heffing van premies voor de Werkhervattingskas
(Whk) voor kleine en middelgrote werkgevers. De loongrens wordt met terugwerkende
kracht per 1 januari 2019 gewijzigd op basis van de gemiddelde contractloonontwikkeling
van bedrijven over 2019 zoals die in de Macro Economische Verkenning 2020 van het
Centraal Planbureau (CPB) is opgenomen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees