Verkeersbesluit in verband met tijdelijk verlagen maximumsnelheid A15 te Rozenburg.

Logo Rijkswaterstaat - Dienst Zuid-Holland

 

 

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

 

Juridisch kader

 

De Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW).

 

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

 

Aangezien het hier een weg betreft die onder beheer is van het Rijk, ben ik ingevolge artikel 18, eerste lid onder a, van de Wegenverkeerswet 1994 bevoegd dit besluit te nemen.

 

Motivering

 

Vanwege de realisatie van knooppunt Rozenburg worden nieuwe kunstwerken boven de A15 gebouwd d.m.v. een tafelconstructie. Hiervoor wordt ook de linkse rijstrook in beide richting smaller uitgevoerd. Dit levert in combinatie met de huidige adviessnelheid van 80 kilometer per uur (maximumsnelheid 100 kilometer per uur) in de bocht t.h.v. Rozenburg een onveilige verkeerssituatie op.

 

Gezien de situatie ter plaatse van de tafelconstructie wordt de maximumsnelheid tijdelijk gereduceerd naar 70 kilometer per uur door middel van A01-70 borden inclusief J16 werk-in-uitvoering borden en wordt verkeer middels de borden L11-3-01C18-2 gewezen op de beperkte rijstrookbreedte.

 

De verwachting is dat de geïntroduceerde bebording tot gevolg heeft dat een minder onveilige situatie ontstaat. De maatregelen zijn herkenbaar en logisch voor de weggebruiker en zullen daardoor naar verwachting geen nieuwe risico's introduceren.

 

Procedure

 

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is overleg gepleegd met de daartoe gemachtigde medewerker Verkeersadvisering van de politie Eenheid Den Haag.

 

Deze heeft negatief geadviseerd over het voorgenomen besluit, omdat een snelheidbeperking in een bocht lastig te handhaven is. Niettemin meen ik dat er uit veiligheidsoogpunt behoefte is aan bord A01-70.

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

 

BESLUIT

 

Op grond van vorenstaande overwegingen besluit ik tot het:

  • Bord J16 + A01-70 te plaatsen t.h.v. km 40,19 links;

  • Bord J03 + A01-70 te plaatsen t.h.v. km 39,85 links;

  • Bord L11-3-01C18-2 te plaatsen t.h.v. km 39,59 links;

  • Bord F08 + A01-100 te plaatsen t.h.v. km 38,84 links;

  • Bord J16 te plaatsen t.h.v. km 38,21 rechts;

  • Bord A01-70 te plaatsen t.h.v. km 38,76 rechts;

  • Bord L11-4-01C18-2 te plaatsen t.h.v. km 38,85 rechts;

  • Bord A01-70 te plaatsen t.h.v. km 40,10 rechts;

  • Bord F08 te plaatsen t.h.v. km 40,43 rechts.

 

een en ander voor de duur van de werkzaamheden tot tweede kwartaal 2024.

  •  

 

 

 

 

 

 

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

namens deze, hoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid,

N.C.Knaap

MEDEDELINGEN:

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat en gezonden aan Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, t.a.v. de afdeling Werkenpakket, Postbus 2232, 3500 GE te Utrecht.

 

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

a. naam en adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt;

d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

 

Voorlopige voorziening

Indien een bezwaarschrift is ingediend is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de rechtbank (sector Bestuursrecht) binnen het rechtsgebied waarvan de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft.

Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

a. de naam en het adres van de verzoeker;

b. de dagtekening;

c. vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en datum en nummer of kenmerk van het besluit;

d. de gronden van het verzoek (motivering).

 

Bij het verzoek dient voorts een afschrift van het bezwaarschrift te worden overlegd. Naar aanleiding van het verzoek kan de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen indien onverwijld spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. De griffier van de betrokken rechtbank wijst de verzoeker na de indiening van diens verzoek op de verschuldigdheid van het griffierecht en bericht de verzoeker binnen welke termijn en op welke wijze het verschuldigde griffierecht moet worden voldaan.

Als burger kunt u ook digitaal een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de hiervoor vermelde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de hiervoor vermelde internetsite voor de precieze voorwaarden.

Expeditie

Afschrift van dit besluit is gezonden aan:

Politie Rotterdam-Rijnmond, Postbus 70023, 3000 LD Rotterdam.

College van Burgemeester en Westhouders Gemeente Rotterdam, Postbus 70012, 3000 KP Rotterdam.

Provincie Zuid-Holland District landelijk gebied Postbus 90602 2509 LP Den Haag

Naar boven