Wijziging Regeling vergoedingen militairen Dienst Speciale Interventies (DSI)

30 oktober 2019

nr. BS/2019019768

De Staatssecretaris van Defensie

Gelet op:

  • de artikelen 60a, 60c en 117 van het Algemeen militair ambtenarenreglement,

  • artikel 12 van het Besluit dienstreizen defensie en

  • artikel 12 van het Inkomstenbesluit militairen

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling vergoedingen militairen Dienst Speciale Interventies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 komt het begrip ‘militair’ te luiden:

Militair:

  • 1) de militair die is geplaatst bij de Dienst Speciale Interventies (DSI) en in dat kader voor operationele inzet beschikbaar is;

  • 2) door de commandant van het Korps Mariniers aan te wijzen militairen, met een maximum van 142, van de Maritime Special Operations Forces indien deze voor operationele inzet beschikbaar zijn;

  • 3) door de commandant van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten Koninklijke Marechaussee aan te wijzen militairen, met een maximum van 38, van de afdeling operaties 2 en deel uitmaakt van het Arrestatie en Ondersteuningsteam, indien deze voor operationele inzet beschikbaar zijn;

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3. Tegemoetkoming kosten bovenmaatse kleding

In afwijking van artikel 14 van de Regeling uitrusting defensie wordt de militair bedoeld in artikel 1 voor de aanschaf van burgerkleding, waarvan de maat met het oog op de functie-uitoefening afwijkt van de gebruikelijke maat van de militair een tegemoetkoming van € 1.369,59 bruto per kalenderjaar toegekend.

C

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt als volgt te luiden:

  • 3. Het rooster van de militair bedoeld in artikel 1 is gebaseerd op een arbeidsduur van gemiddeld 36 uren per week, zonder dat hiervoor een korting op het salaris wordt toegepast.

2. Na het derde lid wordt een nieuw lid 4 toegevoegd, luidende:

  • 4. De militair bedoeld in artikel 1 onder 3 heeft geen aanspraak op vergoedingen zoals opgenomen in de Regeling vergoeding extra werkdruk Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 12 maart 2019.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Defensie Voor deze De Hoofddirecteur Personeel P.F.M. Reesink Schout-bij-nacht

TOELICHTING

In de Regeling vergoedingen militairen Dienst Speciale Interventies (DSI) zijn afwijkende vergoedingen opgenomen voor de militair als genoemd in artikel 1.

De Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten Koninklijke Marechaussee (BSB KMAR) heeft een Arrestatie en Ondersteuningsteam van 38 functies. Het Arrestatie en Ondersteuningsteam (AOT) maakt operationeel onderdeel uit van zeven landelijke arrestatieteams (politie en KMAR).

Het AOT-BSB is volledig geïntegreerd in het stelsel van de zeven landelijke AOT’s. Tijdens AOT-inzet geldt voor de politie AOT’s dat zijn gebruik maken van de DSI regeling. Het AOT-BSB maakt gebruik van de rechtspositie van het Ministerie van defensie. De medewerkers geplaatst bij het AOT van de BSB worden voor 90% voor dezelfde taken ingezet als de categorieën uit genoemde regeling.

Door het AOT BSB KMAR onder te brengen in artikel 1 van deze regeling, ontstaat voor dezelfde uitvoering van taken een gelijke aanspraak en rechtspositie. Door de AOT BSB op te nemen in de Regeling vergoedingen militairen DSI, worden ze, teneinde samenloop te voorkomen, uitgesloten van de Regeling uitrusting defensie en de Regeling vergoeding extra werkdruk BSB.

De Staatssecretaris van Defensie Voor deze De Hoofddirecteur Personeel P.F.M. Reesink Schout-bij-nacht

Naar boven