Besluit van 31 oktober 2019, nr. 2019002267, houdende departementale herindeling met betrekking tot schuldbemiddeling

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken d.d. 28 oktober 2019, nr. 3710686;

Gelet op artikel 44 van de Grondwet;

HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

Artikel 1

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van schuldbemiddeling, met inbegrip van de Wet op het consumentenkrediet voor zover deze voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit waren opgedragen aan Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat.

Artikel 2

De taken van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat worden dienovereenkomstig gewijzigd.

Artikel 3

De organisatorische, personele en rechtspositionele aspecten van de in de artikelen 1 en 2 bedoelde herindeling van departementale taken worden uitgewerkt in overleg tussen Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, en Onze Minister Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij horende nota van toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Hoge Colleges van Staat, de ministerraad, de Gevolmachtigde Ministers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de ministeries.

’s-Gravenhage, 31 oktober 2019

Willem Alexander

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit wordt de overgang van aangelegenheden op het terrein van schuldbemiddeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat naar de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vastgelegd. Het kabinet heeft hiertoe besloten vanwege de nauwe samenhang van dit onderwerp met de gemeentelijke schuldhulpverlening, welke aangelegenheid berust bij de laatstgenoemde minister.

De taken van de Minister van Economische Zaken en Klimaat op het terrein van schuldbemiddeling, opgenomen in de Wet op het consumentenkrediet, worden overgedragen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Aangezien deze wet alleen nog regels over schuldbemiddeling bevat, gaat met het te overhevelen beleidsterrein van schuldbemiddeling ook de zorg voor deze wet over naar de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De organisatorische alsmede de personele en rechtspositionele aspecten van de overgang van de verantwoordelijkheid voor het genoemde beleidsterrein zullen nader worden uitgewerkt in overleg tussen de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte

Naar boven